Reisverslag 2015: Onverhard door de Alpen

Heel gaaf verslag. Afgelopen zomer ook daar gereden.

Nog niet gedaan: als je vanaf La Brigue bovenaan bent op de lgks naar het zuiden rijden ipv naar het noorden. Wordt wel snel lager daar. (Ik hoop van harte dit eind augustus nog te rijden.....)

Ik stond in augustus 2 nachten op de camping (aire naturelle, prima basic) in La Brigue, vandaar kan je lopen in 10min naar het dorp. Met genoeg horeca. Vanaf de camping omhoog gereden tot op de kam waar je op de lgks bent. Daar ben ik naar het noorden gereden, ook langs dat beeld. Nabij Tende was het beetje kermis (augustus). Door naar Casterino was weer super rustig.
Het dal van Tende vond ik wat claustrofobisch, nauw. Voorbij Sospel oogt het allemaal weer wat vriendelijker en ook super ruig en vooral: leeg!
 
Bij het eerste tolhokje aan de zuidkant op de lgks kon ik een espresso koffie kopen. Weliswaar uit een cup apparaat, maar prima!
Over bijna vallen gesproken: terugweg de gave Col Solude, afdaling naar het dal. Bij dat spectaculaire uitzicht op Bourg d'Oisans en Alpe d'Huez ff stoppen om een foto te maken. Vanaf kant van de weg loopt het haaks omlaag. Oeeeeps, voorwiel van de cb500 schuift onverwacht door en 0,5m voor de afgrond stond ik pas goed stil (wel overeind nog) (vanaf 50kmu denk ik). Pffffffffff. Ging net goed. Thuis maar niet verteld.... Wel een mooie foto geworden.... Was al 17u, vermoeidheid.

Vind jij de lgks de moeite waard om, zeg vanaf Briancon, er 4uur heen en 4uur terug extra voor door te rijden, in vergelijking met sommelier, assietta en jafferau?
(die laatste heb ik nog niet gereden).

Ik ben erg benieuwd waar de tocht nog meer langs gaat!
 
en dit soort valpartijtjes weerhouden mij ervan om alleen zulke pasjes te gaan rijden.

Je hebt zeker een punt hoor, maar als je alleen reist en je wil dit soort dingen toch doen dan ontkom je er niet aan om af en toe wat risico te nemen. Niet gaan is voor mij geen alternatief. Dan kies ik er voor om alleen te gaan maar gewoon rustig aan te doen. Dat sluit natuurlijk niet uit dat er altijd iets kan gebeuren, maar een beetje risico hoort erbij in het leven. En dit zijn zeker in het hoogseizoen wegen waar toch wel regelmatig verkeer langskomt, dus dan durf ik het wel. Toen ik afgelopen jaar in de middle of nowhere in Albanië ergens met het hele spul op zijn kant lag zat ik echt op een route die eruit zag alsof er maanden niemand langs komt, dan vraag ik me achteraf natuurlijk ook wel eens af of het nou wel zo slim was om dat te doen.

Bij het eerste tolhokje aan de zuidkant op de lgks kon ik een espresso koffie kopen. Weliswaar uit een cup apparaat, maar prima!

Vind jij de lgks de moeite waard om, zeg vanaf Briancon, er 4uur heen en 4uur terug extra voor door te rijden, in vergelijking met sommelier, assietta en jafferau?
(die laatste heb ik nog niet gereden).

Ik ben erg benieuwd waar de tocht nog meer langs gaat!

Ik heb al vaker gehoord van tolhokjes daar, maar ik heb destijds niks gezien daar. Of dat was toen nog niet, of ze hadden die dag gewoon geen zin.
Jij bedoelt het zuidelijke stuk vanaf La Brigue toch? Daarvoor zou ik persoonlijk niet helemaal die kant op rijden, zo bijzonder is dat niet. Ik heb er ook nauwelijks foto's gemaakt, dus dat zegt wel genoeg.

Wat het vervolg van het verslag betreft, het meeste onverhard zit er wel op. Er komt nog wel wat hoor, maar dat duurt nog even.
 
Zaterdag 18 juli 2015, Dag 9

Dit keer wandel ik wel even naar het dorp voor verse broodjes. Er gaat toch niks boven een espresso met verse croissants in het ochtendzonnetje voor de tent. Ik haast me niet teveel met inpakken en ik ben om 10 uur klaar voor vertrek. De komende dagen even geen onverhard op het programma. Vandaag is het plan om richting die Gorges du Verdon te gaan, en onderweg ook nog even Monaco aan te doen. Gewoon omdat het kan.

Vanaf Tende rij ik richting het zuiden, de Italiaanse grens over naar Ventimiglia aan de Middellandse zee. Hier volg ik de kust richting Menton en steek ik de grens weer terug over. Er staat controle bij de grens en aan de Italiaanse kant staan wat groepjes vluchtelingen. Op een motor is het wat lastig om vluchtelingen te smokkelen, dus ik mag direct door. Door Menton ga ik richting de grens met Monaco. Van een afstandje kan je Monte Carlo al zien liggen.

DSC03596.JPG


Monaco is druk, het stikt van de toeristen en het is warm. Ik rij een rondje door de stad en probeer het F1 circuit een beetje te volgen. Dat lukt aardig, al mag je niet overal in. Natuurlijk laat ik ook even de LeoVinces door de tunnel galmen, al maakt het met een maximumsnelheid van 50 km/u iets minder indruk dan tijdens de F1. Verder vooral een hoop dure auto’s en jachten, veel drukte, het is duur en vandaag ook nog eens bloedheet. Eigenlijk allemaal omstandigheden waarin ik me niet echt thuis voel, maar voor de statistieken heb ik Monaco ook weer van het lijstje afgestreept. Ik ben niet eens gestopt, en voor dat ik het weet ben ik het land al weer uit.

Zonder dat ik echt een grensovergang heb gezien bevind ik me alweer in Frankrijk. Even een stopje bij een ijskraam langs de weg, en dan door richting Nice. Ik heb me voorgenomen de hele vakantie geen snelweg aan te doen, en dat houdt in dat ik dwars door de stad moet. Niet echt een succes zo blijkt, zeker niet bij 35 graden. Ik heb alle verkeerslichten tegen, het is druk en de route de Garmin aangeeft is afgesloten wegens werkzaamheden. Uiteindelijk bereik ik dan toch een wat grotere weg de stad uit, en laat ik Nice weer achter me. Tot aan Grasse rij ik nog door druk bewoond gebied, maar daarna begint de omgeving weer wat uitdagender te worden. Ik volg een mooi stuk van de Route Napoleon tot aan Castellane. In Castellane doe ik vast wat boodschappen en gooi ik de tank even vol. Het stikt er overal van de toeristen, maar gelukkig ook van de campings. Het zijn wel vrijwel allemaal familiecampings, en zo midden in het hoogseizoen is het overal topdrukte. Ik ben niet gewend om tijdens het hoogseizoen op vakantie te zijn, maar omdat ik deze reis wilde combineren met het Stella Alpina treffen, wat nou eenmaal in juli wordt gehouden, is het niet anders. Gelukkig heb ik de voorgaande dagen weinig last van de drukte gehad, maar dit is nou eenmaal een toeristisch gebied.

Omdat het allemaal familiecampings zijn tik ik op de Garmin maar op goed geluk een camping aan. Het wordt camping Domaine Chasteuil Provence in Chasteuil, een kilometer of 10 voorbij Castellane. Zoals verwacht staat het vol, kleine plaatsen en iedereen staat dicht op elkaar gepakt. Het verst van het sanitair, zwembad en receptie verwijderd zijn nog een aantal plekken vrij op een redelijk rustige uithoek van de camping, niet handig met kinderen, maar wel voor mij. Ik blijf 2 nachten en 28 euro lijkt me een redelijke prijs, tot ik op de rekening zie dat dit per nacht is… Zo’n dure camping heb ik nog nooit gehad, maar ik verwacht op andere campings in de regio niet veel betere prijzen dus ik doe het er maar mee.

Eerst even het motorpak uit, want het is wederom bloedheet. Als de tent staat ga ik eerst maar even de was doen, dan kan het mooi nog even drogen voor het eind van de avond. Meestal doe ik wat kleine handwasjes, maar dit keer gooi ik het in de machine. Met deze temperaturen is het na een dikke week ook wel lekker als alles weer eens echt schoon is. Ik haal een muntje bij de receptie, mik de boel in de wasmachine en selecteer een programma van een uur. In de tussentijd ga ik even relaxen aan het water. De camping heeft een zwembad, maar het riviertje de Verdon loopt langs de camping, en dat vind ik veel leuker. Het water is op sommige punten nog best wel diep dus je kan echt wel goed zwemmen. Het water stroomt precies zo hard dat ik niet vooruit kom als ik tegen de stroming in zwem, maar ook niet afdrijf. De temperatuur is precies goed, lekker fris maar niet te koud. Eigenlijk ideaal dus, kan geen zwembad tegenop.

Na een uurtje ga ik de was ophalen, maar de machine staat open, mijn kleren zijn kletsnat en er staat een laag water in de machine. Iemand heeft blijkbaar lopen kloten, anders gaat zo’n machine midden in een programma niet zomaar open. Ik krijg een nieuw muntje bij de receptie en moet weer opnieuw een uur wachten. In de tussentijd kan ik mooi even eten, en na een uurtje is het programma dit keer wel afgerond. Inmiddels is het half 9 en is de zon achter de bergen gezakt, dus het gaat vandaag niet meer drogen. Ik hang de boel uit en zie morgen wel weer verder. Met het zakken van de zon wordt de temperatuur eindelijk een beetje dragelijk, dus ik hang nog even bij het water en loop een rondje door de omgeving, morgen de Gorges du Verdon verkennen!


Zondag 19 juli 2015, dag 10

De zon staat al vroeg op de tent, dus rond 7 uur word ik wakker van de warmte. Een voordeel, de was hangt ook al een tijdje in de zon en is al zo goed als droog. Verse broodjes halen en lekker op het gemakje ontbijten.

Richting de Gorges du Verdon hoef ik eigenlijk alleen maar de meute te volgen. Alles wat maar kan rijden gaat die kant op, motorrijders natuurlijk, maar ook veel campers en bussen. Ik heb al snel door dat het hoogseizoen niet de beste periode is om deze regio te bezoeken, maar ik ben er nou eenmaal nu. De weg slingert prachtig om de Gorges heen, heerlijke bochten en schitterende uitzichten. Het is een bochtenfestijn, maar daardoor is inhalen ook nogal een opgave. Opa en oma tokkelen op hun dooie gemakje met de camper rond, en er komen er net zoveel tegemoet, dus inhalen zit er zowat niet in. Ook is het vandaag weer bloedheet, en dat zijn niet de beste omstandigheden om in een zwart motorpak achter een rits campers aan te hobbelen.

DSC03605.JPG


DSC03606.JPG


De uitzichten zijn schitterend, de hoge rotswanden en het nu zo kleine en gemoedelijke riviertje de Verdon met zijn helderblauwe water slingert zich een weg door de kloof. Op de uitzichtpunten staan busladingen met toeristen, en ik heb ook weinig zin om weer te worden ingehaald door alle campers die ik net voorbij ben. Ik rij dus ook maar gewoon rustig door en geniet vanaf de motor van het uitzicht. Blijven rijden is met 35+ ook de enige optie om het hoofd nog een beetje koel te houden.

Halverwege de ronde kom je langs het Lac de Sainte Croix, een mooie plek voor een lunchstop. Motorpak uit, zwembroek aan en eerst even het water in. Dan op het gemakje wat eten, en nog een keer het water in. Opdrogen in het zonnetje, en dan het onvermijdelijke moment dat het motorpak weer aan moet.

DSC03608.JPG


Aan de noordkant van de Gorges hebben ze een speciale 24 kilometer lange panoramaroute aangelegd, vanaf waar je een prachtig uitzicht hebt. Overal heb je mooie vergezichten en uitkijkpunten. Dit is een erg mooi stuk, en ook zonder te stoppen kun je hier goed om te heen kijken. Ik weet niet of het is verboden voor bussen en campers, maar ik kom er in ieder geval stukken minder tegen dan aan de zuidkant. De route maakt een rondje en komt op nagenoeg dezelfde plek weer uit als waar hij begint.

De complete rondje om de Gorges du Verdon, inclusief de panoramaroute is ongeveer 120 km lang. De uitzichten zijn prachtig, maar ik zou iedereen aanraden hier vooral niet in het hoogseizoen heen te gaan. Het is gewoon mega toeristisch, restaurantjes en eettentjes zitten bomvol en ook op de uitkijkpunten wordt je nog net niet weggeduwd. Plekken waarop ik me niet echt thuis voel, en het is voor mij persoonlijk te druk om er echt van te kunnen genieten.

DSC03610.JPG


DSC03611.JPG


Als ik het rondje heb voltooid rij ik nog een stukje verder door de omgeving, kijk nog ergens bij een stuwmeer en doe nog wat boodschappen. Omdat ik vanmorgen ook niet al te vroeg vertrokken ben schiet de dag al aardig op, dus ik ga weer terug naar de camping. Daar kan ik gelukkig mijn motorpak weer omwisselen voor mijn zwembroek, en ga nog een paar uurtjes bij de rivier hangen. Hapje, drankje en een boekje mee, af en toe een frisse duik in de rivier, en het begint verdacht veel op vakantie vieren te lijken. Ook sleutel ik alvast de route voor morgen in elkaar, ik ga langzaam weer wat richting het noorden.

Als de zon wat achter de bergen is gezakt ga ik weer terug naar de tent om wat te eten. Daar zie ik dat ik buren heb gekregen, twee Duitse motorrijders op BMW’s. Op zich wel bijzonder, want dit zijn afgebakende plekken en ze staan op “mijn” plek, waar ik toch al genoeg voor betaal en terwijl er ook nog andere plekken vrij zijn. Dat is ook nog geen ramp, maar hoewel de plek ruim genoeg is staan ze zo dicht op me dat ze hun scheerlijnen ook aan mijn haringen vast hadden kunnen maken. Ze hadden best iets meer afstand kunnen nemen. Je ziet dat op campings wel vaker, is er plek zat, komen ze toch pal naast je staan. Pleinvrees denk ik. Ik ben helemaal niet mensenschuw, maar een beetje privacy mag van mij wel. Maargoed, ik ben morgenochtend toch weg, dus ik heb weinig zin om me er druk om te maken. Bovendien zijn de mensen zelf nergens te bekennen, die zullen wel ergens aan het eten zijn.

Met de zon achter de bergen zakt de temperatuur weer een beetje naar dragelijke waardes, dus na het eten loop ik nog een stukje door de omgeving. Tegen een uur of 11 is het wel mooi geweest voor vandaag.

DSC03616.JPG
 
Maandag 20 juli 2015, dag 11

Ik word om 7 uur wakker van het karakteristieke geluid van een startende boxer vlak naast mijn hoofd. De buren vertrekken blijkbaar al. Ik heb ze niet eens gezien trouwens, of ze waren nog niet terug, of ze lagen al in hun tent toen ik gisteren terug kwam van mijn avondwandeling. Het is weer onverminderd heet als ik na het ontbijt mijn spullen aan het pakken ben. Gelukkig kan ik dat nog lekker in mijn zwembroek doen, en spring ik daarna voor de laatste keer in de rivier om even op te frissen. Daarna motorpak weer aan en gaan.

Eerst weer een stukje terug naar Castellane, en daarna via de rode rotsen van de Gorges de Daluis naar de Col de Cayolle. Bovenop de Col de Cayolle zie ik op een bord dat ik net op één dag na de afsluiting voor de Tour de France mis. Nog zoiets waar je rekening mee moet houden als je hier in het hoogseizoen bent. Gelukkig heb ik nu geen last van, maar ik heb geen idee hoe de route verder loopt en of ik ze eventueel later nog tegen ga komen. We gaan het zien.

DSC03617.JPG


DSC03623.JPG


Ook valt het me op dat de lucht bewolkt aan het raken is. De afgelopen dagen was het continue strak blauw, maar nu trekt het dicht. Het is nog steeds heet, benauwd zelfs, er zou later vandaag wel eens een onweersbui aan kunnen komen. In Barcelonnette gooi ik even de tank vol, en haal ik wat broodjes en beleg voor de lunch. Normaal doe ik dat in de ochtend, maar een stokbrood wordt er met 40 graden in je koffer niet echt lekkerder op en ik kom overdag toch genoeg winkels tegen.

Ik vind het altijd het mooist om zelf ergens een plekje te zoeken om te lunchen, dat doe ik veel liever dan in een restaurant eten. Scheelt ook een hoop geld, en tijd. Na de lunch ga ik door naar de Col de Vars, een col die ik inmiddels al ontelbare keren gereden heb, een paar dagen terug zelfs nog. De fotostop op de top laat ik dus maar achterwege. Na de Vars door naar de Izoard. Ook daar was ik een paar dagen terug al, maar passen rijden blijft mooi dus het is zeker geen straf om nog een keer te doen. Dit keer is het stuk rustiger dan een paar dagen terug, dus ik kan het tempo iets meer opschroeven.

DSC03626.JPG


Na de Izoard ga ik richting de vestingstad Briançon, op ruim 1300 meter hoogste de hoogstgelegen stad van Frankrijk, en de op één na hoogste van de hele Alpen. Weten we dat ook weer. Ik sla weer even snel wat eten voor vanavond in, en ga dan richting de Col du Lautaret en de Galibier. Maar de Galibier bewaren we voor morgen, want net voor ik er ben stop ik ermee voor vandaag. In Le-Monetier-Les-Bains is een mooie gemeentecamping met prachtig zicht op de omliggende bergen en gletsjers. Een aanrader voor als je daar in de buurt een camping zoekt.

DSC03628.JPG


Zoals ik vanmiddag al een beetje verwachtte begint het een beetje te regenen. Het gaat nog niet echt hard, dus ik kan de tent opzetten zonder dat ik echt nat wordt. Toch gaat het langzaam iets harder, dus koken en eten doe ik noodgedwongen in de tent. Na 2 uurtjes regen stopt het en is het gelijk lekker opgefrist. Regen kan af en toe best lekker zijn. Als het even kan probeer ik in de avond altijd even een rondje door de omgeving te lopen, dus nu het weer droog is kan ik hier ook nog even een rondje doen.
 
Heel herkenbaar. Was daar vorig jaar ook. Mooi, maar de drukte bedrief het regelmatig. Helemaal als je de kust nadert. Ben toen ook weer snel noord-west gegaan.
 
Heel herkenbaar. Was daar vorig jaar ook. Mooi, maar de drukte bedrief het regelmatig. Helemaal als je de kust nadert. Ben toen ook weer snel noord-west gegaan.

Ik ben er twee jaar terug ook nog geweest maar dan begin juni. Heerlijk rustig en de temperatuur nog enigszins aangenaam, stuk meer naar mijn zin gehad toen.
 
Dinsdag 21 juli 2015, dag 12

De lucht is ondanks de regen van gisteravond weer strakblauw als ik de tent open rits, de temperatuur is wel een flink stuk lager. Ik wandel een paar minuutjes naar het dorp om bij de bakker verse broodjes te halen, en ga daarna rustig ontbijten. Dan pak ik alles weer in en maak me klaar voor vertrek. Het is routine, alleen elke keer weer op een andere plek. Dat vind ik het mooie van kamperen, elke dag weer op een andere plek. En wat voor een plek vandaag ook weer, wat een prachtig uitzicht.

DSC03630.JPG


Binnen een paar minuten van de camping sta ik aan het begin van de Col du Galibier, een pas die altijd een speciaal plekje in mijn hart heeft. Jaren geleden was dit de eerste echt serieuze pas die ik in de Alpen reed, en dat vond ik toen best spannend zo zonder vangrails langs diepe afgronden. Inmiddels heb ik de Galibier al talloze keren bedwongen, maar ik heb hier toch altijd weer een beetje het gevoel van toen. Ik zwaai even naar de fotografen, maar bestellen doe ik die foto’s toch niet. Een heerlijke klim naar de top, het is nog relatief vroeg en dus nog lekker rustig. Vlak onder de top, net voor de tunnel doe ik op het terras even een bakkie. Hoewel ik al genoeg foto’s heb stop ik even later op de top toch nog voor een plaatje, hoort er toch een beetje bij.

DSC03635.JPG


Vanaf de top daal ik af richting Valloire en door naar de Col du Télégraphe. Het is inmiddels trouwens alweer net zo heet als ik de afgelopen weken gewend ben, het is alleen iets meer bewolkt. Eenmaal afgedaald tot in het dal ga ik richting Saint-Jean-de-Maurienne, door het lelijkste en smerigste stuk weg dat ik in de Alpen ken. Ik heb me laten vertellen dat het al een stuk beter is dan vroeger, maar ook nu nog veel lelijke industrie. Het is vies en stoffig en bloedheet.

De bedoeling is om via de Col de Chaussy richting de Col de la Madeleine te gaan. Dat wil ik eigenlijk doen via de Lacets de Montvernier, de serie krappe bochten die tegen de berg zijn aangebouwd. Maar zoals gewoonlijk heb ik me nauwelijks voorbereid en is mijn kaart van dit deel niet gedetailleerd genoeg, waardoor ik de verkeerde route heb genomen. Ik rij wel richting de Col de Chaussy, maar dan via een andere route (de D77 in plaats van de D77b). Daar kom ik pas achter als ik al boven op de pas ben, en ik heb geen zin om weer 10km terug te rijden. Komt een andere keer wel weer.

Via een leuk maar niet echt spannend onverhard pad steek ik door naar Col de la Madeleine, waar je vlak voor de top bij de skiliften weer op de verharde weg uitkomt. Ik hou het op de pashoogte bij een paar snelle foto’s, want ondanks dat ik hier op 2000 meter hoogte zit is het bijna niet te harden zo heet. Bij helder weer heb je een mooi uitzicht op de Mont Blanc, maar er hebben zich wat wolken omheen verzameld dus dat zit er deze keer niet in.

DSC03639.JPG


DSC03640.JPG


Halverwege de afdaling stop ik bij een riviertje in de schaduw om even bij te komen. Het is tegen de 40 graden en het asfalt begint op sommige plekken zelfs helemaal zacht te worden. Mijn sporen blijven gewoon zichtbaar in het asfalt. Het riviertje is helaas niet diep genoeg om te kunnen zwemmen, maar het zorgt wel voor wat koele lucht als je er dichtbij zit dus het is lekker om even uit te rusten.

Het laatste stuk van vandaag gaat over iets grotere wegen, via Moutiers richting Bourg Saint Maurice. In Aime, een dorpje net voor Bourg Saint Maurice heb ik een camping gekozen. Morgen wil ik in de regio nog wat offroad rijden, en dit lijkt me een redelijk centrale plek om één of twee dagen te blijven staan. Wat ik op de kaart niet had gezien is dat de camping hemelsbreed niet ver van Bourg Saint Maurice af ligt, maar wel een flink stuk hoger, waardoor het via een slingerweg alsnog 10 kilometer rijden is. Maakt verder niet uit, ik kom hier toch om te rijden. De camping ziet er prima uit, niet te groot en een prachtig uitzicht. Wel aardig vol, maar dat is in deze tijd nou eenmaal zo. De vriendelijke eigenaresse wijst me naar een mooi plekje op een van de terrassen. Niet echt groot, maar genoeg voor mij.

Het is verleidelijk om eerst het zwembad in te duiken, maar donkere wolken beginnen zich rond de omliggende bergen te verzamelen en met deze bloedhitte verwacht ik een knetterende onweersbui. Eerst de tent opzetten dus, en zorgen dat alles goed vast staat want zo op deze hoogte zou het best eens kunnen gaan spoken. Als alles staat duik nog even snel het water in. Het zwembad is maar klein, maar toch even lekker. In de verte hoor je het al rommelen en niemand waagt zich verder meer in het water. Als ik verderop wat lichtflitsen zie hou ik het ook maar snel voor gezien.

DSC03642.JPG


DSC03644.JPG


Ik had nog even de hoop om buiten te kunnen koken, maar de lucht boven me wordt pikzwart en het kan nooit lang meer duren voor het los gaat. Al snel vallen dikke druppels, die over gaan in regen en dan in een wolkbreuk. Het begint te waaien en al snel gaat het helemaal los. Het onweer zit recht boven de camping en het water komt met bakken naar beneden. Hoewel ik er niet bang voor ben is zo’n stevige bui in je tentje toch altijd wel een beetje spannend. Gelukkig doorstaat de tent het prima en blijft al het water keurig buiten de deur. Terwijl de wind flink aan de tent trekt lukt het zelfs om in de voortent wat eten te koken. Voordeel van zo’n felle bui is dat het meestal niet al te lang duurt, en ook nu is het na een uurtje weer droog. Op de camping zijn nauwelijks plassen of sporen van een hoosbui te zien, kennelijk zijn ze wel wat gewend hier. De overige kampeerders lijken het ook allemaal te hebben doorstaan. Hopelijk is het morgen weer opgeklaard.
 
Ik ben er twee jaar terug ook nog geweest maar dan begin juni. Heerlijk rustig en de temperatuur nog enigszins aangenaam, stuk meer naar mijn zin gehad toen.
Ben er eens in begin mei geweest. Weer was wisselvallig maar ik had soms de wereld voor me alleen. Heerlijk. In juli/augustus daarentegen trok ik het soms gewoon niet meer vanwege de hitte.
 
Dinsdag 21 juli 2015, dag 12

De lucht is ondanks de regen van gisteravond weer strakblauw als ik de tent open rits, de temperatuur is wel een flink stuk lager. Ik wandel een paar minuutjes naar het dorp om bij de bakker verse broodjes te halen, en ga daarna rustig ontbijten. Dan pak ik alles weer in en maak me klaar voor vertrek. Het is routine, alleen elke keer weer op een andere plek. Dat vind ik het mooie van kamperen, elke dag weer op een andere plek. En wat voor een plek vandaag ook weer, wat een prachtig uitzicht.

Bekijk bijlage 1492972

Binnen een paar minuten van de camping sta ik aan het begin van de Col du Galibier, een pas die altijd een speciaal plekje in mijn hart heeft. Jaren geleden was dit de eerste echt serieuze pas die ik in de Alpen reed, en dat vond ik toen best spannend zo zonder vangrails langs diepe afgronden. Inmiddels heb ik de Galibier al talloze keren bedwongen, maar ik heb hier toch altijd weer een beetje het gevoel van toen. Ik zwaai even naar de fotografen, maar bestellen doe ik die foto’s toch niet. Een heerlijke klim naar de top, het is nog relatief vroeg en dus nog lekker rustig. Vlak onder de top, net voor de tunnel doe ik op het terras even een bakkie. Hoewel ik al genoeg foto’s heb stop ik even later op de top toch nog voor een plaatje, hoort er toch een beetje bij.

Bekijk bijlage 1492974

Vanaf de top daal ik af richting Valloire en door naar de Col du Télégraphe. Het is inmiddels trouwens alweer net zo heet als ik de afgelopen weken gewend ben, het is alleen iets meer bewolkt. Eenmaal afgedaald tot in het dal ga ik richting Saint-Jean-de-Maurienne, door het lelijkste en smerigste stuk weg dat ik in de Alpen ken. Ik heb me laten vertellen dat het al een stuk beter is dan vroeger, maar ook nu nog veel lelijke industrie. Het is vies en stoffig en bloedheet.

De bedoeling is om via de Col de Chaussy richting de Col de la Madeleine te gaan. Dat wil ik eigenlijk doen via de Lacets de Montvernier, de serie krappe bochten die tegen de berg zijn aangebouwd. Maar zoals gewoonlijk heb ik me nauwelijks voorbereid en is mijn kaart van dit deel niet gedetailleerd genoeg, waardoor ik de verkeerde route heb genomen. Ik rij wel richting de Col de Chaussy, maar dan via een andere route (de D77 in plaats van de D77b). Daar kom ik pas achter als ik al boven op de pas ben, en ik heb geen zin om weer 10km terug te rijden. Komt een andere keer wel weer.

Via een leuk maar niet echt spannend onverhard pad steek ik door naar Col de la Madeleine, waar je vlak voor de top bij de skiliften weer op de verharde weg uitkomt. Ik hou het op de pashoogte bij een paar snelle foto’s, want ondanks dat ik hier op 2000 meter hoogte zit is het bijna niet te harden zo heet. Bij helder weer heb je een mooi uitzicht op de Mont Blanc, maar er hebben zich wat wolken omheen verzameld dus dat zit er deze keer niet in.

Bekijk bijlage 1492975

Bekijk bijlage 1492978

Halverwege de afdaling stop ik bij een riviertje in de schaduw om even bij te komen. Het is tegen de 40 graden en het asfalt begint op sommige plekken zelfs helemaal zacht te worden. Mijn sporen blijven gewoon zichtbaar in het asfalt. Het riviertje is helaas niet diep genoeg om te kunnen zwemmen, maar het zorgt wel voor wat koele lucht als je er dichtbij zit dus het is lekker om even uit te rusten.

Het laatste stuk van vandaag gaat over iets grotere wegen, via Moutiers richting Bourg Saint Maurice. In Aime, een dorpje net voor Bourg Saint Maurice heb ik een camping gekozen. Morgen wil ik in de regio nog wat offroad rijden, en dit lijkt me een redelijk centrale plek om één of twee dagen te blijven staan. Wat ik op de kaart niet had gezien is dat de camping hemelsbreed niet ver van Bourg Saint Maurice af ligt, maar wel een flink stuk hoger, waardoor het via een slingerweg alsnog 10 kilometer rijden is. Maakt verder niet uit, ik kom hier toch om te rijden. De camping ziet er prima uit, niet te groot en een prachtig uitzicht. Wel aardig vol, maar dat is in deze tijd nou eenmaal zo. De vriendelijke eigenaresse wijst me naar een mooi plekje op een van de terrassen. Niet echt groot, maar genoeg voor mij.

Het is verleidelijk om eerst het zwembad in te duiken, maar donkere wolken beginnen zich rond de omliggende bergen te verzamelen en met deze bloedhitte verwacht ik een knetterende onweersbui. Eerst de tent opzetten dus, en zorgen dat alles goed vast staat want zo op deze hoogte zou het best eens kunnen gaan spoken. Als alles staat duik nog even snel het water in. Het zwembad is maar klein, maar toch even lekker. In de verte hoor je het al rommelen en niemand waagt zich verder meer in het water. Als ik verderop wat lichtflitsen zie hou ik het ook maar snel voor gezien.

Bekijk bijlage 1492984

Bekijk bijlage 1492985

Ik had nog even de hoop om buiten te kunnen koken, maar de lucht boven me wordt pikzwart en het kan nooit lang meer duren voor het los gaat. Al snel vallen dikke druppels, die over gaan in regen en dan in een wolkbreuk. Het begint te waaien en al snel gaat het helemaal los. Het onweer zit recht boven de camping en het water komt met bakken naar beneden. Hoewel ik er niet bang voor ben is zo’n stevige bui in je tentje toch altijd wel een beetje spannend. Gelukkig doorstaat de tent het prima en blijft al het water keurig buiten de deur. Terwijl de wind flink aan de tent trekt lukt het zelfs om in de voortent wat eten te koken. Voordeel van zo’n felle bui is dat het meestal niet al te lang duurt, en ook nu is het na een uurtje weer droog. Op de camping zijn nauwelijks plassen of sporen van een hoosbui te zien, kennelijk zijn ze wel wat gewend hier. De overige kampeerders lijken het ook allemaal te hebben doorstaan. Hopelijk is het morgen weer opgeklaard.
Inderdaad spannend zo'n onweer boven je als je in de bergen bent. Voelt 10x zo erg dan we in Nederland gewend zijn.
 
Wat grappig! Vorig jaar was voor mij de Galibier ook de eerste serieuze pas die ik op de motor reed. Vond het toen inderdaad toch wel heel spannend, maar ook wel heel gaaf! Helaas moeten we nog even geduld hebben voordat we daar terug kunnen keren. :(
 
Woensdag 22 juli 2015, dag 13

Het weer ziet er gelukkig weer prima uit. Er hangen wel wat wolken maar het ziet er niet direct dreigend uit. Ik heb hier in de buurt nog een aantal routes die ik wil rijden, dus ik blijf vandaag en morgen op deze camping staan. Deze camping is daar ook prima geschikt voor, mooi uitzicht, toch niet al te druk, klein zwembadje en verse broodjes in de ochtend, net vakantie. Na het gebruikelijke ochtendritueel en daarna nog wat relaxen ga ik op pad. Niet al te vroeg dus, het is al zowat 11 uur.

Eerst naar Bourg Saint Maurice, en vanaf daar richting Cormet de Roselend. Eerst een stuk langs een riviertje, dan een serie haarspeldbochten, en dan begint het mooiste stuk. Een prachtig open landschap, mooie bochten en schitterende uitzichten. Zeker een van mijn persoonlijke favorieten. Omdat ik niet al te vroeg ben vertrokken begin ik al een beetje trek te krijgen, dus besluit ik hier alvast wat te eten. Ik heb dit keer geen brood meegenomen, dus ik ga voor een omelet jambon et fromage bij de refuge. Ondertussen begint te bewolking zich wat samen te pakken, en vallen zelfs af en toe wat spatjes. Nog niks schokkends tot nu toe, ik hoop dat het hierbij blijft.

DSC03654.JPG


DSC03656.JPG


Na het eten daal ik af, langs het stuwmeer richting Beaufort. Vanaf daar ga ik richting de kleine Col du Joly, aan de voet van het Mont Blanc Massief. Als je op het asfalt wil blijven is het een doodlopende col, maar onverhard kan je nog verder. Omdat het geen doorlopende route is, is het een erg rustige en smalle col. Eenmaal boven zou je een prachtig uitzicht op de Mont-Blanc kunnen hebben, ware het niet dat de bewolking zich inmiddels rondom de reus van de Alpen heeft samengepakt. Daar blijft het niet bij, af en toe spat het een beetje en in de verte is weer wat gerommel van onweer te horen.

Vanaf de col kan je via een onverhard pad afdalen naar het dorpje Les Contamines-Montjoie, en aan de andere kant van het dorpje via een ander pad weer terug om hoog. Zo maak je dus een rondje van een kilometer of 20. De afdaling naar het dorp is behoorlijk steil en sommige stukken goed opletten, maar het gaat allemaal goed. De klim via de andere kant is een stuk minder steil, en het pad slingert zich leuk langs de berg omhoog. Niet moeilijk, maar leuk om even mee te pakken. Eenmaal terug op de Col du Joly krijg ik nog een toegift van moeder natuur, de bewolking breekt even open en de zon valt precies op de top van de Mont-Blanc. Lang duurt het niet, en al snel trekt het weer dicht en begint het te spatten. Het gerommel wordt ook steeds sterker, dus het lijkt me wel een goed plan om in het restaurantje op de col even een pauze in te lassen. Onder het genot van een colaatje valt er inderdaad een buitje, maar al snel is het weer droog.

DSC03665.JPG


DSC03668.JPG


Terwijl ik weer naar de motor loopt blijkt dat het ergste nog moet komen. Een enorme onweersbui barst los. Het gaat helemaal los, stortregen, hagel en keiharde klappen onweer. Ik haast me weer terug naar de hut en wacht rustig af. Het is wel een spectaculair gezicht zo op deze hoogte. Vanaf de omliggende wandelpaden komen allemaal wandelaars gerend, sommige nog wel iets voorbereid met juiste kleding, maar anderen totaal doorweekt. Op zo’n kale berg is het niet makkelijk schuilen, en zeker niet lekker met zo’n knallend onweer. Ze zijn blij dat ze veilig binnen zitten.

Zeker een half uur blijft het volle bak doorhozen, echt niet te zuinig. Veel erger nog dan gisteravond, en ik bedenk me dat deze bui waarschijnlijk ook over de camping getrokken is. Ik hoop maar dat alles nog staat. Na een half uur stopt het met hozen en lijkt het ergste voorbij. Ik heb voor het eerst deze vakantie de regenvoering inmiddels in mijn jas geritst, dus ik stap weer op en ga terug richting Beaufort. Ik zit echt te genieten op de motor. Iedereen heeft blijkbaar een veilig heenkomen gezocht, want er is zowat niemand op straat. Alles is lekker opgefrist na deze bui, de temperatuur is eindelijk een beetje aangenaam en er hangt een heerlijke geur van vochtige bosgrond. Ken je die momenten waarop je gewoon helemaal in je eigen wereld zit te genieten? Dit is er zo een, geluk heet dat volgens mij.

Ik ga weer terug naar het stuwmeer, maar in plaats van linksaf naar de Cormet de Roselend ga ik dit keer rechtsaf naar de Cormet d’Arêches. Deze loopt eigenlijk parallel aan de Roselend, maar dan een paar kilometer verderop. En het mooie is, hij is voor een deel onverhard. Via de Col du Pré ga ik richting het dorpje Arêches. Zo’n klein Alpendorpje wat er van bovenaf zelfs met dit grijze weer uitziet als op een ansichtkaart. Na het dorpje klimt de weg weer, ook hier naar een stuwmeer, maar wel een paar maatjes kleiner dan op de Roselend.

DSC03670.JPG


Ondanks de flinke regen is het onverharde stuk prima te rijden. Nauwelijks plassen en een prima pad. Ook hier weer schitterende vergezichten. Onderweg tref ik nog een dikke Land-Rover en een Toyota Landcruiser. Daktent en alles erop en eraan. Mooi plekje zoeken, tent uitklappen en klaar. Oké, twee wielen teveel maar wel heel erg gaaf. Later als ik groot ben… Op de afdaling zijn wel iets meer tekenen van het noodweer te zien, overal komen modderige stroompjes van de berg naar beneden. Bijna aan het eind van de afdaling is zelfs een flinke modderstroom naar beneden gekomen, maar daar is een graafmachine al bezig om de weg weer vrij te maken.

DSC03674.JPG


De afdaling van de Cormet Arêches loopt vrijwel langs de camping, dus ik ben al snel weer “thuis”. De schade lijkt mee te vallen, er zijn wat geulen in het pad gespoeld maar alles staat gelukkig nog overeind. Ook in de tent is alles nog kurkdroog. De motor zit onder de prut door de laatste modderpartij, en de buren komen even polshoogte nemen wat ik heb uitgespookt. Vooral hun zoontje van een jaar of 5 is helemaal weg van de motor, maar even er op zitten is toch nog een beetje te spannend, misschien morgen.
 
Donderdag 23 juli 2015, dag 14

Door het optrekkende vocht van de regen hangt de bewolking erg laag, maar als ze zon er doorkomt is dat waarschijnlijk zo weg. Het is in ieder geval niet regenachtig. Na weer een rustige opstart ga ik wederom richting Bourg Saint Maurice. Dit keer ga ik richting het skigebied La Rosiere. Niet dat skigebieden in de zomer nou echt een lust voor het oog zijn, maar op de onderhoudspaden van de skiliften kan je nog lekker onverhard klooien zonder dat je veel mensen tot last bent. Ook liggen er net als in de omgeving van de LGKS nog een aantal verlaten forten. Onder andere het Fort de la Rosiere, wat neerkijkt op de kleine Sintbernhardpas, de grens tussen Frankrijk en Italië.

DSC03675.JPG


DSC03678.JPG


Na een uurtje pionieren in de omgeving zak ik weer af en ga richting de Col de l’Iseran. Door Val d’Isere en dan door naar de hoogste col in de Alpen. Het ligt niet echt op route, dus ik ga alleen even naar de top en dan weer terug. Gewoon omdat het kan. Op de top ligt nog wat sneeuw en is het door de wind best fris, maar je zit dan ook op 2770 meter. Bij een van de restaurantjes doe ik een broodje en een bakkie en daal dan weer af naar Val d’Isere. Als ik de col zou blijven volgen richting Bonneval dwaal ik te ver af, dan wordt het wel erg laat vandaag.

DSC03685.JPG


DSC03693.JPG


DSC03694.JPG



In Val d’Isere stikt het van de buitensportwinkels, en ik ben gek op dat soort winkels. Verder hou ik niet van shoppen, maar buitensportwinkels vind ik altijd wel leuk. In de zomer gooien ze al het winterspul in de aanbieding, dus wie weet hebben ze nog wat leuks. Ik loop even wat winkels in en uit, pas wat dingen, maar koop uiteindelijk niks. Of ze hebben mijn maat niet, of ik kan het simpelweg niet meenemen op de motor.

Laatste doel voor vandaag is het skigebied Les Arcs, waar ik mijn offroadskills ook weer even ga beproeven. Eerst nog even de klim over de verharde weg omhoog, wat toch altijd wat langer duurt dan je van onderaf had ingeschat. Maakt niet uit, asfaltgummen is ook leuk! Tussen de skipisten is het best leuk rijden. Steile klimmetjes en door de regen redelijk wat modder, en modder is sowieso leuk. Al met al best leuk rijden. Zo heeft een skigebied in de zomer toch nog iets goeds.

DSC03698.JPG


Om 19:00 uur ben ik weer terug op de camping. Eerst even een wasje doen, wat eten, daarna wordt ik door de buren uitgenodigd voor een bakkie. Later maak ik op het terras bij het zwembad onder het genot van een drankje alvast de route voor de komende dagen. Ik ga vanaf morgen weer richting huis. Ik heb nog een paar dagen, dus ik maak er weer een mooie toeristische route van. Als ik op de telefoon nog even het nieuws van de laatste dagen zit te lezen zie ik dat er gisteren op de Mont Blanc een Nederlandse bergbeklimmer is verongelukt doordat hij waarschijnlijk werd overvallen door noodweer. Goeie kans dat het diezelfde bui was als waarvoor ik een paar kilometer verderop bij de refuge stond te schuilen, brrrr.
DSC03704.JPG
 
Vrijdag 25 juli 2015, dag 15

Na 3 nachten op deze camping ga ik vandaag rustig aan beginnen met de thuisreis. Het is ook wel eens lekker om gewoon een paar dagen op dezelfde plek te staan en niet steeds je spullen in te hoeven pakken. Het is een prima camping trouwens, ik ben er naderhand nog meerdere keren terug geweest. Buiten het hoogseizoen sta je zowat alleen, zwembadje erbij, verse broodjes in de ochtend, de mogelijkheid om (op bestelling) te eten in de avond, en een kampvuurtje bij je tent is zelfs toegestaan. Prima plek dus!

Haast heb ik niet, dus natuurlijk begin ik op het gemak weer met een ontbijtje en koffie. De buren komen alvast gedag zeggen, ze gaan al vroeg wandelen. Erg leuke mensen waar ik redelijk wat contact mee heb gehad, met kinderen die niet de hele dag alles bij elkaar krijsen. Het kan dus wel. Camping even betalen, en rond 10 uur ben ik klaar voor vertrek. Het is net als de afgelopen dagen drukkend warm met bewolking wat vanavond wel weer zal uitgroeien tot onweer, maar dat zien we dan wel weer.

Via Bourg Saint Maurice ga ik richting de Kleine Sint-Bernhardpas. Gewoon via de verharde weg dit keer. Op de pas ga ik voor de laatste keer deze vakantie Italië weer in. De voorgaande dagen heb ik steeds een beetje rond de grens gereden, en ik zou niet eens meer weten hoe vaak ik ben overgestoken. Vanaf de pas ga ik door naar Aosta, een niet al te bijzonder stuk, en bovendien bloedheet. Ik ben blij als ik na de bloedhitte in Aosta de hoogte weer een beetje opzoek.


DSC03711.JPG


Na de kleine ga ik nu naar de Grote Sint-Bernhardpas. Goed opletten dat je niet de doorgaande route volgt, want dan ga je de tunnel in en dat is natuurlijk niet de bedoeling. De klim naar de pas is strak geasfalteerd, redelijk breed en leent zich er goed voor om wat meer gas te geven. Alle 48 paarden worden weer opgetrommeld en de karakteristieke eencilinder sound met de nodige klappen bij gas-dicht vullen het dal achter me. Op de pashoogte is het tijd geworden om wat te eten, op weer zo’n schilderachtig plekje. Een klein meertje met nog wat plukjes sneeuw en de reusachtige bergen op de achtergrond. Wat zijn de bergen toch adembenemend mooi.

DSC03718.JPG


DSC03723.JPG


DSC03724.JPG


Op de top steek de grens met Zwitserland over, en laat ik Italië definitief achter me. De afdaling aan de noordkant is veel minder mooi, al snel duik je de tunnels en lawinegalerijen in, en is er van het uitzicht nog maar weinig te zien. Het is ook een beetje een afscheid van de echt hoge bergen, want richting Martigny wordt het steeds wat minder hoog. Het doet me toch altijd weer een beetje pijn als ik de bergen in mijn spiegels langzaam kleiner zie worden. Het is sowieso ook niet het meest fraaie stuk van Zwitserland, een vrij breed dal wat vol staat met industrie. Een stukje snelweg pakken zou wel lekker zijn, maar ik heb geen vignet en voor die ene dag ga ik dat ook niet kopen. Ik rij dus maar een beetje parallel over de secundaire weg, steeds langs, over- of onder de snelweg door. Daar komt nog eens bij dat ik ook al een tijdje wordt achtervolgt door een hele donkere onweerslucht, dus echt heel vrolijk word ik er niet van.

Ik ben Montreux inmiddels voorbij, en ik wil Freiburg ook nog even voorbij vandaag. Ik vind het niks om door drukke stedelijke omgeving te rijden, en zeker niet aan het begin van de dag als ik net op stap. Ik probeer op reisdagen dus altijd net voorbij een stad te stoppen en plaats van er vlak voor. Ik word nog steeds achtervolgd door de onweersbui, die er ook steeds dreigender uit begint te zien. Ik heb weinig zin om zo’n felle bui als een paar dagen geleden op mijn kop te krijgen. Ik sla nog even snel wat boodschappen voor vanavond in, en kies de eerste camping voorbij Freiburg. Het is inmiddels ook bijna 6 uur, dus ook wel een mooie tijd om er mee te stoppen.

Helaas staat de eerste camping die ik tegenkom helemaal bomvol. De eigenaar wil me wel helpen en wijst me naar een klein stukje gras waar al wat andere tentjes haring aan haring staan. Vlak naast het restaurant waar het knetterdruk is, en daar heb ik echt geen zin. Ik bedank hem vriendelijk, en de eigenaar wijst me nog naar een andere camping 10 kilometer verderop. Daar aangekomen sta ik voor een gesloten hek met een bordje “camping complet”. Nou is mijn Frans niet heel goed, maar dit begrijp ik helaas prima.

Dan kies ik maar weer de volgende op de Garmin. De bui hangt inmiddels zowat boven me en ik begin de hoop om droog te blijven langzaam op te geven. Ik bevind me tussen het Lac de Neuchatel, de Bielersee en de Murtensee, en dat is blijkbaar de favoriete bestemming van veel Zwitsers, vandaar dat het overal stampvol is. Op camping nummer 3 tref ik bij de ingang wederom een bordje “complet”. Inmiddels begint het een beetje te spatten en te rommelen, dus ik doe net of ik gek ben en vraag bij de receptie of ze nog plek hebben. Ze hebben nog een veldje voor doorreizigers en daar is nog wel plek. Gelukkig maar, het boeit me geen reet hoe het er uit ziet, als ik voor het onweer losbarst maar een plek heb. Ik had net weer een beetje hoop gekregen om de tent droog op te kunnen zetten, maar ze zijn ontzettend traag bij de receptie. Tussendoor worden op het gemakje nog wat telefoontjes beantwoord en de vriendelijkheid is ver te zoeken. Het lijkt bijna wel of ze het expres doen. Normaal was ik al lang vertrokken, maar met de wetenschap dat alles hier in de omgeving vol staat schiet ik daar ook weinig mee op. Na een kwartier is het dan eindelijk rond en kan ik naar mijn plek.

Ik mag met de motor het veld niet op, dus ik kies een plek het dichtst bij de parkeerplaats. Er staat alleen een laag hegje tussen mijn plek en de motor, daar kan ik nog wel mee leven. Ik verplaats eerst mijn spullen naar een overkapping een stukje verderop, dan ligt het in ieder geval droog. Tot mijn verbazing blijft de echte stortbui tot nu toe uit. Het spat wel, maar van een bui is nog niet echt sprake. Het is benauwd en bloedverziekend heet, en het zweet gutst van mijn kop als ik de tent op zet. Als ik niet nat wordt van de regen dan wel van het zweet. Nadat het hele spul staat en ik in de voortent wat eten heb gemaakt wordt het zowaar weer droog. Ik doe nog een bakkie en loop een rondje over de camping, wat eigenlijk meer een huisjespark blijkt te zijn.

DSC03726.JPG


Naast me staat een promotieteam van een campermerk die hier morgen een show van hun nieuwe campers hebben. Het lijkt me meer een groep studenten die dit als vakantiewerk doen, maar het zijn aardige lui. De campers staan op de parkeerplaats naast mijn motor, maar ze mogen er van de baas niet in slapen en hebben van die opgooitentjes mee gekregen. We staan een tijdje te ouwehoeren, en ik word overladen met snoep, koekjes en cake wat eigenlijk als promomateriaal bedoeld is. Komt eigenlijk wel goed van pas, want mijn avondeten was een beetje weinig. Ik krijg zelfs nog een poncho van de zaak, voor als het eventueel nog gaat regenen. De lucht trekt weer helemaal dicht, dus die kans is best aanwezig.

Als ik voor ik naar bed ga nog even wil gaan douchen kom ik er achter dat er Zwitserse Franks in de douche moeten, en die heb ik niet. Gelukkig zit er in het douchehokje ook een wasbak met een kraan waar wel warm water uitkomt, dus ik haal bij tent even snel een pan en gooi zo wat bakken water over me heen. Beetje primitief, maar het werkt. Terwijl ik nog in het hokje sta hoor ik op het dak dat het begint te regenen, en niet zo’n beetje ook. Een gigantisch onweer bast los, enorme klappen en stortvloed aan water. Ik hoop maar dat ik de tent goed had dichtgeritst, want dat wil ik nog wel eens achterwege laten als ik even naar het toiletgebouw loop. Als ik het hokje uitkom staan daar ook twee jongens van het camperteam, helemaal doorweekt. Ze kwamen net uit het restaurant aan de andere kant van de camping en ze hebben het duidelijk niet droog gered. We wachten het epicentrum van de bui even af en gaan dan in de sprint terug naar de tent. Mijn tent is nog keurig droog van binnen, maar hun opgooitentjes hebben het minder goed overleefd. Ze zijn er wel klaar mee, en ook al mag het niet van de baas, ze gaan lekker in de campers liggen. Gelijk hebben ze. Ze bieden me aan om erbij te komen als ik wil, maar ik blijf lekker in mijn eigen tent. Met 4 onbekende gasten in één camper hoeft van mij niet zo nodig. Met de dames van het team had ik het nog in overweging genomen, maar die hebben hun intrek al in een andere camper genomen.
 
Mr. Frazer, weer een genot om te lezen! M'n maat en ik waren in 2015 ook in Bardonecchia voor de Stella Alpina. Hij op een Suzuki DR400, ik op een wat modernere Honda XR400 (wel achterop de trailer meegenomen, we hadden niet zoveel tijd als jij). Wij hadden een mooie plek op Camping Bokki. Prima geregeld daar, alleen wel wat ver van het centrum. Na de Col de Sommelier ook uitgebreid in de omgeving getoerd. Zoals Colle de Finestre en aansluitend de Assieta, wat een prachtgebied en ook even naar Alpe D'Huez en aan de achterkant weer onverhard naar beneden naar Mizoën.
Dus erg mooi om te lezen en de foto's te zien. Gelijk ook de kaart er bij, om te zien waar je allemaal geweest bent. Erg leuk, zin om weer ns die kant op te gaan en dan net als jij, er heen te rijden en niet met de auto terug te hoeven.
 
Camping Bokki ben ik destijds wel langs gereden maar ik vond het er een beetje oud en vergaan uitzien. Twee jaar daarna heb ik er wel een nachtje gestaan, omdat het toch de dichtstbijzijnde camping is. Vond het vooral duur en een ouwe troep. 2018 wilde we er weer staan maar kregen we te horen dat het alleen nog was geopend voor vaste gasten. We zijn toen uitgeweken naar camping Gran Bosco in Salbertrand, en dat had ik jaren eerder moeten weten! Prima camping, goed sanitair, vriendelijke eigenaar, veel andere offroaders en niet te vergeten, de beste pizza's van Italië! Afgelopen jaar weer gestaan, en noodgedwongen een paar dagen vastgezeten ivm motorproblemen van mijn maatje. Volgens mij is Bokki inmiddels definitief gesloten. Mocht je die kant nog eens opgaan, Gran Bosco is een aanrader!

Volgens mij is het dit jaar nog niet officieel afgeblazen, maar ik verwacht er niet te veel van...
 
Wederom herkenbaar gebied... motor niet op het veld dat is iets uit zwitserland, oostenrijk en duitsland... zeikerds...
oh en de Iséran is niet de hoogste (verharde...), dat is de Bonnette (en onverhard kun je nog wel hoger zoals je weet)
 
Leuk weer! Maar die Zwitserse mentaliteit is, samen met francs en prijzen, de reden dat ik Zwitserland liever over sla. Te veel slechte ervaringen op campings aldaar.
 
Wederom herkenbaar gebied... motor niet op het veld dat is iets uit zwitserland, oostenrijk en duitsland... zeikerds...
oh en de Iséran is niet de hoogste (verharde...), dat is de Bonnette (en onverhard kun je nog wel hoger zoals je weet)

Dit was sowieso zo'n regelcamping waar niks mocht. Kan me nog herinneren dat je verplicht een vuilniszak moest kopen (dat is wel vaker in Zwitserland), maar dat je die ook maar binnen een beperkt tijdslot in de middag mocht afgeven bij de vuil locatie op de camping. Verder stonden er ook nergens op het terrein prullenbakken. Maar ik vertrok de volgende ochtend, en kon dus niet eens bij de vuilnisbakken komen omdat het hek op slot was :? Gelukkig was het hek niet zo hoog. Ik heb een hekel aan dat soort campings, prima dat er regels zijn, maar je kan het ook overdrijven. Normaal zou ik hier hard voorbij gereden zijn, maar nu was ik al lang blij dat ik iets had.

Het is gezeur om niks, maar de Iseran is wel degelijk de hoogste pas. De Cime de la Bonette is weliswaar hoger, maar dat is strikt genomen dan weer geen pas maar een rondje om de top. De Col de la Bonette, de daadwerkelijke pas dus, is lager dan de Iseran. Maar wat ik zeg, gezeur om niks en maakt de wegen er niet minder om.
 
Leuk weer! Maar die Zwitserse mentaliteit is, samen met francs en prijzen, de reden dat ik Zwitserland liever over sla. Te veel slechte ervaringen op campings aldaar.

Met name die prijzen hakken er wel in ja, maar eens in de zoveel jaar geef ik er toch maar aan toe. Dit keer was het alleen even snel op doorreis, maar ik ben er regelmatig voor langere perioden geweest. Naar mijn mening is Zwitserland toch wel het mooiste Alpenland, dus helemaal overslaan vind ik gewoon zonde. Afgelopen jaar nog op de schitterende camping in La Fouly gestaan.
 
Met name die prijzen hakken er wel in ja, maar eens in de zoveel jaar geef ik er toch maar aan toe. Dit keer was het alleen even snel op doorreis, maar ik ben er regelmatig voor langere perioden geweest. Naar mijn mening is Zwitserland toch wel het mooiste Alpenland, dus helemaal overslaan vind ik gewoon zonde. Afgelopen jaar nog op de schitterende camping in La Fouly gestaan.
Ik ga er wel eens een dag in en zorg dat ik dan niets nodig heb ;)
 
Het is gezeur om niks, maar de Iseran is wel degelijk de hoogste pas. De Cime de la Bonette is weliswaar hoger, maar dat is strikt genomen dan weer geen pas maar een rondje om de top. De Col de la Bonette, de daadwerkelijke pas dus, is lager dan de Iseran. Maar wat ik zeg, gezeur om niks en maakt de wegen er niet minder om.

Dan heb je de de Col de la Montée du Fond nog... die is wel degelijk hoger dan beiden... echter onverhard en gaat wel degelijk van de ene kant van de berg naar de andere dus niet doodlopend (als je durft) dus geen Cime zoals de Stella Alpina.

https://www.dangerousroads.org/europe/france/5651-col-de-la-montée-du-fond.html(het reisverslag waarnaar verwezen wordt doet het niet meer maar staat ook gewoon hier op MF)
 
Terug
Bovenaan Onderaan