Ik zit vanavond zoals iedere avond even de 2e kamerstukken door te werken. Kom ik dit stuk tegen.
Het is een lang stuk, maar voor de essentie is het lezen toch wel belangrijk.
Ik word er niet vrolijk van.
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2003–2004
KST74916
0304tkkst29467-1
’s-Gravenhage 2004
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt
Tweede Kamer.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 467, nr. 1 1
29 467 Evaluatie APK-verbeterpunten
Wegenverkeerswet 1994
Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2004
Bij de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 van 1 maart 2000 is een
aantal APK-verbeterpunten ingevoerd. Daarin is aangegeven dat deze
verbeterpunten binnen vier jaar zouden worden geëvalueerd. Nadien
heeft mijn ambtsvoorganger tijdens het overleg met de Vaste Commissie
op 29 januari 2002 toegezegd dat bij die evaluatie ookde keuringsfrequentie
zal worden meegenomen. Die toezegging is gedaan naar
aanleiding van voorstellen van de ANWB daaromtrent in een brief aan u
van 24 januari 2002.
De evaluatie is in mijn opdracht uitgevoerd door het bureau Atos KPMG
Consulting (verder AKC genoemd). De evaluatie is begeleid door een
projectgroep en een stuurgroep, waarin alle betrokken partijen zitting
hadden. De rapportages van AKC zijn bij deze brief gevoegd en betreffen
achtereenvolgens «Evaluatie verbeterpunten», «Afwegingskader
Keuringsfrequentie APK 2» en een «Aanvullende notitie historische voertuigen
».
In de «Evaluatie verbeterpunten» wordt verwezen naar een onderzoek
naar het bewaren van onderdelen door de Dienst Wegverkeer (RDW); dit
onderzoeksrapport heb ik te uwer informatie bijgevoegd1.
Op basis van de rapportage van AKC en het advies van de stuurgroep
kom ik tot onderstaande conclusies.
APK Verbeterpunten
Voor wat betreft de geëvalueerde 10 verbeterpunten wordt door AKC en
de stuurgroep geadviseerd om de verbeterpunten met enkele wijzigingen
te handhaven. Deze wijzigingen betreffen het afschaffen van het bewaren
van onderdelen (verbeterpunt 1.1.). Verder zou voor de controle op de
keuringen door niet bevoegde keurmeesters door middel van «anonieme
keuringen» moeten worden bezien of andere mogelijkheden om deze
optie te benutten mogelijkzijn (verbeterpunt 2.1). Vervolgens wordt voorgesteld
om nog enkele kleinere verbeteringen door te voeren. Ik ben voor-
nemens om dit advies te volgen en de RDW te vragen deze voorstellen uit
te werken.
APK Keuringsfrequentie
Naar aanleiding van de brief van de ANWB is het volgende bezien. De
EU-richtlijn 96/96/EG, waarin de APK wordt geregeld, schrijft voor de hier
aan de orde zijnde categorieën voertuigen (personenauto’s,bestelauto’s en
motorfietsen) een minimale keurings-frequentie voor van 4-2-2-2. Nederland
hanteert 3-1-1-1. Een overzicht van de keuringsfrequenties van de
lidstaten van de EU en EER heb iku eerder doen toekomen en is opgenomen
in het bijgaande rapport «Afwegingskader Keuringsfrequentie APK
2».
Op basis van wat nu bekend is kom ik tot de conclusie dat het 3-1-1-
schema gehandhaafd moet blijven, afgezien van enkele aanpassingen
voor historische voertuigen; en dat de verplichte APK keuring voor
motorfietsen per 1 januari 2005 dient te worden ingevoerd, met eenzelfde
keuringsfrequentie.
Ter toelichting dient het volgende. De vraag die centraal staat is in
hoeverre een lagere keuringsfrequentie tot grotere veiligheidsrisico’s en
grotere nadelen voor het milieu zal leiden. In het rapport van AKC wordt
gesteld dat er op dit moment onvoldoende harde gegevens zijn op die
twee punten om die vraag te kunnen beantwoorden.
In Nederland treffen we bij APK van 3 jaar oude voertuigen op dit moment
slechts 0,8 tot 0,9% afkeurmeldingen aan. Dit is nagenoeg gelijk aan het
percentage afkeurmeldingen over alle bouwjaren. Het lage percentage is
het gevolg van de Nederlandse systematiekvan APK door garagehouders
(met steekproefcontrole door de overheid): in tweederde tot driekwart van
de gevallen wordt de keuring direct vooraf gegaan door een onderhoudsbeurt.
Als in Nederland de afkeurmeldingen en de meldingen
«goedkeuring met reparatiepunten» van alle bouwjaren bij elkaar worden
opgeteld, komen we feitelijk op 7,5% afkeur (auto’s die na reparatie
worden goedgekeurd zouden bij keuring-sec ook zijn afgekeurd).
In Duitsland en Zweden, waar onderhoud en keuring zijn losgekoppeld,
ligt dit afkeurpercentage hoger, namelijk 9% bij 3 jaar oude voertuigen. In
die landen wordt jaarlijks 25 tot 30% van het hele voertuigpark afgekeurd
wegens technische tekortkomingen, die zowel veiligheid als milieu
betreffen. Ookeen recent BOVAG/RAI-onderzoekwijst uit dat zonder een
voorafgaande onderhoudsbeurt auto’s van 3 jaar oud in 7,4% van de
gevallen moesten worden afgekeurd. Bij bestelauto’s is dit 12,7%. Daarom
mag worden aangenomen, dat bij het aan de APK gekoppelde onderhoud
veel van de mankementen worden weggenomen. Omdat ook bekend is
(o.a. recent NIPO-onderzoekin opdracht van BOVAG/RAI) dat zonder de
APK-plicht het jaarlijkse onderhoud zal afnemen, mag voorts worden
aangenomen dat een verandering van de keuringsfrequentie naar een
lager niveau (b.v. Europees minimum), meer onveilige en onnodig milieuvervuilende
auto’s zal opleveren.
Omdat veiligheid boven alles gaat, handhaaf ikde huidige frequentie.
Indien in de toekomst, mogelijk vanwege Europese ontwikkelingen,
nieuwe inzichten ontstaan zal ikhier uiteraard onmiddellijkop inspelen.
De Federatie Historische Automobielclubs (FEHAC) heeft mij gevraagd om
de (historische) voertuigen met een bouwjaar van vóór 1960 van de
APK-plicht uit te zonderen én voor voertuigen ouder dan 30 jaar de
APK-plicht terug te brengen van jaarlijks naar twee-jaarlijks.
Omdat het aantal afkeuringen in deze categorie door het goede onderhoud
te verwaarlozen is, én het keuren van deze voertuigen organisatorische
problemen met zich brengt vanwege de benodigde specifieke kennis
van deze voertuigen, ben ikvoornemens om dit verzoekte honoreren. De
EU-Richtlijn biedt de mogelijkheid daartoe.
Het toenemend aantal motorfietsen tezamen met het aantal afgeven
rijbewijzen categorie A geeft aan dat de motorfiets als vervoermiddel een
steeds belangrijker plaats inneemt. De ongevalsstatistieken voor motorrijders
steken ongunstig af bij die van andere weggebruikers. Veronderstelt kan worden
dat de technische staat van vooral oudere motorfietsen mede bijdraagt aan
het aantal ongevallen. Door de vergrote populariteit als vervoermiddel is het
aantal oudere motorfietsen toegenomen. Dit blijkt uit de gegevens van het RDW.
De technische staat van motorfietsen mag in beginsel niet beter of slechter worden
verondersteld dan de voertuigen die reeds thans aan de verplichte APK keuring
onderhevig zijn. Niet valt in te zien dat voor motorfietsen een ander afkeurpercentage
zal gelden dan bij de andere voertuigen. Verwacht kan worden dat het afkeurpercentage
zelfs hoger ligt omdat veel motorfietsen worden omgebouwd of voorzien van niet
goedgekeurde of niet tot de Europese Economische ruimte toegelaten of niet
toegestane vervangingsonderdelen. Omdat het veiligheidsaspect juist voor motorfietsen
van essentieel belang is zal ik op korte termijn met een wetsvoorstel komen ter wijziging
van de wegenverkeerswet 1994 teneinde voor motorfietsen de verplichte
APK keuring in te voeren met eenzelfde frequentie als voor de overige reeds
APK keuringsplichtige voertuigen. Ten overvloede wordt hierbij opgemerkt dat
deze wetwijziging aansluit bij EU Richtlijn 93/205VQ en dat de verplichte
keuring in een aantal landen behorende tot de Europese Economische Unie
reeds is ingevoerd.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 467, nr. 1 3
Het is een lang stuk, maar voor de essentie is het lezen toch wel belangrijk.
Ik word er niet vrolijk van.
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2003–2004
KST74916
0304tkkst29467-1
’s-Gravenhage 2004
1 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt
Tweede Kamer.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 467, nr. 1 1
29 467 Evaluatie APK-verbeterpunten
Wegenverkeerswet 1994
Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2004
Bij de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 van 1 maart 2000 is een
aantal APK-verbeterpunten ingevoerd. Daarin is aangegeven dat deze
verbeterpunten binnen vier jaar zouden worden geëvalueerd. Nadien
heeft mijn ambtsvoorganger tijdens het overleg met de Vaste Commissie
op 29 januari 2002 toegezegd dat bij die evaluatie ookde keuringsfrequentie
zal worden meegenomen. Die toezegging is gedaan naar
aanleiding van voorstellen van de ANWB daaromtrent in een brief aan u
van 24 januari 2002.
De evaluatie is in mijn opdracht uitgevoerd door het bureau Atos KPMG
Consulting (verder AKC genoemd). De evaluatie is begeleid door een
projectgroep en een stuurgroep, waarin alle betrokken partijen zitting
hadden. De rapportages van AKC zijn bij deze brief gevoegd en betreffen
achtereenvolgens «Evaluatie verbeterpunten», «Afwegingskader
Keuringsfrequentie APK 2» en een «Aanvullende notitie historische voertuigen
».
In de «Evaluatie verbeterpunten» wordt verwezen naar een onderzoek
naar het bewaren van onderdelen door de Dienst Wegverkeer (RDW); dit
onderzoeksrapport heb ik te uwer informatie bijgevoegd1.
Op basis van de rapportage van AKC en het advies van de stuurgroep
kom ik tot onderstaande conclusies.
APK Verbeterpunten
Voor wat betreft de geëvalueerde 10 verbeterpunten wordt door AKC en
de stuurgroep geadviseerd om de verbeterpunten met enkele wijzigingen
te handhaven. Deze wijzigingen betreffen het afschaffen van het bewaren
van onderdelen (verbeterpunt 1.1.). Verder zou voor de controle op de
keuringen door niet bevoegde keurmeesters door middel van «anonieme
keuringen» moeten worden bezien of andere mogelijkheden om deze
optie te benutten mogelijkzijn (verbeterpunt 2.1). Vervolgens wordt voorgesteld
om nog enkele kleinere verbeteringen door te voeren. Ik ben voor-
nemens om dit advies te volgen en de RDW te vragen deze voorstellen uit
te werken.
APK Keuringsfrequentie
Naar aanleiding van de brief van de ANWB is het volgende bezien. De
EU-richtlijn 96/96/EG, waarin de APK wordt geregeld, schrijft voor de hier
aan de orde zijnde categorieën voertuigen (personenauto’s,bestelauto’s en
motorfietsen) een minimale keurings-frequentie voor van 4-2-2-2. Nederland
hanteert 3-1-1-1. Een overzicht van de keuringsfrequenties van de
lidstaten van de EU en EER heb iku eerder doen toekomen en is opgenomen
in het bijgaande rapport «Afwegingskader Keuringsfrequentie APK
2».
Op basis van wat nu bekend is kom ik tot de conclusie dat het 3-1-1-
schema gehandhaafd moet blijven, afgezien van enkele aanpassingen
voor historische voertuigen; en dat de verplichte APK keuring voor
motorfietsen per 1 januari 2005 dient te worden ingevoerd, met eenzelfde
keuringsfrequentie.
Ter toelichting dient het volgende. De vraag die centraal staat is in
hoeverre een lagere keuringsfrequentie tot grotere veiligheidsrisico’s en
grotere nadelen voor het milieu zal leiden. In het rapport van AKC wordt
gesteld dat er op dit moment onvoldoende harde gegevens zijn op die
twee punten om die vraag te kunnen beantwoorden.
In Nederland treffen we bij APK van 3 jaar oude voertuigen op dit moment
slechts 0,8 tot 0,9% afkeurmeldingen aan. Dit is nagenoeg gelijk aan het
percentage afkeurmeldingen over alle bouwjaren. Het lage percentage is
het gevolg van de Nederlandse systematiekvan APK door garagehouders
(met steekproefcontrole door de overheid): in tweederde tot driekwart van
de gevallen wordt de keuring direct vooraf gegaan door een onderhoudsbeurt.
Als in Nederland de afkeurmeldingen en de meldingen
«goedkeuring met reparatiepunten» van alle bouwjaren bij elkaar worden
opgeteld, komen we feitelijk op 7,5% afkeur (auto’s die na reparatie
worden goedgekeurd zouden bij keuring-sec ook zijn afgekeurd).
In Duitsland en Zweden, waar onderhoud en keuring zijn losgekoppeld,
ligt dit afkeurpercentage hoger, namelijk 9% bij 3 jaar oude voertuigen. In
die landen wordt jaarlijks 25 tot 30% van het hele voertuigpark afgekeurd
wegens technische tekortkomingen, die zowel veiligheid als milieu
betreffen. Ookeen recent BOVAG/RAI-onderzoekwijst uit dat zonder een
voorafgaande onderhoudsbeurt auto’s van 3 jaar oud in 7,4% van de
gevallen moesten worden afgekeurd. Bij bestelauto’s is dit 12,7%. Daarom
mag worden aangenomen, dat bij het aan de APK gekoppelde onderhoud
veel van de mankementen worden weggenomen. Omdat ook bekend is
(o.a. recent NIPO-onderzoekin opdracht van BOVAG/RAI) dat zonder de
APK-plicht het jaarlijkse onderhoud zal afnemen, mag voorts worden
aangenomen dat een verandering van de keuringsfrequentie naar een
lager niveau (b.v. Europees minimum), meer onveilige en onnodig milieuvervuilende
auto’s zal opleveren.
Omdat veiligheid boven alles gaat, handhaaf ikde huidige frequentie.
Indien in de toekomst, mogelijk vanwege Europese ontwikkelingen,
nieuwe inzichten ontstaan zal ikhier uiteraard onmiddellijkop inspelen.
De Federatie Historische Automobielclubs (FEHAC) heeft mij gevraagd om
de (historische) voertuigen met een bouwjaar van vóór 1960 van de
APK-plicht uit te zonderen én voor voertuigen ouder dan 30 jaar de
APK-plicht terug te brengen van jaarlijks naar twee-jaarlijks.
Omdat het aantal afkeuringen in deze categorie door het goede onderhoud
te verwaarlozen is, én het keuren van deze voertuigen organisatorische
problemen met zich brengt vanwege de benodigde specifieke kennis
van deze voertuigen, ben ikvoornemens om dit verzoekte honoreren. De
EU-Richtlijn biedt de mogelijkheid daartoe.
Het toenemend aantal motorfietsen tezamen met het aantal afgeven
rijbewijzen categorie A geeft aan dat de motorfiets als vervoermiddel een
steeds belangrijker plaats inneemt. De ongevalsstatistieken voor motorrijders
steken ongunstig af bij die van andere weggebruikers. Veronderstelt kan worden
dat de technische staat van vooral oudere motorfietsen mede bijdraagt aan
het aantal ongevallen. Door de vergrote populariteit als vervoermiddel is het
aantal oudere motorfietsen toegenomen. Dit blijkt uit de gegevens van het RDW.
De technische staat van motorfietsen mag in beginsel niet beter of slechter worden
verondersteld dan de voertuigen die reeds thans aan de verplichte APK keuring
onderhevig zijn. Niet valt in te zien dat voor motorfietsen een ander afkeurpercentage
zal gelden dan bij de andere voertuigen. Verwacht kan worden dat het afkeurpercentage
zelfs hoger ligt omdat veel motorfietsen worden omgebouwd of voorzien van niet
goedgekeurde of niet tot de Europese Economische ruimte toegelaten of niet
toegestane vervangingsonderdelen. Omdat het veiligheidsaspect juist voor motorfietsen
van essentieel belang is zal ik op korte termijn met een wetsvoorstel komen ter wijziging
van de wegenverkeerswet 1994 teneinde voor motorfietsen de verplichte
APK keuring in te voeren met eenzelfde frequentie als voor de overige reeds
APK keuringsplichtige voertuigen. Ten overvloede wordt hierbij opgemerkt dat
deze wetwijziging aansluit bij EU Richtlijn 93/205VQ en dat de verplichte
keuring in een aantal landen behorende tot de Europese Economische Unie
reeds is ingevoerd.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 467, nr. 1 3