SvenSP
Die hard MF'er
- Onderwerp starter
- #26
Dag 2 - Vogezen
De roltas zit weer strak gespannen op de twee zijtassen die ik beiden had gescoord via het internet. Dit ritueel zal nog elke ochtend plaatsvinden zolang ik op doorreis ben. Langzaam begin ik te snappen waarom mensen een afzichtelijke topkoffer op hun motor zetten. Klik, klaar. Maar zo lang als het duurt om alles vast te snoeren, zo snel werkt het communicatieset van Cardo. Op de snelweg plug ik mijn MP3 in (je weet wel, zo’n ding uit het jaar kruik) en luister ik naar de aanwijzingen van de TomTom. Ik knal de snelweg op en neem mij voor om in Luxemburg te tanken. Het uitzicht op de snelweg is nog best okay en ik rij lekker door. Na een poosje tuffen begin ik steeds meer F in plaats van L op de kentekens te zien, de prijzen op de uithangborden van de pomp lijken ook meer op die van thuis. Raar, ik heb helemaal geen grensovergang gezien en zo klein is Luxemburg toch niet? Dus wel, ik zit al in Frankrijk en lang ook.
Lorraine (of Lotharingen) is een streek waar veel ijzer in de grond zit, van oudsher een industrieus en welvarend gebied met steden als Metz en Nancy. De ijzermijnen zijn nu dicht, door hogere veiligheidsstandaarden (en daarmee kosten) en lage ijzerprijzen is dat vergane glorie. Nu staat er nog een grote fabriek van Peugeot in Sochau. Ingeklemt tussen verschillende oude gebergtes is het een mooi gebied. Op de snelweg is het wat druk, ik kijk in de spiegel en zie een zwarte rookwolk naderen. Een peugeot 207, een prachtig exemplaar van Franse mobiliteit. De achterkant van zijn dieselauto is helemaal zwart van de roet. Hij heeft haast, als een octopus verdwijnt hij sputterend in een zwart rookgordijn. Kuch, kuch, laat hem maar even gaan. Ik ga van de snelweg af bij Saint-Dié-des-Vosges en al snel worden de heuvels stijler en de wegen bochtiger.
Het asfalt is goed, erg goed zelfs. Voordat ik echt geacclimatiseerd ben worden de bochten scherp en rij ik alleen af en toe op het middenstuk van de banden. Goed toeven hier! Mijn voorwiel grijpt plots in een diepe groef in de weg die gemaskeerd op de rand van de schaduw van de bomen lag. Het lijkt net of je stuur even overdwars heeft gestaan, maar geen tijd voor analyses, de bocht komt er hard aan en je hebt alle snelheid nog. Wijd blijven, je weet niet of de bocht gaat knellen, hard tegenstuur, helemaal plat en ver de bocht doorkijken. Er raakt iets de grond. Onbelangrijk, alles onder controle. Ik kom volgens de ideale lijn de bocht door. In de Eifel stopte ik nog wel eens na een ‘momentje’ maar het went. Wat is de kans dat nog zo’n groef voor de volgende bocht ligt en ik daar precies in rijd? Inderdaad, te klein om te stoppen. De bochten wisselen af, van aflopend naar heuvelop en van snel naar langzaam. De flow zit er goed in. Veel andere motorrijders op de baan vandaag, het is tenslotte weekend. De bomen verdwijnen en de heuveltoppen zijn kaal. Lijkt een beetje op de Isle of Man hier. Een man op leeftijd met een fluor hesje gebied mij te stoppen. Er is een wielerkoers bezig, of ik even wil wachten. De wielerroedel raast voorbij. Ik start mijn motor en trek mijn handschoenen aan, de startonderbreker is namelijk moeilijk te bedienen met handschoenen aan. Een oudere (vrouwelijke) toeschouwer stapt om mij af, en begint een tirade in het Frans. Ze verwacht wat bijstand van de andere aanwezigen maar die kijken wat schaapachtig om zich heen. Ik heb mijn oordoppen al lang in en biedt haar een plastic zakje met twee reserve oordoppen daarin aan. Ze wuift ze weg en ik stop ze terug in mijn zijtas. Twee viercilinders met open uitlaten komen op dat moment voorbij geknald en zorgen voor afleiding, Een mooi moment om er vandoor te gaan.
De weg slingert over heuveltoppen en ik geniet van het uitzicht. Het is veel steiler dan de Eifel en kwa bochten nog geconcentreerder. Een mekka voor motorrijders dus. Bij Gerardmer stop ik even om uit te blazen en wat rond te kijken. Het plaatsje ligt aan een meertje en probeert zich voor te doen als een Engelse badplaats. Decadent ten top, er is een versleten carouselmolen op de promenade waar ouders een foto kunnen maken van hun kind, op een houten paard. Er dobberen bootjes in de vorm van een zwaan wat verveeld rond op het meertje. Alle bankjes op de promenade zijn bezet. Daaromheen schuifelen mensen rond die wachten op hun beurt om te zitten. Er staat iemand op en ik plof neer. Mijn entourage zet ik naast mij neer en neem een zeer relaxte pose aan. Als ik zware shag rookte had ik er nu zeker een paar gedraaid. Alleen om de al geïrriteerde blikken wat bijval te geven. “Zoon, als je niet studeert kan je worden zoals die man op dat bankje daar.” Ik heb het eigenlijk niet naar mijn zin en pak mijn zooitje weer bij elkaar.
Ik rijd nog een paar hemelse kilometers en arriveer op mijn overnachtingsadres. Het is een oude boerderij met een paar kamers. Ze zijn net begonnen met het ontvangen van gasten. De zijstandaard van mijn motor kan ik gelukkig parkeren op een plankje dat ik had meegenomen van huis. Ik wordt zeer vriendelijk ontvangen en ze laat me mijn kamer zien. Ruim, schoon en goed. Ik doe het raam open en ik zie dit:
Uit mijn roltas haal ik mijn motorblaadjes en ga lekker in de tuin zitten, we eten pas om 8 uur. De schapenhond komt bij mij zitten en laat een bal voor mijn voeten vallen. Het is een lief beest en zit vol met energie, na zo’n 20 keer de bal te hebben gegooid is hij het nog lang niet beu, ik wel. De boer is bezig het net gemaaide gras om te draaien met zijn hooivork. Ze (boer en vrouw) komen oorspronkelijk uit de Alsace en spreken goed Duits. Ik vraag de boer naar de betekenis van de naam van hun boerderij: ‘La ferme du vieux sapin’. Hij legt uit dat het de boerderij van de oude dennenboom betekent en wijst mij de plek waar hij ooit stond. De vorige eigenaar was er met zijn trekker achteruit ingeparkeerd en dat was het einde van de boom. Hij heeft zo’n 75 schapen en nog een paar Schotse hooglanders in een veldje verderop. We kunnen aan tafel. Samen met de andere gasten zitten we aan een lange tafel. Er is een andere jongen die alleen is gekomen, hij had zich opgegeven voor een nachtelijke run in de Vogezen en spreekt uitstekend Engels. Er zijn ook nog een moeder en zoon die zijn gekomen om normaal te wandelen. Ze spreken alleen Frans en de jonge Fransman vertaalde voor mij. Met de eigenaren sprak ik ondertussen nog steeds Duits, het werd ingewikkeld. Er werd een aperitief geserveerd van een mix van rode wijn met een eigen brouwsel van aardbeien, bramen en kersen. Lekker, en sterk, na twee glazen voelde ik het al. We kregen worst en kaas van eigen schapen daarbij, ook erg lekker. Het is erg gezellig aan tafel en ik probeer steeds meer Frans te spreken. Het verdere diner dat volgde was geweldig. En dat voor een willekeurige booking via booking.com. Inclusief overnachting, diner, wijn en ontbijt voor nog geen 60,-. Dikke aanrader. Ik gaf een flinke fooi en bedankte hun vriendelijk voor het verblijf.
De roltas zit weer strak gespannen op de twee zijtassen die ik beiden had gescoord via het internet. Dit ritueel zal nog elke ochtend plaatsvinden zolang ik op doorreis ben. Langzaam begin ik te snappen waarom mensen een afzichtelijke topkoffer op hun motor zetten. Klik, klaar. Maar zo lang als het duurt om alles vast te snoeren, zo snel werkt het communicatieset van Cardo. Op de snelweg plug ik mijn MP3 in (je weet wel, zo’n ding uit het jaar kruik) en luister ik naar de aanwijzingen van de TomTom. Ik knal de snelweg op en neem mij voor om in Luxemburg te tanken. Het uitzicht op de snelweg is nog best okay en ik rij lekker door. Na een poosje tuffen begin ik steeds meer F in plaats van L op de kentekens te zien, de prijzen op de uithangborden van de pomp lijken ook meer op die van thuis. Raar, ik heb helemaal geen grensovergang gezien en zo klein is Luxemburg toch niet? Dus wel, ik zit al in Frankrijk en lang ook.
Lorraine (of Lotharingen) is een streek waar veel ijzer in de grond zit, van oudsher een industrieus en welvarend gebied met steden als Metz en Nancy. De ijzermijnen zijn nu dicht, door hogere veiligheidsstandaarden (en daarmee kosten) en lage ijzerprijzen is dat vergane glorie. Nu staat er nog een grote fabriek van Peugeot in Sochau. Ingeklemt tussen verschillende oude gebergtes is het een mooi gebied. Op de snelweg is het wat druk, ik kijk in de spiegel en zie een zwarte rookwolk naderen. Een peugeot 207, een prachtig exemplaar van Franse mobiliteit. De achterkant van zijn dieselauto is helemaal zwart van de roet. Hij heeft haast, als een octopus verdwijnt hij sputterend in een zwart rookgordijn. Kuch, kuch, laat hem maar even gaan. Ik ga van de snelweg af bij Saint-Dié-des-Vosges en al snel worden de heuvels stijler en de wegen bochtiger.
Het asfalt is goed, erg goed zelfs. Voordat ik echt geacclimatiseerd ben worden de bochten scherp en rij ik alleen af en toe op het middenstuk van de banden. Goed toeven hier! Mijn voorwiel grijpt plots in een diepe groef in de weg die gemaskeerd op de rand van de schaduw van de bomen lag. Het lijkt net of je stuur even overdwars heeft gestaan, maar geen tijd voor analyses, de bocht komt er hard aan en je hebt alle snelheid nog. Wijd blijven, je weet niet of de bocht gaat knellen, hard tegenstuur, helemaal plat en ver de bocht doorkijken. Er raakt iets de grond. Onbelangrijk, alles onder controle. Ik kom volgens de ideale lijn de bocht door. In de Eifel stopte ik nog wel eens na een ‘momentje’ maar het went. Wat is de kans dat nog zo’n groef voor de volgende bocht ligt en ik daar precies in rijd? Inderdaad, te klein om te stoppen. De bochten wisselen af, van aflopend naar heuvelop en van snel naar langzaam. De flow zit er goed in. Veel andere motorrijders op de baan vandaag, het is tenslotte weekend. De bomen verdwijnen en de heuveltoppen zijn kaal. Lijkt een beetje op de Isle of Man hier. Een man op leeftijd met een fluor hesje gebied mij te stoppen. Er is een wielerkoers bezig, of ik even wil wachten. De wielerroedel raast voorbij. Ik start mijn motor en trek mijn handschoenen aan, de startonderbreker is namelijk moeilijk te bedienen met handschoenen aan. Een oudere (vrouwelijke) toeschouwer stapt om mij af, en begint een tirade in het Frans. Ze verwacht wat bijstand van de andere aanwezigen maar die kijken wat schaapachtig om zich heen. Ik heb mijn oordoppen al lang in en biedt haar een plastic zakje met twee reserve oordoppen daarin aan. Ze wuift ze weg en ik stop ze terug in mijn zijtas. Twee viercilinders met open uitlaten komen op dat moment voorbij geknald en zorgen voor afleiding, Een mooi moment om er vandoor te gaan.
De weg slingert over heuveltoppen en ik geniet van het uitzicht. Het is veel steiler dan de Eifel en kwa bochten nog geconcentreerder. Een mekka voor motorrijders dus. Bij Gerardmer stop ik even om uit te blazen en wat rond te kijken. Het plaatsje ligt aan een meertje en probeert zich voor te doen als een Engelse badplaats. Decadent ten top, er is een versleten carouselmolen op de promenade waar ouders een foto kunnen maken van hun kind, op een houten paard. Er dobberen bootjes in de vorm van een zwaan wat verveeld rond op het meertje. Alle bankjes op de promenade zijn bezet. Daaromheen schuifelen mensen rond die wachten op hun beurt om te zitten. Er staat iemand op en ik plof neer. Mijn entourage zet ik naast mij neer en neem een zeer relaxte pose aan. Als ik zware shag rookte had ik er nu zeker een paar gedraaid. Alleen om de al geïrriteerde blikken wat bijval te geven. “Zoon, als je niet studeert kan je worden zoals die man op dat bankje daar.” Ik heb het eigenlijk niet naar mijn zin en pak mijn zooitje weer bij elkaar.
Ik rijd nog een paar hemelse kilometers en arriveer op mijn overnachtingsadres. Het is een oude boerderij met een paar kamers. Ze zijn net begonnen met het ontvangen van gasten. De zijstandaard van mijn motor kan ik gelukkig parkeren op een plankje dat ik had meegenomen van huis. Ik wordt zeer vriendelijk ontvangen en ze laat me mijn kamer zien. Ruim, schoon en goed. Ik doe het raam open en ik zie dit:
Uit mijn roltas haal ik mijn motorblaadjes en ga lekker in de tuin zitten, we eten pas om 8 uur. De schapenhond komt bij mij zitten en laat een bal voor mijn voeten vallen. Het is een lief beest en zit vol met energie, na zo’n 20 keer de bal te hebben gegooid is hij het nog lang niet beu, ik wel. De boer is bezig het net gemaaide gras om te draaien met zijn hooivork. Ze (boer en vrouw) komen oorspronkelijk uit de Alsace en spreken goed Duits. Ik vraag de boer naar de betekenis van de naam van hun boerderij: ‘La ferme du vieux sapin’. Hij legt uit dat het de boerderij van de oude dennenboom betekent en wijst mij de plek waar hij ooit stond. De vorige eigenaar was er met zijn trekker achteruit ingeparkeerd en dat was het einde van de boom. Hij heeft zo’n 75 schapen en nog een paar Schotse hooglanders in een veldje verderop. We kunnen aan tafel. Samen met de andere gasten zitten we aan een lange tafel. Er is een andere jongen die alleen is gekomen, hij had zich opgegeven voor een nachtelijke run in de Vogezen en spreekt uitstekend Engels. Er zijn ook nog een moeder en zoon die zijn gekomen om normaal te wandelen. Ze spreken alleen Frans en de jonge Fransman vertaalde voor mij. Met de eigenaren sprak ik ondertussen nog steeds Duits, het werd ingewikkeld. Er werd een aperitief geserveerd van een mix van rode wijn met een eigen brouwsel van aardbeien, bramen en kersen. Lekker, en sterk, na twee glazen voelde ik het al. We kregen worst en kaas van eigen schapen daarbij, ook erg lekker. Het is erg gezellig aan tafel en ik probeer steeds meer Frans te spreken. Het verdere diner dat volgde was geweldig. En dat voor een willekeurige booking via booking.com. Inclusief overnachting, diner, wijn en ontbijt voor nog geen 60,-. Dikke aanrader. Ik gaf een flinke fooi en bedankte hun vriendelijk voor het verblijf.
Laatst bewerkt: