Reisverslag: Scandinavië en de Noordkaap in Coronatijden

Ach we hebben de info van onze Noorse vrienden uit Alta vandaar dat ik dit weet, zij zeggen ook iedereen rijdt naar de Noordkaap,
die overigens maar gemiddeld 10 dagen helder is per jaar, maar de mooiste dingen die er zijn rijdt iedereen voor bij.
Dat is ook de fout die de meeste maken door alleen naar de Noordkaap te rijden, Noorwegen heeft zoveel meer te bieden.
Daarom geniet ik ook van jou verslag , ga zo door.
 
Op de terugweg van de Noordkaap regende het zo hard, zelfs een keer de schoot vol met natte sneeuw eerder op de dag met dank aan een steviig doorrijdende vrachtauto, en met eerder de bedoeling naar de Lofoten te gaan en met een weerbericht van nog eens drie dagen regen zijn we toen maa richting Kiruna gereden. Maar, Lofoten, ik kom nog een keer ! Goed verslag !!!
 
DEEL 13 : TROMSO – VESTERALEN - LOFOTEN
1612896672909.png


Wat valt er te vertellen over de weg naar de Vesteralen eilanden ? In Noord Finland was het een biljart laken, hier in Noord Noorwegen een oud verroest wasbord. Het lijkt Rusland wel, zoveel gaten en scheuren. Komt nog bij dat de herstellingswerken die aan de gang zijn, stilliggen: bouwvak. Vooral in de bochten is het oppassen: als er geen scheuren in het asfalt zijn, dan staat de weg bol. Iets te vaak krijg ik te maken met negatieve verkanting (Verkanting? De hellingsgraad van een bocht. Een bocht heeft normaal gesproken een positieve verkanting, en dat vinden motorrijders heel erg prettig: de middelpuntvliedende kracht drukt je a.h.w. op de weg, waardoor je wat sneller en schuiner de bocht door kan. Negatieve verkanting doet je uit de bocht glijden, waardoor je ook schuin gaat, plat schuin als je niet oppast. Met dank aan Wikipedia, ik kende het woord ook niet).

Toch geniet ik hier van. Ik apprecieer meer en meer de lagere snelheid die je hier moet aanhouden. En de Pan is wat dat betreft de ideale motor: het ding zijn werk laten doen en ondertussen het hoofd heen en weer en op en neer bewegen. Alles opzuigen wat er in beeld komt, de wolken die in de luchten geschilderd lijken en de heuvels die langs de kusten gezaaid liggen. Wat me ook zal bijblijven is het lange rechte stuk over een hoogvlakte en de besneeuwde bergtoppen die om de een of andere reden alleen maar in de verte zichtbaar blijven. Waarom ze niet dichterbij komen, is mij een raadsel. Net zoals een doel in het leven: je ziet het wel, werkt er naartoe, en ’t ligt altijd verderaf dan je denkt. Daar is dat Handboek Motoronderhoud weer.

1612896695884.png

1612896714352.png


Vesteralen bereik je via een lange brug over de Atlantische Oceaan, tenminste, een stukje daarvan. Die oceaan en de Golfstroom die er hoog overheen straalt, heeft een grote impact op het leven hier. Ik ruik iets, maar kan er nog even mijn vinger niet opleggen. Een onbekende geur die ik al een hele tijd niet waargenomen maar niet gemist heb. En dan komt het onaangekondigd en abrupt mijn neus binnengewaaid: koeienmest ! Opgelucht dat het niets gevaarlijk is, krijg ik de neiging eens diep te zuchten. De stadsmens in mij verhindert dat, het lijkt comfortabeler om deze vieze lucht even niet in te ademen. Ik hou dat niet lang vol.

Later lees ik dat door het mildere klimaat de Vesteralen en Lofoten eilanden de enige plekken boven de poolcirkel zijn waar aan landbouw gedaan wordt.

Ik volg de E10 richting Lofoten en cruise lekker verder, Ondanks de geur van het wilde buitenleven, ben ik een en al ontspanning. Bij Gullesfjord passeer ik een camping en ik besluit dat het tijd is om te stoppen. Het ziet er leuk uit, beetje cowboy stijl: blokhutten, vlaggen en een skiffle bandje dat live op het café terras speelt maken het beeld compleet.

1612896749695.png

Die vlaggen aan huizen en in tuinen is iets Scandinavisch (en Amerikaans) . Bij ons zie je dat toch niet, tenzij op momenten dat Nederland twee weken vóór de finale al wereldkampioen is en België uit zijn dak gaat over het winnen van de troostfinale. Verschil moet er zijn. In Scandinavië is een vlaggenmast in de tuin verplichte kost denk ik. En er moet ergens een onderscheid zijn tussen vlaggen en wimpels, een soort uitgerekte vlaggen, maar wie wat wanneer en hoe ophangt blijft een mysterie voor me. Ooit hing ik eens een Nederlandse vlag ondersteboven op een zeilboot. De Franse colère en verontwaardiging van een andere schipper verbaasde me, maar mijn zeilmaat wist me te vertellen hoe gevoelig dat op zee ligt. Toen ook geleerd dat de blauwe streep van de NL vlag zich onderaan bevindt: het is de kleur van water, en de zee hangt niet in de lucht. Logisch, daar heb ik wat aan. Welke van de drie kleuren van het Belgisch vaantje er tegen de vlaggenstok hangt, weet ik overigens nog steeds niet. Ik daag mijn landgenoten uit het zonder opzoeken te zeggen. Hoe zit het trouwens met de Duitse banier?

Misschien moet ik ook eens een vlag meenemen voor bij mijn tent. Alhoewel: zoveel kijkers lopen er hier ook niet rond. 😊

1612896877513.png



Ik besluit om de tent te laten staan en de volgende dag met de motor zonder bagage en topkoffer Vesteralen te verkennen. Ik voel onmiddellijk het verschil in gewicht, en ook de Rode Duivel voelt zich als een jong paard dat verlost is van zijn zadeltassen: hij dartelt door de bochten. De rit gaat naar Andenes, 140km naar het Noorden. Er is maar één weg die rond het Noordelijk eiland loopt. Je kan niet verloren rijden. In Andenes kan je walvissen zien. ’t Is te zeggen: je kan een boottocht boeken en dan hopen dat je walvissen tegenkomt. Het lijkt me zoiets als die boottochten op het Loch Ness, alleen is de kans dat je hier daadwerkelijk een monsterlijk groot beestje ziet, iets groter. Het “officiële” walvissen seizoen loopt van oktober tot januari. ’t Zal voor een andere keer zijn dan.

1612896900223.png


Ik rij verder. Het is moeilijk om de weg te beschrijven. Het is mooi zonder fantastisch te zijn, en toch ben ik onder de indruk. Ik rij voortdurend langs de kust met links of rechts, afhankelijk van de rijrichting, de heuvels. Bergen kan je het niet noemen, tenminste als hoogte een criterium is, en toch ligt er sneeuw op de toppen. Het is een en al rust. Val ik in herhaling?

1612896930366.png


Bij mijn terugkeer op de camping blijken er meer tenten te staan, ook van twee Nederlandse motards. Vader en zoon blijkt later. We hebben een prettig gesprek.

Ik zie ook hoe kinderen hun smartphones opladen bij een oplaadpunt. De stekkerdoos hangt net iets te hoog en er is geen plankje of zo om de telefoons op te leggen. Ze moeten er dus bij blijven, die dingen vallen voortduren naar beneden. Het is grappig genoeg om een foto van te maken, je ziet niet dat ze daar een kwartier zo gestaan hebben.

1612896973762.png


Later op de avond, ik wandel naar het camping restaurant waar het bandje opnieuw optreedt, zie ik dat de Walkuren hun eigen vlag aan het firmament gehangen hebben. FC LGBT supporters zo te zien.

1612897013679.png




Aan de ontbijttafel is het beregezellig met vader en zoon. Peter van Straaten is nooit veraf. Zij rijden naar huis, ik naar de Lofoten.

Er is wat meer te zien dan op Vesteralen, veel meer. Ik besef dat superlatieven al vaak voorgekomen zijn in dit reisverslag, maar dit slaat werkelijk alles. Vier dagen heb ik op de Lofoten doorgebracht, rondrijden, wandelen, genieten. En ik nam weinig, té weinig foto’s. Ik maak weer dankbaar gebruik van streetview, waar ik plekken opzocht waar ik was en daar dan een schermafdruk maakte. Hieronder een twee voorbeelden, oordeel zelf:

1612897071612.png

1612897109377.png


De camping bij Flakstad is groot, en alweer dankzij Covid19 , kalm. De sfeer is gemoedelijk met alle soorten kampeerders door mekaar: trekkers, fietsers, motards, campers en caravans. En ruimte !


De buren komen met de motor uit Oslo. Door de reisrestricties gaan Noren nu massaal in eigen land op vakantie, en ontdekken ze hoe mooi dat land is. Dat hoor ik vaker. Logisch, meestal trekken ze in de zomer naar het Zuiden, voor het weer, en de drank. Op dag twee zet een fietsend koppel naast mij de tent op. Hij Engelsman en 73 jaar jong, zij Noors en ook niet van de jongste. Ik herinner me dat ik ze voorbijstak in een van de tunnels. Respect, want die tunnels zijn niet alleen ijskoud, het is daar ook nog eens heel steil. Ze komen uit Bodø en rijden morgen verder. Het is een gezellige avond waarbij de fles Pastis verbroedert met een fles Jack Daniels. Beiden filosoferen later op de avond over de leegte in hun leven.

Rond middernacht ontvouwt zich een spektakel waar geen lichtshow tegenop kan en ik maak de mooiste foto van mijn reis, misschien wel mijn leven: zonsopgang om vijf na middernacht.

1612897149294.png
 

Bijlagen

  • 1612897087514.png
    1612897087514.png
    75,1 KB · Weergaven: 11
Ik krijg steeds meer zin om toch weer die kant op te gaan. Wordt dan het zuiden van Noorwegen. Ooit die richting op gegaan van uit Alta. Maar na 1 uur rijden begon het te regenen en 4 dagen later regende het nog steeds, het enige verschil was regen en nog meer regen dat met bakken uit de lucht kwam.De voorspelling was nog meer regen. We zijn toen maar terug naar Zweden gereden. Daar heb je zelden 2 dagen regen. Dit was zo'n zomer dat het in heel Europa slecht weer was.
 
Ik krijg steeds meer zin om toch weer die kant op te gaan. Wordt dan het zuiden van Noorwegen. Ooit die richting op gegaan van uit Alta. Maar na 1 uur rijden begon het te regenen en 4 dagen later regende het nog steeds, het enige verschil was regen en nog meer regen dat met bakken uit de lucht kwam.De voorspelling was nog meer regen. We zijn toen maar terug naar Zweden gereden. Daar heb je zelden 2 dagen regen. Dit was zo'n zomer dat het in heel Europa slecht weer was.
Dit komt me zo bekend voor, ik had precies dezelfde ervaring. !! Toch nog maar een keer heen en hopen op mooi weer !
 
Er was toen nog geen internet . Ik heb het dan ook over begin jaren 90. Nu gewoon kijken op buienradar om te kijken of het weer een beetje stabiel is en dan gaan. Is het weer niet goed dan richting het zuiden, de Pyreneeën moeten ok heel mooi zijn.
 
Er was toen nog geen internet . Ik heb het dan ook over begin jaren 90. Nu gewoon kijken op buienradar om te kijken of het weer een beetje stabiel is en dan gaan. Is het weer niet goed dan richting het zuiden, de Pyreneeën moeten ok heel mooi zijn.
Naar de Noordkaap was het prima, het was op de terugweg en er werd drie dagen regen voorspeld. Dan moet je wat. In Zweden leek het beter, maar tot Kiruna hoosbuien. Richting Mora werd het beter, dus toen maar gasgeven en naar huis.
 
En.... een eland heeft een totaal ander gewei dan een rendier. Veel voller. Zie foto's hieronder (links eland, rechts rendier).

Een mannetjeseland dan, een vrouwtje heeft geen gewei. Ik heb er één gezien bij de camping in Lundhogda. De foto is niet zo scherp, want ik moest flink inzoomen, ze was nog best een eind weg en ik had toen nog een camera zonder optische zoom.
1612947949665.png
 
Die camping in Gullesfjord heb ik volgens mij ook gestaan een paar jaar terug. Ik sla wel aan op de naam in ieder geval, en ze hebben daar vast geen 10 campings. Ik weet nog wel dat ik weinig anders heb gezien dan de binnenkant van de tent, regen, regen en nog eens regen.
 
De tenten stonden achteraan, vlakbij de rivier die daar achter langs liep. Rechts ervan is een speelvijver. Komt het terug? 8-)
 
Dat was hem inderdaad, moest even goed kijken want ik stond er alleen en voor mijn idee stonden er ook minder van die vaste caravans. Zal het fotoarchief er eens op naslaan.

Ik had hem vanwege de wind precies achter dat rode of gele huisje waar jij bij het oprijden van het veld achterlangs draait neergezet.
 
DEEL 14 : LOFOTEN – BOGNES- SULITJELMA - BODØ – SALTSTRAUMEN

1613075693869.png


De foto van de middernachtzon op de Lofoten heb ik naar het thuisfront gestuurd. Gisteren kreeg ik van de buurman zijn versie ervan: hij heeft op basis van de foto samen met zijn zoontje (3 jaar!) een impressie geschilderd. Ontroerend mooi, van Gogh zou het niet impressionistischer gebracht kunnen hebben. Dank u, Pieter en kleine Mandus!

1613075717453.png


De Lofoten waren top, mede dankzij de horden muggen die in groten getale afwezig bleven. Het grote voordeel van eilanden en de nabijheid van de zee: het zijn geen zoutliefhebbers. De natuur is indrukwekkend, maar na een paar dagen gaat het nogal wennen. Tijd om nieuwe horizonten te verkennen.

Op aanraden van mijn buurman, Jack de fietser, besluit ik om de ferry van Lødingen naar Bognes te nemen en van daar richting Fauske te tuffen. Bij de ferry was het aanschuiven: de vorige lag in panne en was er tussenuit gevallen. Er stonden vijf rijen auto’s aan te schuiven van mensen die gereserveerd hadden. Daarnaast nog twee rijen voor wie geen reservering had. Ik sta vooraan de tweede niet-gereserveerd-rij en raak aan de praat met twee Nederlandse motards die reserveerden en al twee uur staan te wachten. Zij doen zo’n georganiseerde rondreis en moeten nog op tijd bij het hotel zijn vanavond. Ik zie wel hoe het gaat, ’t zijn geen kleine bootjes.

Het laden van de net aangekomen ferry gaat vlotjes. Helaas voor de Nederlanders moeten ze wachten, er is plaats voor slechts één motor. Ik wordt gewenkt door de bootman. Het is sneu voor hen, een mazzeltje voor mij. Eenmaal uit de haven zie ik de volgende ferry al aan komen stomen. Ze zullen dus wel in hun hotelbed terecht kunnen vannacht. Tijdens de overtocht check ik VRT NWS op de smartphone, dat was alweer effe geleden.

1613075769813.png

Vreemd, want het aantal besmetting in Noorwegen is stukken lager dan in België. Wat zit daar nu achter? En waarom staat daar twee keer hetzelfde? Ik glimlach, ben nog lang niet van plan om naar huis te gaan.

De E6 loopt langs de kust en door mooie heuvellandschappen. Laat je niet misleiden door de naam E6. Het is geen E-snelweg zoals wij die kennen. Ook ik heb mij laten vangen aan die benamingen tijdens het plannen. Je denkt: ok, snelweg, dat schiet op. Niet dus, gemiddelde snelheid die je kan aanhouden: 60km/u, en dat heeft veel te maken met de dorpjes waar je doorheen komt. Die halen de snelheid er wel uit.

1613075804021.png


Rond 16u is het wel goed geweest. Ik passeer een mooi gelegen camping met restaurant en zoek een ruim plekje voor de tent. Dat is geen uitdaging, zo blijkt. Ik boek gelijk twee dagen, het is hier rustig en ik moet dringend mijn logboekje en filmpjes eens bijwerken. En ik mag hier vissen, misschien vang ik wel een hele grote vandaag. 😊

1613075850665.png


Vandaag eet ik voor het eerst in mijn leven walvis, nee, niet zelf gevangen. 😊 Ik verwacht mij aan een serieuze steak, de gebruikelijke bereidingswijze zoals ik vernomen had bij Jack Daniels. Die hing de meest lyrische verhalen op over de zoektocht naar en bereiding van walvissteaks. Het is het grootste zoogdier op Aarde, daar zit dus wel wat vlees aan zou je zeggen. Dat is er niet aan af te zien op mijn bord. Tegenvallertje.
1613075876511.png


De smaak: een beetje zoals lever met een toets van vis en een neus van visolie. En taai. De levertraansmaak uit mijn kindertijd komt bovendrijven. Snel terug duwen. Misschien, als ik nog eens in Noorwegen ben, dat ik dan echt op zoek ga naar een walvissteak voor de BBQ. Het is leuk om eens gegeten te hebben, en ik denk dat er inderdaad iets van te maken is, maar dit was het niet.


In de buurt van Sulitjelma bevindt zich een oude kopermijn. Wil ik zien, mijnen trekken mij aan, vraag niet waarom. De mijn ligt vlak bij de Zweedse grens, wat niet verwonderlijk is hier: iets noordelijker kwam ik voorbij het smalste punt van Noorwegens vasteland, daar was de afstand Grens-Zee iets van 20 km. “Zee” zijnde een diepe landinwaarts snijdende fjord, maar toch. Aan de Zweedse kant ligt een groot natuurpark, vandaar dat er geen doorgaande wegen zijn die hier de grens overgaan.

De Fv543 is een mooie motorweg, zowaar een verborgen pareltje. Je moet hem bovendien 2x moet afleggen: hij loopt dood in de bergen. Een groot stuk gaat langs een rivier die soms door een smalle kloof loopt, dan weer een brede stroom wordt. Ik stop vaker dan anders, gewoon om efkes te genieten van de omgeving. Er zijn ook twee wat langere, natte tunnels. Dat vind ik minder leuk, want mijn vizier beslaat weer en het is er donker.

De laatste 3 km wordt het gravel, maar nog goed te doen. Bij het bordje “Turistsenter” stop ik om wat rond te kijken. Het blijkt een caravanpark te zijn. In deze van God en klein Pierke verlaten omgeving en op het einde van een 60km lange doodlopende weg? Vreemd. De uitbaters -een jong gezin- zijn heel lieve mensen, die erg hun best doen om het me naar de zin te maken. De keuken gaat zo dicht, maar mevrouw wil voor mij nog wel een pizza in de oven steken. Daar zeg ik geen nee op. Iets later zit ik met een fris lokaal biertje te wachten op wat komen gaat. Het blijkt een pizza op een vers gemaakte pizzabodem te zijn met van alles erop, zoals dat de gewoonte is met een pizza. Dat het de restjes van de middag shift zijn, wordt me verteld. Geen probleem, het smaakt er zeker niet minder om. Ik bestel nog een koel biertje en ga wat uitbuiken op het terrasje. Het weer is heel stilletjes van koud en grijs naar zomers geëvolueerd. Het is minstens 25°C en ik zit zowaar te bakken in de zon. 😊

1613075910765.png


De keuken gaat dicht en ik krijg een leuke plek aan het water toegewezen, alweer. Maar ik zit het binnenland, dus zoet water, dus muggen. Erger nog: knöttn, mini steekvliegjes. Die steken niet maar eten je gewoon op en ze zijn met veel. Help ! Ik haal mijn hoofdmuskietennetje boven. Blij dat ik dat toch nog gekocht heb, hoewel het de eerste keer is dat ik het nodig heb. Dat, lange mouwen en dito broek houdt die beesten wel van mijn vel. Het helpt.

Ik ga op wandel, lang geleden dat ik door de bossen dwaalde en het wandelpad is goed aangegeven. Verderop is een visvijver en ik gooi mijn hengel uit. Nadat ik hem uit het water gevist heb, gooi ik het lijntje uit. Ik vang niets maar geniet van de mooie plek. Het is weer eens iets anders dan het zeewater en de open landschappen van de afgelopen weken. Vreemd genoeg geen muggen hier, allicht het beetje wind dat ze verjaagt.

Tijdens de wandeling kom ik voorbij een bouwwerf met enkele grote gebouwen. Het blijkt om een nieuw ski (lees langlauf) centrum te gaan. Dat is de nieuwe bron van inkomsten hier, na de sluiting van de kopermijn in 1991, die ik morgen ga bezoeken.

Ik dwaal nog wat rond over de camping en mijn oog valt op een tamelijk merkwaardig systeem dat ze hier gebruiken: een caravan gaat op een paar rij-platen met wieltjes en die duwen ze dan zijwaarts tegen een chalet. Dat is bij de meeste chalets hier het geval. Slim systeem en handige uitbreiding van je woonruimte op momenten dat de caravan hier voor langere tijd staat (tijdens het langlaufseizoen dus, verneem ik later).

1613075941589.png
1613075957915.png



Ik ben vroeg wakker en zit ook vroeg op de motor. Die vroege ochtendritjes hebben hun eigen sfeer, hun eigen licht ook. Ik doe dat te weinig en geniet er des te meer van. Het mijnmuseum zelf is dicht en buiten een gezin dat net in de auto stapt, is er geen ziel te bekennen. Ik loop wat rond tussen een hoop roest waarin ik een smeltoven en gietbak herken. Verder nog iets waarvan ik vermoed dat het een afgesloten mijningang is. Jammer, had dat wel aan de binnenkant willen bekijken. Zal iets voor later zijn.

Na een halfuurtje rondstruinen in de omgeving en de bodem afspeuren naar klompjes koper, spring ik weer op de motor. De Rode Duivel geniet zichtbaar van het parcours, zijn berijder geniet mee. We gaan naar Junkerdal, huisjes kijken.

1613076004155.png




Vlakbij Junkerdal ligt het Saltdal Folkmuseum, het Bokrijk c.q. Openluchtmuseum Arnhem van Noorwegen. Wie wat in de volkskunde en geschiedenis van hutjesbouw geïnteresseerd is, vind hier zijn gading. Omwille van corona zijn de gebouwen gesloten, dat is jammer. Meevallertje is dan weer dat ik daarom gratis het domein binnen mag lopen.

In de streek werd een speciaal soort marmer gewonnen waar nogal wat kinderarbeid aan te pas kwam. Iets met gaten boren waarin kinderen dan afdaalden om dingen voor te bereiden voor het zagen van de blokken. Of zoiets, pin me er niet op vast.

1613076033136.png
1613076052642.png



Er staan veel huisjes, allemaal aan de kleine kant. Zo klein dat ik me afvraag of hier ooit Noren in gewoond hebben, want die zijn allemaal groter dan ik. Dezelfde vraag kan je je ook stellen in Bokrijk natuurlijk. De mensheid zal in zijn geheel gegroeid zijn tijdens de afgelopen twee eeuwen,besluit ik. Je ziet hier ook waar de grasdaken, populair bij ons in de ecobouw, vandaan komen. Op naar Bodø !


1613076115749.png


Zonder waarschuwing schiet er plots een bonk door mijn hoofd: "ik wil naar huis, heb het zo zoetjesaan wel gehad". Ik stond op een parkeerplek bij een shoppingcenter, had net de motor uitgezet. Zonder af te stappen klap ik mijn vizier naar beneden, draai de sleutel weer om en rij door. Bye bye Bodø, ik heb je enkel vanop de motor gezien, en dat vind ik al meer dan genoeg.

12km verderop draai ik de grote Tverlandsbrua over de Saltfjord op en kijk ik al uit naar de volgende stop: Saltstraumen. Afgaande op wat ik erover las, een plek met blijkbaar een hoog Wow-gehalte. Op de grote camping vlakbij is het druk. De tentenplek is, zoals gewoonlijk, rustig.

Later op de avond wordt ik verrast door een oranje gloed van de middernachtelijke hemel. Een donkere wolk die achter de bergtop passeert creëert de illusie van een rokende hoogoven. Ik kijk er bewonderend naar en geniet ervan. Iets minder genietbaar is dat terug-naar-huis-beestje in mijn hoofd…

1613076142354.png
 
Voor de muskito's heb ik zo'n imkershoed gekocht. Dat zou moeten lukken hoop ik dan.

Wat je schrijft over dat je in Bodø uiteindelijk gewoon doorrijdt, dat lijkt niet onbekend.
Heb daar zelf ook wel last van na een week of 3. Lijkt wel of je het hoofd dan vol hebt.
Interessante plaatsen waar ze me nu voor wakker mogen maken, rijd ik dan achteloos aan voorbij.
 
Zonde, Bodo heeft wel een erg mooi vliegtuigmuseum, hoewel dat ivm Covid misschien gesloten was.

Dat gevoel herken ik deels wel, niet zo zeer dat ik naar huis wil maar wel dat ik er soms even klaar mee ben. Bij mij werkt het meestal wel om even goed na te denken wat je de komende dagen gaat doen, en dan zwakt het na verloop van tijd wel weer af.
 
Ik stel meestal een doel, daar moet ik dan heen, en als ik er geweest ben dan zwakt het wel wat af. Het laatste stuk naar huis is ook oninteressant , dus dan ik het wel een beetje gasgeven en door. Vanaf zuid zweden, gewoon door, vanaf Oslo idem, vanaf Parijs ook, en vanaf Zuid Duitsland en of Dresden ook. Dan lokt het huis en echtgenote wel, meestal na een dag of 10 .
 
De voorlaatste dag krijg ik altijd kriebels. Terug naar de stal gaat dan ineens heel belangrijk worden. Niet alleen op de motor trouwens, ook op zakelijke vliegreis, auto tripjes met thuisgenote(n) mee.
 
Voor-laatste dag wordt bij mij dan wel eens de laatste dag.
Dan ineens geen zin meer om nog een nacht extra te maken. Dat heb ik vooral bij slecht weer onderweg.
Gewoon doorrijden is dan het devies. Om 700 of 1000 of ...... km te rijden, dat maakt ook niets meer uit. Bak sterke koffie en gas!
Om 4 of 5 uur in de ochtend thuis te komen is no-problemo. Het bedje staat toch al klaar.
 
Dat is altijd een beetje het probleem. Waarom al je zooi nog een keer uitpakken en opzetten als je ook binnen een paar uur in je eigen bed kan liggen. Soms stel ik mezelf wel een limiet. bv Als ik voor 7 uur nog niet in België ben, zoek ik een camping. Maar dan rijd ik ook meestal gewoon door. Ach, je kan niet om 11 elf uur 's avonds op een camping aan komen, maar wel in je huis.
 
Terug
Bovenaan Onderaan