David_ZZR
MF veteraan
Donderdag 10 mei 2018
Om 4.30 begonnen de surrogaatvogeltjes uit mijn Philips Ambilight vrolijk te fluiten en ik sprong mijn bedje uit. Normaal ben ik op dit tijdstip mijn bed echt niet uit te krijgen maar het jaarlijkse motorweekendje stond voor de boeg. Wat ooit begon als een weekendje Dolomieten heeft de afgelopen jaren geresulteerd in uitstapjes naar diverse andere gebieden in Europa. De Dolomieten zijn altijd het eerste plan, echter het weer gooide daar nogal eens roet in het eten. Dit jaar was het niet anders. De meeste hoge alpenpassen waren nog gesloten en in de Alpen zou het echt pisweer zijn. We besloten dus voor een rondje Frankrijk te gaan. Hier was de kans op goed weer namelijk het hoogste.
Na snel gedoucht, en een bak Brinta weg gemetseld te hebben hees ik mezelf in mijn inmiddels 15 jaar oude leren motorpak en wandelde met mijn tanktas naar het huis van een van mijn reisgenoten. Hier had ik de avond ervoor mijn motor met bepakking al in de garage gezet. Vanaf het moment dat een van de andere reisgenoten zijn motor, op weg naar het verzamelpunt startte, hoorde ik ‘m al van kilometers ver aankomen. Half Oosterhout was wakker van de herrie maar wij konden op pad.
De eerste kilometers van de dag waren, eigenlijk tegen mijn principe in, snelwegkilometers. Na zo’n 180 kilometer was het tijd om te tanken. We zaten inmiddels op de meest boring weg van heel Europa. De weg tussen Brussel en Luxemburg. Dit was maar een snelle stop en we gingen snel weer verder om in Luxemburg de boel nog een keer vol te gooien. Bij het binnenrijden van Frankrijk begon het te regenen. Gelukkig had ik mijn pak de avond ervoor goed in het vet gezet en de meeste regen bleef wel buiten. Ik had geen zin om te stoppen om mijn regenoveral aan te trekken want in de verte leek het lichter te worden… althans dat leek het. Dit duurde nog vele kilometers en bij het oprijden van de Péage bij Toul was het eindelijk droog.
De korte stop voor een krentenbol bleek echter langer te duren. De Tuono van een van mijn reisgenoten, die een paar uur eerder nog heel Oosterhout gewekt had, wilde niet meer tot leven komen. Na het alarm en startonderbreker van deze motor, welke de oorzaak bleken te zijn, onklaar te hebben gemaakt kwam er weer leven in de motor. We konden weer verder met het laatste stuk saaie snelweg.
Enkele uren later verlieten we bij Ambérieu-en-Bugey de snelweg. We hadden er inmiddels een goede 850 kilometer opzitten. De weg van Ambérieu-en-Bugey naar Belley is normaal mijn afsnijroute op weg naar de wintersport. In deze tijd van het jaar was het er ook erg mooi rijden. In Belley gooiden we de tank voor het laatst vol zodat we vol genoeg zouden zitten voor het laatste stuk naar de camping.
Als toetje van de dag had ik nog een stukje Vercors opgenomen in de route. Echter hier was het toch weer begonnen met regenen. Hiervoor moesten we echter wel eerst door een saai stuk dwars door Voiron. Helaas, maar de klim omhoog over de Col des Écouges was weer geweldig mooi. Dit ondanks het feit dat dit smalle weggetje vol lag met gevallen stenen en andere zooi. Watervallen en vergezichten en op het eind de 500 meter lange in de rotsen gehouwen onverlichte tunnel. In de Vercors bleef het echter spetteren en was het redelijk bewolkt.
Eenmaal bij de Col de Rousset was het supermistig geworden. Het uitzicht na de tunnel beloofde echter heel veel goeds. Voor het eerst vandaag zag ik de zon echt schijnen in de Drôme! Na de 20 kilometer lange afdaling was het nog 35 kilometer naar de camping. Deze laatste weg is echt een knalweg. Van hier was duidelijk te zien dat de wolk in de Vercors bleef hangen en langzaam omlaag viel in het dal.
Eenmaal op Le Camping Moto werden we, zoals gebruikelijk daar, vriendelijk ontvangen met een koud biertje. De tentjes werden opgezet en het barhangen begon. Een gezellig avondje met de nodige biertjes. Het was weer heerlijk om voor het eerst dit jaar weer in mijn tentje te mogen slapen.
Vrijdag 11 mei 2018
Als er iets belangrijk is tijdens het kamperen dan is dat wel een goede bak koffie in de ochtend. De Bialetti werd op het vuur gezet en een par minuten later had ik een kokend heet heerlijk bakkie pleur. Nadat iedereen eindelijk gedoucht had aten we bij de bar van de camping een Franse uitsmijter. Oftewel, met stokbrood.
En van mijn favoriete wege is de weg omhoog de Mont Ventoux op. Deze zou open zijn dus werd deze vandaag op de planning gezet. In Die tankten we onze motoren eerst nog even vol bij de Agip en we van Saou, en Dieulefit reden we via wijn en lavendelvelden richting Malaucène.
De velden stonden nog een van allen in bloei in deze tijd van het jaar. De omgeving was er echter niet minder mooi op. Al snel moesten we stoppen om een laagje uit te trekken aangezien de temperaturen richting de 25 graden liepen.
In Malaucène was het lunchtijd. Voor mij een Pasta Carbonara en voor 2 van mijn reisgenoten een steak tartare. Tsja, als je niet gewend bent aan Frankrijk sta je toch een beetje vreemd te kijken als je een rauw stuk vlees op je bord krijgt.
Zoals te verwachten was, niet alles wat op internet staat is waar. De Ventoux was aan de leukste kant afgesloten. Wij lieten ons hier echter niet door tegen houden en besloten toch omhoog te rijden tot waar mogelijk. Het mooiste stuk was in ieder geval open. Bij Mont Serein was de slagboom omlaag en konden we niet verder. De koppeling van de RSV Mille van een van mijn reisgenoten functioneerde bijna niet meer en moest daar ter plekke even ontlucht worden.
We reden de berg weer af en tankten in Malaucène onze motoren weer vol. Via de weg die parallel aan de Ventoux loopt reden we zo weer naar de door mij gemaakte route toe. Ook deze weg was absoluut geen straf. Wat een knalweg en wat een bochten. We vervolgden via Montbrun-les-Bains via wegen die ikzelf ook nog niet eerder gereden had, of ik herkende ze niet omdat de vegetatie in deze tijd van het jaar toch weer anders in dan in hoogzomer.
Via de Defilé de Trente Pas reden we weer noordelijk om zo bij het toetje van de route uit te komen, de Col de Limouches. Een smal pasje wat uitzicht bied op de hoogste punt van Les Trois Becs, een berg die dwars door de Drôme loopt. Beneden aan de pas werden onze motoren in Saillans weer volgetankt om zo met een goede 300 kilometer op de klok verder weer op de camping aan te komen. ’s Avonds werd het weer van de komende dagen besproken. Zondag zou het echt pisweer worden dus we zouden moeten kijken naar een alternatief plan. DE biertjes vielen iets te hard voor mij en al vroeg lag ik in mijn bedje. Er was echter een besloten feestje in een feesttent op de camping waardoor ik maar niet in slaap kon komen. Rond de klok van 1 was het gelukkig stil en kon ik gaan slapen.
Zaterdag 12 mei 2018
Nadat we bij het ontbijt de weersvoorspellingen bekeken hadden bleek al snel dat we er verstandig aan zouden doen vandaag al weer richting het noorden te gaan rijden. Het zou zondag dermate pisweer worden dat dit qua af te leggen afstand een verloren dag zou worden. De tentjes werden ingepakt en de camping werd afgerekend. Bij het wegrijden van de camping sloegen we gelijk rechtsaf de Vercors in. We reden via de Combe Laval, Petit Goulets en Grand Goulets naar de Gorges de la Bourne. Dit was niet de originele route die ik in mijn GPS had gezet dus het was wat improviseren.
Ik wilde door de Chartreuse rijden echter mijn GPS stuurde me dwars door Grenoble heen. Wat een vreselijke ***stad is dit zeg. Gelukkig was de milieuzone waar we geen stickers voor hadden niet actief. Echter tientallen stoplichten achter elkaar welke allen op rood bleven staan werkten niet echt positief op mijn humeur. Toen we eindelijk deze stad uit waren was het al ruimschoots tijd om te lunchen in Le Sappey-en-Chartreuse. Een heerlijke hamburger vulde mijn maag goed en we konden weer verder.
De Chartreuse is ook altijd een genot om doorheen te rijden. Wat een mooie natuur hier! En wat lag daar in de berm… iets wits.. inderdaad, hier lag nog her en der wat sneeuw. Eenmaal uit de Chartreuse reden we via het Lac de Bourget noordelijk richting de Jura. Het stukje Frankrijk boven het Lac de Bourget bleek ook een erg mooi motorgebiedje te zijn. Leuke bochten en leuke wegen waar je lekker vlug door kunt rijden.
In de Jura was het tijd een hotel te gaan regelen. We besloten dat te gaan doen in Lons-le Saunnier. Bij de laatste tankstop belde ik met een daar gelegen hotel om een kamer te reserveren. Mijn GPS werd op de snelste route naar het hotel gezet, echter wel zonder Péage. Na slechts 10 van de resterende 90 kilometer gereden te hebben werden we al tegengehouden door een verkeersregelaar. Er was een rally aan de gang in de Jura en de weg was tot half 9 afgesloten. Ik besloot dus maar op goed geluk een andere kant op te rijden om de route heen. Na zo’n 10 kilometer gereden te hebben was het weer raak. Ook hier was de weg afgesloten. We reden dus maar een smaller weggetje in wat volgens mijn gevoel de juiste kant op zou gaan. Dit weggetje was slechts de eerste kilometer verhard en de resterende 5 kilometer waren van het kaliber waar Unimog’s en Enduro motoren op gebouwd zijn. We moesten verder dus na 5 kilometer keienpad konden we weer verder rijden…. Dachten we. Want ook nu was de weg weer afgesloten. Wederom voor diezelfde rally. Na even op de verkeersbegeleider ingepraat te hebben besloot hij toch maar een telefoontje te plegen. De Finish was al geweest dus de weg zou over 5 minuten weer open gaan. Dat scheelde voor ons toch al snel anderhalf uur wachten. Toen we eindelijk verder mochten zaten we op een zwaar vies besmeurde weg. Rubber, blubber en stenen lagen overal, dit achtergelaten door de rallyrijders. Echter we waren weer rijdende. Na nog een 45 minuten blazen over N wegen kwamen we eindelijk aan in Lons-le-Saunier, de stad van de lachende koe.
De motoren werden achter het hotel gezet en de bagage werd naar de kamer gesleept. Na even opgefrist te zijn aten we een Pizza op het terrasje in het stadje. 2 van mijn reisgenoten wilden gaan slapen en ikzelf en Basje (de overgebleven reisgenoot) wilden nog een drankje doen in het stadje. Echter alles was dicht. Na even zoeken op Google Maps bleek er nog een barretje te zijn in een achterafstraatje. Of dit open was wisten we niet maar het was het kijken waard. Dit bleek ook gelijk de populairste kroeg van het stadje te zijn. Een paar leuke biertjes op tap en Franse dames die zwaar beschonken, alleen in het frans, karaoke stonden te doen. Na een aantal biertjes was het ook voor ons tijd om naar bed te gaan.
Zondag 13 mei 2018
Het zeek van de regen toen we onze motoren aan het oppakken waren, echter het zou voorlopig niet droog worden. We besloten dus maar gewoon te gaan rijden. Ik haalde voor het eerst deze trip mijn regenoverall tevoorschijn. Al na 10 kilometer zag ik niets meer. Er was water in mijn helm gelopen dus moesten we stoppen om deze schoon en droog te maken van binnen. Dit scheelde al een hoop, echter leuk rijden was het niet. Bij de eerste tankstop besloten we al dat het geen doen was en dat we wel zouden zien hoe ver we zouden komen vandaag. Niet iedereen had namelijk zo’n heerlijke regenoverall. Eenmaal bij Vésoul waren er ook nog eens wegwerkzaamheden waardoor we de N weg niet op konden en het was zoeken geblazen hoe we nu op de weg naar het noorden konden komen. Een kilometer of 50 voor Epinal besloten we dat dit een mooi eindpunt voor de dag zou zijn. Tijdens een door de eigenaresse van het barretje bij elkaar geraapte lunch voor ons belde ik het Mercure Hotel in Epinal voor een kamer. Dit was een goede keus. Eenmaal in het hotel konden de motoren hier mooi droog staan è n er was TV op de kamer. Het was pas half 3 dus ik kon het grootste gedeelte van de Formule 1 race nog zien!
In een lokaal barretje dronken we enkele (speciaal)biertjes en in het naastgelegen restaurantje werkten we allen een heerlijke entrecote weg. In de hotelbar gingen er ook nog enkele biertjes in en we lagen behoorlijk op tijd op bed.
Maandag 14 mei 2018
Het hotel had een erg goed en uitgebreid ontbijtbuffet waar we dan ook goed gebruik van maakten. Met een goed gevulde maag en voldoende koffie in onze mik werden de motoren weer bepakt. In Noord Frankrijk zou het nog niet echt mooi weer zijn, echter in Luxemburg zou het wel weer mooi zijn.
Mijn regenpak ging niet aan maar bleef netjes in de tanktas. Ondanks dat het licht spetterde op de N weg naar het noorden bleef deze hier ook in. Een soort van fuck you naar de weergoden. Bij Nancy schoten we de snelweg op om deze te vervolgen tot Luxembourg. Hier volgden we de N weg weer tot Diekirch. Als toetje van de route reden we door naar Vianden om daar te lunchen bij Café du Pont..
De resterende route ging via de mooie weg naar Dasburg, de Vallee de la Lienne en zo weer binnendoor naar Luik. Behoorlijk bekend terrein maar wel leuk om mee af te sluiten. Bij Luik schoten we de snelweg op om zo door te rijden tot aan huis.
Ondanks dat het af en toe spetterde toch een geweldig mooie trip van zo'n 2600 kilometer gehad!
Om 4.30 begonnen de surrogaatvogeltjes uit mijn Philips Ambilight vrolijk te fluiten en ik sprong mijn bedje uit. Normaal ben ik op dit tijdstip mijn bed echt niet uit te krijgen maar het jaarlijkse motorweekendje stond voor de boeg. Wat ooit begon als een weekendje Dolomieten heeft de afgelopen jaren geresulteerd in uitstapjes naar diverse andere gebieden in Europa. De Dolomieten zijn altijd het eerste plan, echter het weer gooide daar nogal eens roet in het eten. Dit jaar was het niet anders. De meeste hoge alpenpassen waren nog gesloten en in de Alpen zou het echt pisweer zijn. We besloten dus voor een rondje Frankrijk te gaan. Hier was de kans op goed weer namelijk het hoogste.
Na snel gedoucht, en een bak Brinta weg gemetseld te hebben hees ik mezelf in mijn inmiddels 15 jaar oude leren motorpak en wandelde met mijn tanktas naar het huis van een van mijn reisgenoten. Hier had ik de avond ervoor mijn motor met bepakking al in de garage gezet. Vanaf het moment dat een van de andere reisgenoten zijn motor, op weg naar het verzamelpunt startte, hoorde ik ‘m al van kilometers ver aankomen. Half Oosterhout was wakker van de herrie maar wij konden op pad.
De eerste kilometers van de dag waren, eigenlijk tegen mijn principe in, snelwegkilometers. Na zo’n 180 kilometer was het tijd om te tanken. We zaten inmiddels op de meest boring weg van heel Europa. De weg tussen Brussel en Luxemburg. Dit was maar een snelle stop en we gingen snel weer verder om in Luxemburg de boel nog een keer vol te gooien. Bij het binnenrijden van Frankrijk begon het te regenen. Gelukkig had ik mijn pak de avond ervoor goed in het vet gezet en de meeste regen bleef wel buiten. Ik had geen zin om te stoppen om mijn regenoveral aan te trekken want in de verte leek het lichter te worden… althans dat leek het. Dit duurde nog vele kilometers en bij het oprijden van de Péage bij Toul was het eindelijk droog.
De korte stop voor een krentenbol bleek echter langer te duren. De Tuono van een van mijn reisgenoten, die een paar uur eerder nog heel Oosterhout gewekt had, wilde niet meer tot leven komen. Na het alarm en startonderbreker van deze motor, welke de oorzaak bleken te zijn, onklaar te hebben gemaakt kwam er weer leven in de motor. We konden weer verder met het laatste stuk saaie snelweg.
Enkele uren later verlieten we bij Ambérieu-en-Bugey de snelweg. We hadden er inmiddels een goede 850 kilometer opzitten. De weg van Ambérieu-en-Bugey naar Belley is normaal mijn afsnijroute op weg naar de wintersport. In deze tijd van het jaar was het er ook erg mooi rijden. In Belley gooiden we de tank voor het laatst vol zodat we vol genoeg zouden zitten voor het laatste stuk naar de camping.
Als toetje van de dag had ik nog een stukje Vercors opgenomen in de route. Echter hier was het toch weer begonnen met regenen. Hiervoor moesten we echter wel eerst door een saai stuk dwars door Voiron. Helaas, maar de klim omhoog over de Col des Écouges was weer geweldig mooi. Dit ondanks het feit dat dit smalle weggetje vol lag met gevallen stenen en andere zooi. Watervallen en vergezichten en op het eind de 500 meter lange in de rotsen gehouwen onverlichte tunnel. In de Vercors bleef het echter spetteren en was het redelijk bewolkt.
Eenmaal bij de Col de Rousset was het supermistig geworden. Het uitzicht na de tunnel beloofde echter heel veel goeds. Voor het eerst vandaag zag ik de zon echt schijnen in de Drôme! Na de 20 kilometer lange afdaling was het nog 35 kilometer naar de camping. Deze laatste weg is echt een knalweg. Van hier was duidelijk te zien dat de wolk in de Vercors bleef hangen en langzaam omlaag viel in het dal.
Eenmaal op Le Camping Moto werden we, zoals gebruikelijk daar, vriendelijk ontvangen met een koud biertje. De tentjes werden opgezet en het barhangen begon. Een gezellig avondje met de nodige biertjes. Het was weer heerlijk om voor het eerst dit jaar weer in mijn tentje te mogen slapen.
Vrijdag 11 mei 2018
Als er iets belangrijk is tijdens het kamperen dan is dat wel een goede bak koffie in de ochtend. De Bialetti werd op het vuur gezet en een par minuten later had ik een kokend heet heerlijk bakkie pleur. Nadat iedereen eindelijk gedoucht had aten we bij de bar van de camping een Franse uitsmijter. Oftewel, met stokbrood.
En van mijn favoriete wege is de weg omhoog de Mont Ventoux op. Deze zou open zijn dus werd deze vandaag op de planning gezet. In Die tankten we onze motoren eerst nog even vol bij de Agip en we van Saou, en Dieulefit reden we via wijn en lavendelvelden richting Malaucène.
De velden stonden nog een van allen in bloei in deze tijd van het jaar. De omgeving was er echter niet minder mooi op. Al snel moesten we stoppen om een laagje uit te trekken aangezien de temperaturen richting de 25 graden liepen.
In Malaucène was het lunchtijd. Voor mij een Pasta Carbonara en voor 2 van mijn reisgenoten een steak tartare. Tsja, als je niet gewend bent aan Frankrijk sta je toch een beetje vreemd te kijken als je een rauw stuk vlees op je bord krijgt.
Zoals te verwachten was, niet alles wat op internet staat is waar. De Ventoux was aan de leukste kant afgesloten. Wij lieten ons hier echter niet door tegen houden en besloten toch omhoog te rijden tot waar mogelijk. Het mooiste stuk was in ieder geval open. Bij Mont Serein was de slagboom omlaag en konden we niet verder. De koppeling van de RSV Mille van een van mijn reisgenoten functioneerde bijna niet meer en moest daar ter plekke even ontlucht worden.
We reden de berg weer af en tankten in Malaucène onze motoren weer vol. Via de weg die parallel aan de Ventoux loopt reden we zo weer naar de door mij gemaakte route toe. Ook deze weg was absoluut geen straf. Wat een knalweg en wat een bochten. We vervolgden via Montbrun-les-Bains via wegen die ikzelf ook nog niet eerder gereden had, of ik herkende ze niet omdat de vegetatie in deze tijd van het jaar toch weer anders in dan in hoogzomer.
Via de Defilé de Trente Pas reden we weer noordelijk om zo bij het toetje van de route uit te komen, de Col de Limouches. Een smal pasje wat uitzicht bied op de hoogste punt van Les Trois Becs, een berg die dwars door de Drôme loopt. Beneden aan de pas werden onze motoren in Saillans weer volgetankt om zo met een goede 300 kilometer op de klok verder weer op de camping aan te komen. ’s Avonds werd het weer van de komende dagen besproken. Zondag zou het echt pisweer worden dus we zouden moeten kijken naar een alternatief plan. DE biertjes vielen iets te hard voor mij en al vroeg lag ik in mijn bedje. Er was echter een besloten feestje in een feesttent op de camping waardoor ik maar niet in slaap kon komen. Rond de klok van 1 was het gelukkig stil en kon ik gaan slapen.
Zaterdag 12 mei 2018
Nadat we bij het ontbijt de weersvoorspellingen bekeken hadden bleek al snel dat we er verstandig aan zouden doen vandaag al weer richting het noorden te gaan rijden. Het zou zondag dermate pisweer worden dat dit qua af te leggen afstand een verloren dag zou worden. De tentjes werden ingepakt en de camping werd afgerekend. Bij het wegrijden van de camping sloegen we gelijk rechtsaf de Vercors in. We reden via de Combe Laval, Petit Goulets en Grand Goulets naar de Gorges de la Bourne. Dit was niet de originele route die ik in mijn GPS had gezet dus het was wat improviseren.
Ik wilde door de Chartreuse rijden echter mijn GPS stuurde me dwars door Grenoble heen. Wat een vreselijke ***stad is dit zeg. Gelukkig was de milieuzone waar we geen stickers voor hadden niet actief. Echter tientallen stoplichten achter elkaar welke allen op rood bleven staan werkten niet echt positief op mijn humeur. Toen we eindelijk deze stad uit waren was het al ruimschoots tijd om te lunchen in Le Sappey-en-Chartreuse. Een heerlijke hamburger vulde mijn maag goed en we konden weer verder.
De Chartreuse is ook altijd een genot om doorheen te rijden. Wat een mooie natuur hier! En wat lag daar in de berm… iets wits.. inderdaad, hier lag nog her en der wat sneeuw. Eenmaal uit de Chartreuse reden we via het Lac de Bourget noordelijk richting de Jura. Het stukje Frankrijk boven het Lac de Bourget bleek ook een erg mooi motorgebiedje te zijn. Leuke bochten en leuke wegen waar je lekker vlug door kunt rijden.
In de Jura was het tijd een hotel te gaan regelen. We besloten dat te gaan doen in Lons-le Saunnier. Bij de laatste tankstop belde ik met een daar gelegen hotel om een kamer te reserveren. Mijn GPS werd op de snelste route naar het hotel gezet, echter wel zonder Péage. Na slechts 10 van de resterende 90 kilometer gereden te hebben werden we al tegengehouden door een verkeersregelaar. Er was een rally aan de gang in de Jura en de weg was tot half 9 afgesloten. Ik besloot dus maar op goed geluk een andere kant op te rijden om de route heen. Na zo’n 10 kilometer gereden te hebben was het weer raak. Ook hier was de weg afgesloten. We reden dus maar een smaller weggetje in wat volgens mijn gevoel de juiste kant op zou gaan. Dit weggetje was slechts de eerste kilometer verhard en de resterende 5 kilometer waren van het kaliber waar Unimog’s en Enduro motoren op gebouwd zijn. We moesten verder dus na 5 kilometer keienpad konden we weer verder rijden…. Dachten we. Want ook nu was de weg weer afgesloten. Wederom voor diezelfde rally. Na even op de verkeersbegeleider ingepraat te hebben besloot hij toch maar een telefoontje te plegen. De Finish was al geweest dus de weg zou over 5 minuten weer open gaan. Dat scheelde voor ons toch al snel anderhalf uur wachten. Toen we eindelijk verder mochten zaten we op een zwaar vies besmeurde weg. Rubber, blubber en stenen lagen overal, dit achtergelaten door de rallyrijders. Echter we waren weer rijdende. Na nog een 45 minuten blazen over N wegen kwamen we eindelijk aan in Lons-le-Saunier, de stad van de lachende koe.
De motoren werden achter het hotel gezet en de bagage werd naar de kamer gesleept. Na even opgefrist te zijn aten we een Pizza op het terrasje in het stadje. 2 van mijn reisgenoten wilden gaan slapen en ikzelf en Basje (de overgebleven reisgenoot) wilden nog een drankje doen in het stadje. Echter alles was dicht. Na even zoeken op Google Maps bleek er nog een barretje te zijn in een achterafstraatje. Of dit open was wisten we niet maar het was het kijken waard. Dit bleek ook gelijk de populairste kroeg van het stadje te zijn. Een paar leuke biertjes op tap en Franse dames die zwaar beschonken, alleen in het frans, karaoke stonden te doen. Na een aantal biertjes was het ook voor ons tijd om naar bed te gaan.
Zondag 13 mei 2018
Het zeek van de regen toen we onze motoren aan het oppakken waren, echter het zou voorlopig niet droog worden. We besloten dus maar gewoon te gaan rijden. Ik haalde voor het eerst deze trip mijn regenoverall tevoorschijn. Al na 10 kilometer zag ik niets meer. Er was water in mijn helm gelopen dus moesten we stoppen om deze schoon en droog te maken van binnen. Dit scheelde al een hoop, echter leuk rijden was het niet. Bij de eerste tankstop besloten we al dat het geen doen was en dat we wel zouden zien hoe ver we zouden komen vandaag. Niet iedereen had namelijk zo’n heerlijke regenoverall. Eenmaal bij Vésoul waren er ook nog eens wegwerkzaamheden waardoor we de N weg niet op konden en het was zoeken geblazen hoe we nu op de weg naar het noorden konden komen. Een kilometer of 50 voor Epinal besloten we dat dit een mooi eindpunt voor de dag zou zijn. Tijdens een door de eigenaresse van het barretje bij elkaar geraapte lunch voor ons belde ik het Mercure Hotel in Epinal voor een kamer. Dit was een goede keus. Eenmaal in het hotel konden de motoren hier mooi droog staan è n er was TV op de kamer. Het was pas half 3 dus ik kon het grootste gedeelte van de Formule 1 race nog zien!
In een lokaal barretje dronken we enkele (speciaal)biertjes en in het naastgelegen restaurantje werkten we allen een heerlijke entrecote weg. In de hotelbar gingen er ook nog enkele biertjes in en we lagen behoorlijk op tijd op bed.
Maandag 14 mei 2018
Het hotel had een erg goed en uitgebreid ontbijtbuffet waar we dan ook goed gebruik van maakten. Met een goed gevulde maag en voldoende koffie in onze mik werden de motoren weer bepakt. In Noord Frankrijk zou het nog niet echt mooi weer zijn, echter in Luxemburg zou het wel weer mooi zijn.
Mijn regenpak ging niet aan maar bleef netjes in de tanktas. Ondanks dat het licht spetterde op de N weg naar het noorden bleef deze hier ook in. Een soort van fuck you naar de weergoden. Bij Nancy schoten we de snelweg op om deze te vervolgen tot Luxembourg. Hier volgden we de N weg weer tot Diekirch. Als toetje van de route reden we door naar Vianden om daar te lunchen bij Café du Pont..
De resterende route ging via de mooie weg naar Dasburg, de Vallee de la Lienne en zo weer binnendoor naar Luik. Behoorlijk bekend terrein maar wel leuk om mee af te sluiten. Bij Luik schoten we de snelweg op om zo door te rijden tot aan huis.
Ondanks dat het af en toe spetterde toch een geweldig mooie trip van zo'n 2600 kilometer gehad!