Girls only 2018: the wet feet edition

AdventureGirl

MF veteraan
7 jan 2005
21.702
1.079
Landelijk!
Hèhè. Eindelijk! De ergste drukte is weer voorbij. Was het niet dat ik de eerste paar maanden van het jaar ontzettend druk ben geweest met klant gerelateerd werk. Vervolgens heb ik het maar afgetopt door met mijn echtgenoot een kleine TT Camping te gaan runnen. En daar zijn wat meer uren in gaan zitten dan op voorhand verwacht. Maar alles bij elkaar genomen wat was het weer een ontzettend toffe ervaring. Geleefd voor tien in 1 week. En alle stress van het werk, verdwenen door een week buiten met je kop in de zon te lopen.

Dat heeft wel wat gebeten in het maken van een route voor dit jaar. Caro opperde, waarom pak je niet de route van vorig jaar en draai je die om? Oke.. kan. Toen kwam het volgende… er is een meet en greet in Zwitserland met allemaal motorrijdende dames. Dus eindigen in Zwitserland (als we er zin in hebben). De ervaring van vorig jaar was dat ook Caro het stuk in het Zuiden van Frankrijk echt leuk vond en daar nog wat meer van wou zien. Dus ik heb de vraag weer teruggelegd.. Gorges du Verdon.. was je daar al eens geweest? Jawel… heel lang geleden in een auto. Kortom.. dat is ook wel weer eens geinig. De laatste keer dat ik daar was is ook een jaar of 15 geleden oid.

Dat alles in acht dagen gaat niet lukken in combinatie met de route van vorig jaar. Something ’s gotta give. Vercors eruit. En in 1 streep recht naar beneden richting het begin van de Route des Grandes Alpes. Geen Jura. Absoluut leuk, maar eerlijk gezegd zijn we er twee jaar geleden al aan de kant gezet wegens een snelheidsovertreding. En daar, met dat wegdek en die bochten, daar rij je al snel hard door. Daarbij.. het is wel leuk, maar als ik moet kiezen tussen het Zuiden en de Jura.. dan opteer ik toch voor het zuiden. Dat zit voor ons nog net iets meer verrassing in.

Caroline geeft aan dat ze graag nog even naar de haven van Monaco wil. Oké.. ligt ook wel in de buurt. Zetten we de motor even neer bij het Place du Casino. Vorkje prikken aan zee vind ik ook wel erg leuk moet ik zeggen. Niet perse in Monaco maar misschien daar ergens in de buurt aan zee. Als het zo uitkomt he… anders maar niet. En als het heet is ben ik het liefst de stad weer uit. Want druk kan het daar absoluut zijn. Al valt het misschien mee zo in september.

We gaan dus in hoofdlijnen de Route de Grandes Alpes pakken. Extraatjes de Bonnette (omdat dit ook al weer wat tijd geleden is), de Moutiers, Gorges du Verdon, Col de Turini, wellicht de Tende en ergens weer naar boven. Nog maar bekijken. Vanavond maar even bellen hoe die terugreis er precies uit moet zien en wat onze ideeën daarbij zijn. Ik zal de pc maar aanslingeren of de kaart voor de neus uitvouwen.

Nog eentje om een ei over te leggen. Gaan we de eerste nacht naar Hotel col de Bussang? Mark en Ietske hebben het hotel in de verkoop staan en het zou zo maar kunnen zijn dat ze er volgend jaar niet meer zijn. Dus het is toch wel leuk om daar nog heen te gaan. Op de terugweg is het voornemen immers om over Zwitserland te gaan rijden. Tegen.. we zouden de eerste dag ook verder door kunnen rijden naar het Zuiden zodat we al dichter tegen het begin van de Route de Grandes Alpes zitten.

In de week voor vertrek hebben we contact met Motorhotel col de Bussang. Ze zitten vol dus dat maakt de beslissing eenvoudig. We nemen vervolgens contact op met onze motorkennis Priscilla uit Zwitserland. Ze heeft haar baan opgezegd en werkt nu bij een motorzaak in Zwitserland en is daar tevens tourguide geworden. Zij zit zaterdagavond met een groep in Oberharmersbach en wij polsen of we daar aan kunnen haken. Dat kan! Als is het best lastig om een kamer te vinden omdat hotel Bären zelf ramvol zit. Hoe kan het… zo’n klein dorp en gewoon vol uitverkocht zijn. In ieder geval kijken we er naar uit om Priscilla te spreken. Dit jaar voor het derde jaar op rij in het Schwarzwald.

Ik heb nog even wat ellende om de routes netjes in de navi te krijgen, maar Ronnie biedt een helpende hand. Na een avondje prutsen achter de laptop bij hem thuis, slinger ik vrijdag ochtend de pc thuis aan. De tracks van Caro converteer ik naar routes, en vervolgens laad ik de mikmak in de 595. Toch serieus tijd maken om die cursus basecamp maar een keer op te pakken. Afhankelijk zijn van, is niet fijn. De routes inladen duurt best lang, en ik hang de Zumo aan de 12V van Ronnie. Dat werkt... de accu van de Zumo laadt dan bij terwijl alle routes worden geladen!

 
Zaterdag, 15 september
Naar Oberharmersbach
Gastfhof zum Schwarzwalderhof
855 km
Netto rijtijd: geen idee meer… ergens gesneuveld in de download


Om zes uur sta ik op. Het is nog donker. Ik douche, trek de outfit voor deze week aan en koers naar beneden. Bakkie muesli, kop koffie, maar niet te veel. Ed heeft de motor naar buiten gerold en ik ben nog even bezig wat laatste spullen in te pakken. De bevroren koelelementen in het koelboxje. Bevroren bolletjes die we vergaten mee te nemen op de zomervakantie maar die mijn moeder bij ons in de vriezer heeft gegooid. Een flesje water. En klaar om te gaan.



Atlas en Ed zwaaien met uit, voor hun begint het mannenweekje. En ik rol om zeven uur de dam af richting de A28. Uit ervaring week ik inmiddels dat ik nog wel wat tijd af rij van de ETA die ik in de navi zie. Vooral op zaterdagochtend. Ik pruts met mijn Cardo G4 en vind een radio zender. Ook weet ik dat tussen Zwolle en Arnhem de verbinding slecht zal zijn. En dat is het nog steeds. Ik vertrek bij een beetje regen. Gelukkig is dat na Beilen ook verdwenen en is het mooi rustig nazomerweer. Eigenlijk gewoon perfect weer om te rijden.

Ik rol ruim op tijd bij het AC Venray naar binnen. Maar niet zo vroeg als normaal. Ik heb rustig aan gereden. Tijd genoeg. De tank gaat vol even later komt Caroline er ook al aan gereden. We nemen een bak koffie en kletsen even genoeglijk bij. Ik heb nog even een foto gemaakt van het verslag van vorig jaar… een kleine note to myself.. Hoe koppelen we de Sena en de Cardo. En daarvan heb ik een snapshot gemaakt. Voltreffer… in een keer raak.



We treffen nog een andere motorrijden uit het Noorden. Ook onderweg naar het Zuiden. En het is niet voor de eerste keer dat het gebeurd, maar we worden herkend. Zijn jullie niet…? Blijkbaar wordt zo’n verslag op een aantal fora beter gelezen dan ik ooit gedacht had.

Caroline heeft een cadeautje meegenomen. Een tasje met twee miniflesjes rode wijn en een kleine notebook met pen. A line a day.. travel diary. En die komt wel goed uit. Want in de koffer had ik al wel twee blanco A4-tjes gemikt met een pen, maar zo’n boekje is geinig! Die gaan we gebruiken. Die wijn… laten we onderweg maar even dicht.

We hebben voor vandaag een aardig eindje sturen voor de boeg en we hebben het aantal snelweg kilometers beperkt. Dat betekent dat we de 61 naar het Zuiden pakken. Halverwege dit jaar is de 61 ter hoogte van de bruinkoolgroeve (een werkelijk enorme krater in de aarde) afgesloten. Dit in verband met mogelijke toekomstige graafwerkzaamheden aan de andere kant van de snelweg. Ja, bruinkool, nog steeds. De snelweg is dus voor de komende 20 jaar (!) afgesloten. De omweg gaat niet helemaal lekker, we zijn aan de klets en letten niet op. Dus de oprit af, een oprit weer op en de neus de andere kant op en vervolgens de juiste weg pakken. Lekker bezig dames!

In het kader van ook de eerste dag leuke weggetjes pakken gaan we bij Boppard van de weg af.
Caro heeft voor vandaag de route in de navi staan. We beginnen met bochten, niet omdat het moet, maar omdat het kan. We rijden dus bij de Rijn naar boven, en weer naar beneden en dat herhalen we gewoon een paar keer. Niet dat het opschiet, maar leuk is het zeker wel. Ik kom veel bekende stukjes tegen. Twee jaar geleden was ik daar met mijn moeder en Atlas in de lunchbreak terwijl Ed met de motor met zijn maat weg was.



Bij Meisenheim gooien we de motor maar eens vol. Daar zouden we het deze dag op vol moeten houden. We maken meteen maar gebruik van het bankje dat er staat en slaan een colaatje achterover en eten beiden een paar broodjes uit de koelbox. Zo kunnen we er weer tegenaan. Het is inmiddels ook al half twee. Dus ook wel tijd voor een broodje.
We rijden door het wijngebied Nahetal en stoppen onderweg nog zodat we in ieder geval ook van de eerste dag toch foto’s hebben. De wijnoogst is in volle gang. Zowel blauw als wit hangt er aan de ranken. Het verschilt per perceel.







Vervolgens rijden we verder zuidelijk door de Pfalz. Kleine weggetjes wisselen zich af met iets meer doorgaande wegen. De afwisseling moet ook wel, want anders komen we nooit op een acceptabele tijd aan in het Schwarzwald.







Bij Neuburg am Rhein steken we rond vier uur met de pont de Rijn over. Er staat een flinke stroming in het water. De pont maakt zo’n beetje een 360. We zijn niet de enige motorrijders die met de pont meegaan. Wel leuk overigens. Even kort de helm af, even lopen.



Dan gaat het verder richting het Schwarzwald. We kijken nog eens in de navi hoe lang we nog onderweg gaan zin. Inmiddels is het zes uur en staan we bij Oppenau in de buurt. Het is niet ver meer. Maar even pauze hebben we wel nodig. Sinds de pont hebben we geen voetje meer aan de grond gehad, en in het kader van scherp blijven… jawel. Daarbij speelt ook nog dat we achter een vrij grote tragere groep aanrijden. En hoewel inhalen kan, kiezen we ervoor om dat maar achterwege te laten en gewoon even vijf minuten stil te staan.

Rond 18.20 zijn we bij Oberharmersbach bij hotel Bären. We melden ons bij de receptie en we krijgen te horen dat we elders in het dorp zijn ondergebracht. Inmiddels is Priscilla er ook en we begroeten elkaar. Leuk zeg! Vervolgens rijden we een paar honderd meter verder naar Gasthaus zum Schwarzwalderhof. Jawohl, met garage! Staat die motor dan toch nog weer beter als daar bij Bären.



De tas gaat mee naar boven. We frissen ons even op, leggen de intercoms aan de stekker en ik stop het appje relive. Dit is het eerste jaar dat ik het gebruik en ik ben benieuwd of dat leuk is. Het geeft in 3D de route weer die we gereden hebben. Tevens bestaat de mogelijkheid om er max 10 foto’s aan toe te voegen. Privacy? Gegevens? Hoe zit het daarmee? Altijd even over nadenken voordat je alles maar klakkeloos accepteert. Het is overigens Caro die het opmerkt en ik ben me daar weer even bewust van. Speelt trouwens ook op mijn werk wel. Ach, waar niet.







Iets na zevenen lopen we terug richting de club met Zwitsers die Priscilla mee op sleeptouw heeft. Het zou je werk maar zijn. Rijden is leuk, maar tien man in een slingertje achter je aan meenemen. Is het dan nog steeds leuk? Ze hebben vandaag een route van 380 kilometer gedaan. En dat… met een groepje! Lijkt mij niet leuk meer. Daarbij komt ook nog dat in Zwitserland 80 km/h ook echt 80 kmh is. Dus een heleboel van die lui zijn er niet aan gewend om met een wat hogere snelheid op een bocht aangereden te komen. Kortom.. Priscilla heeft een uitdaging zo te horen. De Zwitsers doen jammer genoeg hun naam eer aan. Contact maken is er amper bij. Ze zitten in hun eigen coconnetje. Ook prima. Caro en ik hebben het gezellig zat. Omdat het zo druk is, heeft het hotel vanavond een buffet-avond. En die is gewoonweg goed! Zelfs de doperwten zijn knackig en niet dood-gekookt. Verder is het wel lekker om gewoon wat links en rechts bij elkaar te sprokkelen. Het doet meer aan als snoepen.



We lopen tijdig terug naar onze eigen stek. We vragen nog even hoe laat Priscilla morgen gaat ontbijten. 7 uur. What the…? Dus dat wordt het wekkertje zetten om zes uur. Het moet niet gekker worden. Het lijkt anders wel werk.
 
Zondag, 16 september
Oberharmersbach - Albertville
Hotel ULVF Citadel de Gonflans
577 km
Netto rijtijd: keine blasse Ahnung

Morning! 6 uur gaat de wekker. Even douchen en aankleden. De spullen staan alvast klaar om in de koffers te leggen maar we gaan eerst even richting ontbijt. We zijn vroeg dus lopen rustig richting de andere locatie. Priscilla en haar clubje gaan strak om zeven uur ontbijten. We doen lekker mee. Kaiserbrödchen, koffie, sapje, scrambled eggs etc. Het valt er prima in. Als de club klaar is met ontbijten schuift Priscilla even bij ons aan. In 20 minuten zijn we weer helemaal bijgepraat. Veel meer tijd zit er voor haar niet in. Ze moet weer met het clubje richting de motorzaak in Zwitserland. Gelukkig hebben ze vandaag een iets kortere route. Wij mogen vandaag een stukje verder.





We betalen de rekening bij de receptie. Let op… we betalen samen 70 euro en dan komt er nog 2 x een tientje bij voor het avondeten. Ik zeg.. prima prijs. Wellicht de goedkoopste tent van de hele week als je het avondeten meerekent.

We halen bij ons hotel nog de spullen uit de kamer, leveren de sleutel in bij de Wirt en gaan op pad. Vandaag hebben we het laatste stukje snelweg voor de kiezen. Een saai stukje. Maar wel een stukje waar we met de kop bij moeten blijven. Jawel, Zwitserland. We zetten intercom even uit, omdat dat accu’s spaart. Die van Caroline gaat het snelst op. Meestal natuurlijk net als je het nodig hebt. Dus zo rond een uur of vijf.

Onderweg bij de pomp... ook leuk


De weg is een bekende. Basel, Bern, en dan richting Montreux en dan richting de Zuidkant van het meer van Genève. Het is toch wel opletten dat je de goede snelheid blijft houden. Soms 80km/h, soms 100 km/h en soms varieert dat 2 maal in 2 kilometer. Kortom, opletten. We stoppen onderweg even bij het uitzicht over Montreux. De horizon is enigszins heiig. We zijn er bijna aan toe om van de snelweg af te gaan.



Het is nu bijna half twaalf en daarmee komt het snelweg stuk ten einde. Wat fijn! Het is even wat prutsen naar het begin van de route. Het eerste punt staat op de weg naar Morzine. We krijgen direct hairpins, maar hebben nog enigszins last van het drukke verkeer. Omdat we weten dat het soms tijd kost om een leuke plek te vinden om te lunchen nemen we ons voor de eerste de beste leuke plek te pakken. En dat kost vandaag weinig tijd. We zien een alleraardigst restaurantje in Chatel aan het Lac des Vonnes.



Er is nog plek om lekker buiten op het terras te zitten en daar hebben we zin in. Het ziet er verzorgd uit. En de menu kaart? Top.. ik wordt op mijn wenken bediend. Ik had me voor deze trip al bedacht dat ik graag een salade met geitenkaas zou willen eten. En voila… staat op de kaart. Vink! Caroline gaat ook voor een salade maar dan voor een andere variant.

Naast ons komt een man zitten. Hij zit wat te stuntelen met de menukaart die louter in het Frans is opgesteld en we schieten te hulp. Het is Brian. Brian komt uit New York. Heeft een GS gehuurd en stopt ook voor de lunch. We schuiven bij hem aan tafel. Alleen eten is ook zo wat. Dit is gezelliger.



Brian heeft een IT- bedrijf in de USA en is voor zaken in Europa. We krijgen inhoudelijk mee wat hij doet en het is een interessant gesprek (bedrijf heeft Yext). Hij moet uiterlijk dinsdag terug zijn. Zijn vrouw is praktisch uitgerekend en heeft als enige opdracht de baby binnen te houden. Makkelijk gezegd.

Deze middag moet hij de motor terugbrengen, vliegen naar London en vervolgens gaat de route naar New York. Hij overweegt om voor een vriendenclub jaarlijks een rondrit in de Alpen te gaan organiseren. No wonder… die hebben wij he… prachtige pasjes. En hij zoekt nog iemand voor het rondgidsen van een groep vrienden in de Alpen en omgeving. Inclusief huurmotoren. We linken hem aan Priscilla. Die is geknipt voor het verhaal, kent de weg, heeft de beschikking over huurmotoren en qua accommodatie gaat dat allemaal wel lukken gezien het feit dat ze het hoger in het budget zoeken. En eigenlijk vind ik die houding wel jammer. Want zijn de kleine charmante overnachtingen niet de leukste?

Na de lunch stappen we weer op. We hebben ook wel lang genoeg gezeten. We rijden stevig door omdat we een lekkere bres willen slaan in alle kilometers die we nog voor de boeg hebben. Niet omdat het moet, maar omdat we er zin in hebben.









Om een uur of half vijf stoppen we nog even in Flumet waar we net de brug over de Arly zijn overgestoken. Het plaatsje plakt tegen de helling boven de rivier. Aan de andere kant van de brug is de stadspoort te zien. Het wordt straks zo’n beetje tijd om een hotel te gaan zoeken. We besluiten dat we toch in Albertville gaan overnachten. In ieder geval mijden we de shoarmatent in Ugine waar we een paar jaar geleden terecht waren gekomen. Prima tent op zich, maar wel voelden ons niet geheel comfortabel bij de gasten die daar rondliepen (en waarschijnlijk al uren op de bar leunden). We vinden iets grappigs in de booking.com app. Buiten Albertville ligt de Citadel de Gonflans. En daar is een hotel te vinden. Alleen de ommuurde weg daarheen is al een groot charmeoffensief. We zetten de motoren even beneden onder aan de trap neer, en ik stap dapper omhoog op zoek naar het hotel binnen de muren. Die loop ik eerst straal voorbij maar ik vraag de weg en vind de deur alsnog. De toegangsdeur is super modern en strak vormgegeven, geheel in contrast met de rest van de omgeving. Er is plek! Mooi. De motoren kunnen we omhoog rijden (we passen immers langs de paal die omhoog gaat als je er langs rijdt) en we kunnen achter de enorme houten deuren het binnenterrein oprijden. Zo staan we ook nog eens mooi veilig.









We laden de spullen af en lopen twee trappen op naar boven. Het gebouw doet aan als een oude kostschool of klooster (maar daarvoor te modern). De kamers zijn vernieuwd en we stappen een heldere Ikea wereld in. De ramen zetten we open om de boel lekker te luchten. Ik bel naar huis en praat even bij met het thuisfront. Met mijn zoon heb ik het over zijn minigolf activiteiten met opa en oma. Hij heeft het erg leuk gehad. Ed heeft vandaag een motorrit gehad van het “NZMR” clubje. Lui komen altijd uit het hele land. Mooie groep.

Tegen een uur of zes staan we opgefrist buiten. Caro met haar slippers aan, ik op gympen. Ik heb maar een paar schoenen bij me. Het is wel even leuk om in de warmte van de avond de omgeving te verkennen. Het is wonderlijk dat je in stilte op de muur van de citadel afloopt maar op het moment dat je iets over de muur kijkt het lawaai van de stad je tegemoet komt. En passant zoekt Caroline nog naar een onmogelijke geo-cache. Lastig, hij kan ook veel lager liggen, of veel hoger. Dat heb je met steile hellingen. Er is een mooie binnentuin met bankjes. Aardig wat jeugd hangt op de muur die over Albertville uitkijkt. Er hangen zelfs druiven aan de ranken die her en der over het pad hangen.











Dan hebben we toch wel zin in een glas wijn en wandelen richting het mooie oude pleintje. We kunnen kiezen uit Grieks, een Bistro, een ijssalon en nog wat restaurantjes. We kiezen voor Restaurant Fragrant Delice. Mooie naam. Niet druk, maar we zijn voor Franse begrippen gewoonweg vroeg. Terwijl we de menukaart bekijken bestellen we een karaf Rosé. Dat drinkt wel lekker weg terwijl we in de warmte van de avond op het terras hangen. Als voorafje hebben we een salade. Eerlijk gezegd weet ik helemaal niet meer wat ik daarna heb gegeten. Doet er voor het verhaal ook niet toe. We hebben de avond gezellig keuvelend op het terras doorgebracht.





Vervolgens, weer terug naar het hotel want… morgen gaan we weer verder!
 
Beter laat dan nooit m.b.t dat je achter loopt hoor.
Ook handig dat MF nu nieuwe software heeft, gaat het voor jou ook vast een stuk sneller allemaal.
Mooi begin alvast en leuke mooie foto's :t}:O
 
Maandag, 17 september
Albertville - Jausiers
Villa Morelia
371 km
Netto rijtijd: 6:45 uur


Onderstaand het linkje naar de relive van de route die we gereden hebben. Ik krijg dat ding nog niet lekker ge-embed, maar goed.. het is denk ik wel te zien als je het linkje aanklikt... leuke app trouwens.

Relive 'Girls only Day 3'






Monday, Monday.. Het is mooi weer. Het is ochtend, en het is rustig in de Citadel. Het licht glijdt over de bergtoppen en raakt de bergtoppen aan de andere kant van het dal. Het zal niet lang duren voor het hele dal in de zon ligt. Ik begin de dag even met rug-oefeningen. Die klonten die er nog in de spieren zitten worden al wel wat zachter, maar het zou leuk zijn als de fysio zegt… goed gedaan! Bureau hangen is nu eenmaal niet bevorderlijk voor de rug. Motorrijden daarentegen gaat prima. Geen centje pijn! Deadliften deed ik nog maar zeer ligt en spinning heb ik sinds de vakantie maar even achterwege gelaten. No risk, motorritje moet doorgaan. Iets met prioriteiten zeg maar..

Het ontbijt is gewoon niet goed. Het ruikt er absoluut heerlijk naar versgebakken brood. Dat wel. Maar, de eitjes blijven drijven in het water, en dat is niet goed. Daarbij is de jus d’orange ook op. En beide dingen hadden ze kunnen voorkomen. Dus wat mij betreft onder de maat. We betalen na het ontbijt de rekening en gaan richting de motor. Alles erop en eraan. De relive app start ik en we gaan op pad op deze zonnige ochtend.





We rijden eerst een klein stukje over de doorgaande weg richting la Bathie. Langs de weg ligt de motorzaak waar we ooit een achterband hebben gehaald. We weten het nu wel feilloos te vinden.



De eerste pas voor vandaag is de Col de la Madeleine. Bij Pussy omhoog. Jaja, de foto laten we dit jaar maar achterwege. Die hebben we al. De aanloop naar de Madeleine is een lange. Ik heb het niet in de route verwerkt, maar we weten dat we onverhard door kunnen gaan en uit moeten komen via de col de Chaussy bij de Lacets de Montvernier. We zien de oprit naar het pad liggen en gaan verder op het mooie pad en slingeren onder de skiliften door.









De weg terug is toch net weer anders dan heen. Bij een splitsing gokken we er wat op en dat levert op dat we toch op een ander onverhard pad komen dan voorgaand jaar. Gelukkig blijft het bij een enkel stukje dat wat lastiger is qua helling en rotzooi. We nemen natuurlijk wel de tijd om af en toe een fotootje te maken. We komen ergens op een onbekende plek weer bij een weg uit en zien in de display van de navi de route in beeld komen. Mooi! Dan rijden we richting de Lacets. Maar niet helemaal. Caroline heeft een extra route gemaakt.







Het heet Nutteloos Achie Bochies. En dat is precies wat het is. Het bestaat onder andere uit de D80 bij Villargrondran. Dat stuk hebben we al eens deels gereden, maar toen lag er zo’n dik tapijt met gravillons dat we geen trek hadden die 30 pins te rijden zonder dat het ergens toe leidde.





Nu ligt het er prima bij en rijden we het nutteloze extraatje met veel plezier.
In totaal is het een rondje van 80 km. Maar dat doe je dus niet in een uur he… Kan je rustig vergeten. We doen er geen twee uur over. En het is een lekker rondje! De route eindigt bij de Lacets de Montvernier die we naar boven en naar beneden rijden. Want… de originele route loopt weer naar beneden! Vink.. ook die dingen een keer naar boven gereden.









We vervolgen de route en rond 1 uur zijn we bij Valloire. Dit jaar staat daar een grote verzameling van objecten van stro. En er staan echt hele mooie dingen tussen. We rijden met de motor tussen de objecten door. Zal wel niet geheel de bedoeling zijn, maar ruimte genoeg. Al kijkt dat stel dat luncht bij een bankje enigszins kritisch. Voor ons wordt het ook weer tijd om te eten. We hebben onderweg bij de supermarkt brood, kaas, vleeswaren en een pak jus d’orange gekocht en die maken we buit op een mooie plek.







Doorslaggevend in deze is temperatuur en uitzicht. En dat vinden we boven op de Galibier. Prachtig! We zitten beschut, hebben het zicht niet op de motoren maar zo heel ver zitten we er ook niet vanaf. Fietsers horen we niet, maar gemotoriseerd verkeer wel. We smeren broodjes, kijken naar de bergen om ons heen, zien overal kleine paadjes, soms wat schapen en kleine hutjes. Mooie wereld zo in die herfstkleuren. Na een half uurtje pauzeren stappen we weer op.









Bij Briancon weten we inmiddels uit ons hoofd waar de benzinepomp is waar je je motor af kan spuiten, we weten de supermarkt te liggen en de weg naar de Izoard. Het moet niet gekker worden. We komen nu voor de eerste keer over de Izoard. Het is inmiddels kwart over drie en we hebben wel even wat tijd om foto’s te maken. Dat Casse Desèrte stukje… dat is toch wel erg bijzonder.









Nog ene laatste col voor deze dag. De col de Vars. Deze keer maken we geen foto’s meer maar rijden we wat meer op ons doel af. Dit vind ik ook geloof ik de minste interessante van allemaal. Het begint ook langzamerhand tijd te worden om weer een plek om te overnachten te vinden. De lucht is een klein beetje betrokken. Het is drukkend warm. We zitten nu bij Jausiers.



In de booking app zoeken we naar een hotel. We rijden naar een soort wintersport hotel dat 15 kilometer verderop ligt. Maar als we daar eenmaal aankomen ziet het er allemaal verlaten uit. In ieder geval niet leuk genoeg om naar binnen te lopen. We zien een alternatief in Jausiers. Een of andere residentie. We rijden erheen en het blijkt een wit kasteelachtig ding te zijn. Er is nog een zes persoons studio, maar we worden niet geaccepteerd. Oké… dan niet. Omdat het gesprek wat raar verloopt, dring ik ook maar niet aan. Liever niet zelfs. Dan toch maar voor de derde optie. Villa Morelia in Jausiers. Slightly over budget, maar drie maal is scheepsrecht. En… een schot in de roos.



We rijden het hek binnen en parkeren de motor onder de grote boom. We zijn lang niet de enige motorrijders. We lopen naar het bijgebouw waar de receptie is. Een alleraardigste vrouw biedt ons een kamer op de eerste verdieping aan. Met de lift brengt ze ons er heen. Een woord… Wow! Keurig tot in de details, zonder te veel opsmuk. We nemen de kamer, lopen terug naar de motor en halen de bagage op. Motorbroeken, laarzen en shirts hangen te luchten op het balkon. Ik schenk een van de miniflesjes wijn die Caroline had gegeven in de twee glazen. Tempo omlaag. Rustig aan.



We schieten in badpak en bikini. Super dikke badjas aan, slippertjes aan en we wandelen naar het zwembad en de jacuzzi. De ober die ik zie lopen schiet ik even aan. Of het misschien ook mogelijk is om in de jacuzzi twee glazen Sauvignon Blanc geserveerd te krijgen. En zo zitten we heerlijk te badderen in de jacuzzi met een goed glas witte wijn in de hand. Ik zwem nog een paar baantjes en we genieten. Als we weer teruglopen naar de kamer vraag ik toch nog even aan Caroline of ze een foto van me maakt… met wijnglazen, badjas en slippers… een Patsy picture (French en Saunders).
Ik bel nog even met het thuisfront. Alles loopt daar gewoon door. School, werk etc. Het is altijd leuk om even met Ed en Atlas te praten. Het hoort bij mijn dag.

’s Avonds besluiten we te eten in het restaurant bij de Villa. Tikkeltje too much, maar we nemen het er maar van. De wijnkaart is wel een momentje slikken. Flessen vanaf veel tot nog meer. We opteren om allebei dan gewoon een glas wijn te bestellen die we ook in de jacuzzi hadden. Die was lekker en kost maar € 11 euro per glas (komen we nu achter). Twee mensen schuiven aan bij het tafeltje naast ons. Binnen drie minuten nadat de kaart is opengeslagen sneaken ze het restaurant uit. Ik neem dat dat daar wel vaker voorkomt. We kiezen voor het drie-gangen menu. Allereerst krijgen we nog een kleine amuse… en kwarteleitje op een groen bedje.. Ja.. ik kan niet anders zeggen, maar het ziet er wel ontzettend goed uit!







Ik zondig .. en dat doe ik misschien een keer per jaar, maar mijn voorgerecht is een stukje Foie Gras. Ik hou daarvan maar beperk mijn consumptie daarvan tot incidenteel. Kortom, ik zit te snoepen. Caroline eet een voorgerechtje met vis. Ook al zo mooi! Het hoofdgerecht hebben we allebei hetzelfde. Een biefstuk in een mooie korst met champignons. En aardappelpuree die je haast uberchique zou moeten beschrijven al een mousseline du pommes de terre. Genoeg!



Last but not least… onze gezamelijke not very guilty pleasure… een mooie kaasplank! Als het ding de zaal wordt binnengerold heb ik een grijns… ik had hem al zien staan toen we binnenkwamen. Yep baby…. Laat maar komen! We kiezen wat verschillende dingen uit en krijgen het op een bordje geserveerd. En ondanks het feit dat we “maar” een driegangenmenu hebben gekozen zit ik gewoon echt ramvol! Tijd om naar bed te gaan.



Ik laat me in het zachte bed ploffen en denk nog even dat het matras misschien voor mijn rug wel te zacht is. Veel tijd om daarover na te denken heb ik ook niet. Ik ben al naar dromenland vertrokken.
 
Dinsdag, 18 september
Jausiers - Castellane
Les Canyons du Verdon
315 km
Netto rijtijd: 6:00 uur


Relive 'Girls only Day 4'

Nadat de wekker gaat trek ik het gordijn open. Wat voor weer krijgen we vandaag? Het zat gisterenavond redelijk dicht maar zette niet door na wat gerommel in de lucht en een paar spetters water. Wel zo dreigend dat we de kleding toch naar binnen haalden.

Het ziet er nu prima uit. Koud, zoals het er in de bergen uit kan zien voordat de zon het licht over de bergen laat schijnen. De bewolking die er gisteren hing is nu grotendeels vertrokken. Het beloofd prima weer te gaan worden. We pakken de spullen alvast op de motor. Helm en jas komt later allemaal wel. Het ontbijt in de villa is prima. Van alles valt er te kiezen. Maar toch gaan we voor ons eigen routine met een normaal ontbijt. Meer dan meer hoeft niet. Helemaal geen zin in trouwens. Eitje, broodje, vleeswaren, kaas, broodje, croissantje, Caro heeft een yoghurtje. En natuurlijk een goede bak koffie.



De kopjes zijn leuk. Ik maak er nog een fotootje van zodat ik ze terug kan vinden. Ze blijken overigens niet meer te koop te zijn. Wel mooi.
We betalen de rekening en gaan op pad. We weten waar de route loopt maar ik stel voor even naar het begin van de Parpaillon te rijden. Niet dat die pas op de planning staat, maar puur vanuit nieuwsgierigheid. Dat doen we. Maar als het onverharde pad wat teveel scherpe steentjes krijgt draaien we om. Dit is niet het doel deze keer. Laat die brug maar zitten. We hebben een ander doel. Ik maak nog wel even een fotootje voor het “raad waar” topic.









We rijden vervolgens richting de Col de la Bonette. Het is een mooie klim omhoog. Steeds blijven we kijken.



















Waar zijn die huisjes ook al weer die er staan? Pas nadat we het cirkeltje om de top hebben gereden zien we ze staan. Er is een renovatieslag gaande. Zo worden ze behouden voor de toekomst. De zijkanten van de berg zijn absoluut prachtig … mooi zwart, je kijkt ver de diepte in. En in de verte zie je de wit besneeuwde toppen liggen. Toch is het niet zo dat het hoogst daarom mooier is. Niet voor mij in ieder geval. Boven de boomgrens vind ik het prachtig. Maar het hoeft van mij niet kaal te worden.

We gaan iets verder naar beneden en zoeken dan naar de Col de Moutiers. Die we willen afrijden naar beneden. Maar dat gaat niet helemaal goed.




Het punt staat ergens verkeerd in de kaart. Ik loop de eerste 50 meter nog van het pad om te bekijken of het wil en dat ziet er prima uit. Dus ik zeg tegen Caro. Prima… gaan we doen en we slaan links af. En echt nog geen 200 meter verder wordt het gewoon ruk en de rest ziet er nog rukker uit. Shit shit shit shit!! Ik realiseer me ook dat het nu of nooit is en zet de motor stil. Dit gaat hem niet worden. Ik sta natuurlijk ook ruk… zal je altijd zien. Neus naar beneden. En net lullig.





We overleggen maar we gaan hoe dan ook omkeren omdat het stuk dat verder naar beneden leidt, de foute weg is en daarbij er gewoonweg slecht uitziet. Wellicht leuk te doen met een onbeladen GS maar niet met een vol-bepakte Adventure. Met behulp van Caroline rol ik nog een aantal meters vooruit zodat we de mogelijkheid hebben heen en weer te steken. Ik kan plat met mijn voeten bij de grond, maar ook niet meer dan dat. En als ik moet manoeuvreren, moet ik kracht zetten vanaf mijn tenen. Dat maakt het wankel. We steken wel dertig keer, maar dan sta ik toch met de neus de andere kant op en kan ik op gas de hairpin naar boven rijden totdat het pad er beter uitziet. Pff… dat is zweten.





Ik kijk op mijn klokje en zie dat mijn hartslag op dat moment 170! is. Waarschijnlijk was het nog hoger, maar dat weet ik niet. En nu moet je weten… ik doe onder andere aan spinning. En als ik me dan half dood fiets, dan staat mijn hartslag meestal op 156. Kortom… het kan hoger! Harder fietsen dus. Caroline draait gemakkelijker. Ze staat er iets beter voor, heeft het landingsgestel wat breder uitstaan en haar GSA (nieuwe model) is ranker en daardoor iets hanteerbaarder. Eenmaal weer boven bij de kruising zijn we het er wel over eens dat we hier geen zin meer in hebben. Laat maar. Waarschijnlijk was de weg naar boven geweest (i.p.v. afdalend), maar we opteren voor teruggaan en de route meer naar het Zuiden te gaan volgen. We moeten wel weer een eindje om, maar kunnen inderdaad verderop de route wel weer oppikken.



Zo gaat de weg verder richting Beuil waar we een broodje eten op een picknick bankje langs de weg. Er zit nog een motorrijder, maar die zegt amper wat. Ook prima. Vervolgens gaat de weg verder naar Guillaumes waar we door de knalrode gorges de Daluis rijden.





We maken nog even een snel plaatje, toch weer andere dan vorig jaar en rijden vervolgens door.
We rijden vervolgens verder naar het Zuid Westen, daar rijden we naar de Verdon en de Gorges daarvan. Het water is mooi helder blauw. Het is erg warm, maar met het verkeer is het wel te doen. In de zomer kan het hier ontzettend druk zijn. Maar wel erg leuk.









Ramvol outdooractiviteiten. Ik zou me hier in de zomer ook heel erg goed kunnen vermaken. We rijden een heel stuk rond in de omgeving om een wat bredere indruk te krijgen. We gaan hier namelijk niet direct weer heen.
Tegen vijf uur zoeken we een hotel op in Castellane. We vinden een hotel Canyons du Verdon dat er aan de straatkant gewoon niet uit ziet, maar aan de achterkant eigenlijk prima is. Het is simpel, maar heeft bijvoorbeeld wel een overkapte motorstalling, een zwembad, een terrasje. De kamer heeft een koelkast en een balkonnetje. De entree naar de kamer lijkt op een flat galerij. Beton met her en der een ontbrekend stukje. Beetje grauw en deuren die er niet uitnodigend uitzien. Achter de deur is het prima.



We maken van de tijd gebruik en trekken badpak en bikini aan. Schenken het laatste flesje wijn van Caroline in, nemen wat zoutjes mee en gaan naar het zwembad. Het water is gruwelijk koud. Niet piepen, maar doen denk ik en ik ga er vol in. Dan maar even snel een paar baantje op en neer trekken dan is het met de kou ook weer gedaan. In ieder geval koel je wel in een keer erg goed af. En dat is wel lekker, want zo ongemerkt is het toch best warm de Verdon. Atlas stuur ik een foto van het zwembad… Supercool natuurlijk, maar ik vertel hem ook dat het wel koud is. Meestal maakt hem dat niet uit en springt hij er zo in.







’s Avonds gaan we richting het centrum van Castellane. We maken een beetje een omweg zodat we van het kleine plaatsje ook nog wat zien. Het heeft mooie smalle steegjes met winkeltjes en doorsteekjes. Het is lekker om even in de avondwarmte rond te lopen. Op het marktplein weet ik nog wel een aardige brasserie te vinden. En hij zit er nog. We zien mensen die we vanochtend nog in Villa Morelia hebben gezien. Haha… hilarisch! En er zitten heel veel gasten die onderweg zijn met een barrelrit met auto’s.



De meest vreemde creaties staan er. We zijn mooi op tijd met bestellen. De groep met barrelautorijders die op het terras ernaast zat schuift een deur op en gaat ook bij het restaurant zitten. Mooi dat we daar net aan vooraf zijn. We bestellen een karafje witte wijn om te delen en Caro start met een biertje. Ik ben eigenlijk helemaal geen bierdrinker en wordt het steeds minder. Caro eet een pasta met room, spekjes, een ei en parmezan.





Ik ga wederom voor een salade met geitenkaas. Qua recept is het vergeleken met 15 jaar eerder wel wat veranderd. Maar ik geniet er desalniettemin van. Het wonderlijke dat ik ook nog niet ben tegengekomen. De geitenkaas ligt op een plakje ontbijtkoek! Hier… in Frankrijk. Wonderlijke combi. We schrijven weer wat steekwoorden van de dag op en hangen lekker onderuit. Na het betalen van de rekening lopen we met een kleine omweg weer terug naar het hotel. Morgen weer een nieuwe dag.

 
Woensdag, 19 september
Van Castellane – Vernante
Hotel Nazionale Vernante
Hotel Il Nazionale
381 km
Netto rijtijd: 8:54 uur


Relive 'Morning Sep 19th'

Vandaag moeten we aan het einde van de dag een stuk verder in het Noorden eindigen. Puur en alleen om goed uit te komen qua dagen en de hoeveelheid snelweg te beperken. We hebben acht dagen. En dit is dag vijf. Het zuidelijkste punt hebben we nog niet bereikt. Dat moet nog komen. We zijn mooi op tijd opgestaan. En ruim voor tijd hebben we de motor al gepakt. We lopen dus nog even door een beetje nevelig Castellane om het laatste kwartier voor het ontbijt te doden. Zo maken we ook nog wat stappen. Want soms is het maar bar weinig.





Het ontbijt is verder prima. We gaan zitten bij een tafel met wat kruimeltjes maar er is lekker vers brood, de koffie is prima weg te werken en zo hebben we weer een bodem gelegd voor de dag die komen gaat. We betalen het hotel. Ik neem nog even een kaartje mee (ook leuk om met het gezin te zijn) en vervolgens stappen we op.



Het is een mooie ochtend en het is nog enigszins koel. We rijden naar het ZuidOosten. Bij Demandolx stappen we even af om een foto van het uitzicht te maken. Het is negen uur in de ochtend. De omgeving is erg afwisselend. We staan wat hoger en kijken over een langgerekt dal waar de wolken laag in hangen.

Iets verderop is vliegt een helikopter met bagage. Langs de weg zien we hoogspanningskabels op de grond liggen. En de heli brengt onderdelen voor de hoogspanningsmasten. Weer een aantal kilometers verder zien we alle onderdelen bij elkaar staan. Aha… daar kwam die heli dus vandaan. We besluiten niet te wachten totdat er weer een stuk opgehaald wordt maar rijden gewoon door. Meiden met een doel.













Een kwartiertje later rijden we door de Clue de Saint Auban. Deze keer rijden we de tegengestelde richting van vorig jaar. Het is een klein lusje dat we nu rijden, maar wel een met een aantal leuke dingen erin. Voordeel is wel dat je nu ook kan bepalen waar je later een foto gaat maken. Even iets later rijden we door deClue de Riolan. Niet veel later rijden we weer terug door de Clue de Saint Auban en gaat het verder naar het zuiden. En nu we ze toch tegenkomen maken we er ook meteen een foto van. Olijfbomen.





De route gaat verder en zo komen we op een wonderbaarlijk mooi weggetje uit. Een juweeltje, al zeg ik het zelf. Waarom? Er komt geen hond, het is een mooi smal weggetje op hoogte door het bos. Het leidt over een bergkammetje heen. Top! Af en toe liggen er dikke dennenappels op de weg. Ik mik er 1 in mijn topkoffer. Waarom. Ook idee. In mijn linker jaszak heb ik ook nog steeds een walnoot van jaren geleden die ik van de grond raapte bij La Tour (raar hoofd heb ik.. dat ik dat paraat heb). Voor de wegen fetisjisten onder ons. Het gaat om de D117 bij Toudon langs het Ravin du Pas d’Estève.





Met heel veel binnenwegen. Echt veel en het duurt allemaal langer dan we op voorhand dachten, hebben we om 13.00 uur het meest zuidelijke punt in het vizier. Bij La Turbie hebben we het uitzicht over Monaco.



De temperatuur hier op hoogte is 28 graden. De zon brandt en het is warm. De temperatuur informatie schakel ik uit. Warm is warm en dat is genoeg info voor mij. Je doet er toch niets aan. We slingeren door de eenrichtingswegen naar beneden en staan om half twee bij de haven van Monaco. Bij het zwembad valt geen foto te maken. Er is een beurs in opbouw (Marine fair) en de boel is afgezet. We rijden door de formule 1 tunnel verder. Wonderlijk om op onoverdekte plekken gewoon een roltrap naar boven te zien gaan in plaats van traplopen. Stel je voor dat je met naaldhakken al die trappen moet lopen.. jaja.. ik ga voor motorlaarzen. Parkeerplaatsen zijn overal ramvol en ook ramvol met motoren en scooters. Zonder lijkt het me daar vreselijk onhandig.





We zoeken onze weg weer uit de drukte en rijden via de kustlijn naar Menton. Daar springen we nog even van de motor en steken de Daytona’s in zee. Het zuidelijkste punt en we zijn er. Ons uitgelaten gedrag wordt grinnikend aangezien door de badgasten in bikini’s en zwembroeken. Een dame maakt even een foto van ons. De helm doen we niet eens af. Tijd om de drukte en de warmte uit te gaan. Let’s go north!

Via weggetjes die ook uit de Rallye van Monte Carlo voorkomen gaan we verder. We hebben nog helemaal niet gegeten en zijn ook niet een supermarkt tegengekomen. Wel in Monaco overigens, maar parkeerplek, ho maar. We gooien het over een andere boeg en stoppen in Sospel.



Er zijn wat terrassen bij het water en daar gaan we zitten. Veel staat er niet op de menukaart van het café. Het gebruikelijke cafévoer zo te zien. Het wordt dus een panini en een croque monsieur (niet meer en niet minder dan een tosti) en een paar blikjes cola erbij. Die zijn toch wel even handig. Suiker en vocht en cafeïne. Op het terras zitten nog een aantal motorrijders. Ze lijken er al een tijdje te zitten gezien wat er op tafel staat. Wij gaan in ieder geval door en rijden naar de Col de Turini.





Het is half vier. De wegen zijn hier prachtig. Korte bochten, doortrekken in de twee en drie. Je raakt de vier amper. Muurtjes langs de wegen en de ergste warmte is voorbij. Onderweg halen we nog een hele sliert sportwagens in die onderweg naar boven zijn voor blijkbaar een Monte Carlo Experience. Eens of andere gast heeft zijn vrouw ook even het stuur in handen gegeven. Ze “mag” ook even ene stukje rijden. Jammer dat het dan meteen een wijvenstijltje is. Nee, ik ben niet altijd aardig. We rijden door tot boven op de col de la Turini. Daar is nog een heel leuk rondje te rijden en ik heb op de kaart een doorsteek gevonden die naar het oosten gaat. We volgen de weg dus.. Dat lusje, de “loop de turini” is er inderdaad nog steeds. Deze keer rij ik hem andersom dan lang geleden. De weg is in het begin nog goed, en daarom herken ik het niet goed.





Later wordt het herkenbaar. Gras op de weg, een oud fort, veel koeien etc. Het weer wordt anders. We zien heel af en toe een spettertje regen. Wolken drijven langs de berghelling naar boven en we rijden soms door de mist. Het doorsteekje naar het Oosten…. Is er niet. NIET!!!! What the fuck krijgen we nu weer… zucht… lekker dan. De weg naar het Noorden bovenop de col is afgesloten in verband met die Monte Carlo experience. En die komt ook niet helemaal fraai uit… dus… we gaan TERUG! Helemaal naar Sospel en daar kunnen we de D2204 richting de Tende pakken. Al met al rijden we ongeveer 80 kilometer om.



Dat stuk terug naar Sospel is natuurlijk geen straf. Prima bochten en nu meer dalend dan stijgend.

Vervolgens is de D2204 naar al die kleine weggetjes ook niet verkeerd. Het gaat een stuk vlotter. En dat is ook wel lekker want we willen toch eigenlijk nog wel een stukje doorrijden en na de Tende uitkomen. Want dat was de bedoeling aan het eind van dag vijf. Iets Noordelijker eindigen. Voor de Vlak bij Tende zien we de bochten van de oude col du Tende liggen. Het ziet er enorm verleidelijk uit. Echt wel. Maar dat gaat hem niet worden. We pakken de tunnel. We moeten even wachten voor het stoplicht en hebben nog een paar minuten. Caro pakt de telefoon erbij en we kijken in de booking app wat we kunnen vinden. We vinden iets alleraardigst met een hele goede review op het restaurant. We reserveren gewoon. Bam… hebben we in ieder geval wat en hoeven we niet langer te zoeken. Het ligt bovendien aan de route. Hotel Nazionale in Vernante.

Dat onthouden we nog wel. We zien het na de tunnel en even doorrijden inderdaad liggen. Hèhè… fijn! We lopen naar binnen en de eigenaar doet de garage voor ons open. De eigenaar is een ontzettend leuke kerel. Energiek. (sprint constant de trap op en af), vriendelijk en gastvrij. Mama staat achter de balie en geeft ons de sleutel. Ze spreekt geen woord Engels, maar dat maakt niet uit. Het is inmiddels 18. 30 uur en we hebben het ook wel gehad voor vandaag. De netto rijtijd is weer bruut veel.


(ik zie er moe en afgemat uit... zal meer aan de warmte hebben gelegen, want vrolijk was ik wel).


We hebben een prima kamer met uitzicht over de doorgaande weg waaraan we zitten. Het hotel Nazionale heeft ook een dependence/residence aan de overkant. Mooi gebouw. Natuursteen. Ik heb er een zwak voor. Als ik mijn jas wil ophangen zie ik dat hier vaker motorrijders komen. Een Klim kledinghanger. Grappig is dat.

Tot onze grote spijt is het restaurant niet open. Jammer! Maar… de bistro bij het café Nazionale is wel open. Die hebben ook wel wat te eten. En dat is helemaal waar. Ze hebben gewoon een prima menukaart. We zitten in eerste instantie even lekker buiten.



We krijgen er een bakkie chips en wat worst bij. We zitten wel even lekker. Gek he… nadat je de hele dag gezeten hebt, ga je weer zitten. Als het frisser wordt schuiven we naar binnen. Het is warm in de bistro. We hebben een klein donkerbruin tafeltje met een stoel aan de ene kant en een bankje aan de andere kant. De muren zijn van mooie stenen en her en der hangt wat aan de wand. We krijgen een keuze menu opgedreund door de ober die ontzettend zijn best doet om ons in het Engels te helpen. Gelukkig hebben we al even bij de buren mee kunnen luisteren en al even na kunnen denken. De rest van de avond zitten we aan tafel, eten, drinken en genieten. Morgen weer verder naar het Noorden.
 
Leuk stuk over dat hotel en restaurant in Jausiers, ik heb daar 2 keer op de camping gestaan voor de prijs van een glas wijn ;) :t
Het eten ziet er super uit hoor :P
 
Terug
Bovenaan Onderaan