Nogal wat ritten die ik dit jaar gepland had gingen niet door, om begrijpelijke reden. Dus besloten maar een rit in eigen land te doen, dit keer in de provincie waar ik woon Flevoland. Zullen weer een paar mensen met de ogen gaan draaien, ja veel rechte wegen maar wel strak asfalt, maar ook best een interessante geschiedenis. Ik wist het ook niet toen ik de rit aan het plannen was, dat vindt ik leuk om te doen heb ik me daarin een beetje in verdiept. Flevoland is de jongste provincie maar het begint allemaal met de afsluitdijk. Die wordt in 1932 gesloten. Daarna kan er gepolderd worden. Eerst wordt bij wijze van proef de polder bij Andijk ingepolderd omdat deze bescheiden van omvang is. Mijn route begint bij Lemmer bij het gemaal Buma.
Gemaal Buma ligt aan de zuid rand van Lemmer in de Noordoostpolder. Gemaal Buma is een stoomgemaal en indien nodig kan het opgestart worden, dat kost wel 8 uur om de ketels op temperatuur en dus druk te brengen. In 1936 werd een aanvang gemaakt met de Noordoostpolder. In 1937 werd de aanleg van in totaal 31,5 kilometer dijk aanbesteed. Op 3 oktober 1939 werd de dijk tussen Lemmer en Urk gesloten. Urk was voortaan geen eiland meer. In december 1940 werd de dijk aan de zuidkant van de polder nabij Schokkerhaven gesloten, en kon het droogmalen beginnen. Er werden 3 gemalen gebouwd om de Noordoostpolder droog te malen. De polder is verdeeld In een hoge en een lage afdeling. De hoge afdeling werd bemaald door Gemaal Buma. Gemaal Buma werd op 7 januari 1941 in gebruik genomen. Op 9 september 1942 viel de Noordoostpolder droog. De gemalen pompten ongeveer 1.500 miljoen m3 water uit de polder, waarvan ongeveer 1.000 miljoen m3 door Buma. De lage afdeling werd bemaald door Gemaal Vissering op Urk en gemaal Smeenge nabij Kraggenburg. Gemaal Vissering werd op 2 november 1942 met één machine in gebruik genomen. Het duurde tot 1943 voordat de tweede machine ging bemalen. Na de oorlog zijn de stoommachines vervangen door dieselmotoren. Sinds eind mei 1946 doet Vissering mee als volwaardig gemaal. Gemaal Smeenge werd op 22 april 1941 in gebruik genomen. Doorgaande routes vermijdend rij ik van gemaal Buma via Emmeloord naar gemaal Smeenge. Grappig is dat zojuist op het nieuws was dat Minister Ollongren bekend heeft gemaakt is dat zij voornemens is om Emmeloord te laten groeien tot een stad.
Dit is de markante kloktoren in het centrum van Emmeloord. Bij de inrichting van de polder ging men uit van één centrale plaats (Emmeloord), en stervormige verbindingswegen naar tien kleinere dorpen
Na een korte stop rij ik door naar Schokland is ook een eiland geweest al in 1859 moesten de laatste bewoners van Schokland het eiland vanwege ernstige overstromingen verlaten. Ik stop bij het museum, door corona gesloten, om mijn lunch te maken. Ja, te maken, ik had mijn kookspulletjes meegenomen. Dit keer geen culinaire hoogstandjes maar nasi uit blik met gehaktballetjes in satesaus ook uit blik. @MathijsP had hier in mijn Adventure Cooking series om gevraagd.
Ik wilde eigenlijk een vlog opnemen maar een nadat ik alles opgesteld had ging pal naast mij een stel aan de ander picknick tafel zitten. Ik dacht wat nu, ik moet toch een behoorlijke drempel over om dan ontspannen een vlog op te nemen. Dus terug naar de stomme film, ik heb het wel gefilmd maar niet gevlogt. Ondanks dat het blik kwam was het toch goed te hachelen, dat ik eerlijk gezegd niet verwacht. Toch goed om te weten. Rond twee uur rij ik verder naar Urk.
Toen ik over Urk ging lezen kwam ik zo'n raar verhaal tegen. Op 2 oktober 1939 werd de dijk tussen Lemmer een Urk gesloten. In december 1940 werd de dijk aan de zuidkant van de polder nabij Schokkerhaven gesloten, en kon het droogmalen beginnen. De polder viel officieel droog op 9 september 1942. Nu was naast Urk ook Schokland niet langer een eiland. Het moest uiteindelijk tot 1948 voordat er een weg naar Urk werd aangelegd. De leiding van de Zuiderzeewerken had besloten aan Urk geen prioriteit toe te kennen, men had geen hoge dunk van de Urkers. Van Urk rij ik de Flevopolder in. Eigenlijk moet ik historisch gezien beginnen in maar route technisch is beter eerst de gemalen in Ketelhaven en het Lovink gemaal in Harderwijk te bezoeken. Gelijk over de brug de Oostelijke Flevopolder in neem ik de eerste afslag en ik rechtstreeks de dijk op. Over de dijk eerst naar Ketelhaven waar ik de foto bij gemaal maar oversla, die kun je wel op de film zien. Ik zit mijn rit voort richting Harderwijk waar het gemaal Lovink is. De Flevopolder bestaat uit twee polders die aan elkaar zijn gemaakt. Een de dijk, de Knardijk verdeelt Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. In Oostelijk Flevoland staan ook weer drie gemalen.
Voor de aanleg van de Oostelijke Flevoland was door de oorlog geen geld. Pas wanneer de Verenigde Staten in 1950 via het Marshall-plan geld ter beschikking stelde konnen de werkzaamheden aanvangen.De drooglegging startte in juni 1950. De aanleg van Oostelijk Flevoland begon met het "perceel P" aanleg knardijk(Lelystad Haven). Al spoedig werd het stukje verbrede dijk ook bewoond. Dat is dus mijn volgende bestemming.
Op dit Perceel P ontstond een waar dorp voor de arbeiders. De Dukdalf die je hier ziet is een replica van de Ducdalf die diende als richtpunt voor de aanleg van Perceel P. Op de achtergrond zie je aan de rechterzijde het voormalige gezondheidscentrum, nu een hotel. Links zie je de tweede generatie arbeiderswoningen, de eerste generatie bestond uit houten barakken. Ook daar zijn een aantal van behouden gebleven.
De arbeiders moesten onder andere het gemaal Wortman bouwen. Alle bouwmaterialen moesten per schip worden aangevoerd. Tijdens de strenge winter van 1952 moest voedsel per helikopter worden aangevoerd omdat het IJselmeer was dicht gevroren. In 1953 was de watersnoodramp in Zeeland. Veel arbeiders waren nodig om ingezet worden om de dijken in Zeeland te herstellen. Hierna gingen de werkzaamheden in de Flevopolder weer verder. Op 28 oktober 1954 werd het dijktracé tussen Perceel P en Harderwijk gereed en was 'perceel P' geen eiland meer. De ringdijk ronde Oostelijk Flevoland werd in september 1956 gesloten. Men kon beginnen met droogleggen. In november 1956 begon gemaal Wortman de oostelijke Flevopolder leeg te pompen. Dit gebeurde samen met de gemalen Lovink (Harderwijk) en Colijn (Ketelhaven), binnen negen maanden.
Bij de verkaveling van Oostelijk Flevoland, in 1957, werd uitgegaan van slechts twee dorpen (Biddinghuizen en Swifterbant), een kleine stedelijke gemeenschap (Dronten) en één stad: Lelystad. Meer dorpen zoals in de NOP werden door het toenemende autobezit niet nodig geacht. Verder was de stijgende boerderij-oppervlakte van invloed, evenals de dalende bezettingsgraad. In het oorspronkelijk plan van Dr Ir Lelie zou er naast de Flevopolder nog een polder komen, de Markerwaard. En om dat mogelijk te maken werd de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen aangelegd. Het plan werd echter definitief in 2003 onder hoge maatschappelijk druk verlaten, het markermeer moest blijven als natuur- en recreatiegebied.
In maart 1959 werd begonnen met de aanleg van de zuidoostelijke dijk van de Markerwaard. De Oostvaardersdijk kon voor zowel Zuidelijk Flevoland als de Markerwaard gebruikt worden. Later zou men binnen de polder een tweede dijk aangelegd worden, waarna tussen de dijken een breed kanaal zou komen.. Uiteindelijk koos de regering voor de aanleg van Zuidelijk Flevoland omdat de oppervlakte daarvan veel kleiner was. De regering was uit op bezuinigingen en de aansluiting aan de reeds bestaande dijken van Oostelijk Flevoland was goedkoper dan het realiseren van een geheel op zichzelf staande polder.
Via de Knardijk rij ik Zuidelijk Flevoland in. Dit begint met het natuurgebied Oostvaardersplassen.
De al voltooide Oostvaardersdijk werd de buitendijk van de Flevolandpolders, waardoor de Oostvaardersplassen konden ontstaan. Het Oostvaardersdiep, een diepe zandige plek waar vroeger de schepen van de Vereenigde Oostindische Compagnie voor anker gingen, was in de oorspronkelijke plannen bedoeld als scheepvaartroute naar Amsterdam. Doordat de dijk van de Flevolanden nu noordwestelijker kwam te liggen, werd deze diepte toch ingepolderd. De diepe plekken kwamen als plassen in de polder te liggen.
Het gebied was cultuurtechnisch minder interessant vanwege de lage en dus natte ligging en de weinig vruchtbare zandige bodem. Dit lage deel van Zuidelijk Flevoland was daarom bestemd tot industrieterrein en kassengebied. De aangrenzende drogere gronden waren bestemd voor de landbouw. Doordat hier weinig animo voor was, is het gebied verder niet ontwikkeld en kon op geheel natuurlijk wijze de Oostevaardersplassen ontstaan.
Niet via de Oostvaardersdijk maar via een meer oostelijke weg die dwars door de Oostvaardersplassen loopt rij ik de ondergaande zon tegemoet naar mijn laatste bestemming. Mijn laatste bestemming is het gemaal Blocq van Kuffler.
Op 18 oktober 1967 stelde koningin Juliana het gemaal Blocq van Kuffeler in werking en reeds op 29 mei 1968 viel de polder droog. Van oorsprong is het een gemaal met 4 door dieselmotoren aangedreven pompen (gebouwd door Werkspoor), die in 2008 en 2009 vervangen zijn door elektromotoren. Het gemaal is het jongste gemaal van Flevoland, maar in haar soort één van de grootste ter wereld. Het heeft vier identieke elektromotoren, die gezamenlijk 3,2 miljoen liter water per minuut de polder uitpompen. Het gemaal is geautomatiseerd, zodat het op afstand bediend kan worden vanuit gemaal Wortman in Lelystad.
Terwijl de zon achter de horizon verdwijnt schiet ik de laatste plaatjes van het gemaal. Al met al heb ik een leuke dag gehad en circa 230 km gereden, natuurlijk niet altijd even uitdagend maar met meer historie dan je zou verwachten.
Gemaal Buma ligt aan de zuid rand van Lemmer in de Noordoostpolder. Gemaal Buma is een stoomgemaal en indien nodig kan het opgestart worden, dat kost wel 8 uur om de ketels op temperatuur en dus druk te brengen. In 1936 werd een aanvang gemaakt met de Noordoostpolder. In 1937 werd de aanleg van in totaal 31,5 kilometer dijk aanbesteed. Op 3 oktober 1939 werd de dijk tussen Lemmer en Urk gesloten. Urk was voortaan geen eiland meer. In december 1940 werd de dijk aan de zuidkant van de polder nabij Schokkerhaven gesloten, en kon het droogmalen beginnen. Er werden 3 gemalen gebouwd om de Noordoostpolder droog te malen. De polder is verdeeld In een hoge en een lage afdeling. De hoge afdeling werd bemaald door Gemaal Buma. Gemaal Buma werd op 7 januari 1941 in gebruik genomen. Op 9 september 1942 viel de Noordoostpolder droog. De gemalen pompten ongeveer 1.500 miljoen m3 water uit de polder, waarvan ongeveer 1.000 miljoen m3 door Buma. De lage afdeling werd bemaald door Gemaal Vissering op Urk en gemaal Smeenge nabij Kraggenburg. Gemaal Vissering werd op 2 november 1942 met één machine in gebruik genomen. Het duurde tot 1943 voordat de tweede machine ging bemalen. Na de oorlog zijn de stoommachines vervangen door dieselmotoren. Sinds eind mei 1946 doet Vissering mee als volwaardig gemaal. Gemaal Smeenge werd op 22 april 1941 in gebruik genomen. Doorgaande routes vermijdend rij ik van gemaal Buma via Emmeloord naar gemaal Smeenge. Grappig is dat zojuist op het nieuws was dat Minister Ollongren bekend heeft gemaakt is dat zij voornemens is om Emmeloord te laten groeien tot een stad.
Dit is de markante kloktoren in het centrum van Emmeloord. Bij de inrichting van de polder ging men uit van één centrale plaats (Emmeloord), en stervormige verbindingswegen naar tien kleinere dorpen
Na een korte stop rij ik door naar Schokland is ook een eiland geweest al in 1859 moesten de laatste bewoners van Schokland het eiland vanwege ernstige overstromingen verlaten. Ik stop bij het museum, door corona gesloten, om mijn lunch te maken. Ja, te maken, ik had mijn kookspulletjes meegenomen. Dit keer geen culinaire hoogstandjes maar nasi uit blik met gehaktballetjes in satesaus ook uit blik. @MathijsP had hier in mijn Adventure Cooking series om gevraagd.
Ik wilde eigenlijk een vlog opnemen maar een nadat ik alles opgesteld had ging pal naast mij een stel aan de ander picknick tafel zitten. Ik dacht wat nu, ik moet toch een behoorlijke drempel over om dan ontspannen een vlog op te nemen. Dus terug naar de stomme film, ik heb het wel gefilmd maar niet gevlogt. Ondanks dat het blik kwam was het toch goed te hachelen, dat ik eerlijk gezegd niet verwacht. Toch goed om te weten. Rond twee uur rij ik verder naar Urk.
Toen ik over Urk ging lezen kwam ik zo'n raar verhaal tegen. Op 2 oktober 1939 werd de dijk tussen Lemmer een Urk gesloten. In december 1940 werd de dijk aan de zuidkant van de polder nabij Schokkerhaven gesloten, en kon het droogmalen beginnen. De polder viel officieel droog op 9 september 1942. Nu was naast Urk ook Schokland niet langer een eiland. Het moest uiteindelijk tot 1948 voordat er een weg naar Urk werd aangelegd. De leiding van de Zuiderzeewerken had besloten aan Urk geen prioriteit toe te kennen, men had geen hoge dunk van de Urkers. Van Urk rij ik de Flevopolder in. Eigenlijk moet ik historisch gezien beginnen in maar route technisch is beter eerst de gemalen in Ketelhaven en het Lovink gemaal in Harderwijk te bezoeken. Gelijk over de brug de Oostelijke Flevopolder in neem ik de eerste afslag en ik rechtstreeks de dijk op. Over de dijk eerst naar Ketelhaven waar ik de foto bij gemaal maar oversla, die kun je wel op de film zien. Ik zit mijn rit voort richting Harderwijk waar het gemaal Lovink is. De Flevopolder bestaat uit twee polders die aan elkaar zijn gemaakt. Een de dijk, de Knardijk verdeelt Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. In Oostelijk Flevoland staan ook weer drie gemalen.
Voor de aanleg van de Oostelijke Flevoland was door de oorlog geen geld. Pas wanneer de Verenigde Staten in 1950 via het Marshall-plan geld ter beschikking stelde konnen de werkzaamheden aanvangen.De drooglegging startte in juni 1950. De aanleg van Oostelijk Flevoland begon met het "perceel P" aanleg knardijk(Lelystad Haven). Al spoedig werd het stukje verbrede dijk ook bewoond. Dat is dus mijn volgende bestemming.
Op dit Perceel P ontstond een waar dorp voor de arbeiders. De Dukdalf die je hier ziet is een replica van de Ducdalf die diende als richtpunt voor de aanleg van Perceel P. Op de achtergrond zie je aan de rechterzijde het voormalige gezondheidscentrum, nu een hotel. Links zie je de tweede generatie arbeiderswoningen, de eerste generatie bestond uit houten barakken. Ook daar zijn een aantal van behouden gebleven.
De arbeiders moesten onder andere het gemaal Wortman bouwen. Alle bouwmaterialen moesten per schip worden aangevoerd. Tijdens de strenge winter van 1952 moest voedsel per helikopter worden aangevoerd omdat het IJselmeer was dicht gevroren. In 1953 was de watersnoodramp in Zeeland. Veel arbeiders waren nodig om ingezet worden om de dijken in Zeeland te herstellen. Hierna gingen de werkzaamheden in de Flevopolder weer verder. Op 28 oktober 1954 werd het dijktracé tussen Perceel P en Harderwijk gereed en was 'perceel P' geen eiland meer. De ringdijk ronde Oostelijk Flevoland werd in september 1956 gesloten. Men kon beginnen met droogleggen. In november 1956 begon gemaal Wortman de oostelijke Flevopolder leeg te pompen. Dit gebeurde samen met de gemalen Lovink (Harderwijk) en Colijn (Ketelhaven), binnen negen maanden.
Bij de verkaveling van Oostelijk Flevoland, in 1957, werd uitgegaan van slechts twee dorpen (Biddinghuizen en Swifterbant), een kleine stedelijke gemeenschap (Dronten) en één stad: Lelystad. Meer dorpen zoals in de NOP werden door het toenemende autobezit niet nodig geacht. Verder was de stijgende boerderij-oppervlakte van invloed, evenals de dalende bezettingsgraad. In het oorspronkelijk plan van Dr Ir Lelie zou er naast de Flevopolder nog een polder komen, de Markerwaard. En om dat mogelijk te maken werd de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen aangelegd. Het plan werd echter definitief in 2003 onder hoge maatschappelijk druk verlaten, het markermeer moest blijven als natuur- en recreatiegebied.
In maart 1959 werd begonnen met de aanleg van de zuidoostelijke dijk van de Markerwaard. De Oostvaardersdijk kon voor zowel Zuidelijk Flevoland als de Markerwaard gebruikt worden. Later zou men binnen de polder een tweede dijk aangelegd worden, waarna tussen de dijken een breed kanaal zou komen.. Uiteindelijk koos de regering voor de aanleg van Zuidelijk Flevoland omdat de oppervlakte daarvan veel kleiner was. De regering was uit op bezuinigingen en de aansluiting aan de reeds bestaande dijken van Oostelijk Flevoland was goedkoper dan het realiseren van een geheel op zichzelf staande polder.
Via de Knardijk rij ik Zuidelijk Flevoland in. Dit begint met het natuurgebied Oostvaardersplassen.
De al voltooide Oostvaardersdijk werd de buitendijk van de Flevolandpolders, waardoor de Oostvaardersplassen konden ontstaan. Het Oostvaardersdiep, een diepe zandige plek waar vroeger de schepen van de Vereenigde Oostindische Compagnie voor anker gingen, was in de oorspronkelijke plannen bedoeld als scheepvaartroute naar Amsterdam. Doordat de dijk van de Flevolanden nu noordwestelijker kwam te liggen, werd deze diepte toch ingepolderd. De diepe plekken kwamen als plassen in de polder te liggen.
Het gebied was cultuurtechnisch minder interessant vanwege de lage en dus natte ligging en de weinig vruchtbare zandige bodem. Dit lage deel van Zuidelijk Flevoland was daarom bestemd tot industrieterrein en kassengebied. De aangrenzende drogere gronden waren bestemd voor de landbouw. Doordat hier weinig animo voor was, is het gebied verder niet ontwikkeld en kon op geheel natuurlijk wijze de Oostevaardersplassen ontstaan.
Niet via de Oostvaardersdijk maar via een meer oostelijke weg die dwars door de Oostvaardersplassen loopt rij ik de ondergaande zon tegemoet naar mijn laatste bestemming. Mijn laatste bestemming is het gemaal Blocq van Kuffler.
Op 18 oktober 1967 stelde koningin Juliana het gemaal Blocq van Kuffeler in werking en reeds op 29 mei 1968 viel de polder droog. Van oorsprong is het een gemaal met 4 door dieselmotoren aangedreven pompen (gebouwd door Werkspoor), die in 2008 en 2009 vervangen zijn door elektromotoren. Het gemaal is het jongste gemaal van Flevoland, maar in haar soort één van de grootste ter wereld. Het heeft vier identieke elektromotoren, die gezamenlijk 3,2 miljoen liter water per minuut de polder uitpompen. Het gemaal is geautomatiseerd, zodat het op afstand bediend kan worden vanuit gemaal Wortman in Lelystad.
Terwijl de zon achter de horizon verdwijnt schiet ik de laatste plaatjes van het gemaal. Al met al heb ik een leuke dag gehad en circa 230 km gereden, natuurlijk niet altijd even uitdagend maar met meer historie dan je zou verwachten.
Laatst bewerkt: