Sidemount

mag niet je, je kunt er een bekeuring voor krijgen.
maar volgens mij gebeurt dat niet zo snel.
 
De regelgeving over sidemounts is heel vaag. Wat iig bekend is, is dat je kentekenplaat goed zichtbaar moet zijn, ook van schuin achter de motorfiets. Er is dan ook een motorrijder geweest die eerst een bekeuring kreeg omdat zijn kentekenplaat (side-mounted) niet goed zichtbaar zou zijn. Een week later kreeg hij ook een flitsbon thuis. Toen heeft hij dit aangevochten en hij kreeg gelijk. Zijn kentekenplaat was immers duidelijk zichtbaar op de foto die de flitspaal had gemaakt, hoewel de agent in kwestie beweerde van niet. De bekeuring werd ongeldig verklaard. Mede door dit soort situaties zullen weinig agenten het durven de discussie aan te gaan. Er staat namelijk nergens in de wet waar die kentekenplaat moet zitten, alleen dattie zichtbaar moet zijn.
 
In het voertuigreglement verwijzen ze naar de richtlijn kentekenplaten

Misschien wordt je daar wat wijzer van wat betreft zichtbaarheid. Als hie goed zichtbaar is kun je nog de discussie krijgen dat hij niet op de "oorspronkelijke" plaats zit (die door de fabrikant bedacht is) maar daar is in de wet bar weinig over te vinden.
 
In het voertuigreglement verwijzen ze naar de richtlijn kentekenplaten

Misschien wordt je daar wat wijzer van wat betreft zichtbaarheid. Als hie goed zichtbaar is kun je nog de discussie krijgen dat hij niet op de "oorspronkelijke" plaats zit (die door de fabrikant bedacht is) maar daar is in de wet bar weinig over te vinden.


Net even doorgekeken en afhankelijk van de sidemount, kan je op artikel 6 een boete krijgen: het kenteken moet met een hoek van 30 graden links en rechts zichtbaar blijven.
Aannemende dat de sidemount links zit, is het niet gauw 30 graden van rechts te bekijken.

Ik denk dat het in de praktijk, net als open pijpen, heel erg meevalt.
 
Er is al een hele hoop gezeik geweest over de side mount. HET MAG GEWOON, MITS HET VOLDOET AAN DE REGELS. inderdaad ook rechtelijke uitspraak geweest. Monteren die zooi en als je een bekeuring krijgt aanvechten die handel.
 
Komt die:

Artikel 3.4.39 Voertuig regelement

1. Motorfietsen die in gebruik worden genomen na 31 oktober 1995, moeten voor wat betreft de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat voldoen aan het bepaalde in richtlijn 93/92/EEG.

RICHTLIJN 93/94/EEG VAN DE RAAD van 29 oktober 1993 betreffende de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichtingen van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 110 A,

Gelet op Richtlijn 92/61/EEG van de Raad van 30 juni 1992 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen(1) ,

Gezien het voorstel van de Commissie(2) ,

In samenwerking met het Europees Parlement(3) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(4) ,

Overwegende dat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen omvat waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd; dat er maatregelen moeten worden vastgesteld met het oog op de goede werking van de interne markt;

Overwegende dat in elke Lid-Staat twee- of driewielige motorvoertuigen, wat de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat betreft, bepaalde technische kenmerken moeten vertonen die zijn vastgelegd in dwingende voorschriften welke van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen; dat deze verschillen het handelsverkeer binnen de Gemeenschap belemmeren;

Overwegende dat deze belemmeringen voor de werking van de interne markt kunnen worden opgeheven, indien alle Lid-Staten dezelfde voorschriften aannemen ter vervanging van hun nationale regelgeving;

Overwegende dat het noodzakelijk is geharmoniseerde voorschriften inzake de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen vast te stellen om voor elk type van de genoemde voertuigen de goedkeuringsprocedures van Richtlijn 92/61/EEG te kunnen toepassen;

Overwegende dat deze richtlijn niet ten doel heeft de afmetingen van de in de verschillende Lid-Staten gebruikte kentekenplaten te harmoniseren; dat het derhalve de taak van de Lid-Staten is erop toe te zien dat uitstekende kentekenplaten geen gevaar voor de gebruikers vormen, zonder dat zulks evenwel wijzigingen in de constructie van de voertuigen vergt;

Overwegende dat vanwege de omvang en de gevolgen van het overwogen optreden in de betrokken sector de met deze richtlijn beoogde communautaire maatregelen noodzakelijk en zelfs onontbeerlijk zijn om het gestelde doel, namelijk de communautaire goedkeuring per type voertuig, te bereiken, en dat dit niet voldoende door de Lid-Staten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:


Artikel 1

Deze richtlijn en haar bijlage zijn van toepassing op de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van elk type voertuig als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 92/61/EEG.


Artikel 2

De procedure voor het verlenen van de goedkeuring wat de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van een type twee- of driewielig motorvoertuig betreft, alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/61/EEG, respectievelijk in hoofdstuk II en hoofdstuk III.


Artikel 3

De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de in de bijlagen neergelegde voorschriften aan te passen aan de vooruitgang van de techniek, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Richtlijn 70/156/EEG(5) .


Artikel 4

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 mei 1995 aan deze richtlijn te voldoen en maken die bepalingen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Vanaf de in de eerste alinea genoemde datum mogen de Lid-Staten het voor het eerst in het verkeer brengen van voertuigen die aan deze richtlijn voldoen niet verbieden om redenen die met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat verband houden.

Zij passen de in de eerste alinea bedoelde bepalingen toe vanaf 1 november 1995.

2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst mede van de bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied aannemen.


Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 29 oktober 1993.

Voor de Raad

De Voorzitter

R. URBAIN


(1) PB nr. L 255 van 10. 8. 1992, blz. 72.

(2) PB nr. C 293 van 9. 11. 1992, blz. 38.

(3) PB nr. C 337 van 21. 12. 1992, blz. 104 en besluit van 27 oktober 1993 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(4) PB nr. C 73 van 15. 3. 1993, blz. 22.

(5) PB nr. L 42 van 23. 2. 1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/53/EEG (PB nr. L 225 van 10. 8. 1992, blz. 1).



BIJLAGE

1. AFMETINGEN

De afmetingen van de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van motorvoertuigen(1) () zijn als volgt:

1.1. Bromfietsen en lichte vierwielers

1.1.1. breedte: 100 mm;

1.1.2. hoogte: 175 mm;

of

1.1.3. breedte: 145 mm;

1.1.4. hoogte: 125 mm.

1.2. Motorfietsen, driewielers met een maximumvermogen tot 15 kW en andere vierwielers dan lichte vierwielers

1.2.1. breedte: 280 mm;

1.2.2. hoogte: 210 mm.

1.3. Driewielers met een maximumvermogen van meer dan 15 kW

1.3.1. De voorschriften voor personenauto's zijn van toepassing (Richtlijn 70/222/EEG).

2. ALGEMENE PLAATSING

2.1. De plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat moet zich aan de achterzijde van het voertuig bevinden, zodanig dat:

2.1.1. de plaat geplaatst kan worden tussen de langsvlakken die gaan door de punten waar het voertuig het breedst is.

3. HELLING

3.1. De achterste kentekenplaat:

3.1.1. moet loodrecht staan op het middenlangsvlak van het voertuig;

3.1.2. mag een helling van ten hoogste 30° ten opzichte van de verticaal hebben indien de van het kenteken voorziene zijde naar boven gekeerd is;

3.1.3. mag een helling van ten hoogste 15° ten opzichte van de verticaal hebben indien de van het kenteken voorziene zijde naar beneden gekeerd is.

4. MAXIMUMHOOGTE

4.1. Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van meer dan 1,50 m boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig beladen is (bedrijfsklare massa plus 75 kg).

5. MINIMUMHOOGTE

5.1. Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van minder dan 0,20 m of de straal van het wiel, indien deze minder bedraagt dan 0,20 m, boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig beladen is (bedrijfsklare massa plus 75 kg).

6. GEOMETRISCHE ZICHTBAARHEID

6.1. De plaats voor de montage van de kentekenplaat moet zichtbaar zijn binnen een ruimte die wordt begrensd door twee tweevlakshoeken: één met een horizontale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de boven- en onderrand van de plaats voor de montage van de plaat gaan en onder de in figuur 1 aangegeven hoeken ten opzichte van de horizontaal staan; de andere met een vrijwel verticale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de zijranden van de plaat gaan en die onder de in figuur 2 aangegeven hoeken ten opzichte van het middenlangsvlak staan.

2. Motorfietsen die in gebruik zijn genomen voor 1 november 1995, moeten aan de achterzijde zijn voorzien van een mogelijkheid tot bevestiging van een kentekenplaat .

Wat presentatoren en politieambtenaren vinden, hebben we niet mee te maken want zij weten niets en dienen zich gewoon aan de wet te houden, maar die krijgen ze in hun opleiding niet mee.

Artikel 40. WVW

1. Het kenteken dient behoorlijk zichtbaar op of aan het motorrijtuig of de aanhangwagen aanwezig te zijn.

En wat wordt daar onder verstaan? 20 meter recht achter de motor staand.


Einde is jurispendentie en die zegt voor 95 maakt niet uit als het maar aan de achterkant zit, hierop basis van mijn vrijspraak. En na 95 Europese regels waar aan alle kanten gaten in te schieten valt.

En nou niet meer Zeuren maar gewoon aanvechten...ALTIJD!!!
 
Jammer dat je later nooit meer hoort of iemand bezwaar maakt en wint of niet...

Alleen dat artikel in Bigtwin is 'ns een goede terugmelding geweest.

Wie heeft er nog meer gewonnen? En op basis van welke argumentatie?

Vigerend sinds 1 mei 2009 zijn Regeling kentekens en kentekenplaten, Wegenverkeerswet 1994 en de 93/94/EEG. Je vindt ze via Startpagina - Infopolitie.nl.
 
Terug
Bovenaan Onderaan