Odie
MF veteraan
Jaren geleden heb ik eens een artikel gelezen waar ze de ideale lijn helemaal berekend hadden. Het komt erop neer dat er geen eenduidig antwoord mogelijk is. Als je remt of accellereert in een bocht bereik je eerder de slipconditie en kun je dus minder plat dan wanneer je met constante snelheid rijdt.
Heb je een motor met relatief weinig motor vemogen, dan kun je het beste niet te veel afremmen voor de bocht, immers snelheid erbij maken kost veel tijd. Het gevolg is dat je een zo groot mogelijke ronde bocht zult moeten rijden met vrijwel constante snelheid.
Heb je veel motor vermogen, dan kun je het permitteren om de snelheid meer te laten varieren. Je komt dan in een iets rechtere lijn remmend op de binnenkant van de bocht aanrijden, met relatief lage snelheid ga je de bocht door, en de bocht uit gaat ook weer met een wat rechtere lijn accellererend.
Tekening 1 is dus meer de lijn van een hoogvermogen motor (hoewel ik het laatste deel dubieus vind) en tekening 3 komt meer overeen met een lichte motor.
Aangezien ik zwaardere motoren leuker vind stem ik dus 1
Dit kun je goed zien als je 125cc-klasse met MotoGP vergelijkt. 125cc rijden hele vloeiende lijnen om een zo hoog mogelijke bochtensnelheid aan te kunnen houden. Elke km/u harder de bocht uit is winst op het rechte stuk. In de MotoGP hebben ze zo veel vermogen dat ze 'hoekiger' kunnen rijden. Laat remmen, insturen, en zo snel mogelijk weer rechtop zetten om zoveel mogelijk vermogen op de weg te kunnen krijgen.
De basis voor de ideale lijn blijft natuurlijk wel hetzelfde; een bocht naar links vanaf rechts aansnijden en andersom. Bij een combinatie van bochten offer je over het algemeen de eerste bocht(en) op om de laatste zo hard mogelijk uit te komen. Dat is meestal de snelste lijn.