Reisverslag 2015: Onverhard door de Alpen

Frazer

Happy Misfit
Donateur
4 apr 2007
10.650
16.214
Koog aan de Zaan
Wederom een verslag uit de oude doos, dit keer uit 2015. Het verslag heb ik destijds al gemaakt, alleen nooit op MF geplaatst. Ik heb alles nog even doorgelezen en hier en daar wat aangepast om het wat beter lopend te maken. Ik las het met gemengde gevoelens, en zo plaats ik het hier ook. Aan de ene kant lijken alle vakantiebestemmingen die we voor dit jaar in ons hoofd hadden verder weg dan ooit, aan de andere kant is het in tijden van crisis juist goed om te denken aan betere tijden en om mooie herinneringen terug te halen. Ik hoop dat ik iedereen ten tijde van deze (soms eenzame) opsluiting in ieder geval nog wat leesplezier kan bieden. Laten we hopen dat alles snel onder controle is, en laten we er in de tussentijd maar het beste van maken!

Dit is een verslag van een tripje naar de Frans/Italiaanse Alpen, waarin ik heb geprobeerd wat mooie onverharde routes te rijden, en ook het Stella Alpina motortreffen heb aangedaan:

Al jaren drong een collega waar ik al vaker motortripjes mee heb gemaakt er op aan om eens met hem mee te gaan naar het Stella Alpina treffen in de Italiaanse Alpen. Het stond ook zeker in de planning om een keer te gaan, maar het kwam er gewoon nooit van. Tot ik het ik het in 2015 maar eens echt op de agenda heb gezet. Ik heb hier al vaker reisverslagen over het Stella Alpina treffen geplaatst, maar dat is van latere jaargangen waarvan ik de verslagen wel eerder geplaatst heb. Niet helemaal chronologisch dus. Voor wie die verslagen nooit heeft gelezen en het treffen niet kent eerst een korte uitleg. Het Stella Alpina treffen is een offroad motortreffen op de Col de Sommeiller nabij het Italiaanse stadje Bardonecchia. Het treffen wordt iedere tweede weekend van juli gehouden op een Alpenweide ongeveer halverwege de Col de Sommeiller, waar het alleen tijdens dit weekend is toegestaan om te wildkamperen. Tijdens het treffen wordt de onverharde Col de Sommeiller, met een hoogte van 3005 meter beklommen. Maar vooral gaat het erom om met gelijkgestemden een gezellig weekend te hebben. Dit keer gaan we met een groepje van 5 man, twee collega's van me, en twee zwagers van een van hun. De rest van de groep gaat alleen voor het treffen en gaat daarna gelijk weer naar huis, ik blijf daar en plak er nog twee weken aan vast.



Vrijdag 10 juli 2015, Dag 1

De aanloop was een beetje stressen, gisteren nog de hele dag gewerkt en in de avond de spullen gepakt, maar de boel is klaar voor vertrek. De wekker gaat om 5 uur, en na een ontbijtje en het opladen van de bagage rij ik om 06:00 uur de straat uit. De weersvoorspelling ziet er goed uit, dus het beloofd een mooie maar lange dag te worden. Omdat iedereen uit een andere regio komt hebben we centraal in het land afgesproken. Als de groep compleet is en we nog een bakkie hebben gedaan rijden we richting de grens. Het plan is om de A2 af te rijden, en vanaf de Belgische grens de snelweg voor gezien te houden. Dat is al een mooi plan, want ik heb een hekel aan snelweg, en ik heb er ook niet echt de motor voor. We zijn allemaal fanatiek motorrijder en er zeker niet vies van om een tijd je in het zadel te zitten. We hebben afgesproken vandaag zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn, dus eigen brood en drinken mee om de stops zo kort mogelijk te houden. Als je in twee dagen binnendoor naar de Italiaanse Alpen wil rijden moet je niet te veel tijd verliezen aan nutteloos tijdverdrijf. Vandaar dus van de eerste dag niet veel foto's.

Piet Paulusma heeft gelijk gekregen, het is een prima dag en al snel wordt het aangenaam warm. Volgens plan verlaten we Nederland en laten na Luik de snelweg achter ons. De rit door België verloopt voorspoedig, we stoppen alleen even om te tanken. Het is lekker rustig op de weg en al snel komt de Franse grens in zicht. Bij Bouillon steken we de grens over en duiken we Frankrijk in. Af en toe een snelle stop voor een broodje en wat drinken, en dan snel weer door. Het tempo ligt behoorlijk hoog, maar niet asociaal. De Fransen houden rekening met motorrijders en gaan helemaal rechts op de rijstrook rijden wat het inhalen erg makkelijk maakt. Hoewel we natuurlijk niet de meest toeristische routes pakken is het toch mooi rijden. We volgen de Route Nationale over Verdun, St. Dizier, Chaumont naar Langres. Deze route schiet goed op, is niet druk, tolvrij en helemaal niet verkeerd om te rijden. De glooiende akkers zijn geel gekleurd door de bloeiende lijnzaad en het zonnetje staat aan de strak blauwe hemel. Zo kan een reisdagje toch best aangenaam zijn. We houden het tempo er in en stoppen alleen voor het hoognodige. Tegen 18:00 uur nog een stopje, waar we besluiten om nog 2 uurtjes door te rijden tot bij Besançon. Net voor Besançon zien we een campingbord staan en besluiten we niet verder te zoeken, het is inmiddels 20:00 uur. Het gaat vooral om een plek voor de nacht, verder hebben we weinig eisen. We zetten snel de tentjes op en maken wat te eten. Snelle kant en klaar pasta in kokend water, functionaliteit gaat voor smaak vandaag. We hebben er een lange dag opzitten, mijn teller staat op 850 kilometer waarvan 600 binnendoor. Tegen 22:00 uur begint iedereen in te storten. Nog even onder het gemalen water, en dan is het mooi geweest voor vandaag.

DSC03384.JPG




Zaterdag 11 juli 2015, dag 2

In het campingwinkeltje kunnen we lekker vers stokbrood krijgen, en een stevige bak koffie uit de bialetti maakt het ontbijt compleet. Om half 10 laten we de camping weer achter ons en vertrekken we voor de tweede dag doorhalen. We kunnen het iets rustiger aan doen vandaag, maar hebben alsnog wel een dikke 400 kilometer voor de boeg. Het weer laat zich wederom van zijn beste kant zien en al snel loopt de temperatuur tegen de 30 graden. Een leuk stuk door de Jura, en daarna een wat saaier stuk naar Annecy. Dan naderen we de Alpen en wordt het pas echt leuk, maar eerst banen we ons zwetend een weg door het drukke centrum van Annecy. Even buiten de stad stoppen we bij de jachthaven voor snelle duik in het meer. Dat is het voordeel van de motor, daarmee steek je zo tussen de paaltjes door en parkeer je strak langs het meer, hoef je met de auto niet te proberen daar. Snel het motorpak omruilen voor de zwembroek. Het asfalt is zo heet aan je voeten dat het een soort tapdance naar de waterkant wordt. Een heerlijke duik met uitzicht op de prachtige bergen, dit is echt genieten!

DSC03387.JPG



Hoewel je het hier aan het water met deze temperaturen wel een paar uurtjes kunt uithouden gunnen we ons niet te veel tijd, we hebben een doel te bereiken vandaag. Al voordat ik goed en wel mijn motorpak weer aan heb ben ik de frisse duik alweer vergeten, wat is het warm! We volgen onze weg langs het meer en stoppen bij een supermarkt in Doussard. We halen vers stokbrood, wat worst en Franse kaas en lunchen in de schaduw op de parkeerplaats. We slaan gelijk eten voor vanavond en morgen in, want ons einddoel van vandaag is het Stella Alpina basecamp, en daar is helemaal niks te krijgen.

Omwille van de tijd kiezen we voor iets meer doorgaande wegen, de snelheid ligt in de bergen nou eenmaal niet zo hoog. We hebben nog een goeie 200km te gaan en het is al halverwege de middag. De Col de Madeleine moet maar even wachten tot de terugweg. In Saint-Jean-de-Maurienne maken we toch even een korte stop voor een koude cola, want je moet wel blijven drinken bij deze temperaturen. Op het toilet vul ik nog even mijn waterflesjes bij, want we moeten nog wel een stukje. Dan steken we even de koppen bij elkaar voor het vervolg van de route. Pakken we de snelle en korte route via de Frejustunnel, of de veel mooiere maar lange route via de Col du Mont Cenis? De laatste optie houdt in dat we nog zeker 2 uur aan het sturen zijn, en het is alweer 5 uur geweest. Maar we komen om te rijden, dus de keus is snel gemaakt. Bovendien is de Frejustunnel een redelijke aanslag op je vakantiebudget.

Het stuk naar Modane is niet de meest fraaie route in deze regio, veel industrie en het lijkt er altijd wel bloedheet te zijn. Daarna wordt het gelukkig mooier, tot we bij Lanslebourg richting de Col du Mont Cenis gaan en de pret pas echt kan beginnen. Ik laat de groep even achter me om op mijn eigen tempo lekker naar boven te rijden, ik kan voor het laatste deel van de dag wel weer wat adrenaline gebruiken. Ik rij nog een stukje op met een groep Italianen op (uiteraard) Ducati’s die het tempo er ook lekker in hebben, maar hoe zeer mijn dappere eencilinder ook zijn best doet, hij is natuurlijk geen partij.

Op de pashoogte wacht ik de groep weer op, en maken we ons op voor het laatste uurtje van vandaag. Op de afdaling steken we de Italiaanse grens over, we komen in de buurt van onze eindbestemming. Vanaf Susa nog ongeveer een half uurtje tot Bardonecchia. Het is inmiddels 19:00 uur, als we na twee volle dagen sturen aankomen in Bardonecchia, het laatste stukje beschaving voor de klim naar de Sommeiller. Het stikt er van de stoffige allroads, we zijn duidelijk op de goede weg.

De klim naar boven is tot aan het gehucht Rochemolles nog geasfalteerd, maar wordt daarna snel slechter tot het asfalt uiteindelijk helemaal verdwijnt. Een groot aantal motoren, quads en 4x4's is ons al voorgegaan, en door de droogte is het een grote stofwolk. De nodige motoren halen ons nog in of komen tegemoet, de een wat rustiger dan de ander. Al snel is alles bedekt onder een dikke laag stof, en zijn de verschillende kleuren op mijn motor en pak nauwelijks nog van elkaar te onderscheiden. Heerlijk, daar komen we voor! Na een klein half uurtje bereiken we via doorwading van het riviertje het basecamp van het Stella Alpina treffen! Honderden tentjes staan verspreid op de alpenweide en rook kringelt overal van de kampvuurtjes en bbq's omhoog. Overal staan motoren, voornamelijk BMW en KTM, van allroads, enduro's en zijspannen, tot Harleys, een Goldwing en zelfs een enkele supersport, waaronder R1Sjaak. Alle motoren in dezelfde kleur, stofgrijs. Ik vind het nu al te gek! Onze euforie wordt al snel even overstemd doordat er naast het basecamp een reddingshelikopter boven een gecrashte motor hangt. De motor ligt een paar meter onder het pad tegen de bergwand en het is duidelijk dat hij daar niet uit vrije wil gekomen is. Het zet me gelijk op scherp, een ongeluk schuilt in een klein hoekje of achter een grote rots. Wat er precies gebeurd is weet ik niet, maar ik hoop dat de bestuurder het goed maakt....

DSC03394.JPG


Omdat we vrij laat aankomen is staat het al aardig vol en is het moeilijk om een vlakke plek te vinden. Dat lukt tot op zekere hoogte en we zetten snel de tentjes op, het is inmiddels 20:00 uur. De bbq gaat aan, vlees op het rooster en de biertjes gaan open. Het is nu al een top ervaring. Afgezien van een waterkraan is hier in het basecamp niets, geen stroom, geen toiletten, laat staan een douche. Zodra het donker wordt is het dus ook echt donker, het enige licht komt van de kampvuurtjes en een enkele zaklamp. Bbq’en bij het licht van een hoofdlamp, het is weer eens wat anders. Een paar diehards wagen zich bij het licht van de koplamp zelfs nu nog de berg op! Het was weer een lange, en door de hitte vermoeiende dag vandaag, dus de rest van de groep kruipt op tijd in bed. Ik zit nog even te genieten van een schitterende heldere sterrenhemel. Ik heb al op heel wat plekken mijn tentje opgezet, maar dit is toch wel een hele bijzondere.

DSC03396.JPG


DSC03399.JPG




Zondag 12 juli 2015, dag 3


Ik heb wel eens beter geslapen, met name veroorzaakt door mijn kampeerplek die toch iets minder vlak bleek dan ik in de eerste instantie dacht. Gisteravond nog beide koffers van mijn motor gehaald en aan mijn voeteneind gezet om te voorkomen dat ik naar beneden zou schuiven. Het was wel stil vannacht, dat had ik niet verwacht van een evenement waar honderden motorrijders op af komen. Blijkbaar zijn offroaders erg brave mensen. Het is best fris, maar we zitten dan ook op ruim 2100 meter. Ik rits mijn tent open en ben even sprakeloos, sjezus wat is het hier mooi. De zon schijnt op de omliggende bergen, de koeienbellen klinken achter me en verderop klettert een waterval naar beneden. Gister wist ik het al, maar het wordt weer bevestigd, dit is een hele bijzondere kampeerplek.

DSC03406.JPG


Ik ga me even opfrissen bij een waterbron waarvan ik me heb laten vertellen dat het drinkbaar is, dus daar ga ik dan maar vanuit. Kan waarschijnlijk weinig kwaad zo hoog op de berg. We doen het rustig aan, ontbijtje, bak koffie, en nog maar een bak koffie. Tijdens het treffen beklimt iedereen de onverharde Col du Sommeiller, en velen beginnen al vroeg om een beetje op tijd weer te kunnen vertrekken. Wij wachten nog even af, we hebben alle tijd. Na twee dagen volle bak kilometers maken is het ook wel lekker om even rustig aan te doen.

Rond een uur of 10 maken we ons ook klaar om omhoog te gaan. De tentjes laten we nog even staan, die halen we straks wel op. Terwijl wij de klim aanvangen komen de vroege vogels alweer naar beneden. Het eerste stukje nog even rustig aan, motor even opwarmen en de route een beetje inschatten. Het valt op zich mee met de drukte. Langzame deelnemers zijn vrij eenvoudig in te halen en iedereen houdt rekening met elkaar. Wij rijden ons eigen tempo omhoog, want niet iedereen heeft even veel ervaring. Voor mij is het onverhard rijden niks nieuws, maar de omgeving is te mooi om in hoog tempo doorheen te raggen. Wat is dit een top ervaring zeg, prachtige omgeving, mooie paden en rivierdoorwadingen. Het kan nu al niet meer stuk! Ik geniet van elke meter die onder de banden doorgaat. Technisch is het pad niet echt moeilijk, met dank aan het goede weer van de laatste dagen. Na ruim een half uur komen we de eerste sneeuw tegen. Hier staat een auto van de organisatie waar aandenkens worden verkocht. De stickers en badges zijn helaas al op, dus het wordt een t-shirt. Het is de 50ste editie van het treffen, dus ik heb gelijk een collectors item te pakken. We lopen nog even rond en maken een praatje met wat andere Nederlanders die we tegenkomen. Vanaf dit punt liggen delen van het pad nog bedekt met sneeuw en wordt het wat lastiger. Veel rijders houden het hier voor gezien en gaan weer naar beneden. De rest van ons groepje vind het ook mooi geweest, maar ik ga voor de top. Het is goed te doen, al wordt het door de sneeuw en smeltwater soms wat gladder. Er zijn nog genoeg rijders die doorgaan, dus ik ben zeker niet de enige. Door de sneeuw zijn delen van het pad niet begaanbaar en zijn er wat alternatieve routes gemaakt. Af en toe moet ik even wachten tot de tegenliggers voorbij zijn, maar het gaat allemaal erg beheerst. Iedereen helpt elkaar als er even iemand vast staat in de sneeuw. Na een klim van totaal ongeveer een uur vanaf het basecamp is de beloning daar, de top, de Col du Sommeiller op 3009 meter!

DSC03416.JPG


DSC03429.JPG




DSC03435.JPG


Wat een topervaring! Prachtig uitzicht, met een bergmeertje en de spierwitte sneeuw tegen de strak blauwe hemel. Ik kijk even rond en geniet, en maak nog een praatje met wat andere Nederlanders die gedeeltelijk dezelfde trip als ik in het vooruitzicht hebben. Eigenlijk zou ik op deze plek wel uren kunnen blijven zitten, maar ik zal toch weer naar beneden moeten. Het eerste stuk langs de sneeuw nog even opletten, maar daarna kan er wat meer gas op. Het is aanzienlijk rustiger dan op de heenweg, dus al snel zit het tempo er lekker in. Langzaam komt het basecamp weer in zicht en is duidelijk dat een hoop rijders al zijn ingepakt en vertrokken. Wij praten nog even na, delen onze ervaringen en pakken dan ook de tentjes op. Rond 14:00 uur laten we het basecamp achter ons en zetten weer koers richting Bardonecchia. Het is nog stoffiger dan gisteren, en ik moet de afstand op mijn voorganger vergroten omdat ik door de stofwolken gewoon niks meer zie. Als een soort grijze spoken bereiken we de bewoonde wereld.

Het zit er op, de Stella Alpina die al jaren op mijn lijstje stond. Twee dagen volle bak rijden, en amper een halve dag later vertrekken we alweer. Was het het waard? Absoluut, zonder twijfel. Natuurlijk kan je de pas ook buiten het evenement om berijden, maar dat is toch anders. Nu mag je kamperen, ben je met honderden gelijkgestemden en dat zorgt voor een sfeer die je niet snel ergens anders tegenkomt. Als off/allroad liefhebber moet je dit gewoon een keer meegemaakt hebben. Ik weet wel dat ik het volgend jaar anders ga doen, wat meer tijd nemen om het treffen echt te ervaren. Dit keer werd het al snel na onze aankomst donker, en de volgende ochtend vertrekken de meesten alweer. Een beetje rondkijken zit er dus eigenlijk niet eens in zo. Volgende keer dus een dagje langer.

In Bardonecchia zoeken we een terrasje op om wat te eten, en we zijn duidelijk niet de enige. Je struikelt werkelijk over de motoren en hun stoffige berijders. Voor één weekend per jaar is dit gewoon allroad walhalla. Na het eten zeggen we elkaar gedag, en nemen we afscheid... De rest van mijn groepje gaat namelijk weer in een paar dagen huiswaarts, ik heb nog 2 weken vakantie. We rijden achter elkaar het dorp uit, maar dan ga ik een andere kant op en zie ik de groep uit beeld verdwijnen. Het is even wennen om weer alleen te zijn. Ik heb er geen moeite mee om alleen op vakantie te zijn, maar na een paar dagen intensief met elkaar te zijn opgetrokken voel je je toch een beetje leeg als je alleen overblijft.

De campings rondom Bardonecchia laat ik even links liggen, die zien er niet zo geweldig uit. Ik selecteer de dichtstbijzijnde camping op de Garmin en rij die kant op. Ik kom uit op een camping net over de grens in Frankrijk. Het is pas 16:00 uur als ik de tent heb staan, dus ik besluit nog maar even op de motor te klimmen. Ik rij eerst even naar het dichtstbijzijnde tankstation in Briançon om de tank vol te gooien. Op de kaart zie ik een onverharde klim via de Col de Granon naar het verlaten Fort de l'Olive lopen, dus die kan er ook nog wel bij voor vandaag. Na een klein uurtje over een prachtig pad bereik ik het fort. Het loopt dood, dus ik moet hetzelfde stuk weer terug maar dat is zeker geen straf. Terug op de camping is het inmiddels al half 9, maar gelukkig heb ik nog zak vriesdroogvoer liggen. Na het eten werk ik via wifi alle contacten weer even bij, en na een douche is het tijd om mijn bed op te zoeken.

DSC03442.JPG



 
Maandag 13 juli 2015, dag 4

Vandaag een drukke dag, dus ik sta op tijd op. De lokale buurtsuper is op loopafstand, dus ik start de dag met verse croissants en koffie. Op het programma staan de Monte Jafferau, Colle del Finestre en de Strada dell' Assietta. Ik maak een rondje en keer vanavond weer op de camping terug, dus ik rij lekker zonder bagage. Ik zet eerst weer koers terug naar Bardonecchia, waar ik in de supermarkt nog wat extra drinken haal. Het is nu al bloedheet dus dat is geen overbodige luxe. Een blikje fris gaat meteen naar binnen, twee flesjes water gaan mee voor onderweg.

Via Salbertrand ga ik de onverharde weg naar de Monte Jafferau op. De route staat al in de gps dus is snel gevonden. De weg omhoog is niet al te moeilijk en het is weer genieten van de uitzichten. Een Zwitser op een GS komt me tegemoet en wenkt me naar hem toe. Ik stop en hij legt uit dat je niet verder kan omdat de tunnel is afgesloten. Ik besluit het toch te proberen, maar al snel loop ik inderdaad vast op de afgesloten tunnel. Even kom ik in de verleiding om over de rotsen voorbij de versperring proberen te komen, maar daar zie ik vanaf. Het is niet voor niks afgesloten.

DSC03457.JPG


DSC03459.JPG


Er zit niks anders op dan omkeren en terug te rijden, al kost het me wel een hoop tijd. Via Bardonecchia is de Jafferau ook te bereiken, dus ik ga weer terug naar waar ik vandaan kom. Het kost me even wat zoekwerk, maar dan heb ik de juiste route gevonden. Ik kom de Zwitser weer tegen en hij vertelt me dat er 2 mogelijkheden zijn om naar de top te komen. Via de steile route over de skihelling, of via een langer maar makkelijker pad. Hij gaat voor de laatste optie, ik kies voor de eerste. De route omhoog is steil! Later lees ik in een boekje dat er hellingen van 25% tussen zitten, en dat alles onverhard. De achterband heeft moeite om grip te krijgen en het is flink werken om de Ténéré boven te krijgen. Door de steile klim ben ik wel relatief snel boven en bereik het verlaten fort op 2805 meter. Wat een kick en wat een uitzicht! Ik heb echt het gevoel op de top van de wereld te staan! Na een lunchpauze zet ik aan de andere kant van de Jafferau de daling weer in. Ik kom wat andere motoren en 4x4's tegen, waaronder ook weer de Zwitser. Halverwege kan ik in der verte de geblokkeerde tunnel zien, deze kant is nog slechter dus ik ben blij dat ik de gok niet heb genomen. De afdaling is relatief makkelijk, dus ik rij relaxt weer naar beneden.

DSC03460.JPG


DSC03461.JPG




Vanaf Bardonecchia ga ik richting Susa, naar de Col de Finestre. Eerst de tank nog even volgooien en de watervoorraad weer aanvullen voor ik op pad ga. Door het omrijden van vanmorgen heb ik behoorlijk wat tijd verloren, dus het loopt al aardig richting het eind van de middag als ik de Finestre op ga. Eerst een serie krappe haarspeldbochten, daarna wordt het onverhard. Ik kom wat andere motoren tegen, maar allemaal komen ze omlaag. De gravelweg naar de top is vrij simpel, vlak en rustig, dus ik voer het tempo wat op. Met een grijns van oor tot oor bereik ik de pashoogte, wat is het hier genieten! Op de top van de Finestre begint gelijk de Strada dell' Assietta. Een onverharde bergweg van 35 kilometer die grotendeels over de bergkam loopt en bijna nergens onder de 2000 meter komt. Het is al 18:00 uur als ik eraan begin, maar het is mooi weer, de tank zit vol en de watervoorraad is op peil, dus het kan nog wel.

DSC03478.JPG


DSC03476.JPG


Vanwege het tijdstip kom ik op 2 motorrijders na helemaal niemand tegen en ik waan me alleen op de wereld. De route is geweldig en de uitzichten zijn na elke bocht weer anders. Ik geniet met volle teugen! Regelmatig een fotostop, maar ik wil het ook niet te laat maken want in de bergen weet je het nooit. Tegen het eind van de route begint de vermoeidheid toe te slaan, de hele dag staan op de motor begint zijn tol te eisen. Moe maar zeer voldaan kom ik bij Sestriere weer op de verharde weg uit, waarna er nog een uurtje terug naar de camping voor me liggen. In Briançon kies ik voor de grote gele M, want het is al laat en ik heb weinig zin om nog te koken. Terug op de camping loop ik even de motor na, maar die heeft zich prima gehouden!

DSC03482.JPG


DSC03487.JPG


 
Supervet... heb alleen effe de plaatjes gekeken... veel bekends... Maar ga 'm zeker lezen als ik meer tijd heb.
Alwel toegevoegd aan het verzameltopic!
 
Ik ook klaar met lezen, ook de filmpjes zijn leuk , heb weer zin om op pad te gaan, alleen hou ik het bij asfalt.
Ik kijk uit naar de rest van je verhaal.
 
Dinsdag 14 juli 2015, dag 5

Het is vandaag 14 juli, een nationale feestdag in Frankrijk. Daar had ik uiteraard niet aan gedacht, maar gelukkig is de buurtsuper gewoon open. Naast uiteraard de verse croissants neem ik gelijk wat blikvoer voor vanavond mee, want ik heb geen idee of de winkels later vandaag nog open zijn. Na een ontbijtje in de Franse zon maak ik me klaar om te vertrekken. Het beladen van de motor is de eerste paar vakantiedagen altijd een beetje puzzelen, maar dat went meestal snel genoeg. Vandaag even geen onverhard, dat komt morgen wel weer. De weg naar Briançon ken ik onderhand wel, maar vanaf daar ga ik richting de Col D’Izoard. Hoewel ik hier al vaak in de omgeving ben geweest viel de Izoard altijd net buiten de route en heb ik hem nog nooit gereden. Daar gaat vandaag verandering in komen. Op de top maak ik wat foto's, scoor een sticker voor op de koffer en ga dan weer voor de afdaling. Via Guillestre volg ik het riviertje de Durance naar Embrun. Het hoogseizoen is in volle gang dus het is een drukte van belang, op de weg en op het water. Vanaf Embrun maak ik een rondje om het Lac de Serre Ponçon. Het is druk met motorrijders en vakantieverkeer, maar het blijft mooi rijden hier. Bij een bankje langs het meer stop ik voor de lunchpauze, stokbrood natuurlijk, ik ben tenslotte in Frankrijk. Even verderop kom ik langs een zwemstrandje waar ik ook even een tussenstop maak. Het is erg warm en er zijn hier overal genoeg meren en riviertjes, dus mijn zwembroek heb ik snel voor het grijpen deze dagen.

DSC03490.JPG


DSC03492.JPG


Je kunt hier vanwege de steile oevers lang niet overal bij het water komen, dus op de plekken waar het wel kan ben ik bepaald niet de enige. Na een drukke maar frisse duik in het meer kleed ik me weer om stap weer op. Ik maak de ronde om het meer af en ga richting Barcelonnette. Het is bekende omgeving voor mij, maar het blijft altijd leuk om hier te rijden. Langs het riviertje de l'Ubaye maak ik nog even een stop. Ik heb alle tijd vandaag, het is veel te warm om me druk te maken en het is vakantie, dus waarom niet even relaxen. Mijn zwembroek hangt toch nog achterop gebonden, dus al snel lig ik weer in het water.

Echt zwemmen lukt in zo'n riviertje niet, maar de verfrissing is erg welkom. Na weer te zijn opgedroogd stap ik weer op en ga richting Jausiers om een camping te zoeken. De camping midden in het dorp staat me niet zo aan, dus ik kies de volgende op de Garmin. Met dank aan het POI-campingbestand van Archies campings hoef ik niet lang te zoeken. De camping die ik even verderop in La Condamine-Chatelard heb geselecteerd ziet er bij aankomst wel heel rustig uit, en dat wordt bevestigd door het bord “Ferme” op het hek. Wederom selecteer ik de volgende camping en kom uit in Saint-Paul-sur-Ubaye, aan de voet van de Col de Vars. Gelukkig is deze wel open en heeft genoeg ruimte, dus ik zoek een mooi plekje in de half-schaduw. Na het opzetten van de tent was ik op de hand eerst even wat kleding uit en hang het in de zon te drogen. Ik zit op loopafstand van het dorpje, dus ik loop even naar de buurtsuper die zowaar open is. Het assortiment bestaat uit niet meer dan wat basis artikelen, maar veel heb ik ook niet nodig. Even wat verse groenten ter aanvulling op het blikvoer. Op de camping flans ik even een simpele pasta in elkaar. Veel mensen zouden kiezen om uit eten te gaan, maar voor mij is een beetje primitief kokkerellen ook een deel van de vakantie. Na wat rondhangen op de camping en een boekje lezen zoek ik mijn bed op, morgen laat ik de tent wederom staan, en staat de Parpaillontunnel op het programma, ik ben benieuwd!

DSC03498.JPG


DSC03534.JPG




Woensdag 15 juli 2015, dag 6

Na een wandelingetje naar de buurtsuper voor wat verse broodjes ga ik op tijd op pad. De bagage blijft weer lekker op de camping. Gisteren heb ik niet aan gedacht om de motor af te tanken, en dat kost me nu even wat tijd. Ik wil vanaf de camping al snel het onverhard op, dus op de route ga ik sowieso geen pomp tegenkomen. Het dichtstbijzijnde tankstation ligt op 18 kilometer afstand, op de Col de Vars. Geen straf om die even op- en af te rijden, het kost alleen wat tijd.

Ruim 40 minuten later passeer ik opnieuw de camping, maar deze keer met volle tank. In La Condamine-Chatelard pak ik de weg naar de Parpaillon op. Na nog geen kilometer onverhard stuit ik op een gesloten slagboom en een dranghek. Aan het hek hangt een papier waar ik met mijn gebrekkige Franstalige capaciteiten nog net uit begrijp dat de weg wegens werkzaamheden is afgesloten van 6 t/m 10 juli. Het is nu de 15e. Of de werkzaamheden zijn uitgelopen, of ze hebben de borden gewoon niet weggehaald. Zo makkelijk laat ik me niet afschrikken, de slagboom is niet op slot en het hek kan ik opzij schuiven dus ik ga het toch proberen. Voor de zekerheid maak ik met mijn telefoon even een foto van de brief die aan het hek hangt. Met in mijn achterhoofd de gedachte dat ik misschien wel ergens een opbreking tegen ga komen rij ik toch naar boven.

De weg omhoog is werkelijk schitterend. Het is prachtig weer en alweer erg warm. Ik kom helemaal niemand tegen de uitzichten zijn adembenemend! Halverwege tref ik nogmaals een hek met dezelfde brief, maar daar kan ik makkelijk langs. Het enige gezelschap dat ik heb zijn de Alpenmarmotten die vlak voor mijn motor langs hun holen in schieten, verder is er helemaal niemand. Het pad is technisch gezien vrij eenvoudig, dat vind ik stiekem wel een beetje jammer, maar geeft me wel de kans om uitgebreid te genieten. Na verloop van tijd krijg ik zonder enige blokkade de tunnel in zicht, maar als ik dichterbij kom zie ik toch een graafmachine en wat werklui staan. Tot mijn opluchting blijkt de tunnelingang gewoon vrij, ik kan er dus gewoon door! Als ik stop voor wat foto's komt een van de werklui aanlopen en ik krijg een preek in het Frans. Het overgrote deel begrijp ik niet, maar het gaat er ongetwijfeld over dat ik hier niet mag komen. Ik laat hem de foto van de brief op het hek zien, en wijs hem op de datum. Dan houdt hij het maar voor gezien en laat me met rust.

DSC03502.JPG


DSC03513.JPG



Voorzichtig rij ik de tunnel in, met in gedachte de waarschuwingen dat er zelfs midden in de zomer ijs in de tunnel kan liggen. Ik heb echter nergens last van en afgezien van wat flink diepe plassen kom ik zonder moeilijkheden aan de andere kant. Ik daal aan de andere zijde af en kom nog enkele andere motorrijders tegen, maar verder is het erg rustig. Wat wegwerkers zijn bezig de weg te egaliseren. Ze schieten al flink op. Begrijpelijk dat het moet gebeuren, maar jammer dat het de route eigenlijk wel erg makkelijk maakt, veel uitdaging zit er niet in. Ik bereik de bewoonde wereld en volg de weg richting Embrun. Langs een riviertje vind ik een mooie plek om even te lunchen. En als je met deze hitte dan toch langs een riviertje zit heeft het water toch weer een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Zwembroek ligt nog op de camping dus het wordt skinnydippen dit keer, er is hier toch geen mens.

DSC03522.JPG


Via Embrun en Guillestre rij ik verder richting het skigebied Risoul. Via de verharde weg bereik ik de Col de Valbelle, waar de volgende kilometers onverhard op me liggen te wachten. Het kost me even wat moeite om tussen alle paden naar de skiliften de juiste route te vinden, maar na even zoeken zit ik op het juiste spoor. De route zakt al snel weer onder de boomgrens, wat voor het uitzicht wat minder spannend is, maar het is erg mooi rijden. Het is niet al te steil dus ik kan weer eens flink op het gas. Achtervolgt door een beste stofwolk leg ik de 16 kilometer naar Saint-Andre-D'Embrun af, waar ik weer in de bewoonde wereld uitkom. Niet heel bijzonder, maar een leuke route om even mee te pakken.

DSC03524.JPG


Ik kan de keuze maken om via de verharde weg terug naar de camping te rijden, of toch weer via de Parpaillon. Ik heb nog tijd genoeg, en de route was vrij simpel, dus de keus voor de Parpaillon is snel gemaakt. In Crévoux, het laatste “dorp” voor de opgang naar de Parpaillon stop ik nog even bij een terrasje. Koude cola gaat er nu best in, en via de wifi kan ik gelijk het thuisfront weer even op de hoogte brengen en wat offroad-liefhebbende collega's jaloers maken met wat foto’s in de app. Zonder problemen beklim ik de weg naar de tunnel. De wegwerkers hebben het voor vandaag voor gezien gehouden, en afgezien van een groepje Land-Rovers uit Tsjechië kom ik niemand tegen. Voor de ingang van de tunnel maak ik toch nog een stopje om even van het uitzicht te genieten. Gewoon zitten en kijken, genieten van de rust en de natuur, afgezien van de ruisen van de wind hoor je helemaal niks. Ultiem gelukmomentje! Aan de andere kant van de tunnel zijn de wegwerkers ook verdwenen en ze hebben hun hekken weer meegenomen. Ik verbaas me er wel over dat het ondanks het hoogseizoen overal ontzettend rustig is. Ik had wel wat meer avonturiers verwacht, maar afgezien van wat wandelaars en een enkele mountainbiker is het erg rustig.

DSC03529.JPG


DSC03532.JPG


Via de buurtsuper rij ik naar de camping, en na een simpel campingmaaltje loop ik nog een klein rondje door de omgeving. De Parpaillon, die ook al jaren op het lijstje stond is afgevinkt. Het was een heerlijke dag! Morgen pak ik de spullen weer op en ga verder naar het Zuiden.

 
Het was weer mooi om telezen en ook het filmpje was weer prachtig om te zien.
Toch mooi dat dit allemaal dicht bij huis ligt, ik kijk weer uit naar je volgende post.
Binnenkort de tent maar eens op zetten in de tuin, kampvuur er bij, ja je moet iets he met die Corona ;)
wel eerst een stuk rijden met de motor, dit om het wat echter te maken.
 
Heel mooi dit!!

Is dit anno 2020 nog steeds te doen op de moto?

Zeker, maar het is niet op alle dagen toegestaan. De Parpaillon heb ik afgelopen zomer nog gereden, die heeft voor zover ik weet geen beperkingen. De Sommeiller mag je volgens mij in het weekend niet op, en daar wordt in het hoogseizoen ook tol geheven. De Assietta en Finestre zijn even uit mijn hoofd op zaterdag en woensdag gesloten. Een bepaald deel is tegenwoordig volledig verboden maar daar is een alternatief voor. Jafferau heeft geen beperkingen, de tunnel waar ik destijds niet door kon is inmiddels weer open. Hier meer info: Het onverharde Alpen-passen topic
 
  • Leuk
Waarderingen: dgr
ik zag daar sjaak R1 ineens voorbij komen in je filmpje. heeft hij dat ding nog steeds in 2015
 
Zeker, maar het is niet op alle dagen toegestaan. De Parpaillon heb ik afgelopen zomer nog gereden, die heeft voor zover ik weet geen beperkingen. De Sommeiller mag je volgens mij in het weekend niet op, en daar wordt in het hoogseizoen ook tol geheven. De Assietta en Finestre zijn even uit mijn hoofd op zaterdag en woensdag gesloten. Een bepaald deel is tegenwoordig volledig verboden maar daar is een alternatief voor. Jafferau heeft geen beperkingen, de tunnel waar ik destijds niet door kon is inmiddels weer open. Hier meer info: Het onverharde Alpen-passen topic

De Finestre is onbeperkt open, de Assietta niet op zaterdag en woensdag zoals je schrijft, maar er is ook een stuk permanent gesloten sinds vorig jaar. Het stuk van (of naar) Sestriere was vorig jaar niet toegelaten voor gemotoriseerd verkeer.

De Jafferau is terug te bereiken via de tunnel, maar enkel op woensdag en zaterdag toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. (in 2019 toch)

Het vergt een beetje planning als je die kanten wil doen.
 
Donderdag 16 juli 2015, dag 7

Na ontbijt en een broodnodige bak koffie pak ik mijn spullen op en ga weer op weg. Vandaag voornamelijk asfalt, ik verkas weer wat verder naar het zuiden om daar morgen weer wat onverhard te pakken. Via Jausiers ga ik richting de Col de la Bonette. Dit vind ik persoonlijk een van de mooiste Col’s in de Alpen, mooi strak asfalt en een prachtig uitzicht. Heerlijk rij ik omhoog en geniet van de prachtige vergezichten. Op de top maak ik natuurlijk nog even de wandeling naar het hoogste punt op 2860 meter. Hoewel het laatste klimmetje er niet al te zwaar uitziet staat het op deze hoogte altijd garant voor een aardig versnelde ademhaling.

DSC03540.JPG


Na een kort bezoekje aan de top rij ik weer een klein stukje terug, en sla dan af naar de onverharde Col de Moutière. Het onverharde deel is maar kort en al snel kom ik aan bij het Fort de la Moutière. Door een kapot hek kan je het fort zelfs in, maar het is pikdonker binnen en ik heb geen lamp voorhanden dus ik blijf maar buiten. Na even buiten rondkijken heb ik het wel gezien en vervolg de weg naar Saint-Dalmas-le-Salvage. Een prachtige weg en zeer rustig aangezien iedereen de hoofdroute over de Bonette rijdt. Ik zet verder koers naar het zuiden, waar ik op weg ga om een col aan te doen waar ik nog niet eerder ben geweest, de Col de Turini. Het is ontzettend warm, tegen de 40 graden. Ook al is het al dagen warm, ik begin nu voor het eerst echt last van de warmte te krijgen. Ik heb alle ventilatiemogelijkheden in mijn pak al open staan, maar het is niet te harden. Ik heb bijna 2 liter water bij me, maar ook dit heeft al snel een temperatuur van ruim 35 graden. Lekker om onder te douchen, maar niet om te drinken. De weg omhoog richting Col de Turini geeft me eerlijk gezegd niet zo’n plezier. Het is een prachtige weg, dat is het probleem niet, maar mede door de warmte heb ik erg weinig energie ben ik er gewoon een beetje klaar mee voor vandaag. Op de pashoogte pak ik op een terrasje even een koude cola, maar die blijkt helaas ook lauw. Binnen in het restaurant bekijk ik nog wel even de foto’s van alle bekende en minder bekende racehelden die de col tijdens de Rally de Monte Carlo hebben aangedaan.

DSC03543.JPG


DSC03553.JPG


Vanaf de Turini daal ik af richting Sospel. De weg daalt prachtig mooi slingerend af door een kloof. Genoeg mooie fotomomenten, maar gezien de warmte is het prettiger om te blijven rijden dan om te stoppen, dus ik laat het erbij. Vanaf Sospel rij ik richting Tende, waar het me na een tijdje begint op te vallen dat de lucht in de verte erg grijs is. Het lijkt in de eerste instantie bewolking, maar als ik dichterbij kom lijkt het wel smog. Naarmate ik dichterbij kom begin ik het ook te ruiken. Ik zie niets, maar het is wel duidelijk dat er ergens een bosbrand is. Met nog maar 30 kilometer tot Tende, mijn eindbestemming voor vandaag, lijk ik dus midden in een bosbrandgebied uit te komen. Deze gedachte stemt me nog minder vrolijk dan ik al was… De rook komt precies uit de grensregio met Italië, juist de regio waar ik morgen wil rijden. Om me heen gaat het leven overigens gewoon door alsof er niets aan de hand is, dus ik rij ook maar gewoon door. Met zo’n 15 kilometer voor Tende lijk ik het gebied toch een beetje achter me te laten, en aangekomen in het dorp zie ik de rook alleen nog in de verte achter me, hopelijk heb ik geluk.

De municipalcamping in Tende heeft gelukkig plek voor me, dus al snel heb ik de tent staan en kan mijn motorpak eindelijk uit. Na een paar liter water en een uurtje uitrusten in de schaduw kan ik er wel weer een beetje tegen. De buurtsuper is op loopafstand en ik ga iets eerder eten dan normaal, want ik wil vanavond eigenlijk nog even de Tendapas oprijden om te kijken of ik morgen last van de bosbrand ga hebben. Als ik weer door het centrum van Tende zie ik naast een terrasje een aantal Nederlandse motoren staan die me bekend voorkomen. Op het terras zie ik de jongens zitten die ik op de Sommeiller ook heb gesproken. Ik stop even voor een praatje, maar ze zitten te eten dus we houden het kort. Ze willen vanavond nog de Tendapas op om te kamperen, dus waarschijnlijk kom ik ze nog wel tegen straks.

DSC03593.JPG


Ik rij door naar de pas, maar aan de voet blijkt de weg te zijn afgesloten. Dat is even jammer, ik kan de pas niet op. De tunnel is wel open, dus ik ga kijken of ik aan de andere kant omhoog kan. Dat blijkt te kunnen, en zo bereik ik uiteindelijk toch de top van de Tendapas, alleen dan vanaf de noordkant. Bovenaan ligt het Fort Central, het begin van de route naar de Baisse Peyrefique en van de legendarische Ligurische Grenskammstrasse (LGKS). Deze routes zijn voor morgen, nu kijk ik alleen even rond bij het fort. De bosbranden lijken overigens geblust, want afgezien van wat lichte smog is er weinig te zien. Vanaf de top is de Tendapas ook afgesloten, maar hier kan ik met de motor eenvoudig langs de afzetting. Ik weet natuurlijk dat ik aan het einde niet verder kan, maar rijden zal ik hem. Uiteraard kom ik niemand tegen, dus ik kan in een lekker tempo de pas afdalen. Onderaan kom ik bij de afsluiting, waar er natuurlijk niks anders op zit dan omkeren en terugvlammen, heel vervelend. Terug op de top maak ik nog wat foto’s van het Fort Central bij ondergaande zon, prachtig is het hier! Ik kom wederom de Nederlandse motorrijders tegen en we maken nog even een praatje. Ze gaan hier ergens wildkamperen en morgen weer terug naar het noorden. Ik zeg ze gedag en daal weer af naar de tunnel. Ik moet even wachten tot ik de tunnel in mag, want er mag slechts één rijrichting per keer gebruikt worden. Middels een stoplicht worden de richtingen geregeld, en zie ik op een bord dat ik 12 minuten moet wachten. Het is inmiddels al donker als ik weer op de camping aankom. Morgen weer een lekker dagje onverhard!

DSC03590.JPG



DSC03567.JPG


DSC03568.JPG
 
Maar de reis vervolg je nu alleen, want ik zie geen andere rijders of tenten meer. Of heb ik dat gemist in je verhaal!?
 
Maar de reis vervolg je nu alleen, want ik zie geen andere rijders of tenten meer. Of heb ik dat gemist in je verhaal!?

Dat heb je dan gemist inderdaad, ik ben met een groepje heen gereden, en na dag 3 alleen verder gegaan. De rest van de groep ging toen naar huis.
 
Vrijdag 17 juli 2015, dag 8

Vandaag een dag waar ik echt naar uitgekeken heb. Met een flink aantal onverharde kilometers voor de boeg beloofd het een lange dag te worden, dus ik sta op tijd op. De tent blijft weer een dagje staan, dus ik kan lekker zonder bagage op pad. Ontbijten doe ik dit keer eens niet voor de tent, maar omwille van de tijd bij de bakker in het dorp. Bakje koffie, twee croissants voor nu, een pain du stok voor vanmiddag en nog een extra flesje water. Ik neem me ook voor om voor de volgende vakantie maar eens een camelbak aan te schaffen, want dat gedoe met losse flesjes is niet echt handig. Ontbijten op een bankje op het dorpsplein in Tende, en dan ben ik klaar voor de dag.

In een kwartiertje rij ik weer richting de tunnel. Dit keer heb ik de verkeersstroom vanuit mijn richting waarschijnlijk net gemist, want er staan maar weinig auto’s te wachten en het bord met de resterende wachttijd geeft maar liefst 21 minuten aan! Dat schiet niet echt op. De tunnel is 3 kilometer lang en te smal om twee richtingen gelijktijdig door dezelfde buis te laten rijden. Het past wel, maar met de aangescherpte regels na meerdere tunnelbranden in de bergen is het waarschijnlijk niet meer toegestaan. Ik las dat de tunnel al uit 1880 stamt en samen met de spoortunnel ernaast de oudste tunnels van de Alpen zijn. Geen wonder dat het niet op druk verkeer berekend is. Er wordt even verderop gebouwd aan een hele nieuwe tunnel, maar zo’n project duurt meestal wel een paar jaar.

De klok tikt af, en samen met wat andere motoren die zich inmiddels vooraan in de rij hebben verzameld kan ik als eerste de tunnel in. Direct na de tunnel links aanhouden en via de noordkant de Tendapas op. Ik ben hier gisteravond natuurlijk al geweest, dus ik weet waar ik heen moet. Ik begin vandaag met de Ligurische Grenskammstrasse, afgekort LGKS, een onverharde weg precies op de grens van Frankrijk en de Italiaanse regio Ligurië. De route stamt al uit de 16e eeuw en werd gebruikt voor het transport van zout van de Middellandse zee naar de rest van Europa. Vandaar ook de Italiaanse naam Via Del Sale. Later werd de route voornamelijk gebruikt voor militaire doeleinden om de grens tussen Frankrijk en Italië te beveiligen, vandaar dat er ook de nodige forten aan liggen. Tegenwoordig heeft de route geen functie meer, maar is het een trekpleister voor offroaders. Waarom het nu vooral bekend is onder de Duitse naam LGKS en niet onder Italiaanse is me ook niet helemaal duidelijk. De moeilijkheidsgraad zit hem vooral in de afstand. Over een stuk van 60 kilometer is het eigenlijk niet mogelijk om tussendoor af te slaan, dus in het ergste geval ben je maximaal 30 kilometer van de bewoonde wereld verwijderd.

Als ik net voor het begin nog even de Gopro aan het installeren ben komt er een oud Italiaans mannetje die een heel verhaal begint. Ik spreek nog minder Italiaans dan Frans, dus hier begrijp ik helemaal geen reet van. Hij wijst naar het begin van de route, naar mijn motor en vraagt “solo?” Dat is ook gelijk het enige wat ik uit het verhaal begrijp, dus ik knik bevestigend. Van het antwoord versta ik niks, dus of hij het nou dapper of dom vind om alleen te gaan zullen we nooit weten. We zien wel, omkeren kan altijd nog.

Ik heb gelezen dat het begin van de route het mooiste is, en hoewel ik dat pas een het eind van de dag kan bevestigen is het begin inderdaad schitterend. Ik zit al vrij hoog, dus de uitzichten zijn gelijk geweldig. De strakblauwe lucht maakt de weidse uitzichten helemaal adembenemend. Het pad slingert echt tussen de bergtoppen door, geweldig. Ik kan na elke bocht wel weer stoppen voor een foto. Het pad lijkt prima onderhouden, het is vrij grof grind maar geen scherpe keien of rotsen. Als het zo blijft dan zit het wel goed. Even verderop passeer ik een Land-Rover, dat geeft me in ieder geval de geruststelling dat er sowieso één auto achter me zit. Even later komen me twee Duitsers op lichte KTM’s voorbij, ze hebben het tempo er lekker inzitten. Ik doe het voor alsnog rustig aan, veel te mooi hier om op snelheid doorheen te gaan.

DSC03569.JPG


DSC03570.JPG


Na een tijdje verliest de weg wat hoogte en worden de uitzichten iets minder weids. Het is nog steeds mooi hoor, maar minder spectaculair dan het begin. Juist als het weer wat vlakker begint te worden voer ik het tempo een beetje op. Gaat op zich prima, tot ik me laat verassen door een bocht naar links die toch iets scherper is dan ik vooraf had ingeschat. Ik zie rechtdoor een afgrond naderen, en uit reflex knijp ik te hard in mijn voorrem. Dat is niet het meest handige wat je kan doen op een onverharde ondergrond, en voor ik het weet ga ik tegen de vlakte. Gelukkig was de meeste snelheid er inmiddels wel uit dus de schade blijft beperkt. Groot gat in mijn handschoen, maar mijn hand is nog heel dus hij heeft zijn werk gedaan. Ik weet uit ervaring wel dat de motor wel tegen een stootje kan, wat extra krassen op een van de zijkappen en de handkap, maar dat is het wel zo’n beetje. Toch kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan, het had zomaar anders af kunnen lopen. Het ging puur uit reflex, een beginnersfout die ik eigenlijk niet had mogen maken. Maar ik sta weer even op scherp, misschien ook wel goed.

DSC03576.JPG


DSC03573.JPG


Al snel ben ik weer in mijn ritme en geniet ik weer volop. Ik nader de staart van een kudde koeien die onder leiding van een herder over het pad loopt. Ik gebaar even naar de herder en ik mag er langs. Ik manoeuvreer er rustig en voorzichtig doorheen. Het lijkt de koeien niet echt te interesseren, maar ik ben toch bedacht op plotselinge bewegingen als er wel een schrikt.

Even verderop kom ik op een splitsing, de hoofdroute gaat rechtdoor, links gaat naar Monte Saccarello, een uitzichtpunt boven op een berg. Daarvoor moet ik wel even van mijn route afwijken, maar ik pak het natuurlijk even mee. Bovenop een groot Christusbeeld en een schitterend uitzicht over de omgeving. Even een praatje met een aantal Duitse wandelaars, en ook de twee KTM’s van eerder vanochtend komen weer voorbij. Terug op de hoofdroute wordt het maar eens tijd voor een lunchpauze, natuurlijk weer met een adembenemend uitzicht.

Na de lunch merk ik dat ik langzamerhand weer in de buurt van de bewoonde wereld begin te komen. Het pad wordt beter, ik kom steeds meer wandelaars tegen, en later zelfs wat normale personenauto’s. Als de weg dan weer onverhard wordt zit het LGKS avontuur erop. 4 uur gedaan over 65 kilometer, uiteraard inclusief een hoop fotostops.

DSC03577.JPG


(Voor wie vooral de val wil zien, bij 5:20 :+ )

Over de terugweg heb ik nog niet echt nagedacht, maar na wat zoekwerk op de kaart lijkt het alsof er verderop nog een weggetje de LGKS kruist. De Garmin kent het niet, maar ik zie vanzelf wel of het gaat. Via de dorpjes Creppo en Realdo ga ik inderdaad de goede kant op. Hoewel de weg nog steeds gewoon verhard is rij ik volgens de Garmin ergens in het luchtledige. Uiteindelijk stopt het asfalt en gaat het onverhard verder, maar mijn gevoel zegt dat het nog wel klopt. Na een tijdje kruis ik een onverharde weg, en bevestigd het lijntje van mijn triplog op de Garmin (die heb ik altijd standaard zichtbaar staan) dat ik hier inderdaad al ben geweest en de LGKS kruis. Ik ben op de goede weg. Na een kilometer of 15 wordt het weer verhard en kom ik aan in het dorpje La Brigue, vanwaar het nog 10 km naar de camping is.

Rond half 4 ben ik weer terug op de camping en kan ik even uitrusten en wat eten en drinken. Niet voor lang, want ik heb nog een extra rondje op het programma staan. Hoewel ik best moe ben vind ik het ook zonde om hier morgen een extra dag voor te blijven, en het is nog vroeg dus het kan vandaag nog wel. Na een uurtje stap ik weer op en ga voor de derde keer richting de Tunnel di Tenda. Ik kan de weg inmiddels bijna dromen, maar het is nog steeds geen straf om te rijden. Dit keer staat de teller op 10 minuten wachttijd. Na de tunnel ga ik voor de derde keer de pas omhoog, en sla in plaats van links naar de LGKS rechtsaf naar de Basse Peyrefique. Vanaf daar moet het mogelijk zijn om via een onverharde weg weer af te dalen naar Tende, maar ik kan de juiste route niet helemaal vinden. De route die ik volg wordt al snel weer gewoon verhard en is ook niet echt uitdagend. Ik kom uit in het dorpje Casterino, waar mijn oog valt op een bordje via een onverharde weg terug naar de Baisse de Peyrefique. Kennelijk was dat de weg die ik had moeten hebben, dus dan rij ik hem wel andersom.

DSC03589.JPG


DSC03591.JPG


Hier blijkt al snel dat dit ook niet helemaal de juiste route is. Het pad loopt steil en wordt steeds slechter en slechter. Enorme keien en losse stenen maken het erg moeilijk. Ik wil omkeren, maar als ik inzoom op de Garmin lijkt het alsof ik al halverwege ben. Dan maar door. Een paar bochten verder verlies ik door vermoeidheid mijn evenwicht, en door de losse stenen krijg ik ook geen grip op de motor op te vangen. Zo gaat hij vandaag voor de tweede keer met de glimmende kant richting moeder aarde. Dit keer gaat het maar stapvoets, dus schade is er niet. Het is echt afzien en eigenlijk wat te zwaar met een motor als deze, maar uiteindelijk bereik ik heel veel zweetdruppels verder toch het einde. Daar vind ik dan eindelijk de goede route, maar ik besluit het er maar bij te laten. Het is bloedheet, ik heb honger en het pad van net heeft er wel ingehakt. Ik hou het dit keer maar bij het asfalt en daal weer af richting Tende. Daar zoek ik een restaurantje om wat te eten, dat heb ik wel verdiend. Het is inmiddels donker als ik het laatste stukje terug naar de camping rij. Dan een welverdiende douche en ik zoek mijn bed op. Ik ben kapot, maar het was een prachtige dag!

 
Laatst bewerkt:
Terug
Bovenaan Onderaan