SanderRS
MF veteraan
Met een zout dropje voorbij Skopje! Oost Europa en Balkan reisverslag 2014
Deel 1
Yes! September, de vakantie zit er net op, maar wat gaan we komende zomervakantie doen?? Eigenlijk stond dit plan al voor een deel vast, voor de vakantie van Jaap en mij afgelopen jaar, onze schitterende motorreis naar de Noordkaap.
Het eerdere plan was namelijk om naar Bran Castle ( kasteel “Dracula”) en de Transafagarasan in Roemenië te rijden. Samen met Maurice.
Dus even kort, wie zijn wij, van L naar R: Maurice, Jaap, Sander
September, jazeker, wij zijn al weer langzaamaan aan het plannen voor onze volgende rit, na wat speuren op Google en ADVrider komen er al snel wat extra landen bij ons idee van Roemenië.
Ten eerste worden er diverse locaties in Roemenië gezocht die we willen aandoen, maar ook komt in ieders geval Bosnië op ons lijstje te staan. En Albanië? Daar hoor je over het algemeen vrij weinig van, maar ook na wat speuren op Google blijkt het hier wel erg mooi te zijn, dus ook Albanië komt op ons lijstje, en zo komen er langzaam aan steeds meer landen en locaties op ons lijstje. Uiteindelijk is dit globaal het “rondje” dat het zal gaan worden. Proberen zsm in Roemenië te zijn, en daarna gaan genieten.
Motoren komen er ook dit jaar uiteraard weer aan te pas. Weer maar een van L naar R fototje: Sander (zwart), Jaap (rood), Maurice.
2x een Honda Transalp, deze hebben zichzelf al bewezen in de vakantie vorig jaar van 9700km naar de Noordkaap, en een Aprilla Caponord, een Italiaan die Europa door wil. Hier gaat het dus mee gebeuren.
Ik zelf investeer dit jaar in een nette aluminium kofferset van Heavy Duties, heb zo een kofferset altijd al mooi gevonden, valbeugels, en een Hyperpro veerset voor en achter.
Jaap gaat voor het normale onderhoud en een tweedehands koffersetje, wat uiteraard ook voldoet.
Maurice was opzoek naar een kofferset voor zijn KLE maar… daar hing een complete Caponord aan vast. Het heeft wel wat tijd gekost om deze vakantie klaar te maken, maar daar moet hij zelf maar verder op in gaan.
Verder zijn alle drie de motoren voorzien van Heidenau K60 (scout) banden, aangezien we een aantal offroadkm’s op de planning hebben.
Na al de spectaculaire namen op MF in al de reisverslagen konden wij uiteraard niet achterblijven, en na onze inkopen in de supermarkt bleef de onze niet lang achter, Met een zout dropje voorbij Skopje!
Dag 0 12 juli
De dag voor vertrek, goed wat doe je dan, je gaat ervan uit dat het meeste wel geregeld is, maar in de loop van de dag valt dit altijd tegen. De kampeer en motoronderdeel inkopen zijn uiteraard al lang gebeurd. Maar de standaard last minute inkopen moeten vandaag nog gebeuren, Cranenbroek, Action, supermarkt, drogist etc je kent het wel.
Rond half zes zijn we klaar met heel het gebeuren, Maurice begint zijn motor thuis grotendeels te bepakken, Jaap en ik doen dit bij ons thuis in de schuur, eerst nog even een last minute check aan wat punten van onze Japanse raspaarden.
En dan kan het bepakken beginnen, gelukkig hebben we afgelopen jaar in Noorwegen zat ervaring op gedaan dat dit vandaag erg snel gaat, en geen nachtwerk wordt. Later zet Maurice z’n motor ook bij ons neer en verdelen we de laatste spullen, met een pilske erbij.
Dan is het de planning dat iedereen op tijd naar huis gaat en nog even uitrust. Maar uiteraard duik je de laatste avond nog even achter de laptop om de route nog even compleet na te lopen, ook al heb je dit al diverse keren gecheckt. En dat resulteert dus in een kort nachtje….
Dag 1 13 juli
Gereden afstand: 822km
Na een korte nacht met weinig slaap en toch wel wat zenuwen is het vandaag zover. Onze reis richting de Balkan kan eindelijk beginnen. De motoren staan volledig bepakt klaar voor vertrek in de schuur. Rond 6.30 hebben we afgesproken om te verzamelen bij mij thuis. Eerst een bak koffie en daarna op pad. Jaap komt mooi op tijd aangereden, en we beginnen met de bak koffie. Als Maurice er een half uur later nog niet is doen we even een belletje die kant op, hij heeft zijn eigen verslapen en haast zich ook vlug onze kant op. Dan nog maar even een bak koffie, en nog een kort overleg over de plannen en we maken ons langzaam klaar om te vertrekken.
De motoren worden de schuur uitgerold en er wordt nog even afscheid genomen van het thuisfront. Daarna gaan we rond 8.00 uur op weg, om een paar honderd meter later weer te stoppen bij de pinautomaat, cashgeld is ook handig bij te hebben uiteraard. Daarna wordt er enkele km’s verder nog even getankt door Jaap zodat we alle drie een volle tank hebben. En dan beginnen we aan waarschijnlijk de saaiste twee dagen van de vakantie, lekker snelweg rammelen. Vooral de Transalpjes blijven toch vrij lichte motortjes en vooral met volle bepakking moeten deze flink aanpoten op de snelweg, en een veel hogere kruissnelheid van een 125km/u zit er dan ook niet in.
De snelweg is saai, erg saai, maar wel de beste manier om zo snel mogelijk ver van huis te komen. Vandaag is het plan om in ieders geval ergens in Oostenrijk te overnachten. Tankstops plannen we in om de +/-150km, dan kunnen we even de benen strekken, wat eten en drinken, en ook zeker niet onbelangrijk even een praatje maken met elkaar.
Na enkele tankstops zitten we ondertussen een lekker eindje Duitsland in, en ook begint het weer daar flink te veranderen. De lucht trekt helemaal dicht, en niet veel later komt de regen er met bakken uitgezet. Er zit niets anders op dan na een tijdje onder een viaductje te gaan schuilen. Het is onverantwoord om deze plensbui door te rijden. Na een klein half uurtje trekt de lucht weer open en kunnen we verder richting de grens met Oostenrijk.
Een paar parkeerplaatsen verder bij een “sanitaire” stop merkt Maurice op dat er water uit zijn topkoffer komt. De waterzak die hij bij heeft lekt, dus na eerste even te lachen wordt deze gefatsoeneerd met wat ducttape.
Bij een pompstation net over de grens met Oostenrijk hebben we even overleg wat we gaan doen. We besluiten dat de dag lang genoeg is geweest en we opzoek gaan naar een camping. Sygic bij Maurice op z’n telefoon geeft veel meer campings aan dan mijn Zumo, dus we pakken één van de dichtstbijzijnde zo kort mogelijk langs de route, dat wordt het dorpje Raab.
Als we eenmaal in het dorpje zijn is er niet echt een camping te vinden, maar na nog een keer te kijken ligt er net buiten het centrumpje een groot grasveld met een toiletgebouwtje en een overkapping. Er hangt een briefje aan de deur dat dit een openbare camping is en er een bijdrage door de brievenbus mag worden gedaan. Er is aan het gras te zien dat er niet lang geleden tenten hebben gestaan, dus niet veel later staan onze drie tenten ook op dit veld. De motoren kunnen vannacht mooi droog onder de overkapping staan. Vol goed vertrouwen laten we diverse spullen in de tent liggen, en wat spullen in de motorkoffers, en gaan op zoek om wat te eten in het dorpje.
Dit wordt een klein pizzarestaurantje Artopolis. Het eerste pilsje na de rit van vandaag smaakt erg lekker! Evenals de pizza’s die we bestellen. Na het eten en een paar pilsjes verder gaan we opzoek naar een tentje met een tv, zodat we ook nog iets mee kunnen pikken van de WK-finale vanavond. In een cafétje een paar deuren verder zit wat volk de wedstrijd te kijken dus daar schuiven wij ook bij aan. Als de wedstrijd is afgelopen nemen we nog een paar flessen bier mee terug naar de camping, en praten daar nog wat na over de dag, uiteindelijk is het iets na twaalven als we onze tenten in kruipen. Een lange dag geweest.
Dag 2 14 juli
Gereden afstand: 822km
6.00 uur… nu al wakker… Zo dat was een kort nachtje, terug in slaapkomen lukt me toch niet meer dus ik ga maar op het gemak m’n tent uit voor een douche. Langzaamaan begin ik ook m’n spullen in te pakken, en niet veel later komen Jaap en Maurice ook hun tent uitgerold en doen het zelfde.
Ondertussen zetten we een paar bakken koffie en koken wat eieren om de dag te beginnen.
We beginnen lekker op ons gemak vandaag, we moeten nog een beetje in het “motorreis” ritme komen, en de behendigheid met de motoren bepakken weer onder de knie te krijgen. Rond half negen stappen we weer op onze stalen rossen om weer een dag lang over de snelweg te razen. Dus ook vandaag weinig spannends of moois op het programma.
Bij het eerste pompstation gooien we onze tanks vol en pakken nog wat te eten. Ook komt hier het eerste mankement aan één van de motoren naar boven. Er is een knipperlicht gesneuveld bij Maurice.
Op de grens met Hongarije stoppen we nog even voor een tankstop en een vignet voor Hongarije. Het landschap waar we door heen rijden is niks bijzonders, eerder gewoon saai. Maar het wordt wel steeds warmer. Dus het eerste wat ik ga doen is mijn regenvoering uit m’n motorpak ritsen voor wat extra verkoeling. Ondertussen komen we in de buurt van Budapest. En om de één of andere reden geeft mijn navigatie aan dat door Budapest de snelste route is. Dat zou normaal gesproken misschien best kunnen maar vandaag dus niet. De temperatuur meter begint ook richting kort aan 40 graden te komen, lekker zweten dus. Als we dan ons cultureel stukje Budapest hebben gehad stoppen we aan de rand van de stad bij een pompstation, en stappen daar ook maar even bij de McDonald’s binnen.
Na Budapest rijden we verder over de M3 richting Roemenië. Een vrij jonge weg voorzien van een mooie laag asfalt. Maar hoe mooi het asfalt ook is, het weer laat ons ondertussen wel in de steek. In de verte zien we al regenbuien aankomen. En niet veel later plenzen deze ook over ons heen. Ook nu stoppen we weer om te schuilen onder een viaduct. We hebben weinig zin om ons richting het eind van de dag nog even zeiknat te laten regenen. Helaas hebben we geen water bij, dus een stop zonder koffie. Ook besluiten we hier wat we gaan doen met onze route voor vandaag, het geplande eindpunt Sighetu Marmaţiei gaan we vandaag in ieders geval niet halen, dat wordt nachtwerk. In Satu Mare net over de grens gaan we een hotelletje of camping zoeken is het besluit.
Maar als de lucht er weer wat beter uit ziet moeten we eerst nog een eindje de M3 volgen. En raar maar waar, deze weg stopt plotseling vanuit het niets, meer snelweg is er nog niet aangelegd. We moeten via een afslag verder binnendoor richting de grens met Roemenië. Nu we hier binnendoor rijden valt ook meteen op aan alle huizen, wegen, auto’s en mensen dat we al een eindje van onze bekende thuissituatie zitten, we beginnen flink wat tekenen van armoede te zien.
Uiteindelijk staan we iets voor achten aan de grens met Roemenië. Hier krijgen we een korte paspoort check en kunnen dan doorrijden.
Als snel rijden we Satu Mare binnen. Hier zoeken weer eerst een pinautomaat op om wat Roemeense cash uit de muur te trekken. We komen er ook achter dat de tijd in Roemenië een uur vooruit gaat, dus het wordt hoog tijd voor een slaapplek.
Ondertussen dat we in da navi iets opzoeken komt er een jonge Roemeense motorrijder aan. We vragen hem of hij een hotelletje weet met een afgesloten parkeerplaats. We hebben geluk hij wijst ons een paar straten verder naar hotel Armani. We regelen snel een paar kamers, kleden ons vlug om en schuiven aan in het restaurant.
Onze fantasie slaat gelijk op hol als we in het restaurantje zitten. Alles glimt, marmeren vloer, een paar grote kroonluchters aan het dak. Dit moet een dure corrupte maffiatent zijn ofzo. Maar na en blik op de menukaart zijn de prijzen dat absoluut niet. En dus wordt er snel wat te eten en te drinken besteld, dat kunnen we weer goed gebruiken. We hadden gevraagd om wat lokaal eten, en dat viel ons zeker niet tegen, net zoals de flessen Ursus. Hiervan gingen er ook nog een aantal van mee naar de hotelkamers.
Vandaag houden we er iets eerder mee op, na wat drinken op de hotelkamer gaan we gestrekt. Morgen kan de vakantie dan echt beginnen, voorlopig geen grote wegen meer, vanaf nu gaan we genieten!
Dag 3 15 juli
Gereden afstand 442km
De wekker gaat om 6.15, mooie tijden voor op vakantie haha. Na een douche schuiven we aan het ontbijt op het terras van het restaurantje. Na het ontbijt gaan we weer aan de gang om de bagage op de motor te hangen, en dan kunnen we er tegenaan, we hebben er zin in!
We beginnen onze weg over de DN19, deze leid ons langs diverse lang gerekte dorpen kort langs de grens met Ukraine, met de daarbij behorende waarschuwingen dat je de grens niet over mag steken. De tegenstellingen tussen arm en rijk zien in deze omgeving goed te zien. Op de weg van een oude paardenkar tot de nieuwste Jaguars. En ook de huizen, van kleine vervallen gebouwtjes, tot landhuizen. Zoiezo staan er veel grote huizen, maar totaal niet onderhouden.
Bij de eerste benzinepomp gaat het communiceren al met handen en voetenwerk. En we zorgen er voor dat we de motoren zoiezo niet alleen laten. Misschien overbezorgd, maar dat komt toch door alle verhalen die je hoort over deze kant van Europa. Wel vind iedereen het interessant om wat motoren te zien.
De eerste bezienswaardigheid komt op ons pad, het bekende klooster en kerkhof van Săpânța. Hier aangekomen blijkt het klooster volledig in de steigers te staan, en moet er entree betaald worden. Als gierige Nederlands gaan we dat dus niet doen, en aangezien het nog vroeg op de dag is kunnen we ook mooi nog wat kilometers gaan maken.
Dus we gaan snel weer verder. Alhoewel, snel, de hoek om wordt ik eerst door een wesp gestoken in mijn motorpak… even kijken en wrijven en weer verder! Voorlopig rijden we nog een eindje over de DN19, het wegdek is zeer goed te noemen voor de Roemeense begrippen, merken we later. Maar de weg rijd lekker ontspannen, en niets uitdagends, mooi tijd om rond te gapen dus. En de weg rijgt diverse kleine dorpjes aan elkaar in een mooi glooiend landschap. Bij Sighetu Marmaţiei gaan we de DN18 op, tot op heden nog een zeer strakke weg, anders dan we in diverse verslagen hadden meegekregen. Maar iets na het punt dat we dit tegen elkaar zeggen gaat de weg over in een wegdek dat geen wegdek meer te noemen is, welkom in Roemenië!
Maar hoe slecht het wegdek ook is, ik vermaak mijn eigen wel, de Transalp vangt de klappen netjes op en ondertussen wordt je continu getrakteerd op mooie “Roemeense” taferelen op de weg en in dorpjes. Na een eindje rammelen over het slechte wegdek stoppen we op een klein parkeerplaatjes, we zitten ondertussen rond het middag uur en maken hier dus een paar blikken soep warm. Het blik soep is nog niet open, of we worden vergezeld door onze eerste ervaring met een zwerfhond. De hond komt langzaam dichterbij geslopen, maar niet dichtbij genoeg om een probleem te vormen. We hebben in ieders geval redelijk wat waarschuwingen gehad om op te passen voor zwerfhonden, dat ze vooral onvoorspelbaar zijn.
Na het soepje vervolgen we onze weg, via de DN18, komen we uiteindelijk op de DN17B, uiteindelijk richting Bicaz. Beide wegen lopen door een vrij dichtbeboste glooiende omgeving, en als we eenmaal op de DN17B komen, krijgen onze motoren en vullingen weer een beetje rust, het wegdek bekomt er waar wat op. Bij de eerste pomp regelen we met gebaren taal wat te drinken en doen we nog even een boven gemiddeld lange stop, om even bij te komen van de wel erg slechte weg.
Het betere wegdek blijkt vooral alleen in en rondom de dorpjes te liggen, maar goed, alles is beter den de DN18 waar we ondertussen vanaf zijn, offroad zou het tempo nog hoger liggen. Na wat koeien op de weg te fotograferen en met een redelijke snelheid over het niet al te beste wegdek te slingeren (hulde aan de allroad motoren) Slaan we de DN15 op. Deze trakteert ons meteen op mooie uitzichten over het stuwmeer van Bicaz.
Een lekkere stuurweg met mooi asfalt om het meer is waar we ons de komende tijd mee bezig houden, met de daarbij behorende fotostops, ondertussen tikken we ook de eerste 2000km van deze vakantie aan. Om uiteindelijk bij een flinke stuwdam uit te komen. Jammer om te zien dat zo een schitterend mooi meer dan toch redelijk vervuilt is. De eerste meters water over de hele breedte van de dam bestaan uit alleen maar afval. Jaap is de tweede die deze vakantie onder zijn motor gaat liggen omdat hij iets geks hoort, zal wel tussen zijn orden zitten, want Transalps blijven rijden!
Daarna door naar het stadje Bicaz, eerst even een snelle tankstop, en pinnen in het stadje. Hier wordt ik ook meteen geconfronteerd met een bedelend vrouwtje. Ze ziet uiteraard dat ik heb gepind en op een pracht van een motor rijd… Dus daar valt geld te halen. Mijn motor staat een eindje bij Jaap en Maurice vandaan dus ik ben een mooie prooi. Na diverse keren gezegd te hebben dat ik geen geld ga geven blijft ze aan dringen, en dan bemoeien twee oudere Roemeense mannen aan de overkant van de straat zich er ook mee, ze roepen wat onverstaanbare dingen naar de vrouw en uiteindelijk gaat ze er vandoor. De mannen worden bedankt met een goedkeurende blik, en we rijden verder. Na het meer van Bicaz staat nu de kloof van Bicaz, de DN12C, op het programma, beide aangeraden door een neef van mij.
Het meer was mooi, maar de kloof is helemaal indrukwekkend om doorheen te rijden. Twee steile rotswanden aan beide kanten, minimaal tientallen meters hoog, en hier snijd een smalle, soms enkelbaans, weg zich doorheen. Gelukkig zijn we hier eind van de dag zodat het absoluut niet druk is, en we er mooi op ons gemak doorheen kunnen slingeren. Want dit is toch wel een erg mooi stukje weg en omgeving!
Het “target” van vandaag is bereikt. Dus nu is het tijd voor een slaapplek. Het heeft niet heel lang geduurd om te wennen aan de hotelprijzen in het Oostblok, dus ook nu gaan we weer voor een hotel. Het eerste hotel/appartementencomplex waar we stoppen gaat hem niet worden. Een oude tang die 3 woorden Engels spreekt probeert ons een kamer aan te smeren voor een bak geld. Dus op naar de volgende, Hotel Turist. De prijs staat ons aan, deze nacht een 4 persoonskamer, dat schilt nog een paar Euro’s. Even opfrissen en het restaurant in.
Hoe het komt weet ik niet, maar dit is nu al de derde avond dat we in een leeg restaurant zitten. Maar het zal ons een worst wezen, het eten en de drank smaakt er niet minder om en er is weer praat genoeg na een dagje rijden.
Vandaag gaan we rond 22.45 gestrekt, we kunnen het gebruiken, het hakt er toch in zulke dagen.
Deel 1
Yes! September, de vakantie zit er net op, maar wat gaan we komende zomervakantie doen?? Eigenlijk stond dit plan al voor een deel vast, voor de vakantie van Jaap en mij afgelopen jaar, onze schitterende motorreis naar de Noordkaap.
Het eerdere plan was namelijk om naar Bran Castle ( kasteel “Dracula”) en de Transafagarasan in Roemenië te rijden. Samen met Maurice.
Dus even kort, wie zijn wij, van L naar R: Maurice, Jaap, Sander
September, jazeker, wij zijn al weer langzaamaan aan het plannen voor onze volgende rit, na wat speuren op Google en ADVrider komen er al snel wat extra landen bij ons idee van Roemenië.
Ten eerste worden er diverse locaties in Roemenië gezocht die we willen aandoen, maar ook komt in ieders geval Bosnië op ons lijstje te staan. En Albanië? Daar hoor je over het algemeen vrij weinig van, maar ook na wat speuren op Google blijkt het hier wel erg mooi te zijn, dus ook Albanië komt op ons lijstje, en zo komen er langzaam aan steeds meer landen en locaties op ons lijstje. Uiteindelijk is dit globaal het “rondje” dat het zal gaan worden. Proberen zsm in Roemenië te zijn, en daarna gaan genieten.
Motoren komen er ook dit jaar uiteraard weer aan te pas. Weer maar een van L naar R fototje: Sander (zwart), Jaap (rood), Maurice.
2x een Honda Transalp, deze hebben zichzelf al bewezen in de vakantie vorig jaar van 9700km naar de Noordkaap, en een Aprilla Caponord, een Italiaan die Europa door wil. Hier gaat het dus mee gebeuren.
Ik zelf investeer dit jaar in een nette aluminium kofferset van Heavy Duties, heb zo een kofferset altijd al mooi gevonden, valbeugels, en een Hyperpro veerset voor en achter.
Jaap gaat voor het normale onderhoud en een tweedehands koffersetje, wat uiteraard ook voldoet.
Maurice was opzoek naar een kofferset voor zijn KLE maar… daar hing een complete Caponord aan vast. Het heeft wel wat tijd gekost om deze vakantie klaar te maken, maar daar moet hij zelf maar verder op in gaan.
Verder zijn alle drie de motoren voorzien van Heidenau K60 (scout) banden, aangezien we een aantal offroadkm’s op de planning hebben.
Na al de spectaculaire namen op MF in al de reisverslagen konden wij uiteraard niet achterblijven, en na onze inkopen in de supermarkt bleef de onze niet lang achter, Met een zout dropje voorbij Skopje!
Dag 0 12 juli
De dag voor vertrek, goed wat doe je dan, je gaat ervan uit dat het meeste wel geregeld is, maar in de loop van de dag valt dit altijd tegen. De kampeer en motoronderdeel inkopen zijn uiteraard al lang gebeurd. Maar de standaard last minute inkopen moeten vandaag nog gebeuren, Cranenbroek, Action, supermarkt, drogist etc je kent het wel.
Rond half zes zijn we klaar met heel het gebeuren, Maurice begint zijn motor thuis grotendeels te bepakken, Jaap en ik doen dit bij ons thuis in de schuur, eerst nog even een last minute check aan wat punten van onze Japanse raspaarden.
En dan kan het bepakken beginnen, gelukkig hebben we afgelopen jaar in Noorwegen zat ervaring op gedaan dat dit vandaag erg snel gaat, en geen nachtwerk wordt. Later zet Maurice z’n motor ook bij ons neer en verdelen we de laatste spullen, met een pilske erbij.
Dan is het de planning dat iedereen op tijd naar huis gaat en nog even uitrust. Maar uiteraard duik je de laatste avond nog even achter de laptop om de route nog even compleet na te lopen, ook al heb je dit al diverse keren gecheckt. En dat resulteert dus in een kort nachtje….
Dag 1 13 juli
Gereden afstand: 822km
Na een korte nacht met weinig slaap en toch wel wat zenuwen is het vandaag zover. Onze reis richting de Balkan kan eindelijk beginnen. De motoren staan volledig bepakt klaar voor vertrek in de schuur. Rond 6.30 hebben we afgesproken om te verzamelen bij mij thuis. Eerst een bak koffie en daarna op pad. Jaap komt mooi op tijd aangereden, en we beginnen met de bak koffie. Als Maurice er een half uur later nog niet is doen we even een belletje die kant op, hij heeft zijn eigen verslapen en haast zich ook vlug onze kant op. Dan nog maar even een bak koffie, en nog een kort overleg over de plannen en we maken ons langzaam klaar om te vertrekken.
De motoren worden de schuur uitgerold en er wordt nog even afscheid genomen van het thuisfront. Daarna gaan we rond 8.00 uur op weg, om een paar honderd meter later weer te stoppen bij de pinautomaat, cashgeld is ook handig bij te hebben uiteraard. Daarna wordt er enkele km’s verder nog even getankt door Jaap zodat we alle drie een volle tank hebben. En dan beginnen we aan waarschijnlijk de saaiste twee dagen van de vakantie, lekker snelweg rammelen. Vooral de Transalpjes blijven toch vrij lichte motortjes en vooral met volle bepakking moeten deze flink aanpoten op de snelweg, en een veel hogere kruissnelheid van een 125km/u zit er dan ook niet in.
De snelweg is saai, erg saai, maar wel de beste manier om zo snel mogelijk ver van huis te komen. Vandaag is het plan om in ieders geval ergens in Oostenrijk te overnachten. Tankstops plannen we in om de +/-150km, dan kunnen we even de benen strekken, wat eten en drinken, en ook zeker niet onbelangrijk even een praatje maken met elkaar.
Na enkele tankstops zitten we ondertussen een lekker eindje Duitsland in, en ook begint het weer daar flink te veranderen. De lucht trekt helemaal dicht, en niet veel later komt de regen er met bakken uitgezet. Er zit niets anders op dan na een tijdje onder een viaductje te gaan schuilen. Het is onverantwoord om deze plensbui door te rijden. Na een klein half uurtje trekt de lucht weer open en kunnen we verder richting de grens met Oostenrijk.
Een paar parkeerplaatsen verder bij een “sanitaire” stop merkt Maurice op dat er water uit zijn topkoffer komt. De waterzak die hij bij heeft lekt, dus na eerste even te lachen wordt deze gefatsoeneerd met wat ducttape.
Bij een pompstation net over de grens met Oostenrijk hebben we even overleg wat we gaan doen. We besluiten dat de dag lang genoeg is geweest en we opzoek gaan naar een camping. Sygic bij Maurice op z’n telefoon geeft veel meer campings aan dan mijn Zumo, dus we pakken één van de dichtstbijzijnde zo kort mogelijk langs de route, dat wordt het dorpje Raab.
Als we eenmaal in het dorpje zijn is er niet echt een camping te vinden, maar na nog een keer te kijken ligt er net buiten het centrumpje een groot grasveld met een toiletgebouwtje en een overkapping. Er hangt een briefje aan de deur dat dit een openbare camping is en er een bijdrage door de brievenbus mag worden gedaan. Er is aan het gras te zien dat er niet lang geleden tenten hebben gestaan, dus niet veel later staan onze drie tenten ook op dit veld. De motoren kunnen vannacht mooi droog onder de overkapping staan. Vol goed vertrouwen laten we diverse spullen in de tent liggen, en wat spullen in de motorkoffers, en gaan op zoek om wat te eten in het dorpje.
Dit wordt een klein pizzarestaurantje Artopolis. Het eerste pilsje na de rit van vandaag smaakt erg lekker! Evenals de pizza’s die we bestellen. Na het eten en een paar pilsjes verder gaan we opzoek naar een tentje met een tv, zodat we ook nog iets mee kunnen pikken van de WK-finale vanavond. In een cafétje een paar deuren verder zit wat volk de wedstrijd te kijken dus daar schuiven wij ook bij aan. Als de wedstrijd is afgelopen nemen we nog een paar flessen bier mee terug naar de camping, en praten daar nog wat na over de dag, uiteindelijk is het iets na twaalven als we onze tenten in kruipen. Een lange dag geweest.
Dag 2 14 juli
Gereden afstand: 822km
6.00 uur… nu al wakker… Zo dat was een kort nachtje, terug in slaapkomen lukt me toch niet meer dus ik ga maar op het gemak m’n tent uit voor een douche. Langzaamaan begin ik ook m’n spullen in te pakken, en niet veel later komen Jaap en Maurice ook hun tent uitgerold en doen het zelfde.
Ondertussen zetten we een paar bakken koffie en koken wat eieren om de dag te beginnen.
We beginnen lekker op ons gemak vandaag, we moeten nog een beetje in het “motorreis” ritme komen, en de behendigheid met de motoren bepakken weer onder de knie te krijgen. Rond half negen stappen we weer op onze stalen rossen om weer een dag lang over de snelweg te razen. Dus ook vandaag weinig spannends of moois op het programma.
Bij het eerste pompstation gooien we onze tanks vol en pakken nog wat te eten. Ook komt hier het eerste mankement aan één van de motoren naar boven. Er is een knipperlicht gesneuveld bij Maurice.
Op de grens met Hongarije stoppen we nog even voor een tankstop en een vignet voor Hongarije. Het landschap waar we door heen rijden is niks bijzonders, eerder gewoon saai. Maar het wordt wel steeds warmer. Dus het eerste wat ik ga doen is mijn regenvoering uit m’n motorpak ritsen voor wat extra verkoeling. Ondertussen komen we in de buurt van Budapest. En om de één of andere reden geeft mijn navigatie aan dat door Budapest de snelste route is. Dat zou normaal gesproken misschien best kunnen maar vandaag dus niet. De temperatuur meter begint ook richting kort aan 40 graden te komen, lekker zweten dus. Als we dan ons cultureel stukje Budapest hebben gehad stoppen we aan de rand van de stad bij een pompstation, en stappen daar ook maar even bij de McDonald’s binnen.
Na Budapest rijden we verder over de M3 richting Roemenië. Een vrij jonge weg voorzien van een mooie laag asfalt. Maar hoe mooi het asfalt ook is, het weer laat ons ondertussen wel in de steek. In de verte zien we al regenbuien aankomen. En niet veel later plenzen deze ook over ons heen. Ook nu stoppen we weer om te schuilen onder een viaduct. We hebben weinig zin om ons richting het eind van de dag nog even zeiknat te laten regenen. Helaas hebben we geen water bij, dus een stop zonder koffie. Ook besluiten we hier wat we gaan doen met onze route voor vandaag, het geplande eindpunt Sighetu Marmaţiei gaan we vandaag in ieders geval niet halen, dat wordt nachtwerk. In Satu Mare net over de grens gaan we een hotelletje of camping zoeken is het besluit.
Maar als de lucht er weer wat beter uit ziet moeten we eerst nog een eindje de M3 volgen. En raar maar waar, deze weg stopt plotseling vanuit het niets, meer snelweg is er nog niet aangelegd. We moeten via een afslag verder binnendoor richting de grens met Roemenië. Nu we hier binnendoor rijden valt ook meteen op aan alle huizen, wegen, auto’s en mensen dat we al een eindje van onze bekende thuissituatie zitten, we beginnen flink wat tekenen van armoede te zien.
Uiteindelijk staan we iets voor achten aan de grens met Roemenië. Hier krijgen we een korte paspoort check en kunnen dan doorrijden.
Als snel rijden we Satu Mare binnen. Hier zoeken weer eerst een pinautomaat op om wat Roemeense cash uit de muur te trekken. We komen er ook achter dat de tijd in Roemenië een uur vooruit gaat, dus het wordt hoog tijd voor een slaapplek.
Ondertussen dat we in da navi iets opzoeken komt er een jonge Roemeense motorrijder aan. We vragen hem of hij een hotelletje weet met een afgesloten parkeerplaats. We hebben geluk hij wijst ons een paar straten verder naar hotel Armani. We regelen snel een paar kamers, kleden ons vlug om en schuiven aan in het restaurant.
Onze fantasie slaat gelijk op hol als we in het restaurantje zitten. Alles glimt, marmeren vloer, een paar grote kroonluchters aan het dak. Dit moet een dure corrupte maffiatent zijn ofzo. Maar na en blik op de menukaart zijn de prijzen dat absoluut niet. En dus wordt er snel wat te eten en te drinken besteld, dat kunnen we weer goed gebruiken. We hadden gevraagd om wat lokaal eten, en dat viel ons zeker niet tegen, net zoals de flessen Ursus. Hiervan gingen er ook nog een aantal van mee naar de hotelkamers.
Vandaag houden we er iets eerder mee op, na wat drinken op de hotelkamer gaan we gestrekt. Morgen kan de vakantie dan echt beginnen, voorlopig geen grote wegen meer, vanaf nu gaan we genieten!
Dag 3 15 juli
Gereden afstand 442km
De wekker gaat om 6.15, mooie tijden voor op vakantie haha. Na een douche schuiven we aan het ontbijt op het terras van het restaurantje. Na het ontbijt gaan we weer aan de gang om de bagage op de motor te hangen, en dan kunnen we er tegenaan, we hebben er zin in!
We beginnen onze weg over de DN19, deze leid ons langs diverse lang gerekte dorpen kort langs de grens met Ukraine, met de daarbij behorende waarschuwingen dat je de grens niet over mag steken. De tegenstellingen tussen arm en rijk zien in deze omgeving goed te zien. Op de weg van een oude paardenkar tot de nieuwste Jaguars. En ook de huizen, van kleine vervallen gebouwtjes, tot landhuizen. Zoiezo staan er veel grote huizen, maar totaal niet onderhouden.
Bij de eerste benzinepomp gaat het communiceren al met handen en voetenwerk. En we zorgen er voor dat we de motoren zoiezo niet alleen laten. Misschien overbezorgd, maar dat komt toch door alle verhalen die je hoort over deze kant van Europa. Wel vind iedereen het interessant om wat motoren te zien.
De eerste bezienswaardigheid komt op ons pad, het bekende klooster en kerkhof van Săpânța. Hier aangekomen blijkt het klooster volledig in de steigers te staan, en moet er entree betaald worden. Als gierige Nederlands gaan we dat dus niet doen, en aangezien het nog vroeg op de dag is kunnen we ook mooi nog wat kilometers gaan maken.
Dus we gaan snel weer verder. Alhoewel, snel, de hoek om wordt ik eerst door een wesp gestoken in mijn motorpak… even kijken en wrijven en weer verder! Voorlopig rijden we nog een eindje over de DN19, het wegdek is zeer goed te noemen voor de Roemeense begrippen, merken we later. Maar de weg rijd lekker ontspannen, en niets uitdagends, mooi tijd om rond te gapen dus. En de weg rijgt diverse kleine dorpjes aan elkaar in een mooi glooiend landschap. Bij Sighetu Marmaţiei gaan we de DN18 op, tot op heden nog een zeer strakke weg, anders dan we in diverse verslagen hadden meegekregen. Maar iets na het punt dat we dit tegen elkaar zeggen gaat de weg over in een wegdek dat geen wegdek meer te noemen is, welkom in Roemenië!
Maar hoe slecht het wegdek ook is, ik vermaak mijn eigen wel, de Transalp vangt de klappen netjes op en ondertussen wordt je continu getrakteerd op mooie “Roemeense” taferelen op de weg en in dorpjes. Na een eindje rammelen over het slechte wegdek stoppen we op een klein parkeerplaatjes, we zitten ondertussen rond het middag uur en maken hier dus een paar blikken soep warm. Het blik soep is nog niet open, of we worden vergezeld door onze eerste ervaring met een zwerfhond. De hond komt langzaam dichterbij geslopen, maar niet dichtbij genoeg om een probleem te vormen. We hebben in ieders geval redelijk wat waarschuwingen gehad om op te passen voor zwerfhonden, dat ze vooral onvoorspelbaar zijn.
Na het soepje vervolgen we onze weg, via de DN18, komen we uiteindelijk op de DN17B, uiteindelijk richting Bicaz. Beide wegen lopen door een vrij dichtbeboste glooiende omgeving, en als we eenmaal op de DN17B komen, krijgen onze motoren en vullingen weer een beetje rust, het wegdek bekomt er waar wat op. Bij de eerste pomp regelen we met gebaren taal wat te drinken en doen we nog even een boven gemiddeld lange stop, om even bij te komen van de wel erg slechte weg.
Het betere wegdek blijkt vooral alleen in en rondom de dorpjes te liggen, maar goed, alles is beter den de DN18 waar we ondertussen vanaf zijn, offroad zou het tempo nog hoger liggen. Na wat koeien op de weg te fotograferen en met een redelijke snelheid over het niet al te beste wegdek te slingeren (hulde aan de allroad motoren) Slaan we de DN15 op. Deze trakteert ons meteen op mooie uitzichten over het stuwmeer van Bicaz.
Een lekkere stuurweg met mooi asfalt om het meer is waar we ons de komende tijd mee bezig houden, met de daarbij behorende fotostops, ondertussen tikken we ook de eerste 2000km van deze vakantie aan. Om uiteindelijk bij een flinke stuwdam uit te komen. Jammer om te zien dat zo een schitterend mooi meer dan toch redelijk vervuilt is. De eerste meters water over de hele breedte van de dam bestaan uit alleen maar afval. Jaap is de tweede die deze vakantie onder zijn motor gaat liggen omdat hij iets geks hoort, zal wel tussen zijn orden zitten, want Transalps blijven rijden!
Daarna door naar het stadje Bicaz, eerst even een snelle tankstop, en pinnen in het stadje. Hier wordt ik ook meteen geconfronteerd met een bedelend vrouwtje. Ze ziet uiteraard dat ik heb gepind en op een pracht van een motor rijd… Dus daar valt geld te halen. Mijn motor staat een eindje bij Jaap en Maurice vandaan dus ik ben een mooie prooi. Na diverse keren gezegd te hebben dat ik geen geld ga geven blijft ze aan dringen, en dan bemoeien twee oudere Roemeense mannen aan de overkant van de straat zich er ook mee, ze roepen wat onverstaanbare dingen naar de vrouw en uiteindelijk gaat ze er vandoor. De mannen worden bedankt met een goedkeurende blik, en we rijden verder. Na het meer van Bicaz staat nu de kloof van Bicaz, de DN12C, op het programma, beide aangeraden door een neef van mij.
Het meer was mooi, maar de kloof is helemaal indrukwekkend om doorheen te rijden. Twee steile rotswanden aan beide kanten, minimaal tientallen meters hoog, en hier snijd een smalle, soms enkelbaans, weg zich doorheen. Gelukkig zijn we hier eind van de dag zodat het absoluut niet druk is, en we er mooi op ons gemak doorheen kunnen slingeren. Want dit is toch wel een erg mooi stukje weg en omgeving!
Het “target” van vandaag is bereikt. Dus nu is het tijd voor een slaapplek. Het heeft niet heel lang geduurd om te wennen aan de hotelprijzen in het Oostblok, dus ook nu gaan we weer voor een hotel. Het eerste hotel/appartementencomplex waar we stoppen gaat hem niet worden. Een oude tang die 3 woorden Engels spreekt probeert ons een kamer aan te smeren voor een bak geld. Dus op naar de volgende, Hotel Turist. De prijs staat ons aan, deze nacht een 4 persoonskamer, dat schilt nog een paar Euro’s. Even opfrissen en het restaurant in.
Hoe het komt weet ik niet, maar dit is nu al de derde avond dat we in een leeg restaurant zitten. Maar het zal ons een worst wezen, het eten en de drank smaakt er niet minder om en er is weer praat genoeg na een dagje rijden.
Vandaag gaan we rond 22.45 gestrekt, we kunnen het gebruiken, het hakt er toch in zulke dagen.
Laatst bewerkt: