Octaangetal zegt iets over de mate waarin een brandstof ongecontroleerd verbrand / zelfontbrand. Des te hoger het octaangetal, des te later zelfontbranding. Bij verbrandingsmotoren waarbij de verbranding ingeleid moet worden, en dat zijn motoren die op benzine lopen en een bougie hebben, is zelfontbranding niet gewenst omdat door zelfontbranding te vroeg op meerdere plekken in de verbrandingskamer brandstof begint te ontbranden en hierdoor de temperatuur op een aantal plekken heel erg hoog oplopen (tot smelten van aluminium bij vooral de zuiger aan toe), plus dat de verbranding zelfs voor de gewenste voorontsteking (verbranding voordat de zuiger tijdens de compressieslag het bovenste dode punt heeft bereikt) al verbrand en daardoor tegen begint te werken -> rendementsverlies + minder vermogen.
Als verbranding van Euro 95 en Euro 98 gecontroleerd gebeurd dan is er geen verschil in de snelheid waarmee de brandstof verbrand: beide brandstoffen hebben dezelfde vlamfrontsnelheid (snelheid waarmee de verbranding vanaf bougie als vlam door de verbrandingskamer raast naar de uiterste hoekjes in de cilinder). Des te later het tijdstip van ontsteking is, des te langere weg het vlamfront af moet leggen om het brandstof-luchtmengsel volledig te verbranden -> des te minder vermogen. Omdat vlamfrontsnelheid een gegeven is, bestaat er zoiets als voorontsteking (ontsteking inleiden voordat de zuiger tijdens compressieslag het bovenste dode punt bereikt) omdat bij hoge toerentallen de zuiger sneller naar beneden beweegt heeft het vlamfront een grotere weg af te leggen -> renedementsverlies + minder vermogen. Dit wordt gecompenseerd door ontsteking te vervroegen: des te hoger het toerental van de motor des te vroeger ontsteken.
Zelfontbranding is van verschillende factoren afhankelijk: motor belasting (hogere motorbelasting, eerder risico op zelfontbranding door hogere temperaturen), koolafzettingen in de cilinderkop die warmteafvoer blokkeren en heet blijven, te vroeg inleiden van ontsteking.
Bij turbo-motoren worden de cilinders met druk gevuld, waardoor er meer volume beschikbaar is om te ontbranden. In de thermodynamica geldt dat druk (p) x volume (V) / temperatuur (T) constant is. Als er meer begindruk in dezelfde volume gevoerd wordt, dan betekent dit dat aan het eind van compressieslag de druk en temperatuur hoger is, en daarmee het risico op zelfontbranding (zie hierboven). Daardoor is er een relatie tussen turbodruk en de wens voor brandstoffen met een hoger octaangetal.
Bij dieselmotoren wordt de verbranding niet ingeleid, en werken dankzij zelfontbranding. Diesel heeft dan ook een laag octaangetal, maar dan wel een hoog cetaangetal (mate waarin een brandstof graag zelfontbrand).
Ik hoop dat het begrijpbaar is, maar dit is de theorie achter octaangetal, voorontsteking.