Hans89
Rookie
Omdat ik graag verslagen lees van anderen en ik vermoed dat er zo nog meer mensen zijn die dat mooi vinden en ik het leuk vind om mijn ervaringen te delen, schrijf ik ook maar een verslag.
Nadat ik al een aantal keren wat korte vakanties van maximaal een week heb gemaakt naar diverse bestemmingen, wordt het nu tijd om eens wat langer weg te gaan. Zo begin ik ergens in het voorjaar eens wat info te zoeken over diverse bestemmingen en heb o.a. de Noordkaap, Zuid Spanje/Portugal, Zuid Italië, rondje UK en Ierland en Roemenië op mijn lijstje staan. Ik krijg maar 3 weken vakantie dus daar moet ik ook nog rekening mee houden. Ik ben een paar jaar geleden als eens in Roemenië geweest en dit beviel me erg goed, dit was wel met de auto en dat wil ik dus met de motor eens over doen. Ik kies dus voor Roemenië en de voorbereiding kan beginnen. Ik maak globaal een route die ik wil rijden en zoek uit wat er aan bezienswaardigheden en campings langs de route liggen. De route heen is globaal als volgt, via Duitsland, Tsjechië, Polen, Slowakije, Hongarije en terug via Hongarije, snelweg Oostenrijk en Zwitserland, Frankrijk (Vogezen), Luxemburg, België. In de weken voorafgaand aan de vakantie wordt de CB500 eens grondig nagelopen en voorzien van verse oliën en vloeistoffen en een nieuw setje rubber, voor de rest worden er geen gekke dingen aangetroffen dus dat zit wel snor. In de laatste week zoek ik al mijn kampeerspullen op en leg alles klaar wat ik mee wil nemen. Ik heb 3 tassen achterop en een tanktas voorop. In de toptas komt mijn tent, slaapmat en slaapzak en dan zit deze ook al goed vol. In de rechter zijtas komt alles wat te maken heeft met kamperen, dus een kookset + brander, stoeltje, verloopstekker, toilettas, etc, etc. in de linker zijtas komt kleding, 2 handdoekjes, een setje schoenen en een laptop. In de tanktas komt o.a. een petje, EHBO set, camera en andere spullen die ik bij de hand wil hebben. Gereedschap + banden reparatieset zitten standaard onder mijn zadel. Mijn regenpak komt achterop tussen de spinnetjes aangezien er niks waardelozer is om deze met een bui uit je tas te moeten halen. Ik heb iets meer kleding mee als normaal, maar ik wil in Roemenië sowieso een keer een kerkdienst bezoeken en ga nog op bezoek bij wat mensen, dus daar wil ik dan niet aankomen in een “campingoutfit”. Omdat ik vrijdag en zaterdag nog 2 lange diensten (2 keer een 12 uur dienst) moet draaien, heb ik besloten om pas maandag 1 juli weg te gaan.
Dag 1
Vanochtend lekker op tijd uit bed, zodat ik de laatste spullen nog kon in pakken en de motor gereed maken. Na het ontbijt rond een uurtje of 7 op de motor gestapt en vertrokken richting Duitsland. Het plan is om lekker door te gassen tot de Harz en daar nog lekker te gaan sturen. Tot de Duitse grens kan ik lekker vlot doorrijden, maar in Duitsland begint het feest direct met een wegopbreking. Het gedeelte in Duitsland duurt dan ook bijna 1,5 uur langer als gedacht door wegwerkzaamheden en ongelukken. Het weer is in Nederland niet echt top, maar hoe verder ik Duitsland in rij hoe beter het wordt, mijn trui kan ondertussen uitgetrokken worden. Uiteindelijk om een uurtje of 2 toch in de Harz aangekomen en daar begint het stuurfeest. Ik ben er vanaf Seesen in gegaan en ben richting Halle gereden. De weg varieert van heerlijke doordraaiers met snaarstrak asfalt tot kleine weggetjes waar het gooi en smijtwerk overheerst.
Alleen erg jammer dat er zoveel snelheidscontroles staan, ik wordt 3 keer geflitst maar gelukkig voor mij alle keren vanaf de voorkant, bij de laatste nog gezwaaid. Na een middagje lekker gaan door de Harz besluit ik rond 19 uur dat het mooi is geweest en dat ik een overnachtingplaats ga zoeken. Snel nog wat boodschappen in slaan voor het avond eten en ontbijt en dan maar op zoek naar een overnachtingplaats. Het gebied waar ik nu rij is erg afgelegen en rijd dan ook een onverharde weg in die een heuvel op gaat. Ergens halverwege de heuvel vind ik een mooi plekje waar ik mijn tent en motor mooi uit het zicht weg kan zetten en geniet nog van het uitzicht en het mooie weer. Er ligt voldoende hout in de omgeving dus al snel zit ik na te genieten van deze dag bij een behaaglijk kampvuurtje. Om 22 uur vind ik het wel mooi geweest en duik mijn slaapzak in, maar eerst wordt ik nog wakker gehouden door wat dieren die aan de andere kant van het dal flink lopen te bakkeleien in het bos. Wat het zijn weet ik niet, maar het waren in ieder geval geen muizen.
Dag 2
Na een onrustige nacht wordt ik om 6 uur weer wakker en besluit om mijn spullen weer te gaan pakken. Ik heb erg slecht geslapen ivm dat er 2 keer een onweersbui recht overkwam met bijbehorende wind en regen, ben er zelfs nog een keer uit geweest om te kijken of mijn motor wel stevig stond. ’s Ochtends is het nog erg fris, maar na een paar uur is dit volledig over en is het volop genieten geblazen. Vanaf Halle pak ik de snelweg tot Dresden, dit is namelijk een erg saai stuk met veel industrie en dat is niet mijn favoriete omgeving. Er wordt hier erg hard gereden en voelt gewoon de druk als er weer een grote Audi, Mercedes of BMW voorbij knalt. Bij Dresden verlaat ik de snelweg en volg vanaf daar de Elbe en steek dan bij Hřensko de Tsjechische grens over. Aan de oevers is goed te zien dat het water hier erg hoog heeft gestaan en soms ligt er zelfs nog modder/zand op de weg.
Net voor de grens koop ik nog wat te eten en drinken, dan kan ik nog met euro’s betalen, en wordt dan aangesproken door een Duitse man en wat hij verteld heeft weet ik nog steeds niet. Hij praatte zo rap Duits en met een accent, maar met ja knikken was hij geloof ik al tevreden. Eenmaal de grens over kom je direct in Hřensko en dit is zwaar toeristisch stadje en ik blijf daar ook niet al te lang hangen. In het dorp staat een bordje dat de weg wijst naar een natuurpark en volg deze, deze weg gaat dwars door het Národní park České Švýcarsko en de omgeving is echt top en zeker voor wandelaars de moeite waard. Het wegdek is redelijk maar in veel bochten licht split en dat glijdt heel goed kom ik al snel achter, om die reden gaat het tempo ook flink omlaag. Na deze weg ga ik over de wat meer doorgaande wegen richting Liberec waar ik een korte stop houd om wat te eten. Vanaf mijn stop rijd ik het Reuzengebergte in en na een partij sturen over keurig asfalt, steek ik bij Harrachov de Poolse grens over. In Polen wordt wederom verwelkomd door keurig asfalt wat zo nieuw is dat je het nog ruikt en deze weg is zeer rustig, ik kom over 25 km maar één fietser tegen. In Polen verplaats ik me via de bergen naar het Oosten en wil nog wat kilometers maken, omdat ik morgen Auschwitz wil bezoeken aangezien dit langs de globale route ligt. Rond een uur of 5 rijd ik door een stadje en zie daar een pinautomaat, wat me er aan herinnert dat ik nog zloty’s moet pinnen om eten te kunnen kopen en voor een evt camping. Na het pinnen steek ik de sleutel in het contact en kom erachter dat de motor niks meer doet. De zekeringen gecontroleerd en deze zijn allemaal goed, uiteindelijk beginnen de controle lampjes en het licht wel te branden maar starten ho maar. Na wat rondvragen en bellen kom ik bij een lokale scooter/motor boer terecht en deze wil er wel naar kijken. De beste man spreekt geen woord Engels en ik had ook het idee dat hij niet wist wat hij moest doen. Hij rommelt wat aan met een acculader en een spanningsmeter, maar snapt er niks van.
Uiteindelijk heeft hij een motorzaak gebeld en die waren binnen 20 minuten ter plekke met een busje. Deze man (Adam) en zijn vrouw (Adriana) spraken erg goed Engels en namen de hele buts aan spullen in de bus mee. Adam komt er al snel achter dat de accu niet meer wil laden en sluit een andere accu aan, waarna de motor direct aanslaat. Hij legt uit dat een accu is opgebouwd uit cellen en dat de verbindingen tussen de cellen kapot zijn. Ik herinner met dat ik vandaag een grote put niet kon ontwijken en daar vol doorheen knalde, dit kan volgens Adam de oorzaak zijn en dit blijkt daar vaker voor te komen. Helaas heeft hij mijn maat accu niet op voorraad en besteld direct een nieuwe. Deze zal pas morgenmiddag binnen zijn, dus ik moet een plaats hebben om te overnachten. Nadat zijn vrouw wat rond gebeld heeft, blijken alle hotels vol te zitten of alleen met reserveringen te werken, dus geen hotel. Ze vraagt of ik een tent mee heb en of ik het probleem vind om in de tuin te overnachten, daar heb ik geen enkel probleem mee en zodoende slaap ik voor vannacht in de tuin. Adam heeft ondertussen een pizza voor me besteld die er met smaak in gaat. ’s Avonds nog met Adam gepraat en veel geleerd over Polen met betrekking tot motorrijden. In Polen is motorrijden iets voor de “rijkere” mensen en zodoende zie je hier ook niet veel motorrijders. Ook kopen Polen liever een motor die veel status geeft in plaats van een motor die betrouwbaar is, hij verkoopt o.a. veel Harley Davidson, BMW’s en Ducati’s, terwijl hij deze merken geen kwaliteit vind en klanten komen er ook vaak mee terug met problemen. Ook verteld hij dat zijn motorzaak vooral gericht is op onderhoud en motor performance en hij heeft klanten die vanuit heel Polen komen en zelfs van buitenaf. Hij heeft ook goede contacten met wat leverancier/importeurs in Nederland, omdat veel artikelen via Polen niet verkrijgbaar zijn. Zo komt hij regelmatig bij Hyperpro om nieuwe producten te bekijken en/of om cursussen te volgen en hij gaat ook regelmatig bij fabrikanten/importeurs langs om cursussen te volgen. Zo is hij vorig jaar een week bij Ducati geweest om aan bepaalde modellen te kunnen sleutelen die aan klanten heeft verkocht. Iemand die gewoon hart voor motoren en zijn berijders heeft, jammer genoeg kom je die niet altijd tegen. Rond een uur of 10 stopt Adam ook met werken en besluit ik mijn slaapzak maar eens op te zoeken.
Dag 3
Na een prima nacht in de tuin van de motorzaak wordt ik om 8 uur wakker doordat het hek wordt open gemaakt. Het is Adam die met een aantal werklui aankomt, hij is namelijk een verbouwing aan zijn werkplaats aan het doen, zodat de ruimte beter benut kan worden. De temperatuur is al behaaglijk, zo’n 25 graden en begin de dag in korte broek en t shirt. Binnen kan ik koffie pakken en met wat brood ontbijt ik op een bank die voor de zaak staat. In de buurt is niet zo heel veel te beleven dus ik vermaak me met mijn laptop en wifi van de zaak prima en heb ook erg leuke gesprekken met Adam en Adriana. Rond een uurtje of 12 komt er een busje van een koeriersdienst het terrein op gereden en neemt Adam een boel pakjes in ontvangst, ik hoop dat mijn accu erbij zit. Het is zeker geen straf om daar te zijn, omdat Adam en Adriana erg graag praten over van alles en nog wat, maar ik ben uiteraard gekomen om te rijden. Gelukkig zit mijn accu erbij en na 30 min komt het sein dat ik weer kan rijden, gelukkig eerder als wat er eerst voorspeld was. De motor wordt door Adam nog even nagelopen en krijg de tip om bij thuiskomst naar de nokkenasketting te laten kijken, omdat deze rammelt. Na het betalen hang ik mijn bagage aan de motor en neem afscheid van deze geweldige mensen. Ik krijg nog wat tips mee, omdat er wat wegen in de buurt zijn afgesloten wegens werkzaamheden. Omdat ik toch nog richting Auschwitz wil gaan besluit ik om over de “Autostrade” te gaan, daar moet ik wel tol betalen maar je krijgt als motorrijder 50% korting. Aangekomen bij de snelweg zie ik al dat het een complete chaos is en verteld de medewerker van de tolpoort dat er een file staat van maar liefst 30 km. Er is bij de volgende afslag een ongeluk gebeurd en die afslag ligt 25 km verderop en het staat compleet vast.
Hij geeft de tip om binnendoor te rijden en dan de afslag erna erop te gaan, maar helaas probeert iedereen dit en staat het in de omgeving van de snelweg compleet vast. Omdat mij het niet duidelijk is of ik langs de files/verkeer mag rijden met de motor doe ik dit dan ook niet. Op een gegeven moment komt er een pool op een Harley voorbij en deze wordt even verderop aangehouden door de politie en wordt het mij duidelijk dat het dus niet mag. Na bijna 2 uur bereik ik de afslag en kan mijn weg vervolgen over de snelweg, dit gaat heel wat sneller en het is heerlijk om weer eens het gas open te kunnen draaien en rijwind koeling te hebben, borden langs de weg geven zo’n 35 graden aan. Het loopt ondertussen al tegen 5 uur als ik bij Katowice aan kom en besluit toch maar richting Auschwitz te gaan. Auschwitz bestaat uit 2 kampen namelijk het eerste kamp in de stad zelf en de bekende barakken en gaskamers buiten de stad. Aangekomen bij het eerste blijk je hier tot 18 uur naar binnen te mogen en is het geopend tot 20 uur. Snel de motor op de betaalde en bewaakte parkeerplaats, op het parkeerterrein staan div Italiaanse en Finse motoren en spreek ook nog even meet 2 Finse rijders die op weg zijn naar Zwitserland en Oostenrijk. Ik mag nog net naar binnen toe, maar een audio guide zit er niet in aangezien je deze blijkbaar moet reserveren. In dit deel van Auschwitz bevinden zich een aantal tentoonstellingen en zit ook het museum.
Om 20 uur ben ik precies klaar en de bewaker loopt ook al de sluitronde. Auschwitz I is erg indrukwekkend en kan nu voor mezelf een beeld vormen wat daar allemaal heeft afgespeeld, ik kan dit allemaal benoemen, maar beter is om dit zelf te ervaren. De parkeerplaats zou omgerekend 2 euro kosten en ik zoek het bedrag bij elkaar, maar aangekomen bij de slagboom staat deze open en mag ik gewoon doorrijden. Nu alleen nog een slaapplaats en ik ben tevreden, ik zie dat er in Katowice een camping zit op 25 min rijden en besluit daar heen te gaan, vanaf daar kan ik morgen direct naar het 2e gedeelte van Auschwitz rijden. Aangekomen op deze camping blijkt deze midden in de stad te liggen, naast de snelweg en in de buurt van het vliegveld, dit stond dus niet op de site. Omdat er ook veel muggen actief zijn besluit ik op de camping een appartement te huren die ze daar ook aanbieden. Dit appartement bestaat uit een ruime badkamer + toilet, een keuken, een zithoek en een heerlijk 2 persoonbed met een fantastisch kussen en dat voor nog geen €20. Nog snel even wat eten klaar gemaakt en na een heerlijke douche duik ik het bed in. Na een drukke en warme dag is dit wel heel erg lekker. Ik kijk vanuit het bed nog even TV, maar helaas hebben ze alle Engelstalige films en series in het Pools over gesproken en daar snap ik geen reet van, dus gaat al snel het lampje uit.
Dag 4
Na een heerlijke nacht slapen wordt ik om een uurtje of 7 wakker en maak op het gemak een bak koffie en ontbijt klaar. Het is buiten al 25 graden dus dat gaat nog wat beloven voor de rest van de dag. De receptie is pas om 8 uur open en kan dan pas betalen en de sleutel inleveren. Omdat ik lekker op tijd ben douche ik nog een keer en hang alle bagage aan de motor en aansluitend loop ik naar de receptie en reken af voor deze nacht. Dat stukje lopen naar de receptie zorgt er al voor dat het zweet door mijn bilnaad loopt en dan is het nog maar 8 uur. Ik stel de GPS in op Auschwitz en na 25 min rijden sta ik voor de poort. Omdat ik vroeg ben kan ik zelfs voor de poort parkeren en anders kom je op een parkeerplaats verderop. Wederom kan ik mijn pak + helm achterlaten, aangezien er een beveiliger op nog geen 15 meter van mijn motor af staat en aangeeft er op te letten, prima mensen daar in Polen. Ik doe voor de zekerheid toch maar even de staalkabel door mijn jas, helm en bagage en ga dan naar binnen. Na 1,5 uur binnen te zijn geweest vind ik het wel mooi geweest, in de zon is het gewoon niet lekker meer en heb in 1,5 uur al bijna 2 liter water op.
Ik doneer mijn laatste zloty’s in een collectebus bij de uitgang, aangezien ik nu toch naar Slowakije ga. Na deze indrukwekkende plaats besluit ik om weer naar de bergen te gaan en wil nog wel wat kilometers maken, omdat ik anders helemaal niet in Roemenië ga komen. Ik rijd door een prachtig heuvellandschap en de weg is prima te doen. Ook moet ik wederom constateren dat er in Polen netter wordt gereden als dat iedereen in Nederland roept, er wordt zelfs gewoon rekening met je gehouden. Na een tijdje gestuurd te hebben, kom ik bij het Tatra gebergte terecht, dit gebergte is erg steil en komt als het ware vanuit het niets omhoog, het lijkt net of dat deze ergens zijn opgepakt en hier zijn neergelegd.
Helaas liggen er geen wegen dwars doorheen, dus moet ik het met de wegen doen die erom heen liggen, dat is overigens geen straf om overheen te rijden. Ook merk ik dat het hier weer erg toeristisch wordt, het wordt drukker en overal zitten hotels en campings. Ik steek bij Zakopane de grens over met Slowakije en ben blij dat ik door deze stad heen ben, het is daar één grote toeristen circus. Ik laat Polen achter me en vind dit erg jammer, omdat het gewoon een erg leuk land is waar veel te ontdekken is. In Slowakije zie je direct dat het land armer is als Polen de wegen zijn slechter en hier kom ik direct veel paard en wagens, oude auto’s en zigeunerdorpen tegen. Op dit moment heeft de Slowakije de € en dit brengt weinig goeds mee. De prijzen van bijna alles is verdubbeld en de salarissen zijn hetzelfde gebleven, om die reden leven veel mensen in Slowakije nu onder de armoedegrens. In Slowakije ga ik de snelweg op, omdat ik toch nog wat afstand wil maken en de snelweg is hier een belevenis opzich. Het gebeurd 2 keer dat de snelweg ineens ophoud en je over een 2 baans weg verder gaat, als je op de kaart kijkt zie je ook gewoon dat er op 2 stukken geen snelweg is getekend. Bij de 2e keer ga je zelfs door een stad heen en daar waren ze ook nog eens bezig met de weg, dus was er een omleiding door een andere wijk erachter. Dit is echt apart want al het verkeer inclusief vrachtauto’s dendert dan gewoon door een stadswijk waar de straten niet eens van verhard zijn. Vanuit Slowakije kan ik op 2 manieren naar Roemenië toe, namelijk via Oekraïne of via Hongarije. Via Oekraïne valt helaas af, omdat ik alleen mijn ID kaart mee heb en voor Oekraïne heb je een paspoort nodig. Net voor de grens met Hongarije koop ik nog wat boodschappen, omdat ik hier nog met de euro kan betalen en ik in Hongarije dan niet eerst hoef te pinnen. Ik constateer in de supermarkt dat de prijzen echt hoger zijn als in de omringende landen, hetzelfde geld voor de benzine deze is ook duurder als in de omliggende landen. Eenmaal in Hongarije besluit ik nog even flink door te knallen en om een uurtje of 9 vind ik het genoeg en duik het bos in. Ik verken eerst een stukje te voet en vind een mooi plekje achter een aantal bosjes, het pad is wat modderig maar dat moet wel lukken. Helaas viel anders uit en bleef ik met de motor dus mooi steken in blubber, ik kon de motor zonder standaard recht op laten staan. Na een dik kwartier ploeteren en zweten, het is nog steeds een dikke 25 graden, heb ik de motor los en besluit maar op het pad te kamperen. Daar zet ik alleen mijn binnentent op voor de muggen en na wat te gegeten te hebben duik ik mijn tent in. Ik zit nu vlak voor de grens met Roemenië en zal daar dan morgenochtend overheen gaan, vandaag nog behoorlijk wat kilometers gemaakt.
Dag 5
Na een warme nacht wordt ik rond een uurtje of 6 wakker en hang alle bagage weer aan de motor en besluit ergens langs de weg te ontbijten. Na een 15 min rijden kom ik een mooi plekje tegen en waar ook nog eens een picknicktafel staat. Na het ontbijt is het nog een half uurtje rijden en dan zie ik de grens van Roemenië opdoemen en rijd naar het juiste poortje toe. Daar staat een douaneman zich te vervelen en hij werpt een blik op mijn id, ik hoef mijn helm niet eens af te zetten, en mag ik verder rijden. Het verschil tussen Hongarije en Roemenië is erg groot, de wegen zijn minder, veel oude auto’s, zwerfhonden, veel paard en wagens en de bebouwing is armoederiger en ook staan er veel lifters. Bij de eerste beste Petrom, benzinestations die vignetten verkopen, stop ik om een vignet aan te schaffen omdat dit volgens de ANWB zou moeten. Binnen krijg ik te horen dat motoren gratis zijn en dat ik mijn weg kan vervolgen, dit scheelt me weer €7, die ik later blijkt kan uitgeven aan een complete maaltijd. Bij dit benzinestation zie ik dat de benzine omgerekend ook maar €1,20 kost, dat zie ik graag. Vanaf Satu Mare rijd ik via de DN19 richting de grens van Oekraïne en deze weg ligt daar parallel aan grens. Richting de grens passeer ik een aantal dorpen waar een boel rijke zigeuners wonen, deze bouwen zogenaamde zigeunerpaleizen en dit zijn grote huizen met heel veel opsmuk. Verderop loopt de weg langs een rivier die de grens met Roemenië en Oekraïne vormt, er staan overal bordjes dat je rivier niet mag oversteken.
Vanaf deze weg heb je een schitterend uitzicht op Oekraïne en kom je door dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan. Langs deze weg ligt het dorpje Săpânţa waar een mooie kerk staat met daarbij een bijzonder kerkhof. Op deze begraafplaats is ooit een kunstenaar begonnen met aparte grafzerken te ontwerpen waar een afbeelding opstaat wat iemand in het dagelijkse leven deed en omschrijving van de persoon zijn leven. Aangekomen op deze begraafplaats kom ik een Poolse motorrijder tegen met zijn vriendin en van hem krijg ik nog wat tips mee. Helaas staat de kerk in de steigers, in verband met een renovatie, waardoor de buitenkant niet goed zichtbaar is.
Bij de begraafplaats zit een lokaal barretje en haal daar nog wat te eten wat ik met handen en voeten werk bestel. Daar wordt ik door een klok eraan herinnerd dat het in Roemenië een uur later is als in Nederland en stel mijn horloge + gps goed in, dat wordt dus maar een dag met 23 uur. Na het bezoek aan deze bijzondere plaats ga ik weer verder over de DN19, het is hier gewoonweg genieten geblazen en geniet met volle teugen van de omgeving en de dorpjes, het asfalt is niet zoals we in Nederland zijn gewend maar afgezien van wat slechte stukken is het prima te berijden. Bij Sighetu Marmației gaat de weg over in de DN18 kan ik kiezen uit links of rechts. Op de kaart zie ik dat links naar het noorden loopt en door de bergen gaat en dat rechts naar beneden gaat. Ik kies voor de linkse en ga een fantastische weg in een mooie omgeving.
Na een tijdje kom ik bij een groot toeristisch centrum terecht, waar van alles valt te beleven op het gebied van bergsport. Nu snap ik waarom deze weg zo goed is, na dit centrum wordt het meer gat dan weg. Er staan bordjes die slecht wegdek aangegeven, maar deze kunnen ze beter weg halen want er is weinig sprake van een wegdek. De weg slingert met een boel haarspeldbochten omhoog naar een hoogte van 1400 meter, maar doorrijden zit er niet in. Ik ben constant bezig met slalommen om de putten en moet ook nog rekening houden met koeien en honden en sporadisch verkeer en er trekt er ook nog eens een bui over, dit zorgt ervoor dat je sommige gaten niet eens meer ziet. Ter compensatie is het uitzicht werkelijk schitterend en stop dan ook regelmatig om een foto te maken.
Ik doe uiteindelijk over een stuk van 75 km bijna 3 uur, een erg vermoeiende weg, maar het geeft wel veel voldoening als ik weer goed asfalt op rijd. Later deze week kreeg ik ook te horen dat deze weg is uitgeroepen tot de slechtste Drum Nationale (DN, nationale weg) van Roemenië en dit is volkomen terecht. Uiteindelijk kom ik via de slingerende DN17, een prima weg die in Nederland qua asfalt niet zou misstaan, in Vatra Dornei terecht waar ik mijn tentje en motor op een camping achter laat en de stad in ga. Dit is de 5de grootste stad van Roemenië en het is er erg gezellig. Ik zoek een leuk terrasje uit en na een prima maaltijd en wat drankjes reken ik 31 lei af, wat neer komt op €6,95, heerlijk dit. Vanaf het terras kan ik de mensen goed observeren en moet constateren dat er in deze stad toch een boel mooie dames rondlopen. Als het begint het schemeren loop ik op het gemakje naar de camping en stuur nog een mailtje naar het thuisfront. Deze camping kost maar 2,5 euro en heeft nog gratis internet ook. Ik had gehoopt iets noordelijker te komen en dan wat kloosters te bezoeken, maar door de vertragingen helaas niet gelukt, dit is wel een reden om terug “te moeten” naar dit schitterende land.
Dag 6
Na een goede nacht slapen wordt ik rond half 8 wakker van het zonnetje op mijn tent. Op het gemakje ontbijt ik en wil net de mijn spullen inpakken als de lucht betrekt en het begint te regenen. Snel al mijn spullen in de tent en ga zelf met mijn laptop onder een afdak zitten en wacht af. Na een uurtje is uiteindelijk toch droog geworden en ga ik op pad. Ik ga vandaag naar 2 Nederlanders, Arie en Miriam, die ik ken via de kerk en in Roemenië wonen en werken. Omdat ik daarvoor naar Păsăreni moet besluit ik via Bicaz te rijden, hier zit een mooie kloof waar je doorheen kan rijden. Vanaf Vatra Dornei rijd ik de DN17B op, op de kaart heb ik gezien dat hier veel bochten in zitten en dat voorspelt vaak veel goeds. Deze weg volgt de rivier de Bistria en heeft ook de zelfde grillige loop. Wanneer ik op deze weg rij is het goed te zien dat het al weer zaterdag is, Roemenen gaan in het weekend graag kamperen en dat is te zien aan alle tentjes die naast de rivier staan. De omgeving is erg mooi en het asfalt is niet geschikt om sportief te rijden, maar is prima om over heen te toeren en te genieten. Aan het einde van deze weg ligt Lacul Bicaz (meer van Bicaz) en gaat de weg over in de DN15. Dit is een werkelijk prachtige weg die je om het stuwmeer heen leidt en er zitten ook meerdere mooie uitzichtpunten, waar ik regelmatig een foto neem.
Ondertussen is de temperatuur weer gestegen tot een graadje of 30 en is rijden de beste optie om koel te blijven, het is gelukkig bewolkt dus geen brandende zon. In deze regio zie ik wat meer toeristen en kom ik de eerste Nederlanders tegen in Roemenië. De kwaliteit van de weg is goed en kan ik op sommige stukken de motor even flink laten werken en dat gaat prima. Ook merk ik dat de regio hier wat rijker is aan de nette huizen, goede wegen en dat er veel nieuwe auto’s rondrijden. Na het stuwmeer rijd ik door het stadje Bicaz en besluit hier om niet te stoppen. Hier lopen veel zigeuners en zwervers rond en vertrouw het niet om mijn motor hier te parkeren. Even buiten Bicaz kom ik een aantal Hongaarse motorrijders tegen, maar die spreken helaas geen Engels, dus kan ik geen informatie uitwisselen. Na Bicaz ga ik over de DN12C richting de kloof, op de weg ernaar toe merk dat je dit weer een toeristisch stukje van Roemenië is. Richting de kloof wordt ik nog getrakteerd op een bui en dit is erg lekker, het zorgt voor verkoeling en zorgt er ook voor dat het stof uit de lucht is. In de kloof is het een stuk drukker en ik zie ook de eerste toeristenstalletjes met allerhande lokale dingen en Chinese troep. De kloof is werkelijk waar prachtig om door heen te rijden, alleen de weg laat wel te wensen over, veel gaten en slechte stukken.
Na de kloof heb je nog een pas en als ik omhoog rijd kom ik achter 4 Hongaarse motorrijders terecht waarvan 2 op een Harley. Bij bijna elke bocht hoor je de treeplanken over de weg schuren en het gaat zo snel als dikke stront door een trechter. Inhalen is door de vele bochten en de smalle weg bijna niet mogelijk, maar ik zie gelukkig kans op een kort recht stukje er voorbij te knallen. Eenmaal boven maak ik een paar foto’s en rijd naar beneden, als ik beneden ben zie ik dat de Hongaren pas boven zijn. Na de kloof en pas kom ik in de stad Gheorgheni, een erg rommelig en vies uitziende stad, ik hoor later dat hier veel werklozen wonen en dat was ook goed te zien. De stad ligt zelf op een vlakte en rondom zijn alleen maar bergen te zien, een mooie locatie. Vanaf hier houd ik Târgu Mureș aan, daar ligt het dorpje Păsăreni vlakbij. Ik volg eerst nog een stukje de DN12C, waar ik op het hagelnieuwe asfalt de bandjes nog even goed rond kan rijden. Ergens halverwege verlaat ik deze weg en rijd de laatste 60 km binnendoor. Ik kom nu door dorpjes heen waar ze volgens mij nog nooit een motor hebben gezien, want ik wordt door iedereen nagekeken en er zijn kinderen die angstig weg lopen, ook wordt er veel naar je gezwaaid. De weg is soms niet veel meer als een grindpad, maar valt allemaal nog prima te doen en hier zie ik het echte authentieke Roemenië waar de tijd wederom heeft stil gestaan. In deze dorpjes zijn ook bijna geen auto’s te vinden en als ze er staan is het een oud Renaultje of een Dacia, die naar verluid meestal van de burgemeester, dokter of dominee is. In Păsăreni aangekomen is het verzorgingstehuis waar Arie en Miriam werken makkelijk te vinden. Dit verzorgingstehuis wordt gedeeltelijk gefinancierd door de “Stichting Zeeland helpt Roemenië” en Miriam is hier de manager.
Aangekomen daar krijg ik van één van de medewerkers een briefje dat ze in de speeltuin van Târgu Mureș zijn en als ik zin heb daar ook heen kan komen. Snel mijn bagage binnen gezet en me verplaats naar de speeltuin. Daar aangekomen wordt ik hartelijk begroet door Arie en Miriam en ze hebben daar een samenkomst met Nederlanders die daar in de regio werken/wonen. Van alle Nederlanders in de regio daar zijn er maar 2 die daar niet wonen ivm een werkgroep of vrijwilligerswerk, 1 heeft daar een fabriekje opgezet vanwege de lage lonen en de ander is daar gaan wonen omdat hij met een Roemeense vrouw is getrouwd. Het is erg interessant om te horen over de projecten die daar lopen en wat voor mensen de beweegredenen zijn om daar te werken. Aansluitend gaan we nog eten bij de Mac en ’s avonds hebben we nog een gezellig samenzijn waar ik veel info over de streek en Roemenië krijg te horen die op het internet niet is te vinden. Ik slaap in het kantoor op een matras en dit is een welkome afwisseling na mijn slaapmatje. Ik kijk weer terug op een mooie dag en duik op tijd mijn bed is, want morgen gaan we naar de kerk.
Dag 7
Vandaag is het zondag en dan wil ik niet rijden en combineer dit gelijk met een rustdag. Na het ontbijt ga ik met Arie en Johan, een Nederlander die getrouwd is met een vrouw uit Păsăreni en nu op vakantie is, naar een Hongaarse kerk in Târgu Mureș. Deze dienst wordt gehouden in de burchtkerk en dit is een erg mooie kerk die gefortificeerd is. De dienst is in het Hongaars, maar Johan vertaalt de meeste dingen voor me en ik heb een Nederlandse Bijbel mee. Het is interessant om te zien dat deze diensten heel anders zijn als ik in Nederland gewend ben, na de dienst gaan we op de koffie bij Johan. ’s Middags maak ik een rondje door de omgeving en het dorp, de mensen zijn erg vriendelijk en spreken je ook aan, helaas versta ik er niks van. ’s Avonds wordt er nog naar een Nederlandse kerkdienst geluisterd en hebben we nog een gezellige avond. Een prima dag gehad zo en weer veel bijgeleerd over Roemenië.
Dit is de eerste week, de rest volg nog
Laatst bewerkt: