...Ron...
MF veteraan
Reisverslag : Dolomieten Juli 2009. (dag 1) foto klik = foto groot
(een kleine waarschuwing ; sorry..., korte verhalen schrijven lukt mij gewoonweg niet…
We spreken 2009, en we hebben bijna hoogzomer. Wat wij ook weten is dat we op de motor op vakantie willen. Maar waar naar toe is nog steeds de grote vraag.
We spreken over Noorwegen, en we spreken over Frankrijk. En we spreken over Italië. Maar om nou naar die typische toeristen hot-spot, het Gardameer, te joekelen, daar hebben ons niet zoveel belang bij.
De tijd verstrijkt, en vlak voor de zomervakantie zit ik noodgedwongen bij de tandarts. En om de altijd fijne wachttijd daar toch nog een beetje gezellig (en nuttig) te besteden, gris ik een blaadje van de leestafel.
Een blaadje over reizen, en ergens halverwege in datzelfde blaadje gaat het over het Italiaanse gebied Süd-Tirol, en over de bijzonder eigenschappen van dat gebied.
En dan, in dit verhaal, met name over het plaatsje Brüneck (ook wel Brunico). Een, volgens de geplaatste foto’s, oud en romantisch stadje.
Tevens zit er een sappig geschreven verhaal bij, zo’n verhaal waarbij je acuut zin krijgt aan inpakken, en vooral akelig rap wegwezen.
In gedachten zie ik de rode RT al die kant op knorren.
Ik weet waar wij naar toe gaan ! En vertel dat thuis aan mijn vaste duopassagier ; en zij is ook gelijk dolenthousiast. Allebei kennen we Süd-Tirol eigenlijk helemaal niet, en de afstand daar naar toe is makkelijk in 1 dag te doen.
Tevens heb je daar een soort van goed-weer garantie.
En vooral dat laatste is toch wel een pluspuntje, vooral als het vervoermiddel geen dak heeft…
De tijd verstrijkt langzaam, en ons hebben middels deze site (linkje !) een onderkomen gevonden in Nals (dit wordt ook wel als Nalles geschreven). Wij zullen aan het eind van de eerste reisdag de boxer voor de deur van Haus Helga neerzetten (www.haus-helga.it) ; tenminste, dat zal de bedoeling gaan worden.
Vrijdagavond 24 Juli 2009. Het is zover. Morgenochtend vroeg zullen we vertrekken naar ginder. En de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik er geen reet zin in heb.
Ik heb absoluut geen zin aan op vakantie gaan, aan drukte, en aan kilometers.
De weersverwachting voor die zaterdagochtend luidt ronduit slecht, ik ben ontzettend moe, heb last van de knieën, en roep zelfs tegen vrouwlief dat ik nog liever met de auto (...) op pad ga (of zelfs helemaal niet eens dat…), dan dat ik die 1000+ kilometers met de motor die kant op ‘moet’.
Maar toch zet ik voor de zekerheid de RT alvast buiten neer, en we pakken toch wel de binnentassen alvast in. Want , ik denk maar zo, die binnentassen kunnen ook altijd nog met een wijde boog in de kofferbak van de automobiel gekwakt worden, en de RoyaleTourer staat tenslotte ook in een poep en een scheet zo weer binnen.
En dan is het Zaterdagochtend, 25 Juli 2009. Het is kwart voor 3 in de nacht, en ik rol het bed uit. Potdikke wat sliep ik lekker, maar ik had met mijzelf (en vrouwlief) afgesproken dat wij om 03.30 uur op pad zouden gaan.
Op de motor of met de auto ; dat kon mijn geen zier schelen. Want de zin in Urlaub was er nog steeds niet.
(dit zal ons reisdoel worden)
Uiteindelijk vertrekken wij echter ‘pas’ om 04.15 uur in de ochtend. Bijna een uur vertraging derhalve. Enorme regenbuien, maar vooral dat onweer en die felle bliksem weerhouden ons ervan om toch maar wel op die motor te kruipen.
Bijna half 5 dus. We moeten toch maar gaan rijden, ondanks de regen, en ondanks dat het nog steeds volop bliksemt. Het is absoluut niet fijn op de motor, en met een rotgevoel duik ik ergens vanuit de binnenlanden de A32 op, en dat terwijl de bliksem rond om ons heen de uitgestrekte, en (tegenwoordig) lege weilanden, volop in het strak witte licht zet.
En de regen komt met bakken naar beneden, en het effect van de tadeloos netjes gepoetste reismachine is, zoals u kunt bedenken, helemaal foetsie binnen een kilometer of twee...
Nog een heleboel kilometers te gaan…
(hier moeten we naar toe dus…)
We reizen dus via Duitsland, en normaal gesproken neem ik op zo’n vroege ochtend altijd de route via Voorst, Zutphen, Baak, Ruurlo, en dan binnendoor naar ’s Heerenberg, om daar dan de Autobahn op te duiken.
Maar vanwege het slechte weer, en dito zicht, besluiten wij (ik) om gewoon de A50, dus Apeldoorn, Arnhem te doen.
Beetje om, maar gewoon rechte weg, en vooral kilometers maken, en graag zo vlot mogelijk.
Op de Autobahn richting Oberhausen hebben wij ook werkelijk een achterlijke hoeveelheid regen, en dat is dan gelijk een mooi moment voor de nieuwe Michelin Pilot Road2 om te laten zien wat het ding kan in dit weertype, en ik moet zeggen, de brommer stuurt als een trein, en snijdt zijn weg zonder moeite door de volop aanwezige plassen water daar op die snelweg.
De motor voelt safe aan, en om dan maar sneller door die regen te flappen (echt nat word je tenslotte toch niet op een RT ; zolang je maar blijft rijden) gaat het tempo richting een constante 190 km/h.
Het is tenslotte nog steeds vroeg in de ochtend, de weg is behoorlijk leeg, en je bent ‘wat’ sneller door die bui heen, want het weersbericht had geschreven dat het vandaag, vanaf net voorbij Oberhausen, een mooie dag zou worden.
Dus dan maar zorgen dat je dat vermaledijde Oberhausen zo vlot mogelijk voorbij bent…
En dat laatste ging ook allemaal lukken.
Het is inmiddels 07.14 uur, en we zijn op 1 minuut na, net 3 uurtjes onderweg, en we hebben inmiddels 403 kilometer achter de gepoetste kiezen, en maken een pauze voor een boterhammetje, en om even voor de eerste keer te tanken natuurlijk. Want dat laatste gaat ook gewoon door.
Helaas.
Ondanks dat ik mij nog steeds niet opperbest voel, zit de stemming er goed in, en ik zeg tegen mijn duo, dat als we zo door kunnen rijden, we het begin van de middag achter een fijn Italiaans wijntje zitten. Op een terrasje in Nals.
En zoals dat dan gaat, gaat ook deze zelf verzonnen gedachte in zware rook op bij de eerste Baustelle. Dus file, en helaas, vele zullen nog volgen. En hoewel ik de RT met veel pijn en moeite tussen de oneindig lange rij automobilisten door wurm ; schiet het gemiddelde in een rap tempo naar beneden.
Het is inmiddels 13.00 uur, en eindelijk maken wij tijd voor een tweede stop. Wij zijn amper 400 kilometer verder. Vrouwlief heeft echter van die 400 kilometer amper of nix meegekregen ; ze heeft heerlijk zitten wegdromen onderweg.
Zoals gebruikelijk, zou ik bijna durven zeggen.
Na een uitgebreide lunch, en de conclusie dat het toch wel warm aan het worden is, drukken we het gezellige startknopje weer in, en kachelen verder richting provinciale weg B13 in Oostenrijk.
Want ik had mij tenslotte stellig voorgenomen om deze vakantie geen Oostenrijks Autobahnvignet te kopen, en ook geen tol te willen betalen in Italië.
Terwijl wij langzaam weer op gang komen, laten wij de mensen uit Kuinre (vlak bij Emmeloord) op de parkeerplaats bij het benzinestation achter.
Hun koppelingscilinder van hun op leeftijd zijnde Mitsubishi had op de parkeerplaats daarzo het tijdelijke voor het eeuwige verruilt.
Tja denk ik ; dat is toch verrot lastig als je pech krijgt onderweg…
En zo boxert onze reis voort. Via dus die vlakke B13 crossen wij binnendoor richting Innsbrück, om vanaf daar de Oude Brenner te nemen naar onze eindbestemming voor vandaag : Italië.
En ik blijf dat een mooie route vinden ; die Oude Brenner, en probeer mij voor te stellen wat een chaotische drukte dit vroeger hier geweest moet zijn, toen de nieuwe Brenner er nog niet stond.
En ondertussen is het echt warm geworden, het tempo ligt door de drukte ronduit laag, maar we schrijven inmiddels Genieten met een grote G.
Ben toch wel tevreden dat we toch niet met de auto gegaan zijn.
Via Brennero en nog een paar kleine plaatsjes, rollen wij, of links, of rechts naast de grote Brenner, en tevreden bedenken wij dat het rommelige Italië er qua asfalt stukken op vooruit is gegaan.
Mooi strak en glad spul kunnen ze tegenwoordig daar leggen !
Of wisten ze dat we kwamen…?
En dat strakke asfalt gaat door tot en met de Jaufenpass, die wij als eerste ‘soldaat’ maken. We ‘zoefen’ in een behoorlijk tempo met de ReislustigeTourer naar boven, en krijgen voorrang van een paar figuren op van die zogenaamde sportmotoren, die op de 1 of andere manier de akelig makkelijk sturende RT toch maar niet uit hun spiegels krijgen.
Misschien zit ik inderdaad ook wel iets teveel op hun ‘bumper’ ; dus op het moment dat het baasje op zijn CBR600RR aan de kant gaat, geven we nog een streepje gas bij.
De boxermasjien is in zijn element hier op deze wegen.
(Jaufenpass)
Bovenop de Jaufenpass, waar het op dat moment waait als een gek, eten we een broodje Wurst mit Senf. Een rustpauze dus.
De jongens op die ‘sportmotoren’ komen er ook aan ; je hoort ze al van ver…
Ja ; en dan is het niet zo ver meer. Via de blijvend schitterende, kronkelende SS44 rollen wij heel gemoedelijk dat oeverloos fraaie, en zwaar mediterrane Meran binnen.
En vanaf Meran is het nog maar een klein stukje naar Nals.
We zijn er ; 1198,7 GPS kilometers verder, en dat met een gemiddelde reissnelheid van 88,8 kilometer per uur.
Inmiddels is het tegen de 30 (!) graden ; en je hoeft geen wiskundige te zijn, om te kunnen weten dat je dat gerust warm mag noemen.
(overal in Nals vind je rozen ; in elke tuin !)
Tijd om de motor te parkeren. Tijd om kennis te maken met de Mevrouw achter de website van Haus Helga, en vooral tijd voor een lekkere verfrissende, koele douche.
In dat Haus Helga hebben wij een fraaie, best ruime kamer, met uitzicht vanaf het balkon op de motor, die buiten staat uit te dampen onder een afdakje.
Het ding heeft vandaag zijn best gedaan, uiteraard geen klap verkeerd gegeven, en rolde bovendien mooi zuinig ook nog.
We eten die avond in een prima Italiaans restaurant onze warme hap, en liggen betrekkelijk vroeg onder de (warme) wol.
Tis ook best een lang dagje geweest zo, en soms moet het dan ook maar een keertje goed zijn.
Morgen tenslotte weer een dag ! (en wat voor 1 !)
(de gegevens van vandaag)
(binnenkort dag 2)
(een kleine waarschuwing ; sorry..., korte verhalen schrijven lukt mij gewoonweg niet…
We spreken 2009, en we hebben bijna hoogzomer. Wat wij ook weten is dat we op de motor op vakantie willen. Maar waar naar toe is nog steeds de grote vraag.
We spreken over Noorwegen, en we spreken over Frankrijk. En we spreken over Italië. Maar om nou naar die typische toeristen hot-spot, het Gardameer, te joekelen, daar hebben ons niet zoveel belang bij.
De tijd verstrijkt, en vlak voor de zomervakantie zit ik noodgedwongen bij de tandarts. En om de altijd fijne wachttijd daar toch nog een beetje gezellig (en nuttig) te besteden, gris ik een blaadje van de leestafel.
Een blaadje over reizen, en ergens halverwege in datzelfde blaadje gaat het over het Italiaanse gebied Süd-Tirol, en over de bijzonder eigenschappen van dat gebied.
En dan, in dit verhaal, met name over het plaatsje Brüneck (ook wel Brunico). Een, volgens de geplaatste foto’s, oud en romantisch stadje.
Tevens zit er een sappig geschreven verhaal bij, zo’n verhaal waarbij je acuut zin krijgt aan inpakken, en vooral akelig rap wegwezen.
In gedachten zie ik de rode RT al die kant op knorren.
Ik weet waar wij naar toe gaan ! En vertel dat thuis aan mijn vaste duopassagier ; en zij is ook gelijk dolenthousiast. Allebei kennen we Süd-Tirol eigenlijk helemaal niet, en de afstand daar naar toe is makkelijk in 1 dag te doen.
Tevens heb je daar een soort van goed-weer garantie.
En vooral dat laatste is toch wel een pluspuntje, vooral als het vervoermiddel geen dak heeft…
De tijd verstrijkt langzaam, en ons hebben middels deze site (linkje !) een onderkomen gevonden in Nals (dit wordt ook wel als Nalles geschreven). Wij zullen aan het eind van de eerste reisdag de boxer voor de deur van Haus Helga neerzetten (www.haus-helga.it) ; tenminste, dat zal de bedoeling gaan worden.
Vrijdagavond 24 Juli 2009. Het is zover. Morgenochtend vroeg zullen we vertrekken naar ginder. En de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik er geen reet zin in heb.
Ik heb absoluut geen zin aan op vakantie gaan, aan drukte, en aan kilometers.
De weersverwachting voor die zaterdagochtend luidt ronduit slecht, ik ben ontzettend moe, heb last van de knieën, en roep zelfs tegen vrouwlief dat ik nog liever met de auto (...) op pad ga (of zelfs helemaal niet eens dat…), dan dat ik die 1000+ kilometers met de motor die kant op ‘moet’.
Maar toch zet ik voor de zekerheid de RT alvast buiten neer, en we pakken toch wel de binnentassen alvast in. Want , ik denk maar zo, die binnentassen kunnen ook altijd nog met een wijde boog in de kofferbak van de automobiel gekwakt worden, en de RoyaleTourer staat tenslotte ook in een poep en een scheet zo weer binnen.
En dan is het Zaterdagochtend, 25 Juli 2009. Het is kwart voor 3 in de nacht, en ik rol het bed uit. Potdikke wat sliep ik lekker, maar ik had met mijzelf (en vrouwlief) afgesproken dat wij om 03.30 uur op pad zouden gaan.
Op de motor of met de auto ; dat kon mijn geen zier schelen. Want de zin in Urlaub was er nog steeds niet.
(dit zal ons reisdoel worden)
Uiteindelijk vertrekken wij echter ‘pas’ om 04.15 uur in de ochtend. Bijna een uur vertraging derhalve. Enorme regenbuien, maar vooral dat onweer en die felle bliksem weerhouden ons ervan om toch maar wel op die motor te kruipen.
Bijna half 5 dus. We moeten toch maar gaan rijden, ondanks de regen, en ondanks dat het nog steeds volop bliksemt. Het is absoluut niet fijn op de motor, en met een rotgevoel duik ik ergens vanuit de binnenlanden de A32 op, en dat terwijl de bliksem rond om ons heen de uitgestrekte, en (tegenwoordig) lege weilanden, volop in het strak witte licht zet.
En de regen komt met bakken naar beneden, en het effect van de tadeloos netjes gepoetste reismachine is, zoals u kunt bedenken, helemaal foetsie binnen een kilometer of twee...
Nog een heleboel kilometers te gaan…
(hier moeten we naar toe dus…)
We reizen dus via Duitsland, en normaal gesproken neem ik op zo’n vroege ochtend altijd de route via Voorst, Zutphen, Baak, Ruurlo, en dan binnendoor naar ’s Heerenberg, om daar dan de Autobahn op te duiken.
Maar vanwege het slechte weer, en dito zicht, besluiten wij (ik) om gewoon de A50, dus Apeldoorn, Arnhem te doen.
Beetje om, maar gewoon rechte weg, en vooral kilometers maken, en graag zo vlot mogelijk.
Op de Autobahn richting Oberhausen hebben wij ook werkelijk een achterlijke hoeveelheid regen, en dat is dan gelijk een mooi moment voor de nieuwe Michelin Pilot Road2 om te laten zien wat het ding kan in dit weertype, en ik moet zeggen, de brommer stuurt als een trein, en snijdt zijn weg zonder moeite door de volop aanwezige plassen water daar op die snelweg.
De motor voelt safe aan, en om dan maar sneller door die regen te flappen (echt nat word je tenslotte toch niet op een RT ; zolang je maar blijft rijden) gaat het tempo richting een constante 190 km/h.
Het is tenslotte nog steeds vroeg in de ochtend, de weg is behoorlijk leeg, en je bent ‘wat’ sneller door die bui heen, want het weersbericht had geschreven dat het vandaag, vanaf net voorbij Oberhausen, een mooie dag zou worden.
Dus dan maar zorgen dat je dat vermaledijde Oberhausen zo vlot mogelijk voorbij bent…
En dat laatste ging ook allemaal lukken.
Het is inmiddels 07.14 uur, en we zijn op 1 minuut na, net 3 uurtjes onderweg, en we hebben inmiddels 403 kilometer achter de gepoetste kiezen, en maken een pauze voor een boterhammetje, en om even voor de eerste keer te tanken natuurlijk. Want dat laatste gaat ook gewoon door.
Helaas.
Ondanks dat ik mij nog steeds niet opperbest voel, zit de stemming er goed in, en ik zeg tegen mijn duo, dat als we zo door kunnen rijden, we het begin van de middag achter een fijn Italiaans wijntje zitten. Op een terrasje in Nals.
En zoals dat dan gaat, gaat ook deze zelf verzonnen gedachte in zware rook op bij de eerste Baustelle. Dus file, en helaas, vele zullen nog volgen. En hoewel ik de RT met veel pijn en moeite tussen de oneindig lange rij automobilisten door wurm ; schiet het gemiddelde in een rap tempo naar beneden.
Het is inmiddels 13.00 uur, en eindelijk maken wij tijd voor een tweede stop. Wij zijn amper 400 kilometer verder. Vrouwlief heeft echter van die 400 kilometer amper of nix meegekregen ; ze heeft heerlijk zitten wegdromen onderweg.
Zoals gebruikelijk, zou ik bijna durven zeggen.
Na een uitgebreide lunch, en de conclusie dat het toch wel warm aan het worden is, drukken we het gezellige startknopje weer in, en kachelen verder richting provinciale weg B13 in Oostenrijk.
Want ik had mij tenslotte stellig voorgenomen om deze vakantie geen Oostenrijks Autobahnvignet te kopen, en ook geen tol te willen betalen in Italië.
Terwijl wij langzaam weer op gang komen, laten wij de mensen uit Kuinre (vlak bij Emmeloord) op de parkeerplaats bij het benzinestation achter.
Hun koppelingscilinder van hun op leeftijd zijnde Mitsubishi had op de parkeerplaats daarzo het tijdelijke voor het eeuwige verruilt.
Tja denk ik ; dat is toch verrot lastig als je pech krijgt onderweg…
En zo boxert onze reis voort. Via dus die vlakke B13 crossen wij binnendoor richting Innsbrück, om vanaf daar de Oude Brenner te nemen naar onze eindbestemming voor vandaag : Italië.
En ik blijf dat een mooie route vinden ; die Oude Brenner, en probeer mij voor te stellen wat een chaotische drukte dit vroeger hier geweest moet zijn, toen de nieuwe Brenner er nog niet stond.
En ondertussen is het echt warm geworden, het tempo ligt door de drukte ronduit laag, maar we schrijven inmiddels Genieten met een grote G.
Ben toch wel tevreden dat we toch niet met de auto gegaan zijn.
Via Brennero en nog een paar kleine plaatsjes, rollen wij, of links, of rechts naast de grote Brenner, en tevreden bedenken wij dat het rommelige Italië er qua asfalt stukken op vooruit is gegaan.
Mooi strak en glad spul kunnen ze tegenwoordig daar leggen !
Of wisten ze dat we kwamen…?
En dat strakke asfalt gaat door tot en met de Jaufenpass, die wij als eerste ‘soldaat’ maken. We ‘zoefen’ in een behoorlijk tempo met de ReislustigeTourer naar boven, en krijgen voorrang van een paar figuren op van die zogenaamde sportmotoren, die op de 1 of andere manier de akelig makkelijk sturende RT toch maar niet uit hun spiegels krijgen.
Misschien zit ik inderdaad ook wel iets teveel op hun ‘bumper’ ; dus op het moment dat het baasje op zijn CBR600RR aan de kant gaat, geven we nog een streepje gas bij.
De boxermasjien is in zijn element hier op deze wegen.
(Jaufenpass)
Bovenop de Jaufenpass, waar het op dat moment waait als een gek, eten we een broodje Wurst mit Senf. Een rustpauze dus.
De jongens op die ‘sportmotoren’ komen er ook aan ; je hoort ze al van ver…
Ja ; en dan is het niet zo ver meer. Via de blijvend schitterende, kronkelende SS44 rollen wij heel gemoedelijk dat oeverloos fraaie, en zwaar mediterrane Meran binnen.
En vanaf Meran is het nog maar een klein stukje naar Nals.
We zijn er ; 1198,7 GPS kilometers verder, en dat met een gemiddelde reissnelheid van 88,8 kilometer per uur.
Inmiddels is het tegen de 30 (!) graden ; en je hoeft geen wiskundige te zijn, om te kunnen weten dat je dat gerust warm mag noemen.
(overal in Nals vind je rozen ; in elke tuin !)
Tijd om de motor te parkeren. Tijd om kennis te maken met de Mevrouw achter de website van Haus Helga, en vooral tijd voor een lekkere verfrissende, koele douche.
In dat Haus Helga hebben wij een fraaie, best ruime kamer, met uitzicht vanaf het balkon op de motor, die buiten staat uit te dampen onder een afdakje.
Het ding heeft vandaag zijn best gedaan, uiteraard geen klap verkeerd gegeven, en rolde bovendien mooi zuinig ook nog.
We eten die avond in een prima Italiaans restaurant onze warme hap, en liggen betrekkelijk vroeg onder de (warme) wol.
Tis ook best een lang dagje geweest zo, en soms moet het dan ook maar een keertje goed zijn.
Morgen tenslotte weer een dag ! (en wat voor 1 !)
(de gegevens van vandaag)
(binnenkort dag 2)
Laatst bewerkt: