Ik lees: wanneer hij er is, moet je hem gebruiken.
En een motor valt toch onder 'motorvoertuig' ???
(Anders wel onder bromfiets )
(bron: wetten.nl - Regeling - Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) - BWBR0004825)
in mijn artikel 59 staat iets anders1. Bestuurders van een een personenauto, een bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel en hun passagiers maken gebruik van de voor hen beschikbare autogordel. Passagiers die jonger zijn dan 18 jaren en met een lengte van minder dan 1,35 meter, maken gebruik van een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem dat is voorzien van een goedkeuringsmerk als bedoeld in artikel 22, vierde lid, van de wet. Wanneer de zitplaatsen die bestemd zijn voor passagiers voorzien zijn van autogordels, worden op deze zitplaatsen niet meer passagiers vervoerd dan er autogordels aanwezig zijn.
2. Met een personenauto, een bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met gesloten carrosserie of een brommobiel die niet zijn uitgerust met een autogordel of kinderbeveiligingssysteem als bedoeld in het eerste lid, worden geen passagiers vervoerd die jonger zijn dan 3 jaren en worden passagiers in de leeftijd van 3 tot 18 jaren met een lengte van minder dan 1,35 meter op een andere zitplaats dan een van de voorste zitplaatsen vervoerd.
3. Passagiers die jonger zijn dan 18 jaren, worden niet in een naar achteren gericht kinderzitje op een passagierszitplaats met een voorairbag vervoerd, tenzij deze airbag is uitgeschakeld of automatisch op toereikende wijze wordt uitgeschakeld.
4. Het eerste lid geldt niet voor passagiers die gebruik maken van een rolstoel. Deze passagiers worden vervoerd in een rolstoel die in het voertuig wordt vastgezet op een wijze die de stabiliteit van de rolstoel en de veiligheid van de rolstoelgebruiker waarborgt. Deze passagiers maken gebruik van de veiligheidsgordel die deel uitmaakt van het voertuig of van het systeem waarmee de rolstoel aan de vloer van het voertuig is bevestigd, tenzij gebruik gemaakt wordt van een door Onze Minister
aangewezen constructie.
5. Het eerste lid, tweede volzin, en het tweede lid zijn niet van toepassing tijdens vervoer in taxi’s. In taxi’s waarin geen kinderbeveiligingssysteem
aanwezig is, worden passagiers die jonger zijn dan 18 jaren en met een lengte van minder dan 1,35 meter op een andere zitplaats dan een van de voorste zitplaatsen vervoerd.
6. Het eerste lid voor zover dat op bestuurders betrekking heeft en het vierde lid gelden niet tijdens het vervoer van passagiers tegen vergoeding
in de zin van de Wet personenvervoer 2000 en tijdens vraagafhankelijk openbaar vervoer in taxi’s, anders dan in de gevallen waarin een
overeenkomst is gesloten als bedoeld in artikel 84, derde lid, van die wet, of anders dan tijdens taxivervoer in een taxi die is ingericht voor
rolstoelvervoer overeenkomstig de eisen gesteld ingevolge artikel 80, derde lid, van het Besluit personenvervoer 2000.
7. De autogordel, de veiligheidsgordel of het kinderbeveiligingssysteem wordt gebruikt op een wijze die de beschermende werking ervan niet negatief beïnvloedt of kan beïnvloeden. Personen van 18 jaren en ouder en personen onder de 18 jaren die in de betrokken omstandigheden geen gebruik hoeven maken van een kinderbeveiligingssysteem, mogen zonodig een voorziening gebruiken door middel waarvan het diagonale deel van de autogordel over de schouder wordt geleid. Onze Minister kan aan een dergelijke voorziening nadere eisen stellen.
8. Het is bestuurders van de in het eerste lid genoemde voertuigen verboden passagiers jonger dan 12 jaren en passagiers die gebruik maken van een rolstoel te vervoeren op een andere wijze dan in dit artikel is voorgeschreven.
Artikel 59a.
1. In afwijking van artikel 59, eerste en achtste lid, gebruiken bestuurders van een autobus en hun passagiers van 3 jaren of ouder de autogordel of het kinderbeveiligingssysteem waarmee de autobus is uitgerust, wanneer zij zich op hun zitplaats bevinden en het voertuig deelneemt aan het verkeer.
2. Passagiers van een autobus die in beweging is, wordt meegedeeld dat het verplicht is gebruik te maken van het in het eerste lid genoemde beveiligingsysteem wanneer zij zich op hun zitplaats bevinden en het voertuig deelneemt aan het verkeer. Deze mededeling gebeurt op één of meer van de volgende manieren:
a. door de bestuurder, de conducteur, de reisleider of een als groepsleider aangewezen persoon;
b. door audiovisuele middelen;
c. door opschriften of het volgende pictogram:
Het pictogram wordt bij gebruikmaking daarvan duidelijk op iedere zitplaats aangebracht.
3. In afwijking van artikel 59a, eerste lid, behoeven passagiers van autobussen waarin het vervoer van staande passagiers is toegestaan geen beveiligingssysteem te gebruiken en behoeven passagiers van autobussen die volgens een dienstregeling stads- of streekvervoer uitvoeren binnen de bebouwde kom geen beveiligingssysteem te
gebruiken.
4. Het is bestuurders van een autobus verboden passagiers jonger dan 12 jaren te vervoeren op een andere wijze dan in dit artikel is voorgeschreven.
van de befaamde site waar baksteen ook vaak naar refereert.
volgens mij ben jij een beetje creatief geweest.
in artikel 60 2. staat wel een ontheffing van de helmplicht als je in het zijspan een goedgekeurde gordel op volgens eu richtlijn goedgekeurde bevestigingspunten hebt.
ga dat maar een uitleggen als je aangehouden wordt maar agent, volgens 60 punt 2
Laatst bewerkt: