Mz trophy starten zonder accu

de ETS wel meen ik, vanaf de TS [teleskoopvork, die heb ik, 1974] geen vervroeger meer.
Die vervroeger diende om m makkelijker te laten starten, met n late ontsteking.[minder terugslaan]
Bij stationair gaat-ie al naar vroeg, heb ik me laten vertellen.

Ik ben ook wel bnieuwd naar dat aanduwen.
Ga het morgen eens proberen, BIJ WARME MOTOR. t moet wel n kans hebben.

Vroeger wel eens geprobeerd met n NSU MAX, ook 6 Volt. Die had n kleplichter, dat scheelde wel.
Je duwde je n ongeluk, maar het kon wel. Je zag dan eerst het rode acculampje steeds feller branden, totdat de regelaar contact maakte met de rest van het circuit .... et voila... ik bedoel: und siehe da!

Groetjes Wiemer
 
de ETS wel meen ik, vanaf de TS [teleskoopvork, die heb ik, 1974] geen vervroeger meer.
Die vervroeger diende om m makkelijker te laten starten, met n late ontsteking.[minder terugslaan]
Bij stationair gaat-ie al naar vroeg, heb ik me laten vertellen.

Ik ben ook wel bnieuwd naar dat aanduwen.
Ga het morgen eens proberen, BIJ WARME MOTOR. t moet wel n kans hebben.

Vroeger wel eens geprobeerd met n NSU MAX, ook 6 Volt. Die had n kleplichter, dat scheelde wel.
Je duwde je n ongeluk, maar het kon wel. Je zag dan eerst het rode acculampje steeds feller branden, totdat de regelaar contact maakte met de rest van het circuit .... et voila... ik bedoel: und siehe da!

Groetjes Wiemer

De mijne uit '68. Interessant wel dat het bedoeld is voor beter starten. Heb echt een startprobleem hier. ik krijg hem in mijn eentje niet aangeduwd, achterwiel blokkeert. Een kleplichter was idd wel prettig geweest.
 
Een 2takt heeft geen kleppen, dus een kleplichter gaat hem niet worden.
In welke versnelling duw je hem aan? Normaal gesproken heeft een 2 takt niet veel compressie dus duw je hem er gemakkelijk doorheen.
Ik heb een ETZ250 gehad, en die duwde je zonder veel problemen aan.
Groet
Sebas
 
Precies, ik kan zelfs mijn Ducati 2 cilinder 996cc in zijn 2 aanduwen!, ik had een Soes GT550, 3 cilinder 2 takt ook die was met gemak aan te duwen door mijzelf dan moet een 250 2takt ook aan te duwen zijn.
 
Er is een uitvoering van de MZ geweest die zonder accu kon worden aangeduwd. Je moet echter wel spanning hebben om de vonk te laten overslaan. Daarin was van fabriekswege voorzien door een condensator onder de buddyseat. Daarin lag altijd een bepaalde hoeveelheid stroom/spanning opgeslagen die ertoe diende de motor te kunnen aanduwen. Bij een versie zonder die condensator moet je gewoon hard lopen om spanning op te wekken. Suggestie; ga boven aan een heuvel wonen.
In principe (heb ik hier al eens eerder verwoord) draait een tweetakt motor stationair met vervroeging en gaat bij verhogen van het toerental naar een later ontstekingstijdstip. Dit vervroegen gebeurt om het 'rommelige' (mengsmering-)tweetaktmengsel te kunnen ontsteken (pruttel, pruttel, was het nou een deel benzine dat verbrandde of wat olie...?). Hoger in toeren krijg je een meer homogeen mengsel (door stroming) dat zich makkelijker laat ontsteken. Dus kan het ontstekingstijdstip later worden aangestuurd (zijn maar fracties, een paar graden) en loopt de machine mooi regelmatig (vind ik).
 
Een 2takt heeft geen kleppen, dus een kleplichter gaat hem niet worden.
In welke versnelling duw je hem aan? Normaal gesproken heeft een 2 takt niet veel compressie dus duw je hem er gemakkelijk doorheen.
Ik heb een ETZ250 gehad, en die duwde je zonder veel problemen aan.
Groet
Sebas

:) ik bedoel iets om de compressie te verlagen. Aanduwen in zijn 2. Ik weet niet wat ik fout deed. Wellicht was de weg nog vochtig van de laatste regenbui.
Compressie is best hoog, maar ja, ik heb bij de TT ook gezien dat de 50cc t/m de zijspannen gewoon werden aangelopen ;)
 
Mijn ETZ had ook een condensator onder de buddy. (Geen vervoeger overigens). Aanduwen: Motor in zijn 2, koppeling in, stukje rennen, op de buddy springen en direct de koppeling los laten.
Ik heb het nooit geprobeerd met de MZ, een accu kost maar een paar tientjes en dan doet hij het zeker. Met al de corrosie tussen de oude bedrading is het maar de vraag of je met de noodstart een vonk krijgt.
 
Een 2takt heeft geen kleppen, dus een kleplichter gaat hem niet worden.
In welke versnelling duw je hem aan? Normaal gesproken heeft een 2 takt niet veel compressie dus duw je hem er gemakkelijk doorheen.
Ik heb een ETZ250 gehad, en die duwde je zonder veel problemen aan.
Groet
Sebas

een decompressieklep, zoals een vespa ciao.
MIjn kettingzaag heeft die ook eentje omdat je hem anders niet door de compressie krijgt getrokken.
 
In principe (heb ik hier al eens eerder verwoord) draait een tweetakt motor stationair met vervroeging en gaat bij verhogen van het toerental naar een later ontstekingstijdstip. Dit vervroegen gebeurt om het 'rommelige' (mengsmering-)tweetaktmengsel te kunnen ontsteken (pruttel, pruttel, was het nou een deel benzine dat verbrandde of wat olie...?). Hoger in toeren krijg je een meer homogeen mengsel (door stroming) dat zich makkelijker laat ontsteken. Dus kan het ontstekingstijdstip later worden aangestuurd (zijn maar fracties, een paar graden) en loopt de machine mooi regelmatig (vind ik).

Het principe van de vervroeger is toch juist precies andersom? Het woord 'vervroeger' zegt het al, bij hoger toerental komt de vervroeger in actie en wordt het ontstekingstijdstip vervroegt
 
Laatst bewerkt:
Bij de tweetakt wordt-ie dus over het algemeen 'verlaat'. Er zijn dus genoeg (heel veel) tweetaktmotoren die geen aanpassing van het ontstekingstijdstip kennen. En daaruit vloeit dan ook voort dat ze niet al te schoon verbranden.
 
Bij de tweetakt wordt-ie dus over het algemeen 'verlaat'. Er zijn dus genoeg (heel veel) tweetaktmotoren die geen aanpassing van het ontstekingstijdstip kennen. En daaruit vloeit dan ook voort dat ze niet al te schoon verbranden.

Ja sorry hoor, wat je zei klopt gewoon niet. Een vervroeger vervroegt bij oplopend toerental het ontstekingstijdstip. Niet andersom
 
Voor de geïnteresseerden, het hoe en waarom van het (vervroegde) ontstekingstijdstip duidelijk uitgelegd:


Het juiste ontstekingstijdstip: van groot belang

"De ontstekingsinstallatie van een motor zorgt ervoor dat het benzine/luchtmengsel in de cilinders op het juiste moment ontvlamt. Dat wil zeggen precies op het moment dat de zuiger tijdens zijn op en neergaande beweging in de cilinder het bovenste omkeerpunt heeft bereikt en het mengsel op zijn hoogste druk heeft samengeperst (gecomprimeerd).

Een groot probleem is echter dat vanaf het moment van de ontsteking tot aan de volledige verbranding van het mengsel een zekere tijd verstrijkt. Het mengsel „explodeert" namelijk niet met een knal, maar heeft tijd nodig totdat het volledig is verbrand. Het gaat hier om een tijd die men moet meten in duizendsten van seconden, maar waarin de zuiger toch wel een behoorlijke afstand aflegt.

Bij stationair toerental bijvoorbeeld, dus bij zo''n 600 omwentelingen per minuut, legt de zuiger het hele traject van beneden naar boven af in slechts vijfhonderdste seconde. Bij een flinke snelheid, wanneer de motor bijvoorbeeld 6000 omwentelingen per minuut maakt, is de zuiger echter tienmaal zo kort onderweg, dat wil zeggen slechts vijfduizendste seconde.
Begrijpelijk dus dat de ontsteking dan wat vroeger moet komen, opdat de druk van de verbranding steeds een optimale werking op de zuiger houdt.
Hoe hoger het toerental en hoe sneller de zuiger dus op en neer gaat, hoe vroeger de ontsteking moet plaatsvinden, opdat de zuiger niet vóór het moment van verbranding weer naar beneden gaat.


Vervroegen

Om deze vervroeging te bewerkstelligen is de stroomverdeler van de motor voorzien van twee hulpmiddelen die het ontstekingstijdstip constant aan de omstandigheden aanpassen: een centrifugaalvervroeger die werkt op basis van het toerental van de motor en een vacuümvervroeger die de druk in de aanzuigbuis controleert en in overeenstemming met de belastingstoestand het ontstekingstijdstip bijregelt.

De basisafstelling van het ontstekingstijdstip wordt echter bepaald door de stand van het verdelerhuis. Na het losdraaien van een schroef kan het verdelerhuis iets naar links of rechts worden • verdraaid waardoor het ontstekingstijdstip in algemene zin wordt vervroegd of vertraagd. Wanneer men het verdelerhuis verdraait, draaien de centrifugaalvervroeger en de vacuümvervroeger mee, zodat ze op dezelfde manier blijven werken, alleen nu vanuit een nieuwe basispositie.

Dat men af en toe de stand van de stroomverdeler moet controleren en bijregelen vindt zijn oorzaak in de werkingswijze van de conventionele ontstekingsinstallatie. Er zijn bepaalde onderdelen, die door wrijving onderhevig zijn aan slijtage. Hierdoor verschuiven de ontstekingstijdstippen heel geleidelijk en wordt de motor ontregeld.


Gevolgen

Een ontregelde of verkeerd afgestelde ontsteking kan verschillende nadelige gevolgen hebben, bijvoorbeeld in de vorm van geringere prestaties, hoger verbruik, overmatige verhitting van de motor, pingelen (ongecontroleerde verbranding), mogelijk verbranden van kleppen en hogere uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Het is dus belangrijk dat het ontstekingstijdstip regelmatig wordt gecontroleerd en bijgesteld.

Bij auto's met een moderne elektronische ontsteking is dat bijstellen niet meer nodig. Bij een elektronische ontsteking beweegt zich namelijk niets en slijt er dus ook niets. Daardoor blijft het eenmaal ingestelde oatstekingstijdstip veel beter gehandhaafd. Bovendien reageren elektronische'' ontstekingssystemen ook fijngevoeliger op de verschillende bedrijfsomstandigheden.

 
Voor de geïnteresseerden, het hoe en waarom van het (vervroegde) ontstekingstijdstip duidelijk uitgelegd:


Het juiste ontstekingstijdstip: van groot belang

"De ontstekingsinstallatie van een motor zorgt ervoor dat het benzine/luchtmengsel in de cilinders op het juiste moment ontvlamt. Dat wil zeggen precies op het moment dat de zuiger tijdens zijn op en neergaande beweging in de cilinder het bovenste omkeerpunt heeft bereikt en het mengsel op zijn hoogste druk heeft samengeperst (gecomprimeerd).

Een groot probleem is echter dat vanaf het moment van de ontsteking tot aan de volledige verbranding van het mengsel een zekere tijd verstrijkt. Het mengsel „explodeert" namelijk niet met een knal, maar heeft tijd nodig totdat het volledig is verbrand. Het gaat hier om een tijd die men moet meten in duizendsten van seconden, maar waarin de zuiger toch wel een behoorlijke afstand aflegt.

Bij stationair toerental bijvoorbeeld, dus bij zo''n 600 omwentelingen per minuut, legt de zuiger het hele traject van beneden naar boven af in slechts vijfhonderdste seconde. Bij een flinke snelheid, wanneer de motor bijvoorbeeld 6000 omwentelingen per minuut maakt, is de zuiger echter tienmaal zo kort onderweg, dat wil zeggen slechts vijfduizendste seconde.
Begrijpelijk dus dat de ontsteking dan wat vroeger moet komen, opdat de druk van de verbranding steeds een optimale werking op de zuiger houdt.
Hoe hoger het toerental en hoe sneller de zuiger dus op en neer gaat, hoe vroeger de ontsteking moet plaatsvinden, opdat de zuiger niet vóór het moment van verbranding weer naar beneden gaat.


Vervroegen

Om deze vervroeging te bewerkstelligen is de stroomverdeler van de motor voorzien van twee hulpmiddelen die het ontstekingstijdstip constant aan de omstandigheden aanpassen: een centrifugaalvervroeger die werkt op basis van het toerental van de motor en een vacuümvervroeger die de druk in de aanzuigbuis controleert en in overeenstemming met de belastingstoestand het ontstekingstijdstip bijregelt.

De basisafstelling van het ontstekingstijdstip wordt echter bepaald door de stand van het verdelerhuis. Na het losdraaien van een schroef kan het verdelerhuis iets naar links of rechts worden • verdraaid waardoor het ontstekingstijdstip in algemene zin wordt vervroegd of vertraagd. Wanneer men het verdelerhuis verdraait, draaien de centrifugaalvervroeger en de vacuümvervroeger mee, zodat ze op dezelfde manier blijven werken, alleen nu vanuit een nieuwe basispositie.

Dat men af en toe de stand van de stroomverdeler moet controleren en bijregelen vindt zijn oorzaak in de werkingswijze van de conventionele ontstekingsinstallatie. Er zijn bepaalde onderdelen, die door wrijving onderhevig zijn aan slijtage. Hierdoor verschuiven de ontstekingstijdstippen heel geleidelijk en wordt de motor ontregeld.


Gevolgen

Een ontregelde of verkeerd afgestelde ontsteking kan verschillende nadelige gevolgen hebben, bijvoorbeeld in de vorm van geringere prestaties, hoger verbruik, overmatige verhitting van de motor, pingelen (ongecontroleerde verbranding), mogelijk verbranden van kleppen en hogere uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Het is dus belangrijk dat het ontstekingstijdstip regelmatig wordt gecontroleerd en bijgesteld.

Bij auto's met een moderne elektronische ontsteking is dat bijstellen niet meer nodig. Bij een elektronische ontsteking beweegt zich namelijk niets en slijt er dus ook niets. Daardoor blijft het eenmaal ingestelde oatstekingstijdstip veel beter gehandhaafd. Bovendien reageren elektronische'' ontstekingssystemen ook fijngevoeliger op de verschillende bedrijfsomstandigheden.

En dit is dus voor een viertakt motor... Wees zorgvuldig met het uitzoeken van je informatie!
 
En dit is dus voor een viertakt motor... Wees zorgvuldig met het uitzoeken van je informatie!

Je hoeft me niet meer aan te spreken want met mannetjes als jij die maar wat kletsen en vervolgens niet kunnen toegeven dat ze de plank volledig misslaan ben ik heel snel uitgepraat. Gegroet :W
 
Ik ken bijna geen tweetakt bromfietsen of motoren met een mechanische vervroeging bij een stijgend toerental.

Het gegeven voorbeeld was voor een viertakt motor van een auto met mechanische vervroeging en vacuum verlating. Dus eigenlijk niet van toepassing op tweetakt motoren.
 
Ik ken bijna geen tweetakt bromfietsen of motoren met een mechanische vervroeging bij een stijgend toerental.

Het gegeven voorbeeld was voor een viertakt motor van een auto met mechanische vervroeging en vacuum verlating. Dus eigenlijk niet van toepassing op tweetakt motoren.
(Ik ken vrijwel niemand die de Telegraaf leest maar het is toch de meest gelezen krant van Nederland)

In het artikel is het heel algemeen beschreven en geldt precies hetzelfde voor 2takten. (Behalve dan dat een 2takt geen last van verbrande kleppen kan krijgen, duh)

Nogmaals, mijn Mz ES250/2 2takt heeft een centrifugaalvervroeger, die er bij verhoogd toerental voor zorgt dat het ontstekingstijdstip vervroegt wordt. Waarom het nuttig is dat tijdstip bij hogere toerentallen te vervroegen (en niet te verlagen dus) wordt nogal duidelijk uitgelegd in het artikel.
 
Je hoeft me niet meer aan te spreken want met mannetjes als jij die maar wat kletsen en vervolgens niet kunnen toegeven dat ze de plank volledig misslaan ben ik heel snel uitgepraat. Gegroet :W

Wat is dit nu voor lompe reactie meneer de alwetende. Misschien moet je je eerst eens verdiepen in de 2 takt techniek. Zoek eens wat ontstekings curves op van 2 takt met elektronische ontsteking (cdi) Lees eens een boek ( als je tenminste wel geloofd wat daar in staat)
Een oude 2 takt die weinig toeren draait heeft normaal een vast tijdstip. Een cdi zorgt dat de ontsteking wat vroeger is bij stationair om beter te lopen, bij hoge toeren gaat hij wel degelijk verlaten. ( dus eigenlijk naar het normale tijdstip)

De constructie die jouw mz heeft die ken ik niet, daar heb ik het dus ook niet over. Maar als dit alleen is om beter te starten en hij inderdaad vanaf stationair tot volgas hetzelfde ontstekingstijdstip heeft dan heeft dit niks met een ‘normale’ vervroeger zoals bij een 4 takt te maken.
 
Terug
Bovenaan Onderaan