Reisverslag 2019: Rondje Balkan tot in Griekenland

Frazer

Happy Misfit
Donateur
4 apr 2007
10.650
16.219
Koog aan de Zaan
Een nieuw reisverslag van mijn reis door de Balkan en voormalig Joegoslavië dit voorjaar, maar eerst een kleine introductie :

Voor mijn werk moest ik van begin mei tot eind augustus een opleiding volgen, waardoor ik in die periode geen vrij kon krijgen. Omdat ik geen zin had om tot september te wachten heb ik besloten om in april al weg te gaan. Wel een beetje vroeg, maar een alternatief was er niet. Ja in september natuurlijk, maar dan ga ik alsnog. Opleiding start op 6 mei, dus de 4 weken vooraf vrij genomen. Omdat begin april vrijwel alles in de bergen nog is afgesloten, en ook Scandinavië in die periode nog wel erg vroeg is, viel mijn keus al snel op de Balkan. Sowieso had ik nog op mijn lijstje staan om voormalig Joegoslavië eens wat beter te verkennen, en verder zie ik wel hoe ver ik nog kom. Montenegro en Albanië moet lukken, misschien zelfs wel Griekenland. We zien wel.

Twee weken voor mijn vertrek kreeg ik bericht dat de opleiding die ik zou gaan volgen niet doorging, of eigenlijk dat mijn plek was vergeven aan iemand anders terwijl het mij was toegezegd. Nu had ik natuurlijk kunnen besluiten om alles te verzetten en nog tot juni te wachten, maar ik had me ingesteld op vakantie dus ik wilde gewoon weg. Ook speelde er op mijn werk nog wat meer waardoor het voor mij persoonlijk wel goed was om even een adempauze te nemen.

Al een tijdje getwijfeld om de eerste etappe met de autotrein vanuit Düsseldorf te pakken, maar ik vond het te duur. Toen ik 1,5 week voor vertrek nog eens keek waren de prijzen inmiddels dusdanig gezakt dat ik het wel de moeite waard vond om eens te proberen. Afgelopen jaar heb vanuit de Dolomieten zo’n helse rit over de Duitse autobaan gemaakt dat ik helemaal klaar ben met dat land, ik had gewoon geen zin om 1,5 dag van de ene naar de andere baustelle te rijden. Enkele reis trein geboekt, want ik wil voor de terugreis niet vastzitten aan een schema.

De dagen voor vertrek de motor klaargemaakt, nieuwe olie en banden, alles weer een likje vet en dan kunnen we er weer tegenaan. Het enige wat vast staat is de heenreis met de trein, en verder zie ik wel wat er op mijn pad komt!



Dag 1, Zondag 7 april 2019. Gereden: 270km

Het is relaxt vertrekken vandaag. De trein vertrekt om 21:00 uur uit Düsseldorf, dus ik heb tijd genoeg. Het is zo’n 250km rijden, dus als ik om 15:00 uur vertrek heb ik nog ruim voldoende speling voor eventuele uitloop. Ik kan in de ochtend zelfs nog wat kleren wassen, en alles op het gemakje inpakken. Het is weer eens wat anders dan in de ochtend lopen haasten om op tijd te kunnen vertrekken.

Uiteindelijk stap ik om 15:15 uur op de motor. Alles ingepakt, huis afgesloten, klaar om te gaan. Altijd een beetje spannend, alles achterlaten en kijken wat de komende weken gaan brengen. Het is een mooie lentedag, stralend zonnetje en 21 graden. Helaas is dit in de voorspelling ook de laatste mooie dag voor de komende dagen, maar dat is een probleem voor later.

Via de A8, A10, A1 naar de A30 en dan naar de A12. Weinig bijzonderheden tot zover. Net voor Arnhem zie ik op de borden dat in Duitsland de A3 bij Emmerich is afgesloten, dus rij ik over Heerlen. Iets langer, maar ik heb alle tijd. Ik ben amper Duitsland in als ik de eerste baustelle met bijbehorende file voorgeschoteld krijg. Precies de reden dat ik ervoor heb gekozen om de trein te nemen. Gelukkig is het maar een klein stukje en niet al te druk.

18:30 uur ben ik in Düsseldorf, en gooi ik bij de pomp eerst de tank nog even vol. Niet dat die al leeg is, maar dat scheelt morgen weer. Niet veel later kom ik op het hauptbahnhof van Düsseldorf aan op het laadstation. Er staat al een andere Nederlandse motorrijder te wachten, maar verder is het uitgestorven. De check-in hokjes zijn gesloten en er is niemand te bekennen. Het laden van de trein begint ook pas om 20:15 uur, dus ik heb nog even de tijd. Ik zet de motor aan de kant en loop eerst de stationshal in om wat te eten te scoren. Het eerste wat ik tegenkom is de McDonalds, dus ik begin de vakantie alvast uiterst gezond en culinair. Ik neem mijn bestelling mee terug naar de motor, en eet zittend op de stoep. Inmiddels lopen er ook wat medewerkers van de spoorwegen rond en wordt de trein (die er al stond) gereed gemaakt voor het laden. Hoewel het nog lang niet de voorgeschreven tijd is heb ik het idee dat ze een beetje op mij staan te wachten. Dat blijkt ook te kloppen, want zodra ik “de afwas” in de vuilnisbak gooi komen ze naar me toe. De motoren kunnen de trein op, maar alles losse bagage moet eraf. De koffers kunnen blijven zitten, maar mijn tas moet mee in de cabine.

De treinwagon is laag, erg laag. Ik heb boven het ruitje van mijn motor nog slechts een paar centimeter over. De maximale hoogte is 1,55meter, en het ruitje komt tot 1,54meter. Gaat maar net dus. Ik kan er niet eens opzitten, ik moet er naast lopen. De andere motorrijder heeft een MT-09, dat gaat een stuk makkelijker. Slechts 2 motoren en 4 auto’s, dus het laden is zo klaar. Ze staan een beetje moeilijk te doen met het vastzetten van mijn motor. Het is kennelijk een nieuwe medewerker die wordt ingewerkt, en het kost allemaal wat tijd. Ze hebben de spanbanden wel 4 of 5 keer los gehad en andere bevestigingspunten gekozen, voor ze eindelijk de goedkeuring van de supervisor krijgen.

1407201


Ik zoek mijn plek in de treincabine op, en ik blijk samen met de andere motorrijder, die ik tot dusver trouwens nog niet echt heb gesproken, in dezelfde cabine te zitten. We hebben in ieder geval vast een gezamenlijke hobby als gespreksonderwerp, dus dat scheelt. We hebben nog ruim een uur voor vertrek, dus hij gaat in de stationshal nog wat eten. Ik wissel mijn motorpak om voor mijn campingsmoking en prop alle bagage zo goed en zo kwaad als het kan in de cabine. Het mag niet op de motor blijven, dus het moet toch ergens heen. Het is bloedheet in de trein, dus tot vertrek wacht ik even buiten op een bankje buiten op het perron.

Tot net voor vertrek lijkt het alsof we slechts met z’n tweeën in de cabine zitten, maar op de valreep komt er toch nog een derde bij. Exact volgens schema vertrekt de trein om 20:55 uur. Onze derde passagier is een Amerikaan, maar veel komt er niet uit. Echt contact zoekt hij niet, en op de vragen die ik hem stel krijg ik slechts een kort antwoord. Geen zin in een gesprek dus, ook prima. Met de collega motorrijder praten we natuurlijk uitgebreid over motoren en reizen, gespreksstof genoeg. Hij gaat vanuit Innsbruck direct door naar Venetië voor de boot naar Griekenland om daar een paar weken rond de toeren. Ondertussen stopt de trein nog regelmatig op andere stations. Keulen herken ik in het donker nog wel maar daarna volg ik het niet meer.

Rond half 12 vinden we het mooi geweest en klappen we de banken uit tot bedden. Ik heb het bovenste bed. Het is loeiheet in de cabine, en hoe hoger hoe heter het wordt. Hoewel ik met mijn 1,86meter niet eens echt lang ben is het bed te kort voor mij om languit te kunnen liggen. Voordeel van het bovenste bed is dat je nog een stukje bagagecompartiment hebt om je voeten in de steken, maar dat ligt ook niet echt lekker. Veel hoofdruimte heb je ook niet, want ik kan niet eens rechtop zitten zonder ik het plafond raak.

Ergens na middernacht krijgen we er nog een vierde passagier bij. Daar had niemand op gerekend, dus ook dat bed moet nog uitgeklapt worden. Hoop gerommel en gebonk, iedereen klaarwakker dus. Echt goed slaap ik niet, ik heb het idee dat ik meer wakker lig dan slaap. Het is bijna niet te harden zo heet, maar met het raam open maakt het een takkeherrie, dus dat is ook niks. De deken die je krijgt is volkomen overbodig, de lakenzak is zelfs te veel maar gebruik ik vanwege de hygiëne toch maar. Verder is het redelijk rustig, valt me niet tegen.



Dag 2, Maandag 8 april 2019. Gereden: 340km, Totaal: 610km

Hoewel ik niet echt veel heb geslapen, voel ik me toch nog redelijk uitgerust. De collega motorrijder is weg, hij blijkt halverwege de nacht vanwege de hitte een stoel in een van de zitwagons te hebben opgezocht. Ook de passagier die er vannacht bij kwam is alweer weg. De Amerikaan slaapt nog. Een restauratiewagon is er niet, maar de steward brengt een simpel ontbijt. Koffie, 2 broodjes en wat boter en jam. Basic, maar beter dan niets.

Op station München staan we ongeveer een half uur stil. Een deel van de trein gaat naar Wenen, dus ze moeten omkoppelen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om buiten even een frisse neus te gaan halen. Het is helaas een beetje regenachtig, maar dat was ook de voorspelling. Na nog iets meer dan een uur komen we om 09:15 uur aan op station Innsbruck. Het is helaas opgehouden met zacht regenen. Motoren staan vooraan, dus zijn er zo af. Bagage weer opladen en klaar voor vertrek. We wensen elkaar een goede reis, want de andere motorrijder gaat gelijk de Brenner over richting Italië, ik ga richting Slovenië en dat is vrijwel meteen een andere richting op.


1407202


Ik pak tot aan Wörgl eerst een stukje snelweg. Zo ben ik het snelst uit de drukte rond Innsbruck. Beetje tegenstrijdig dat we hier inmiddels bijna 2 uur geleden ook al op het station stonden. In Wörgl laat ik de snelweg achter me en ga ik richting het Brixental. Westendorf en Kitzbühel, de wintersporters onder ons kennen het ongetwijfeld. Het regent gelukkig niet al te hard, maar het blijft druilerig weer. Hoewel er nog wat pistes open zijn en er nog een hoop sneeuw ligt is de wintersportdrukte wel een beetje voorbij voor dit seizoen.

In Mittersil kan ik kiezen, rechtdoor richting Grossglockner, of rechts naar de Felbertauerntunnel. Hoewel ik het liefste voor de eerste optie zou kiezen, is deze nog lang niet geopend, dus wordt het de tunnel. Eerst zie ik in een oud en afgesloten stuk van een lawinegalerij een mooie plek om even droog te kunnen stoppen. Broodje eten een bakkie zetten. Door naar de tunnel, 10 euro tol aftikken, en ik kan verder. Bij het uitkomen van de tunnel is het zowaar droog, voor slechts een half uurtje, maar toch. Er ligt overal nog volop sneeuw.

1407203


Ik kan niet al te lang genieten van de droogte, maar zo erg is dat niet. Ook in de regen kan ik best leuk rijden, en het gaat gelukkig niet hard. Parallel aan de Italiaanse grens ga ik langs Hermagor tot Arnoldstein, en door naar de Wurzenpas. Bij het laatste tankstation voor de grens haal ik vast een vignet voor Slovenië. Kost ook maar 5 euro, dus daarvoor ga ik geen boete riskeren. De Wurzenpas is niet echt spectaculair, maar altijd nog beter (en een stuk goedkoper) dan de Karawankentunnel. Ik hou erg van Slovenië, dus het is altijd weer leuk om hier te zijn. Het weer wordt ook nog eens beter en beter, en net voor ik aankom in Bled schijnt zelfs de zon. Kan niet beter eigenlijk! In Bled heb ik het nog nooit zo rustig gezien, groot voordeel van vroeg in het seizoen gaan. Na een foto aan het meer ga ik een paar kilometer terug naar camping Šobec in het plaatsje Lesce. Op deze camping stond ik 22 jaar geleden eens met mijn ouders. Sindsdien ben ik wel terug in Slovenië geweest, maar nooit op deze camping. In de drukke zomerperiodes vermijd ik dit soort familiecampings liever. De camping is 2 dagen geleden pas weer geopend voor het nieuwe seizoen, dus druk zal het nog niet zijn. Ik ben benieuwd of ik er nog iets van herken.

1407204


Er staat slechts één andere (Nederlandse) camper, dus druk is het niet bepaald. De camping is enorm, maar buiten het seizoen is het grootste deel afgesloten. In het laatste avondzonnetje zet ik de tent op. Voor het eerst, want ik heb dit tentje pas een paar weken geleden gekocht en heb hem in de tussentijd niet kunnen proberen. De tent staat snel, en in de campingwinkel haal ik nog wat dingen voor het eten. Dan loop ik eerst even een rondje over de camping om te kijken of ik nog wat herken. Globaal herken ik nog de plek waar we toen ongeveer stonden, en ook aan het zwemmeer is uiteraard weinig veranderd, maar daar blijft het wel een beetje bij. Alles is in de loop der jaren natuurlijk vernieuwd. Toch leuk om hier weer eens te zijn.

Terug bij de tent maak ik nog een praatje met een eigenaar van de camper. Hij is alleen en ook net een paar dagen onderweg voor een roadtrip van maar liefst 4 maanden. Eerst door de Balkan, door naar het Oostblok, Baltische staten, en tot slot Scandinavië. Onderweg pikt hij om de paar weken andere familieleden of vrienden op, die dan weer een paar weken meerijden en weer terugvliegen. Mooi plan!

Nadeel van vroeg in het seizoen is dat het ook redelijk vroeg donker is. Om 20:00 uur is het wel klaar voor vandaag. Ik maak wat te eten, doe de afwas en maak het verder niet te laat vandaag. Ik heb afgelopen nacht in de trein niet al te best geslapen, dus ik heb het wel gehad.


1407208



Dag 3, Dinsdag 9 april 2019. Gereden: 259, Totaal: 869

Ik heb goed geslapen, en het weer ziet er ondanks de slechte voorspelling nog helemaal niet slecht uit. In het winkeltje haal ik verse broodjes, zet de Bialetti op het vuur en ga eerst op het gemakje ontbijten. Ik laat de tent nog een extra dag staan en ga nog een rondje door de omgeving rijden. Ik vind dit deel van Slovenië gewoon te mooi om gelijk alweer te vertrekken.

Om een uurtje of 10 stap ik op, en ga eerst richting Kranjska Gora. Hetzelfde stuk reed ik gister ook al, maar zoveel wegen zijn hier niet. Ik ga richting de

Vršičpas. Ik kom er niet helemaal uit of hij open is, want op internet vind ik alleen maar de status “winterse omstandigheden”, maar ik zie wel. Voor wie de
Vršičpas niet kent, de pas is geasfalteerd, maar alle haarspeldbochten aan de noordzijde zijn bestraat met kinderkopjes. Prachtig rijden, maar leent zich er niet echt voor om snelheid te maken. Zeker niet nu de weg door de regen van gisteren nog wat vochtig is, en smeltende sneeuw in de bermen in kleine riviertjes naar beneden stroomt. Op het gemakje dus. Toch is het genieten, zeker als ik bedenk dat ik door het nemen van de trein nog geen 700km op de tripteller heb staan, en toch al midden in de bergen zit. Ik kom slechts een enkele auto tegen, en ook op de top sta ik zo goed als alleen. Nadeel van die rust is wel weer dat de restaurantjes en kioskjes allemaal nog gesloten zijn, dus een bakkie zit er niet in. Ik geef ze ook geen ongelijk trouwens. Dan moet ik het maar doen met mijn eigen broodjes en een paar slokken water uit de Camelbak.

1407209


De afdaling aan de zuidkant is een stuk beter. De bochten zijn hier gewoon voorzien van prima asfalt en de weg is zo goed als droog. Nog even een beetje inkomen op de eerste echte bochten van het nieuwe motorseizoen, maar dan kan het tempo langzaam iets omhoog. Ik rij langs het riviertje de Soča, een van de dingen die Slovenië zo ontzettend mooi maakt, voor mij tenminste. Kraakhelder en diepblauw water, zo schoon, prachtig gewoon. Ik ben echt verliefd op Slovenië. Genietend van de omgeving kom ik aan in Bovec, waar ik rechtsaf richting de Passo Predil en de Mangart ga. De Mangart is vanwege de sneeuw nog gesloten, dat wist ik vooraf al, maar door alleen een bord laat ik me natuurlijk niet tegenhouden. Bij het tolhuisje zit uiteraard niemand, maar de slagboom staat open, dus we zullen zien hoever ik kan komen. Niet al te ver blijkt al snel. Steeds meer sneeuw, ook op de weg. In het begin kan ik er nog redelijk langs, maar na de eerste tunnel is het over. Direct bij het uitkomen van de tunnel ligt een dik pak sneeuw. Een paar foto’s, en dan maar weer omkeren. Terug op de kruising naar de Passo Predil rij ik nog even richting Italië. De pas is niet echt boeiend, maar ik ben er nu toch. Tot aan het Lago Predil, waar ik wederom had gehoopt dat er iets open zou zijn waar ik een bakkie had kunnen doen, maar helaas.

1407211


Ik keer weer om, Slovenië weer in en ga richting Tolmin. Inmiddels is de lucht betrokken en begint het wat te spatten. In Tolmin stop ik dan eindelijk bij een terrasje voor een bak koffie. Koud is het niet, maar het is inmiddels toch wel serieus aan het regenen. Na de koffie gaat het regenpak aan voor het laatste stuk van vandaag. Over de 403 en de 909 over de Bohinjsko Sedlo. Bovenop de Sedlo (1300m) nog volop sneeuw, en de regen komt inmiddels met bakken uit de lucht. Echt gezellig is het door de regen niet, dus ik ga snel weer door. In Bohinjska Bistrica twijfel ik nog even om bij het meer te gaan kijken, maar door de regen laat ik het achterwege. Eenmaal weer in Bled is het zowaar droog. Bij de pomp gooi ik de tank alvast vol, dat scheelt morgen weer. Om 18:00 uur ben ik weer op de camping, mooi rondje voor vandaag. Ik ben hier toch zowat alleen, dus claim het halve toiletgebouw om mijn spullen weer een beetje te kunnen drogen. Scheelt ook weer natte troep in de tent. De avond blijft het een beetje druilerig, dus die vul ik met name met wat netflixen op de telefoon.



Dag 4, Woensdag 10 april. Gereden: 265, Totaal: 1134

Als ik wakker word regent het nog een beetje, maar al snel wordt het droog. Even ontbijten en de spullen weer inpakken. 10 uur ben ik klaar voor vertrek en ga ik weer richting Bled. Via de 905 wil ik nog wat onverharde wegen rijden, maar ik stijg al snel boven de 1000 meter en loop geregeld vast door de sneeuw. Gelukkig weet ik nog een weggetje te vinden waar ik wel overheen kan, zodat ik het hele stuk niet weer terug hoef. In Bohinjska Bistrica scoor ik bij de bakker wat broodjes en ga ik nog even kijken bij het meer. Het spettert een beetje, maar geen grote hoeveelheden gelukkig.


1407212


Ik ga wederom over de Bohinjsko Sedlo, waar het dit keer gelukkig wel iets droger is. De weg naar Skofja Loka is afgesloten, maar zoals altijd op de motor rij ik er gewoon in en zie ik wel waar het schip strandt. Ze zijn het nieuwe asfalt nog aan het walsen, maar de wegwerkers gebaren dat ik er wel door mag. Gelukkig maar, want anders had ik een heel eind moeten omrijden.

Ik volg een route die ik heb overgenomen uit een oude Promotor. Wel leuk, maar niet echt heel boeiend. De echt hoge bergen heb ik achter me gelaten, en het is vooral veel van hetzelfde. Het blijft ook maar spatten. Teller van de motor tikt intussen de 90.000km aan, benieuwd hoeveel er deze trip nog bij gaat komen. In Postojna heb ik het wel gehad en ga ik de doorgaande weg weer op. Ik ga richting de smalle kuststrook van Slovenië. Het plan was eigenlijk om naar Koper te gaan, maar volgens het meisje van de campingreceptie in Lesce is het naastgelegen Izola veel leuker. Maakt mij weinig uit, dus doen we dat gewoon. Het laatste half uur begint het toch echt weer serieus te regenen, dus gaat op de valreep toch nog het regenpak aan.

1407216


In Izola stop ik op camping Belvedère. Erg veel belvedère is er door de bewolking niet aan, en bovendien is het lagere terras met uitzicht over de baai van Triëst nog gesloten in het voorjaar. Ik krijg een modderig stuk tussen vaste en ietwat gedateerde stacaravans toegewezen. Niet echt leuk en door het slechte weer een grote baggerzooi. Mijn vraag of ik niet toch op het andere veld mag staan wordt snel afgekapt. Ik heb met dit weer ook geen zin om verder te rijden, dus dan maar de camperplaatsen. Ook niet geweldig door het grind op de grond, maar in ieder geval geen modder. Snel de tent opzetten, en onder de overkapping van het toiletgebouw de natte regenkleding even uithangen.

Dan even richting het stadje om iets te eten, geen zin om te koken vanavond. Het lijkt dichterbij dan het is, en ik ben toch nog zo’n 40 minuten aan het lopen. Niet erg, een beetje lichaamsbeweging is ook wel goed na een lange dag rijden. Eerst een pad tussen mooie olijfbomen, cipressen en fruitbomen in de bloesem, door naar de zee, daarna verder over de boulevard. Voor het eerst deze reis sta ik aan zee, en de komende weken zal ik steeds min of meer de kust volgen. Het spat nog steeds, maar niet eens hard genoeg om de paraplu open te klappen. Ik loop een rondje door het stadje op zoek naar een restaurantje, maar het zijn voornamelijk visrestaurants waar ik niet echt een liefhebber van ben. Ik hou het dus heel origineel maar bij een pizzeria. Na een goeie pizza en afsluiting met een prima Italiaanse espresso ga ik weer richting camping, veel is hier verder toch niet te beleven. Het is inmiddels opgehouden met zachtjes regenen, dus ik ben blij dat ik mijn paraplu meegenomen heb. Het volgen van de verlichte boulevard gaat prima, maar daarna moet ik in het pikdonker een onverlicht pad terug volgen. Gelukkig weet ik de camping weer terug te vinden.

Ik ben hier toch alleen, dus ik gebruik wederom het bloedhete toiletgebouw als droogruimte voor mijn kleding. Ook nog maar een klein handwasje, want het is hier binnen zo heet dat het morgen wel droog is. Na nog een aflevering op netflix is het mooi geweest voor vandaag.

1407215
 
Laatst bewerkt:
Dag 5, donderdag 11 april 2019. Gereden: 255, Totaal: 1389

Voor zover ik heb gehoord is het vannacht niet droog geweest, en ook als ik wakker word regent het nog. Ik heb geen brood, dus ik hou het voor alsnog even bij een ontbijtkoekreep als ontbijt. De koffie laat ik ook maar even achterwege, alles zit nog in de koffers dus dat laat ik met dit weer lekker zitten. Eerst de spullen maar pakken en dan ergens in een dorpje maar een plek zoeken om te ontbijten. Ik zet de motor onder het afdak van het toiletgebouw, zodat ik alles alsnog redelijk droog kan inpakken. De tent is natuurlijk drijfnat, maar daar is weinig aan te doen. Alles wat vannacht in het toiletgebouw heeft gehangen is gelukkig kurkdroog.

Na vertrek eerst even snel tanken, en dan richting de Kroatische grens. De grens ben ik uiteraard zo over, dus ik kan door Istrië in. In het dorpje Umag zie een bakkerij, met overdekt terras een geldautomaat ernaast. Kan niet beter. Eerst even wat Kroatische Kuna’s pinnen. Altijd weer even wennen, een andere valuta, zijn we niet meer gewend in de eurozone. Hoewel ik uit het verleden weet dat je in Kroatië bijna overal gewoon kan pinnen, vind ik het toch wel prettig om wat contant geld achter de hand te hebben. Bij de bakker een paar lekkere broodjes en een dubbele espresso. De koffie is top en ik zit hier eigenlijk best prima, dus een tweede bakkie kan er ook nog wel bij.


Als ik weer opstap is het intussen een stuk minder hard gaan regenen. Helemaal droog is het nog niet, maar het gaat de goede kant op. Mijn plan is voorlopig om de kust van Istrië te volgen, en dan zie ik wel waar ik uitkom. De kust is mooi, maar voor de motor zijn de wegen niet heel aantrekkelijk. Vooral heel veel reclameborden voor hotels en campings langs de weg. Het goede nieuws is wel dat het intussen droog geworden is. In het dorpje Rovinj stop ik even voor een kleine wandeling door het centrum. De motor parkeer ik in de eerste instantie direct naast het hokje van de parkeerwachters, lekker veilig, maar dat blijkt niet te mogen en ik word naar de motorparkeerplaats gestuurd. Daar staat de motor me niet helemaal naar mijn zin, weinig toezicht en camera’s en er loopt wat wazig volk rond. Ik loop toch even het stadje in, maar het zit me niet helemaal lekker dus ik ben al snel weer terug.


1407224


Ik volg de kust verder naar Pula, de grootste stad van Istrië en gelegen helemaal op het zuidelijkste puntje. Hier kijk ik even rond bij het beroemde Amfitheater. Tegen betaling kan je er in, maar vanaf de buitenkant geloof ik het ook wel. Pula staat bekend om zijn mooie stranden, dus ik kies er een uit om even te kijken. Hawaï Beach, klinkt goed. Het strand is inderdaad erg mooi, en nog heerlijk rustig. Het is inmiddels 16:00 uur, dus ik maak even een plan voor de rest van de middag. Ik vind de wegen in deze regio tot nu toe niet echt boeiend, dus ik ga Istrië weer maar weer verlaten. Langs de oostkust ga ik richting het noorden. Nog 86 kilometer en 1,5 uur naar een camping vlakbij Rijeka, dat moet haalbaar zijn voor vandaag. Het eerste deel is wederom weinig boeiend, maar vanaf Zagorje wordt het leuk. De weg is heerlijk bochtig, en doordat de kust hier wat steiler is liggen de wegen wat hoger. Prachtige vergezichten en uitzicht op de eilanden Cres en Krk. Heerlijk rijden zo, daar was ik wel weer even aan toe.

1407225


1407227


In Opatija, net voor Rijeka, kom ik aan op de camping, maar op de deur van de receptie een briefje waarop staat dat de camping pas op 15 april open gaat. Dat is even lastig, want veel andere campings zie ik hier in de buurt ook niet. Het hek van de camping staat open, dus ik loop er een stukje op in de hoop dat ik de eigenaar tegen het lijf loop zodat ik kan vragen of ik mijn tent alsnog mag neerzetten. De eigenaar zie ik niet, maar er staat wel een Nederlands stel met een tentje. Ze hebben de eigenaar vanmiddag gesproken en mogen kamperen, alleen het sanitair is niet geopend. Als zij het mogen mag ik het vast ook wel, dus ik zoek een plekje op een van de terrassen. Dan zie ik dat er verder naar beneden ook nog wat campers staan. In totaal een stuk of 7 campers en 2 tentjes, zo druk heb ik het tot nu toe niet op een camping gehad, en dan is hij nog wel gesloten.


Ik zag dat er beneden vlak onder de camping een winkeltje is, dus ik haal nog even wat boodschappen en een fles water, want het sanitair is nog gesloten even veel water heb ik niet meer over. Na het eten loop ik nog een klein stukje naar het dorpje en kijk ik even op het kiezelstrand. Het waait behoorlijk dus er zijn flinke golven, maar vanaf vanmiddag is het toch grotendeels droog. Best een leuke omgeving, en ook wel een prima camping. Afgezien van dat het gras nog een beetje hoog staat en er een geen sanitair is, maar het kost dan ook niks.



Dag 6, vrijdag 12 april 2019. Gereden: 305, Totaal: 1694

De dag begint gelukkig droog. Ik loop eerst even naar het winkeltje om verse broodjes te halen. Koffie zetten, verse broodjes en op het gemakje ontbijten, dat is voor mij echt wel vakantie. Om 09:30 uur heb ik alles ingepakt en ben ik klaar voor vertrek. Gisteravond zat ik nog wat over de omgeving te googelen, en zag ik dat er hier vlakbij in Opatija tot de jaren 70 een beroemd stratencircuit is geweest. Er werd vooral met motoren geracet, maar de veiligheid was al lang een discussie en uiteindelijk ook de reden dat de races zijn gestopt. Veel is er niet meer van te zien, maar daar waar ooit de start/finish was is nog een beetje te herkennen. Ik ga even kijken, maar inderdaad is er vrij weinig te herkennen. Afgezien van de camping die “circuit” heet, maar als ik het zo zie ben ik blij dat ik daar niet stond.


Opatija loopt bijna naadloos over in Rijeka, wat na de hoofdstad Zagreb en Split de derde grote stad van Kroatië is. Het is dus even druk om er voorbij te komen, vooral omdat ik nog steeds de kust volg en de stad ook een vrij grote haven heeft. Helaas begint het ook een beetje te spatten. Doordat mijn navigatie in een tunnel even de route kwijt is mis ik dat direct na de tunnel de afslag moet nemen. Die mis ik dus, en zo ga ik automatisch de snelweg op. De eerste afslag er maar weer af en de kustweg weer opzoeken. Ik volg vanaf hier de Jadranska Magistrala, de kustweg van Kroatië. Die naam zegt eigenlijk genoeg, een vertaling is niet eens nodig. De weg liep oorspronkelijk van Rijeka in Kroatië naar Ulcinj in Montenegro, destijds natuurlijk allemaal Joegoslavië. Inmiddels zijn er veel snellere alternatieven, maar toen was het de voornaamste weg van noord naar zuid en bedoelt om de toeristen sneller naar het zonnige zuiden te laten reizen. Niet alle delen van de weg lopen nog via de originele route, maar in grote lijnen is het nog hetzelfde.


Hoewel het niet hard regent is de weg nat, het waait erg hard, en een grote hoeveelheid lasnaden maken het er ook niet makkelijker op. Bij Senj gaat het harder regenen en omdat ik toch moet stoppen om te tanken trek ik gelijk mijn regenpak aan. Het stuk van Senj naar Zadar heb ik een aantal jaar terug al eens gereden, dus het is bekend terrein. Jammer dat het weer zich er niet voor leent om wat sportiever te rijden, want dit stuk van de Magistrala is erg mooi. Het is een en al bocht met geweldige uitzichten. Dan loopt de weg weer nagenoeg op zeeniveau, en even verder rij je door de steile rotsen zomaar weer op 300 meter hoogte. Bij het dorpje Cesarica ben ik twee jaar terug gestopt om te zwemmen, dus ik weet dat je daar leuk kan zitten. Mooie plek om te lunchen dus. Het is geen weer om te zwemmen, maar ik kan onder een overkapping droog en uit de wind zitten, dus dat is al heel wat.


Het mooie van dit stuk van de Magistrala is afgezien van de prachtige omgeving ook dat je nagenoeg geen bebouwing tegen komt. Senj en Karlobag zijn eigenlijk de enige plaatsen van enig formaat, maar verder zijn het voornamelijk kleine dorpjes. Je kunt dus zonder al te veel oponthoud redelijk doorrijden, buiten het seizoen tenminste.


Ik vervolg mijn weg weer, en de regen is inmiddels weer zo goed als voorbij. Het waait nog steeds hard, heel erg hard. Door de bochten in de weg valt te wind soms helemaal weg, maar als je voorbij een rots komt krijg je dan opeens weer een enorme dreun van de wind. In de inhammen van de kust lijkt de wind een beetje te wervelen, rij erin en je hebt nergens last van, maar zodra je de bocht in komt krijg je enorme windstoten. Best lastig rijden. Op sommige plaatsen zie ik langs de weg een oranje knipperlicht, met een bord eronder dat wanneer het licht knippert, je er met de motor niet in mag. Blijkbaar komt het dus redelijk vaak voor hier. En vandaag knippert het licht, eigenlijk mag ik er dus niet in. Ik ben toch echt niet van plan om een andere route te nemen, en zo snel laat ik me ook niet afschrikken, dus ik rij gewoon door.

1407228


Als ik door Karlobag rij zie ik dat er een politieauto achter me rijdt. Op dat moment steken er plotseling wat mensen het zebrapad over, en ik ben te laat om nog te kunnen stoppen. Ik ben bang dat ze me hiervoor misschien aan de kant zetten, maar als ik afsla om in het haventje een foto te maken rijden ze door, gelukkig maar. Als ik Karlobag weer uit rij om de kustweg te vervolgen kom ik weer langs zo’n knipperlicht, en ook deze knippert. Nog geen 500 meter verder zie ik dezelfde politieauto aan de kant staan, en dit keer moeten ze me wel hebben. Of ik dat knipperende licht niet gezien heb, want vanwege de harde wind is het verboden voor motoren. Dat licht heb ik natuurlijk wel gezien, maar door me van de domme te houden probeer ik er nog onderuit te komen. Dat lukt niet, en ik moet 500 kuna boete betalen. Als ik nu terplekke aan de agent betaal is het maar 250 kuna. Pure oplichterij dus. Het geld heb ik niet eens bij me, maar ik heb sowieso weinig zin om te betalen. Bovendien moet ik omkeren en via het binnenland verder, en daar heb ik ook geen zin in. Terwijl we in gesprek zijn rijden er nog andere motoren voorbij, maar daarmee wordt helemaal niks gedaan. Het zijn allemaal locals, maar toen ze even achter me reden hebben ze natuurlijk al gezien dat ik een toerist ben, en daar valt geld te halen. Uiteindelijk gooi ik het over een andere boeg, zeg ik dat ik voor de Nederlandse overheid werk, zwaai met wat nietszeggende pasjes en zeg dat ik het belachelijk vind dat er in een fatsoenlijk EU-land zoveel corruptie is en dat ik op het bureau zijn chef wil spreken. Dat werkt, ik hoef niet te betalen, en ik mag nog doorrijden ook, als ik maar niet bij hem aankom als ik toch een ongeluk krijg. Nog voordat ik mijn papieren weer heb opgeborgen zit de agent alweer in zijn auto en rijdt weg, op zoek naar de volgende toerist waarschijnlijk. Oplichter.

Dat het knipperlicht er niet helemaal voor niks staat blijkt wel, want het waait echt serieus hard. Storm zou ik op het op sommige plekken nog eerder noemen. Maar ik doe het rustig aan, vooral in de bochten waar de wind ook net de hoek om komt. Vandaag stop ik wat eerder dan normaal. Ik wil de Mali Alan pas nog rijden, een onverharde pas waar ik 3 jaar terug ook al ben geweest. Die rij ik liever zonder bagage, en omdat de pas teveel van mijn route afwijkt moet ik uiteindelijk toch via dezelfde weg terug. Vlak voor het begin van de pas zoek ik dus een camping en zet mijn tent alvast op. De wind is hier een stuk minder hard, maar in plaats daarvan is het helaas wel weer een beetje aan het spatten.

Als de tent staat haal ik ook de koffers van de motor en ga ik lekker zonder bagage op pad. Zo te zien hebben ze hier onlangs een flinke natuurbrand gehad, want daar waar alles 3 jaar terug nog begroeid was is het nu een kale en verschroeide bende. Door het slechte weer zit ik al snel in de wolken, en hoe hoger ik kom hoe kouder het ook nog wordt. Kort voor de top begint het zelfs te sneeuwen, en helemaal boven blijft het zelfs een beetje liggen. Maakt niet uit, vind ik eigenlijk zelfs wel mooi. Het geeft het ook wel een mysterieus tintje. In een van de vele oorlogen is ook in dit gebied waarschijnlijk flink gevochten. Overal staan monumentjes, ruïnes en zelfs mijnenvelden. Het lijkt erop dat ze die nu wel aan het ruimen zijn, want er staan aanzienlijk minder borden dan 3 jaar terug, en overal zie ik dat stukken land door linten en paaltjes in sectoren verdeeld zijn.


1407232


1407233


1407231


1407230



Een rondje rijden is hier niet echt mogelijk, dan dwaal ik veel te ver af. Vanaf de pashoogte volg ik de weg nog een paar kilometer naar beneden, maar dan keer ik weer om en volg dezelfde route weer terug. Op sommige stukken is het zicht door de mist echt maar een paar meter, en ik weet dat de afgronden lang niet overal vangrails hebben. Heel rustig aan dus maar. Alles komt goed, en rond 19:00 uur ben ik weer bij de tent. Toch wel weer even leuk om gereden te hebben. Ik haal in de supermarkt vlakbij wat eten voor vanavond, koken, eten, afwassen, praatje met wat andere kampeerders, en dan is de avond al snel weer om.

Het was nog mijn bedoeling om de verlaten Zeljava Airbase te bezoeken, maar ik zie op de kaart dat ik daar toch nog wel een flink stuk uit de buurt ben en het ligt ook niet op mijn route. Het is volgens google-maps nog 2,5 uur rijden, dan daar nog rondkijken, en 2,5 uur weer terug. Dat kost me dus bijna een hele dag, en dat heb ik er nou ook weer niet voor over. Ik ga morgen dus maar gewoon verder met waar ik mee bezig was, de kustroute naar het zuiden.
 
Dag 7, zaterdag 13 april 2019. Gereden: 234, Totaal: 1928

Als ik wakker word hoor ik de regen alweer op de tent. Dat is wel een beetje een domper, want voor vandaag was de voorspelling eindelijk eens goed. Na een uur of 8 wordt het dan toch langzaam droog. Het winkeltje in het dorp is 5 minuten lopen, dus ik ga weer lekker verse broodjes halen. Ik pak mijn spullen en maak nog een praatje met de buurman met een gave 4x4 camper. Als ik om half 11 vertrek breekt zelfs het zonnetje even door, zou het dan toch goedkomen vandaag? Als ik kijk naar de bergen waar ik gisteren over de Mali Alan pas doorheen gereden ben zie ik dat ze voor een groot deel bedekt zijn met sneeuw. Verse sneeuw dus, want dat was gisteren nog niet. Even twijfel ik nog om nog een keer omhoog te rijden, maar ik laat het toch maar voor wat het is.

Ik maak een tussenstop in Zadar, waar ik even op de boulevard rondkijk. Ze hebben hier een soort orgel verwerkt in de kade. Door de luchtverplaatsing door het klotsende zeewater hoor je verschillende tonen, een soort miniconcert. Grappig. De kustweg tussen Zadar en Sibenik is niet heel boeiend, het is vooral veel rechtdoor, en je zit net iets te ver van de zee af om het te kunnen zien. Vanaf Sibenik ga ik een kilometer of 10 het binnenland in om de beroemde Krka-watervallen te bezoeken. Ik vraag of ik de motor op de stoep voor het ticketoffice mag parkeren, dan staat hij in ieder geval in het zicht. Alle bagage zit er los op, en hoewel er in principe niks van waarde inzit is het toch lullig als ze het meenemen. Bij het ticket-office begrijpen ze echter mijn vraag niet, of ze willen het gewoon niet begrijpen, dus ik laat het er maar bij. Ik parkeer de motor recht voor een van de terrasjes, en hoop er maar op dat het goedkomt.

Met een bus word je naar de lager gelegen watervallen gebracht. Lopen kan ook, maar de bus zit bij de prijs in dus dan ben ik snel overtuigd. Ook begint zelfs de temperatuur aardig op te lopen, dus een wandeling in de inmiddels volle zon en in motorpak zie ik ook niet echt zitten. Via een pad van vlonders loop je door het park langs de diverse watervallen. Het is een rondje van een kilometer of 2. Een grotere ronde kan ook, maar op de kortere route heb je de meeste hoogtepunten al gehad. Ik ken de foto’s van de toeristenmassa’s die zich hier in de zomer proberen voort te bewegen, maar zo vroeg in het seizoen is het nog heerlijk rustig. Er lopen wel mensen, maar last heb je niet van elkaar. Ik herinner me een bezoek aan de Plitvice meren een aantal jaar terug. Daar was je blij als je 3 meter achter elkaar kon lopen zonder dat je stond te wachten achter een selfie-makende toeristenmassa. Dan is voor mij de lol er snel vanaf. Nu is het goed te doen, en bovendien is de temperatuur ook nog aangenaam. In de zomer kan het hier flink heet worden. Het is een prachtig park, ook wel vergelijkbaar met de Plitvice meren. Hier iets meer watervallen, daar iets grotere meren, maar verder redelijk vergelijkbaar. Nu ik beiden bezocht heb denk ik dat ik dit park iets mooier vind, maar dat kan ook komen doordat ik me hier op dit moment niet door de massa’s Aziaten hoef door te worstelen.

1407424


1407425


1407426


Na ongeveer 1,5 uur heb ik het rondje af en stap ik weer in de bus naar boven. Ik vond het erg de moeite waard. De motor staat er inclusief bagage gelukkig nog onaangetast bij en rond 16:30 uur stap ik weer op. Het vervolg van de kustroute is een stuk mooier dan vanochtend, de bochten en uitzichten zijn weer terug. Ik maak een korte tussenstop bij het dorpje Trogir. Het ziet er leuk uit, maar ik heb niet zo veel zin om alles hier weer achter te laten en te voet het auto/motorvrije centrum in te gaan dus ik hou het bij wat foto’s van de zijlijn. Veel dorpjes langs de kust zijn op kleine uitlopers in zee gebouwd, ziet er leuk en idyllisch uit.

Ik vervolg de weg naar Split, mijn eindpunt voor vandaag. Het is inmiddels ook al tegen zessen, dus het is ook wel mooi geweest voor vandaag. Je kan goed merken dat je verder naar het zuidoosten zit, wat terwijl het in Nederland rond deze tijd van het jaar pas rond half 9 begint te schemeren, is dat hier wel een uur eerder. Als je dus nog bij daglicht je tent wilt opzetten en eventueel wat van de omgeving wilt zien dan moet je niet veel later dan 6 uur stoppen.

1407427


Even voorbij Split vind ik een stadscamping, die er tot mijn verbazing eigenlijk heel goed uitziet. Van buiten lijkt het niet veel, maar van binnen het hek ziet het er allemaal keurig uit. Mooie plekken en een leuk strand. Het zwembad is nog niet open, daarvoor is het nog wat te vroeg in het seizoen. Inmiddels gaat het opzetten van mijn nieuwe tent als vanzelf, dus binnen een paar minuten staat de boel overeind. Ik loop nog even naar het kampwinkeltje, wat klokslag 19:00 uur net voor mijn neus de deuren sluit. Gelukkig zit er aan de overkant van de straat nog een andere winkel en kan ik wat te eten inslaan. Eten kan nog wel even wachten, dus ik loop eerst nog een klein rondje door de omgeving en geniet van de ondergaande zon. Het lijkt erop dat de harde wind van gisteren voor een omslag in het weer heeft gezorgd, ik hoop dat het voorlopig even zo blijft.

Dag 8, zondag 14 april 2019. Gereden: 227, Totaal: 2155

Het lijkt erop dat ik eindelijk een keer in de zon kan ontbijten, maar de zon verdwijnt al snel weer achter de wolken. Het kampwinkeltje is op zondag gesloten, dus ik meld me weer bij de supermarkt aan de overkant voor verse broodjes. Terug op de camping word ik gelijk aangeklampt door mensen die zich afvragen waar ik dat brood vandaan heb. Je kan de winkel vanaf de camping al zien liggen, durf vooral verder te kijken dan je neus lang is.

Net zoals de laatste dagen volg ik de kustweg weer verder naar het zuiden. Navigatie heb ik de afgelopen dagen eigenlijk niet eens nodig. De kustweg wordt ondertussen weer mooier en mooier. Ik nader de Makarska Riviera, ook die naam behoeft weinig uitleg. De prachtige vergezichten en het azuurblauwe zeewater maken de uitzichten geweldig.

1407431


Net voorbij het stadje Makarska neem ik de zijweg naar de Sveti Jure, waarvan ik heb gelezen dat het de hoogste geasfalteerde weg van Kroatië zou moeten zijn. Het is een nationaal park, dus je moet een paar Kuna tol aftikken, maar dat is het waard. De 23km lange doodlopende weg loopt tot de top van de ruim 1700 meter hoge Sveti Jure. Het leuke is dat je vrijwel vanaf zeeniveau vertrek, dus alle 1700 meters moeten beklommen worden. Donkere wolken hebben zich rond de bergen samengepakt, dus ik verwacht weinig uitzicht op de top, maar we zullen zien. Van de medewerker in het tolstation krijg ik te horen dat de top niet helemaal bereikt kan worden, er ligt nog te veel sneeuw. De uitzichten langs de weg zijn prachtig. Al vanaf 800 meter hoogte heb je een adembenemend uitzicht over de kust. Veel hoger dan dat zie ik het ook niet meer, want al snel duik ik de wolken in. Al vrij snel begint het ook te spatten, en even verder ook serieus hard te regenen. Ik weet dat ik op de terugweg wel weer onder de bewolking kom, dus ik laat mijn regenpak voor wat het is. De weg is erg smal en niet overal even goed. Met de motor gaat het nog, maar als 2 auto’s elkaar willen passeren zal er een van de twee aan de kant moeten. De laatste 2 haarspeldbochten voor de top loop ik inderdaad vast in de sneeuw. Ik zet de motor aan de kant, en wil de laatste paar honderd meter naar de top dan maar te voet afleggen. De regen is zo goed als over, maar net voor ik wil gaan lopen begint het keihard te hagelen. Gelukkig sta ik bij een overhangende rots waar onder ik kan schuilen. Mooi moment om dan maar vast wat te eten, ik sta hier nu toch. Broodjes en beleg heb ik altijd wel bij me, scheelt een hoop tijd in een restaurant en je zit op de mooiste plekjes. Het is nog goed voor het vakantiebudget ook. Als ik klaar ben met eten is de hagel er inmiddels ook klaar mee, dus ik loop de laatste meters naar de top. Op de top sneeuwt het zelfs een beetje. Door de wolken heb ik uiteraard nauwelijks uitzicht, maar het is fantastisch om hier even te zijn. Mijn kop in de ijzige wind op de top, de elementen van de natuur, ik hou ervan. Een uurtje geleden nog in het zonnetje aan de kust, nu een striemende wind waardoor mijn oren zelfs pijn doen van de kou. Dit is voelen dat je leeft, heerlijk. Ik kan hier zo een uur blijven staan.

1407450


1407445


De motor keer ik zo om, maar enkele auto’s die proberen boven te komen moeten een flink stuk achteruit terug. Het is hier veel te smal om te keren. Achteruit op een smalle bergweg met niet al te beste, of soms zelfs helemaal geen vangrails. Je ziet ze zweten terwijl ik met de motor rustig achter ze aan hobbel tot de weg breed genoeg is om er voorbij te kunnen. Terug naar beneden doorkruis ik weer dezelfde regenbui, en vrijwel op dezelfde hoogte als waar ik er op de heenweg inkwam, kom ik er nu ook weer uit. Al snel schijnt de zon weer en loopt de temperatuur weer lekker op. De uitzichten zijn wederom geweldig. Het is dezelfde weg als waar ik over gekomen ben, maar nu ik afdaal zit ik eerste rang voor het uitzicht, fantastisch. Ik heb een hoop wegen in Europa gereden, maar dit is zeker een van de mooiste. Het is elke cent tol meer dan waard.


1407443


1407439


Nog een kilometer of 50, en dan verlaat ik de kust om voor een aantal dagen het binnenland van Bosnië en Servië in te gaan. Ik volg de kustweg nog tot het plaatsje Opuzen, waarna ik richting de grens met Bosnië en Herzegovina ga. Helaas hebben de donkere wolken die ik al de hele dag in de verte zie hangen zich samengepakt en begint het te regenen. Bij de laatste pomp in Kroatië gooi ik de tank nog even vol, dan weet ik zeker dat ik de komende paar honderd kilometer in Bosnië nergens naar uit hoef te kijken. Ook trek ik op de valreep van de dag toch nog even het regenpak uit de tas. Voor ik de grens overga doe ik nog even snel een appje naar het thuisfront, want mijn EU-bundel is straks niet meer geldig en ik heb geen idee of wifi in deze landen erg gebruikelijk is. Later deze week kom ik nog terug in Kroatië, dus het lokale geld kan ik nog even bij me houden.

Op de grensovergang word ik zo doorgezwaaid zonder dat ik hoef te stoppen, dat gaat makkelijk. Niks van de waarschuwingen dat je zonder originele groene kaart de grens niet overkomt, ik was er zelfs zonder paspoort doorgekomen. Het regent nog even flink door, maar het duurt gelukkig niet al te lang. Eindpunt voor vandaag is Mostar, en ik heb er vanuit het grote aantal campings in de omgeving op de gok maar een uitgekozen. Al snel kom ik op een kruising een bordje tegen, rechtdoor is 14km, rechtsaf is 7, naar precies dezelfde camping. Uiteraard ga ik voor de korte route, die me leidt over een aantal vrij smalle en slechte wegen. Waarschijnlijk de bedoeling dat je met caravans of campers de lange route over de hoofdweg volgt.

1407438


Camping Mali Wimbledon ziet er prima uit, mooi veld tussen de fruitbomen en goed sanitair. Geen idee wat het met Wimbledon te maken heeft, maar er zal wel een gedachte achter zitten. Er staat helemaal niemand, maar snel tref ik de eigenaar die samen met een aantal bouwvakkers bezig is met de bouw van een heel nieuw zwembad. Ziet er professioneel uit, maar voorlopig vallen er nog weinig baantjes te trekken. De eigenaar is een vriendelijke kerel en spreekt perfect Engels. Ik zoek een mooi plekje voor de tent en bouw mijn kamp weer op. Al snel komt er ook een camper aan, dus ik ben in ieder geval niet meer de enige kampeerder. Hoewel er nog steeds wat buien in de lucht hangen ontkom ik er niet aan de was even te doen, want ik ben inmiddels alweer door mijn schone kleren heen. Even later begint het inderdaad weer te regenen, maar met behulp van de motor en een paar stukken scheerlijn maak ik een waslijn onder een afdak. We zien wel of het morgen droog is.

Tussen de buien door loop ik nog een klein rondje om de camping. Wat direct opvalt in Bosnië is zwerfvuil en zwerfhonden. De honden laten je gelukkig wel met rust, maar aan het vuil valt niet te ontkomen. In letterlijk iedere struik, boom of hekwerk hangen wel plastic zakken of stukken folie. Zonde, want verder is het erg mooi hier.

Door de regen kook ik noodgedwongen ook onder het afdak, jammer maar het is niet anders. De voorspelling voor morgen is redelijk goed, dus ik hoop er maar het beste van. Ik ben benieuwd naar de rest van Bosnië. Een aantal jaar terug was ik er al eens, maar dat was slechts een dagritje vanuit Kroatië. Nu echt het land in, ik ben benieuwd.
 
Dag 9, maandag 15 april 2019. Gereden: 155, Totaal: 2310

Voor het eerst deze vakantie word ik wakker met de zon op de tent, dat is een goed teken! De was (natuurlijk niet droog) verplaats ik ook richting de zon. Volgens google zit er op 1,5km afstand een geldautomaat, dus dat is een mooi ochtendwandelingetje om mee te beginnen. Na wat volgens mij aanzienlijk meer is dan 1,5km wil ik het al bijna opgeven, als ik een toerist-info kantoortje zie. Ik verwacht er niet te veel van want ik ben het dorp al bijna uit, maar vragen kan geen kwaad. Handig dat je in dat kantoor iemand neerzet die geen Engels spreekt, maar dat terzijde. Via handen en voeten word ik gewezen naar een hotel even verderop waar in de lobby een geldautomaat zou moeten staan. Beetje vreemd, maar het blijkt inderdaad te kloppen. Voorzien van Bosnische marken loop ik weer terug naar de camping, en onderweg sla ik nog wat verse broodjes in.

Het is eindelijk een keer echt lekker zonnig, dus ik neem het ervan. Korte broek aan en lekker relaxt ontbijten in de zon. Ik ben sowieso niet snel in de ochtend, als ik om half 10 weg ben dan is het voor mijn doen al vroeg, maar voor vandaag ga ik dat zeker niet redden. Geeft niks, het is vakantie!

1407456


Ik wil vandaag de binnenstad van Mostar, en natuurlijk de beroemde brug bezoeken. Ik vind het wat teveel om daar een hele dag voor uit te trekken, want zo’n stadsmens ben ik niet. Het lijkt me echter niet zo’n strak plan om de motor met alles er op en eraan ergens in een zijstraatje te parkeren. Ik vraag de eigenaar van de camping of ik al mijn spullen nog even hier mag laten liggen, en dat is uiteraard geen probleem. De was is inmiddels droog, ik pak al mijn spullen in en laat de koffers en roltas achter bij de receptie.


Het is 10 kilometer rijden tot de binnenstad van Mostar, dus ik ben er zo. Op een “bewaakte” parkeerplaats parkeer ik de motor en loop het laatste stukje. Als eerste bekijk ik natuurlijk de Stari Most, de wereldberoemde brug over de rivier Neretva die de stad in tweeën deelt. De brug is gebouwd in de 16e eeuw en heeft sinds die tijd veel oorlogen overleefd. Tot de Bosnische oorlog in 1993. Mostar was een belangrijke stad in de oorlog, met in het westelijke deel de Kroaten, en in het oostelijke deel de Moslims. Jaren lang leefden die min of meer vredig naast elkaar, tot na het uiteenvallen van Joegoslavië begin jaren ’90 de vlam in de pan sloeg. Dit is ook precies de reden dat ik deze landen wil bezoeken. In mijn jeugd opende het journaal elke dag met deze oorlog, het was het Syrië van nu. Je kon de tv niet aanzetten of het ging er wel over, en ik kan me dat nog goed herinneren. Toen ik een paar jaar terug Kroatië en het noorden van Bosnië bezocht verbaasde ik me hoe weinig ik hier eigenlijk van wist, terwijl het zich nog maar zo kort geleden en zo relatief dichtbij huis afspeelde. Ik nam me toen voor me wat meer in te lezen en deze regio eens wat uitgebreider te bezoeken. Inmiddels heb ik me wat ingelezen en snap ik eigenlijk nog vrij weinig van, maar zoals bij vrijwel elke oorlog draaide het voornamelijk om geloof. De brug in Mostar is in 1993 door de Kroaten opgeblazen omdat het een bevoorradingsroute voor de Bosnische troepen was. Tussen 2001 en 2004 is de brug met veel originele delen die uit de rivier zijn gevist weer hersteld en staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Inmiddels is het een belangrijke toeristische trekpleister, en dat is zelfs ruim voor het vakantieseizoen goed te merken.

Het is zo druk dat ik mijn poging om de smalle brug over te steken maar even staak. Ik weet niet wat ze verderop aan het doen zijn, maar ik kom geen meter vooruit. Dan eerst maar even kijken in een parkje op de westelijke oever vanwaar je een mooi uitzicht op de brug hebt. Het is moeilijk voor te stellen dat deze stad nog geen 30 jaar geleden volledig in puin lag. Het lijkt een mooie oude stad waar alles vredig verloopt, maar als je de verhalen moet geloven bedriegt de schijn. Nog steeds leven de bevolkingsgroepen op gespannen voet met elkaar, en kan de situatie zomaar weer opnieuw escaleren. Het land is na de oorlog in tweeën verdeeld. Aan de ene kant de Federatie van Bosnië en Herzegovina, aan de andere kant de Republiek Servië. Die laatste weer niet te verwarren met het land Servië, want dat is niet hetzelfde. Officieel is Sarajevo de hoofdstad, maar de bevolking aan de Servische zijde ziet Banja Luka als hun belangrijkste stad. Beide bevolkingsgroepen zitten uiteraard in de regering, met een of andere wazige roulatie-constructie wie uiteindelijk het laatste woord heeft. Beiden hebben uiteraard tegenstrijdige belangen, dus kort samengevat wordt het waarschijnlijk nooit wat.

1407457


Na een half uurtje zijn de busladingen Chinezen waarschijnlijk alweer opgepikt voor een bliksembezoek aan een van de volgende highlights, en is het een stuk rustiger op de brug. Ik verken ook even een stukje van de oostelijke oever. Een leuke oude stad met smalle straatjes en steegjes. Na ongeveer 1,5 uur en het proberen van de lokale schepijsspecialiteiten heb ik het wel weer gezien. Maar, via welk steegje was ik hier nou ook alweer gekomen… Na 2x een verkeerde afslag komt het me weer bekend voor en vind ik de motor weer terug.

1407458


Terug naar de camping, bagage weer opladen en nog een bedankje naar de eigenaar voor ik weer vertrek. Ik ga richting Sarajevo. Niet dat ik die stad wil bezoeken, eigenlijk is mijn doel Srebrenica, maar dat is te ver weg om vandaag nog te halen. Sarajevo ligt op de route en is een mooie afstand om vandaag nog te kunnen doen. Ook is de regio tussen Sarajevo en de grens met Servië totaal niet toeristisch, dus zijn er nauwelijks overnachtingsmogelijkheden.

Vanuit Mostar volg ik de rivier Neretva naar het noorden. De sporen van de oorlog zijn overal nog goed zichtbaar. Kapotgeschoten en verlaten huizen kom je nog overal tegen. Waar zouden de oude bewoners zijn, gevlucht, verjaagd, vermoord? Toch een vreemd idee dat ik hier nu vakantie aan het vieren ben, terwijl hier nog tot 2011 een VN-Vredesmissie aanwezig was en de mogelijkheid tot een nieuwe oorlog nog altijd op de loer ligt.

1407460


1407461


Hoe dan ook, de omgeving is prachtig. De rivier loopt door een kloof en is omringt door bergen. Ik had niet verwacht dat het hier zo bergachtig zou zijn. Het zonnetje kleurt de frisgroene begroeiing en het straalblauwe water extra mooi in. Als ik bij het dorpje Jablanica de Neretva achter me laat wordt de omgeving ook wat minder. Even later begint het zelfs wat te spatten. De weg is op sommige punten drijfnat, maar de echte buien mis ik gelukkig. Om 17:00 uur kom ik aan op camping Sarajevo, een kort dagje rijden vandaag. Op het toegangsweggetje vraag ik me af waar ik in vredesnaam terecht ga komen. Ik rij langs oude huisjes, bouwvallen bijna, waar oude kromgebogen vrouwtjes in het moestuintje aan het werk zijn en alles is omgeven door vuilnis. Toch is dat gelukkig geen voorbode voor wat ik op de camping aantref. Ik word meteen vriendelijk ontvangen door de eigenaar die vloeiend Duits spreekt. Zo goed dat ik hem zelfs vraag of hij van oorsprong geen Duitser is, maar dat blijkt niet het geval. Als welkomstrankje kan ik kiezen tussen zelfgemaakte apfelsaft of apfelschnapps, maar omdat ik geen alcoholliefhebber ben hou ik het bij het eerste. De camping is nog niet zo oud en ligt er keurig netjes bij, in het sanitair gebouw kan je van de grond eten zo schoon. Bouwkunst hebben ze hier nog niet helemaal begrepen, want het lijkt wel alsof ik naast een fabriekspand sta, maar het is toch echt het woonhuis en receptie van de camping. Functionaliteit gaat duidelijk boven de uitstraling, maar dat maakt niet uit.

1407462


Als de tent staat ga ik eerst even wat boodschappen doen. Via een wandelpaadje steek ik een stukje af en ik ben geschokt van wat ik zie. Uitpuilende vuilcontainers, die zodra ze vol zijn waarschijnlijk in brand gestoken worden want zonder uitzondering zijn ze allemaal pikzwart geblakerd. Grote bergen vuilnis liggen ernaast, en de zwerfhonden doen de rest. Wie geen zin heeft om zijn vuil naar de container te brengen flikkert het gewoon in de rivier, dan is het ook weg. En ik thuis maar mijn best doen om al mijn afval netjes te scheiden. Laten we het maar op houden dat wij het goede voorbeeld geven, ze hebben hier wel andere problemen aan hun hoofd. Volgens de campingeigenaar moest ik niet teveel verwachten van de winkel, en daarmee heeft hij geen woord teveel gezegd. Het is een oude vieze bende, bloedheet, bij elke stap plakken mijn laarzen aan de vloer vast en alle snoeren van de koelvitrines lopen open en bloot en half doorgesleten over de vloer. De keuringsdienst van waren, als ze die hier al hebben, durft waarschijnlijk niet eens binnen te komen uit angst voor een acute cholerabesmetting. Ik hou het maar bij een zakje oplossoep en wat groente die ik schil of heel goed was, en daarna nog een keer. Terug op de camping begint het helaas weer te regenen, en kook ik noodgedwongen half in de tent. De rest van de avond vul ik met een beetje netflixen.

1407463
 
Laatst bewerkt:
Heel gaaf verslag ! Ik ben in ca 1986 met een Honda C-310 (met C-50 blok) naar Pula gereden. Via Passo Predil, Pazin en Rovinje. Als je toen wapperde met een D-mark bankbiljet was je koning. Ik herken de Arena. Verder daar nog niet geweest. Leuk om te lezen !!!
 
Heel gaaf verslag ! Ik ben in ca 1986 met een Honda C-310 (met C-50 blok) naar Pula gereden. Via Passo Predil, Pazin en Rovinje. Als je toen wapperde met een D-mark bankbiljet was je koning. Ik herken de Arena. Verder daar nog niet geweest. Leuk om te lezen !!!

Respect om daarmee die kant op te rijden! Ik moet zeggen dat ik er in Istrië voor de rest niet al te veel aan vond. Het draait vooral om zon, zee en toerisme, wat in april nog niet echt op gang gekomen is. De omgeving en kusten zijn erg mooi, maar voor de motor niet echt aantrekkelijk. Pula leek me op zich wel een leuke stad.
 
Dag 10, dinsdag 16 april 2019. Gereden: 245, Totaal: 2555

Ondanks de regen van gisteravond was het een koude nacht. De wolken zijn verdwenen en het is weer blauw. Ik ontbijt lekker in de zon en maak nog een praatje met de Duitse overbuurman. Hij is met een dikke zelfgebouwde 4x4 camper onderweg naar Mongolië. Het kan altijd nog beter.

Als ik alle spullen heb gepakt en de camping heb betaald ga ik weer op weg. De Garmin stuurt me dwars door Sarajevo. Op zich ook wel leuk, dan krijg ik toch nog een beetje een idee van de stad. De stad heeft tijdens de oorlog in Bosnië zwaar te lijden gehad, en dat is nog goed te zien. Veel gebouwen zitten vol kogelgaten, andere gebouwen zijn gloednieuw omdat herstel waarschijnlijk niet meer mogelijk was. Het is overal nog vol in ontwikkeling, maar echt aantrekkelijk ziet de stad er niet uit. Herinneringen aan de oorlog zijn nog overal zichtbaar en veel toeristische hoogtepunten zijn er niet. Velen zullen de stad hooguit kennen uit het journaal ten tijde van de oorlog, en uit de geschiedenisboeken vanwege de moordaanslag op Aartshertog Frans Ferdinand in 1914, wat de eerste wereldoorlog ontketende.


1407507


Via een uitzichtpunt over de stad, waar ik bij toeval langskom, verlaat ik het centrum weer. Ik heb weinig zin om de stad verder te bezoeken, dus ik ga verder richting het oosten. Ik ga richting Srebrenica, de plaats die bekend is geworden van de massamoord op ruim 8000 moslimmannen en jongens door het Servische leger ten tijde van de Bosnische oorlog. Vanuit Sarajevo nog een kleine 150 kilometer rijden. Niet echt een vakantiebestemming natuurlijk, maar naar mijn mening wel een deel van de recente geschiedenis die we niet mogen vergeten. Voordat ik daar ben rij ik eerst nog zeker een uur over een soort hoogvlakte. Ik zit vrijwel continue boven de 1000 meter hoogte, met soms zelfs uitschieters naar 1300 meter. Het is prachtig rijden, maar erg koud op deze hoogte. Regelmatig ligt er zelfs nog sneeuw in de berm. Na ruim een uur zak ik weer af naar wat normalere hoogte en wordt de temperatuur ook een stuk aangenamer. Omdat ik Srebrenica vanuit het zuiden wil naderen sla ik van de normale route af en ga de bergen weer in. Een prachtige omgeving, maar het geeft me toch een beetje een benauwend gevoel. Ik weet niet precies waarom, misschien de gedachten wat zich hier in de omgeving heeft afgespeeld. Veel waarschuwingsborden voor mijnen, en verder kom ik kilometers lang geen mens tegen. Er hangt gewoon een beetje een vreemde sfeer, maar dat zal mijn gevoel wel zijn. Plotseling gaat de verharde weg over in een onverharde rode modderweg. Er liggen wat zandafgravingen langs de weg, dus het kan zijn dat het asfalt gewoon is bedekt met modder, want al na een paar kilometer is de weg weer verhard. Het geeft de motor in ieder geval een mooie kleur, staat hem goed! Via een mooie slingerende afdaling nader ik het stadje, wat eigenlijk van alle kanten door de bergen is omringt. Dan de laatste bocht, en ik lees het plaatsnaambord wat me kippenvel geeft, Srebrenica.

1407512


1407513


Ten tijde van de oorlog in Bosnië werden meerdere plaatsen aangewezen als veilige zone voor de Bosniakken, binnen het door de Bosnische Serviërs bezette gebied. Srebrenica was hier één van. Een VN-vredesmacht moest er op toezien dat de veilige zone werd gehandhaafd. Vele Bosniakken uit de regio vluchtten naar Srebrenica, in de veronderstelling dat ze daar veilig waren. Op 11 juli 1995 werd de veilige zone alsnog onder de voet gelopen door de Bosnische Serviërs. De VN-vredesmacht was op dat moment het Nederlandse Dutchbat. De Nederlandse militairen konden vanwege onvoldoende middelen, bevoegdheden (ze mochten slechts geweld gebruiken uit zelfverdediging) en zonder herhaaldelijk aangevraagde luchtsteun vrijwel niets doen. Meerderen werden door de Serven gegijzeld en dreigden te worden vermoord indien er luchtsteun zou komen. Een groot deel van de bewoners van Srebrenica sloeg op de vlucht naar het nabijgelegen dorpje Potočari, waar de basis van Dutchbat gevestigd was. 2 dagen na de aanval op Srebrenica werden de jongens en mannen die met hun familieleden waren gevlucht naar de VN-basis door de zwaarbewapende Serven gescheiden van de vrouwen en kinderen, en naar later zou blijken, vermoord. De grootste genocide in Europa na de tweede wereldoorlog. Dutchbat kon niks doen. Later werd door de Nederlandse regering toegegeven dat de missie op deze manier bij voorbaat al onuitvoerbaar was. Het is nog altijd een gevoelige kwestie.

1407514


Ik rij door het stadje Srebrenica, wat eigenlijk niet heel veel verschilt van andere dorpen en stadjes in dit deel van Bosnië. Het is niet groot, en voor ik het weet ben ik er alweer uit. Ik zie ook niet veel reden om hier langer te blijven, want ik voel me een beetje een ramptoerist. Een paar kilometer buiten Srebrenica kom ik in het dorpje Potočari. De voormalige accufabriek in Potočari was destijds de VN-basis waar Dutchbat gelegerd zat. Een deel van de bevolking van Srebrenica is destijds naar de VN-basis gevlucht in de hoop daar veilig te zijn. Deze veiligheid kon Dutchbat ze wegens gebrek aan middelen en luchtsteun helaas niet bieden. Het Servische leger is ook de VN-basis binnengevallen, en het droevige gevolg is bekend.

Tegenover de basis ligt tegenwoordig de begraafplaats waar een groot deel van de vermoorde mannen en jongens begraven liggen. Nog steeds zijn niet alle slachtoffers geïdentificeerd, en een deel is zelfs tot op de dag van vandaag nog vermist. Ik loop een rondje over de indrukwekkende begraafplaats. Regelmatig zie ik bij graven mensen bidden, de realiteit van de oorlog is hier nog iedere dag aanwezig.

Als ik na een ronde over de begraafplaats weer richting de uitgang loop word ik in het Nederlands aangesproken door een vrouw die me vraagt of ik die Nederlandse motorrijder ben. We raken aan de praat en het blijkt dat deze vrouw ten tijde van de oorlog samen met haar man en kind naar de veilige enclave Srebrenica is gevlucht. Ze heeft de Servische inval meegemaakt en is ook gevlucht naar de VN-basis. Haar man, broer en nog diverse andere familieleden zijn door de Serviërs vermoord en liggen hier nu begraven. Ze is na de oorlog met haar 11 maanden oude zoontje naar Nederland gevlucht en woont daar nu nog steeds. Ze is hier nu samen met haar nieuwe man om het graf van haar man en andere familieleden te bezoeken. Ze wijst me aan waar ze op de basis aan de overkant van de weg ondergedoken heeft gezeten toen de Serviërs kwamen en wat er allemaal gebeurde. Het is een enorm indrukwekkend verhaal, iemand dit het zelf heeft meegemaakt. Geen verhaal of foto’s in een museum, of een stuk tekst op internet, maar een aangrijpend verhaal van iemand die er zelf bij was. Het grijpt me enorm aan en ik ben er stil van. Ik weet niet wat ik moet zeggen, afgezien van het feit dat ik het verschrikkelijk voor haar vind. Ik heb in het verleden al veel oorlogsbegraafplaatsen, musea en voormalige concentratiekampen bezocht, vorig jaar nog Auschwitz. Gek genoeg was ik daardoor nooit zo geraakt als nu, de tranen staan in mijn ogen. Zo’n verhaal uit de eerste hand, tot in de details en dan ook nog in het Nederlands, dat komt binnen. Zelf zijn ze mij dankbaar dat ik deze plek bezoek, zodat het niet vergeten wordt.

1407517


1407516


Ik wens ze veel sterkte en laat ze verder met rust. Tegenover de begraafplaats, in de oude VN-basis is een expositie over de val van de enclave. Vooral de persoonlijke verhalen en teruggevonden bezittingen van de slachtoffers zijn erg indrukwekkend. Bizar wat voor verschrikkingen er in oorlogen allemaal plaatsvinden. Na de expositie struin ik nog wat rond op de oude basis. Of het echt de bedoeling is weet ik niet, maar het is open en ik word niet tegengehouden. Veel Nederlandse teksten en tekeningen op de muren herinneren nog aan de tijd dat Dutchbat in deze gebouwen was ondergebracht.

1407515


Tegen 17:00 uur heb ik het gezien en stap ik weer op de motor. Nog een uurtje naar de dichtstbijzijnde camping. De camping ligt net over de grens in Servië, aan de andere kant van de grensrivier de Drina. De grensovergang bij het dorpje Bratunac ben ik zo over, en zo kom ik voor het eerst deze reis in een land waar ik nog nooit geweest ben. Bosnië was ik een paar jaar terug al eens, weliswaar slechts een paar uurtjes tijdens een dagritje vanuit Kroatië, maar toch. Servië ben ik voor het eerst, en de komende weken volgen er nog wel wat meer nieuwe landen. Ik volg de rivier de Drina tot net voor het dorpje Bajina Basta. Het poi-bestand van Archies campings op de Garmin leidt me keurig naar minicamping Jovanovic Crvica in Bajina Basta. “Tents only” staat er in de omschrijving, en dat klopt ook wel. Eigenlijk sta je gewoon bij mensen in de tuin. Een heel mooi idyllisch plekje, tussen de fruitbomen in de tuin van de familie Jovanovic. Engels spreken ze niet, maar met handen en voeten komen we er wel uit. Het toiletgebouw is niet meer dan één toilet, douche en wasbak, maar meer heb ik ook niet nodig. Dit zijn precies de campings waar ik van hou. Ik krijg meteen stapels folders wat er in de omgeving te doen is, en ik moet natuurlijk in het gastenboek schrijven. Het toiletgebouw wordt nog even extra schoongemaakt, want het lijkt erop dat ik de eerste kampeerder van dit jaar ben.

Als de tent staat is het inmiddels al een uur of 7 en ga ik richting het dorp om nog wat boodschappen te doen. Eigenlijk heb ik daar helemaal geen zin in, dus als ik een langs de weg een leuk restaurantje zie besluit ik daar maar naartoe te gaan. Even wennen dat ze hier overal in openbare gebouwen nog gewoon roken, dat zijn wij niet meer gewend. Varkenshaas met friet, salade, drankje, toetje van mierzoete Baklava en koffie, voor 960 Servische Dinar. Nog geen €8,50. Helaas blijkt bij het afrekenen dat de pinautomaat het niet doet, dus moet ik in het dorp alsnog op zoek naar een geldautomaat. Dat had ik eigenlijk willen voorkomen, want morgen ben ik het land alweer uit. Het minimale bedrag wat ik kan opnemen is 2000 dinar, maar het is niet anders. Terug naar het restaurant om te betalen, en dan weer naar de camping. Het is super stil en rustig in de omgeving, en de heldere lucht maakt het een koude avond. Zoals gewoonlijk als ik in de avond niks te doen heb zit ik wat op internet te lezen, vooral over de omgeving waar ik ben en wat er zich allemaal heeft afgespeeld. Als ik het wat frisjes krijg ga ik lekker warm douchen en kruip ik mijn slaapzak in. Ik sta naast het kippenhok (eigenlijk ligt heel de camping naast het kippenhok), dus ik vrees het ergste voor morgenochtend.

 
Een nieuw reisverslag van mijn reis door de Balkan en voormalig Joegoslavië dit voorjaar, maar eerst een kleine introductie :

Voor mijn werk moest ik van begin mei tot eind augustus een opleiding volgen, waardoor ik in die periode geen vrij kon krijgen. Omdat ik geen zin had om tot september te wachten heb ik besloten om in april al weg te gaan. Wel een beetje vroeg, maar een alternatief was er niet. Ja in september natuurlijk, maar dan ga ik alsnog. Opleiding start op 6 mei, dus de 4 weken vooraf vrij genomen. Omdat begin april vrijwel alles in de bergen nog is afgesloten, en ook Scandinavië in die periode nog wel erg vroeg is, viel mijn keus al snel op de Balkan. Sowieso had ik nog op mijn lijstje staan om voormalig Joegoslavië eens wat beter te verkennen, en verder zie ik wel hoe ver ik nog kom. Montenegro en Albanië moet lukken, misschien zelfs wel Griekenland. We zien wel.

Twee weken voor mijn vertrek kreeg ik bericht dat de opleiding die ik zou gaan volgen niet doorging, of eigenlijk dat mijn plek was vergeven aan iemand anders terwijl het mij was toegezegd. Nu had ik natuurlijk kunnen besluiten om alles te verzetten en nog tot juni te wachten, maar ik had me ingesteld op vakantie dus ik wilde gewoon weg. Ook speelde er op mijn werk nog wat meer waardoor het voor mij persoonlijk wel goed was om even een adempauze te nemen.

Al een tijdje getwijfeld om de eerste etappe met de autotrein vanuit Düsseldorf te pakken, maar ik vond het te duur. Toen ik 1,5 week voor vertrek nog eens keek waren de prijzen inmiddels dusdanig gezakt dat ik het wel de moeite waard vond om eens te proberen. Afgelopen jaar heb vanuit de Dolomieten zo’n helse rit over de Duitse autobaan gemaakt dat ik helemaal klaar ben met dat land, ik had gewoon geen zin om 1,5 dag van de ene naar de andere baustelle te rijden. Enkele reis trein geboekt, want ik wil voor de terugreis niet vastzitten aan een schema.

De dagen voor vertrek de motor klaargemaakt, nieuwe olie en banden, alles weer een likje vet en dan kunnen we er weer tegenaan. Het enige wat vast staat is de heenreis met de trein, en verder zie ik wel wat er op mijn pad komt!



Dag 1, Zondag 7 april 2019. Gereden: 270km

Het is relaxt vertrekken vandaag. De trein vertrekt om 21:00 uur uit Düsseldorf, dus ik heb tijd genoeg. Het is zo’n 250km rijden, dus als ik om 15:00 uur vertrek heb ik nog ruim voldoende speling voor eventuele uitloop. Ik kan in de ochtend zelfs nog wat kleren wassen, en alles op het gemakje inpakken. Het is weer eens wat anders dan in de ochtend lopen haasten om op tijd te kunnen vertrekken.

Uiteindelijk stap ik om 15:15 uur op de motor. Alles ingepakt, huis afgesloten, klaar om te gaan. Altijd een beetje spannend, alles achterlaten en kijken wat de komende weken gaan brengen. Het is een mooie lentedag, stralend zonnetje en 21 graden. Helaas is dit in de voorspelling ook de laatste mooie dag voor de komende dagen, maar dat is een probleem voor later.

Via de A8, A10, A1 naar de A30 en dan naar de A12. Weinig bijzonderheden tot zover. Net voor Arnhem zie ik op de borden dat in Duitsland de A3 bij Emmerich is afgesloten, dus rij ik over Heerlen. Iets langer, maar ik heb alle tijd. Ik ben amper Duitsland in als ik de eerste baustelle met bijbehorende file voorgeschoteld krijg. Precies de reden dat ik ervoor heb gekozen om de trein te nemen. Gelukkig is het maar een klein stukje en niet al te druk.

18:30 uur ben ik in Düsseldorf, en gooi ik bij de pomp eerst de tank nog even vol. Niet dat die al leeg is, maar dat scheelt morgen weer. Niet veel later kom ik op het hauptbahnhof van Düsseldorf aan op het laadstation. Er staat al een andere Nederlandse motorrijder te wachten, maar verder is het uitgestorven. De check-in hokjes zijn gesloten en er is niemand te bekennen. Het laden van de trein begint ook pas om 20:15 uur, dus ik heb nog even de tijd. Ik zet de motor aan de kant en loop eerst de stationshal in om wat te eten te scoren. Het eerste wat ik tegenkom is de McDonalds, dus ik begin de vakantie alvast uiterst gezond en culinair. Ik neem mijn bestelling mee terug naar de motor, en eet zittend op de stoep. Inmiddels lopen er ook wat medewerkers van de spoorwegen rond en wordt de trein (die er al stond) gereed gemaakt voor het laden. Hoewel het nog lang niet de voorgeschreven tijd is heb ik het idee dat ze een beetje op mij staan te wachten. Dat blijkt ook te kloppen, want zodra ik “de afwas” in de vuilnisbak gooi komen ze naar me toe. De motoren kunnen de trein op, maar alles losse bagage moet eraf. De koffers kunnen blijven zitten, maar mijn tas moet mee in de cabine.

De treinwagon is laag, erg laag. Ik heb boven het ruitje van mijn motor nog slechts een paar centimeter over. De maximale hoogte is 1,55meter, en het ruitje komt tot 1,54meter. Gaat maar net dus. Ik kan er niet eens opzitten, ik moet er naast lopen. De andere motorrijder heeft een MT-09, dat gaat een stuk makkelijker. Slechts 2 motoren en 4 auto’s, dus het laden is zo klaar. Ze staan een beetje moeilijk te doen met het vastzetten van mijn motor. Het is kennelijk een nieuwe medewerker die wordt ingewerkt, en het kost allemaal wat tijd. Ze hebben de spanbanden wel 4 of 5 keer los gehad en andere bevestigingspunten gekozen, voor ze eindelijk de goedkeuring van de supervisor krijgen.

Bekijk bijlage 1407201

Ik zoek mijn plek in de treincabine op, en ik blijk samen met de andere motorrijder, die ik tot dusver trouwens nog niet echt heb gesproken, in dezelfde cabine te zitten. We hebben in ieder geval vast een gezamenlijke hobby als gespreksonderwerp, dus dat scheelt. We hebben nog ruim een uur voor vertrek, dus hij gaat in de stationshal nog wat eten. Ik wissel mijn motorpak om voor mijn campingsmoking en prop alle bagage zo goed en zo kwaad als het kan in de cabine. Het mag niet op de motor blijven, dus het moet toch ergens heen. Het is bloedheet in de trein, dus tot vertrek wacht ik even buiten op een bankje buiten op het perron.

Tot net voor vertrek lijkt het alsof we slechts met z’n tweeën in de cabine zitten, maar op de valreep komt er toch nog een derde bij. Exact volgens schema vertrekt de trein om 20:55 uur. Onze derde passagier is een Amerikaan, maar veel komt er niet uit. Echt contact zoekt hij niet, en op de vragen die ik hem stel krijg ik slechts een kort antwoord. Geen zin in een gesprek dus, ook prima. Met de collega motorrijder praten we natuurlijk uitgebreid over motoren en reizen, gespreksstof genoeg. Hij gaat vanuit Innsbruck direct door naar Venetië voor de boot naar Griekenland om daar een paar weken rond de toeren. Ondertussen stopt de trein nog regelmatig op andere stations. Keulen herken ik in het donker nog wel maar daarna volg ik het niet meer.

Rond half 12 vinden we het mooi geweest en klappen we de banken uit tot bedden. Ik heb het bovenste bed. Het is loeiheet in de cabine, en hoe hoger hoe heter het wordt. Hoewel ik met mijn 1,86meter niet eens echt lang ben is het bed te kort voor mij om languit te kunnen liggen. Voordeel van het bovenste bed is dat je nog een stukje bagagecompartiment hebt om je voeten in de steken, maar dat ligt ook niet echt lekker. Veel hoofdruimte heb je ook niet, want ik kan niet eens rechtop zitten zonder ik het plafond raak.

Ergens na middernacht krijgen we er nog een vierde passagier bij. Daar had niemand op gerekend, dus ook dat bed moet nog uitgeklapt worden. Hoop gerommel en gebonk, iedereen klaarwakker dus. Echt goed slaap ik niet, ik heb het idee dat ik meer wakker lig dan slaap. Het is bijna niet te harden zo heet, maar met het raam open maakt het een takkeherrie, dus dat is ook niks. De deken die je krijgt is volkomen overbodig, de lakenzak is zelfs te veel maar gebruik ik vanwege de hygiëne toch maar. Verder is het redelijk rustig, valt me niet tegen.



Dag 2, Maandag 8 april 2019. Gereden: 340km, Totaal: 610km

Hoewel ik niet echt veel heb geslapen, voel ik me toch nog redelijk uitgerust. De collega motorrijder is weg, hij blijkt halverwege de nacht vanwege de hitte een stoel in een van de zitwagons te hebben opgezocht. Ook de passagier die er vannacht bij kwam is alweer weg. De Amerikaan slaapt nog. Een restauratiewagon is er niet, maar de steward brengt een simpel ontbijt. Koffie, 2 broodjes en wat boter en jam. Basic, maar beter dan niets.

Op station München staan we ongeveer een half uur stil. Een deel van de trein gaat naar Wenen, dus ze moeten omkoppelen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om buiten even een frisse neus te gaan halen. Het is helaas een beetje regenachtig, maar dat was ook de voorspelling. Na nog iets meer dan een uur komen we om 09:15 uur aan op station Innsbruck. Het is helaas opgehouden met zacht regenen. Motoren staan vooraan, dus zijn er zo af. Bagage weer opladen en klaar voor vertrek. We wensen elkaar een goede reis, want de andere motorrijder gaat gelijk de Brenner over richting Italië, ik ga richting Slovenië en dat is vrijwel meteen een andere richting op.


Bekijk bijlage 1407202

Ik pak tot aan Wörgl eerst een stukje snelweg. Zo ben ik het snelst uit de drukte rond Innsbruck. Beetje tegenstrijdig dat we hier inmiddels bijna 2 uur geleden ook al op het station stonden. In Wörgl laat ik de snelweg achter me en ga ik richting het Brixental. Westendorf en Kitzbühel, de wintersporters onder ons kennen het ongetwijfeld. Het regent gelukkig niet al te hard, maar het blijft druilerig weer. Hoewel er nog wat pistes open zijn en er nog een hoop sneeuw ligt is de wintersportdrukte wel een beetje voorbij voor dit seizoen.

In Mittersil kan ik kiezen, rechtdoor richting Grossglockner, of rechts naar de Felbertauerntunnel. Hoewel ik het liefste voor de eerste optie zou kiezen, is deze nog lang niet geopend, dus wordt het de tunnel. Eerst zie ik in een oud en afgesloten stuk van een lawinegalerij een mooie plek om even droog te kunnen stoppen. Broodje eten een bakkie zetten. Door naar de tunnel, 10 euro tol aftikken, en ik kan verder. Bij het uitkomen van de tunnel is het zowaar droog, voor slechts een half uurtje, maar toch. Er ligt overal nog volop sneeuw.

Bekijk bijlage 1407203

Ik kan niet al te lang genieten van de droogte, maar zo erg is dat niet. Ook in de regen kan ik best leuk rijden, en het gaat gelukkig niet hard. Parallel aan de Italiaanse grens ga ik langs Hermagor tot Arnoldstein, en door naar de Wurzenpas. Bij het laatste tankstation voor de grens haal ik vast een vignet voor Slovenië. Kost ook maar 5 euro, dus daarvoor ga ik geen boete riskeren. De Wurzenpas is niet echt spectaculair, maar altijd nog beter (en een stuk goedkoper) dan de Karawankentunnel. Ik hou erg van Slovenië, dus het is altijd weer leuk om hier te zijn. Het weer wordt ook nog eens beter en beter, en net voor ik aankom in Bled schijnt zelfs de zon. Kan niet beter eigenlijk! In Bled heb ik het nog nooit zo rustig gezien, groot voordeel van vroeg in het seizoen gaan. Na een foto aan het meer ga ik een paar kilometer terug naar camping Šobec in het plaatsje Lesce. Op deze camping stond ik 22 jaar geleden eens met mijn ouders. Sindsdien ben ik wel terug in Slovenië geweest, maar nooit op deze camping. In de drukke zomerperiodes vermijd ik dit soort familiecampings liever. De camping is 2 dagen geleden pas weer geopend voor het nieuwe seizoen, dus druk zal het nog niet zijn. Ik ben benieuwd of ik er nog iets van herken.

Bekijk bijlage 1407204

Er staat slechts één andere (Nederlandse) camper, dus druk is het niet bepaald. De camping is enorm, maar buiten het seizoen is het grootste deel afgesloten. In het laatste avondzonnetje zet ik de tent op. Voor het eerst, want ik heb dit tentje pas een paar weken geleden gekocht en heb hem in de tussentijd niet kunnen proberen. De tent staat snel, en in de campingwinkel haal ik nog wat dingen voor het eten. Dan loop ik eerst even een rondje over de camping om te kijken of ik nog wat herken. Globaal herken ik nog de plek waar we toen ongeveer stonden, en ook aan het zwemmeer is uiteraard weinig veranderd, maar daar blijft het wel een beetje bij. Alles is in de loop der jaren natuurlijk vernieuwd. Toch leuk om hier weer eens te zijn.

Terug bij de tent maak ik nog een praatje met een eigenaar van de camper. Hij is alleen en ook net een paar dagen onderweg voor een roadtrip van maar liefst 4 maanden. Eerst door de Balkan, door naar het Oostblok, Baltische staten, en tot slot Scandinavië. Onderweg pikt hij om de paar weken andere familieleden of vrienden op, die dan weer een paar weken meerijden en weer terugvliegen. Mooi plan!

Nadeel van vroeg in het seizoen is dat het ook redelijk vroeg donker is. Om 20:00 uur is het wel klaar voor vandaag. Ik maak wat te eten, doe de afwas en maak het verder niet te laat vandaag. Ik heb afgelopen nacht in de trein niet al te best geslapen, dus ik heb het wel gehad.


Bekijk bijlage 1407208


Dag 3, Dinsdag 9 april 2019. Gereden: 259, Totaal: 869

Ik heb goed geslapen, en het weer ziet er ondanks de slechte voorspelling nog helemaal niet slecht uit. In het winkeltje haal ik verse broodjes, zet de Bialetti op het vuur en ga eerst op het gemakje ontbijten. Ik laat de tent nog een extra dag staan en ga nog een rondje door de omgeving rijden. Ik vind dit deel van Slovenië gewoon te mooi om gelijk alweer te vertrekken.

Om een uurtje of 10 stap ik op, en ga eerst richting Kranjska Gora. Hetzelfde stuk reed ik gister ook al, maar zoveel wegen zijn hier niet. Ik ga richting de

Vršičpas. Ik kom er niet helemaal uit of hij open is, want op internet vind ik alleen maar de status “winterse omstandigheden”, maar ik zie wel. Voor wie de
Vršičpas niet kent, de pas is geasfalteerd, maar alle haarspeldbochten aan de noordzijde zijn bestraat met kinderkopjes. Prachtig rijden, maar leent zich er niet echt voor om snelheid te maken. Zeker niet nu de weg door de regen van gisteren nog wat vochtig is, en smeltende sneeuw in de bermen in kleine riviertjes naar beneden stroomt. Op het gemakje dus. Toch is het genieten, zeker als ik bedenk dat ik door het nemen van de trein nog geen 700km op de tripteller heb staan, en toch al midden in de bergen zit. Ik kom slechts een enkele auto tegen, en ook op de top sta ik zo goed als alleen. Nadeel van die rust is wel weer dat de restaurantjes en kioskjes allemaal nog gesloten zijn, dus een bakkie zit er niet in. Ik geef ze ook geen ongelijk trouwens. Dan moet ik het maar doen met mijn eigen broodjes en een paar slokken water uit de Camelbak.

Bekijk bijlage 1407209

De afdaling aan de zuidkant is een stuk beter. De bochten zijn hier gewoon voorzien van prima asfalt en de weg is zo goed als droog. Nog even een beetje inkomen op de eerste echte bochten van het nieuwe motorseizoen, maar dan kan het tempo langzaam iets omhoog. Ik rij langs het riviertje de Soča, een van de dingen die Slovenië zo ontzettend mooi maakt, voor mij tenminste. Kraakhelder en diepblauw water, zo schoon, prachtig gewoon. Ik ben echt verliefd op Slovenië. Genietend van de omgeving kom ik aan in Bovec, waar ik rechtsaf richting de Passo Predil en de Mangart ga. De Mangart is vanwege de sneeuw nog gesloten, dat wist ik vooraf al, maar door alleen een bord laat ik me natuurlijk niet tegenhouden. Bij het tolhuisje zit uiteraard niemand, maar de slagboom staat open, dus we zullen zien hoever ik kan komen. Niet al te ver blijkt al snel. Steeds meer sneeuw, ook op de weg. In het begin kan ik er nog redelijk langs, maar na de eerste tunnel is het over. Direct bij het uitkomen van de tunnel ligt een dik pak sneeuw. Een paar foto’s, en dan maar weer omkeren. Terug op de kruising naar de Passo Predil rij ik nog even richting Italië. De pas is niet echt boeiend, maar ik ben er nu toch. Tot aan het Lago Predil, waar ik wederom had gehoopt dat er iets open zou zijn waar ik een bakkie had kunnen doen, maar helaas.

Bekijk bijlage 1407211

Ik keer weer om, Slovenië weer in en ga richting Tolmin. Inmiddels is de lucht betrokken en begint het wat te spatten. In Tolmin stop ik dan eindelijk bij een terrasje voor een bak koffie. Koud is het niet, maar het is inmiddels toch wel serieus aan het regenen. Na de koffie gaat het regenpak aan voor het laatste stuk van vandaag. Over de 403 en de 909 over de Bohinjsko Sedlo. Bovenop de Sedlo (1300m) nog volop sneeuw, en de regen komt inmiddels met bakken uit de lucht. Echt gezellig is het door de regen niet, dus ik ga snel weer door. In Bohinjska Bistrica twijfel ik nog even om bij het meer te gaan kijken, maar door de regen laat ik het achterwege. Eenmaal weer in Bled is het zowaar droog. Bij de pomp gooi ik de tank alvast vol, dat scheelt morgen weer. Om 18:00 uur ben ik weer op de camping, mooi rondje voor vandaag. Ik ben hier toch zowat alleen, dus claim het halve toiletgebouw om mijn spullen weer een beetje te kunnen drogen. Scheelt ook weer natte troep in de tent. De avond blijft het een beetje druilerig, dus die vul ik met name met wat netflixen op de telefoon.



Dag 4, Woensdag 10 april. Gereden: 265, Totaal: 1134

Als ik wakker word regent het nog een beetje, maar al snel wordt het droog. Even ontbijten en de spullen weer inpakken. 10 uur ben ik klaar voor vertrek en ga ik weer richting Bled. Via de 905 wil ik nog wat onverharde wegen rijden, maar ik stijg al snel boven de 1000 meter en loop geregeld vast door de sneeuw. Gelukkig weet ik nog een weggetje te vinden waar ik wel overheen kan, zodat ik het hele stuk niet weer terug hoef. In Bohinjska Bistrica scoor ik bij de bakker wat broodjes en ga ik nog even kijken bij het meer. Het spettert een beetje, maar geen grote hoeveelheden gelukkig.


Bekijk bijlage 1407212

Ik ga wederom over de Bohinjsko Sedlo, waar het dit keer gelukkig wel iets droger is. De weg naar Skofja Loka is afgesloten, maar zoals altijd op de motor rij ik er gewoon in en zie ik wel waar het schip strandt. Ze zijn het nieuwe asfalt nog aan het walsen, maar de wegwerkers gebaren dat ik er wel door mag. Gelukkig maar, want anders had ik een heel eind moeten omrijden.

Ik volg een route die ik heb overgenomen uit een oude Promotor. Wel leuk, maar niet echt heel boeiend. De echt hoge bergen heb ik achter me gelaten, en het is vooral veel van hetzelfde. Het blijft ook maar spatten. Teller van de motor tikt intussen de 90.000km aan, benieuwd hoeveel er deze trip nog bij gaat komen. In Postojna heb ik het wel gehad en ga ik de doorgaande weg weer op. Ik ga richting de smalle kuststrook van Slovenië. Het plan was eigenlijk om naar Koper te gaan, maar volgens het meisje van de campingreceptie in Lesce is het naastgelegen Izola veel leuker. Maakt mij weinig uit, dus doen we dat gewoon. Het laatste half uur begint het toch echt weer serieus te regenen, dus gaat op de valreep toch nog het regenpak aan.

Bekijk bijlage 1407216

In Izola stop ik op camping Belvedère. Erg veel belvedère is er door de bewolking niet aan, en bovendien is het lagere terras met uitzicht over de baai van Triëst nog gesloten in het voorjaar. Ik krijg een modderig stuk tussen vaste en ietwat gedateerde stacaravans toegewezen. Niet echt leuk en door het slechte weer een grote baggerzooi. Mijn vraag of ik niet toch op het andere veld mag staan wordt snel afgekapt. Ik heb met dit weer ook geen zin om verder te rijden, dus dan maar de camperplaatsen. Ook niet geweldig door het grind op de grond, maar in ieder geval geen modder. Snel de tent opzetten, en onder de overkapping van het toiletgebouw de natte regenkleding even uithangen.

Dan even richting het stadje om iets te eten, geen zin om te koken vanavond. Het lijkt dichterbij dan het is, en ik ben toch nog zo’n 40 minuten aan het lopen. Niet erg, een beetje lichaamsbeweging is ook wel goed na een lange dag rijden. Eerst een pad tussen mooie olijfbomen, cipressen en fruitbomen in de bloesem, door naar de zee, daarna verder over de boulevard. Voor het eerst deze reis sta ik aan zee, en de komende weken zal ik steeds min of meer de kust volgen. Het spat nog steeds, maar niet eens hard genoeg om de paraplu open te klappen. Ik loop een rondje door het stadje op zoek naar een restaurantje, maar het zijn voornamelijk visrestaurants waar ik niet echt een liefhebber van ben. Ik hou het dus heel origineel maar bij een pizzeria. Na een goeie pizza en afsluiting met een prima Italiaanse espresso ga ik weer richting camping, veel is hier verder toch niet te beleven. Het is inmiddels opgehouden met zachtjes regenen, dus ik ben blij dat ik mijn paraplu meegenomen heb. Het volgen van de verlichte boulevard gaat prima, maar daarna moet ik in het pikdonker een onverlicht pad terug volgen. Gelukkig weet ik de camping weer terug te vinden.

Ik ben hier toch alleen, dus ik gebruik wederom het bloedhete toiletgebouw als droogruimte voor mijn kleding. Ook nog maar een klein handwasje, want het is hier binnen zo heet dat het morgen wel droog is. Na nog een aflevering op netflix is het mooi geweest voor vandaag.

Bekijk bijlage 1407215
Leuk !
 
Hoi Frazer ik ben een maandje geleden geweest,eerst slovenie dan kroa dan bos dan serv en bulgarije griek en noord macedonie naar albanie en via de kustweg terug via mostar naar rijeke,maar wij moesten bij elke grensovergang dus 2x onze pas en vooral een groene kaart laten zien, werden afgestempeld en door.misschien omdat je vroeg in het seizoen was.veel van je fotoos zijn herkenbaar mooie tocht nietwaar.
 
Vooral de eerste paar grensovergangen controleerden ze bijna niks, maar hoe verder ik kwam hoe meer ze controleerden inderdaad. Eerst alleen paspoort, later ook standaard de papieren van de motor en de groene kaart.
 
Wat een mooi geschreven stuk! Ik blijf dit zeker volgen. Goede veilige reis de komende dagen!!!
 
Dag 11, woensdag 17 april 2019. Gereden: 285, Totaal: 2840

Waar ik al bang voor was gebeurd, om 05:30 uur vindt de haan dat de nacht wel lang genoeg geduurd heeft. De andere hanen in tuinen rondom laten duidelijk horen dat ze dezelfde mening hebben, dus het gekraai komt van alle kanten. Gelukkig val ik toch weer nog even in slaap. Het was een frisse nacht, het ijs staat op de tent. Gelukkig komt de zon er al snel bij, en zit ik lekker in het zonnetje te ontbijten. Ondanks de kraaiende haan een prachtige kleine camping met vriendelijke eigenaren. Na het afrekenen van maar liefst 5 euro bedank ik de eigenaren en ga weer op pad.

1407795


Eerst nog een stukje langs de Drina, maar daarna ga ik de hoogte in en zie ik de rivier van bovenaf. Ik ga naar het nationaal park Tara, waar ik een ronde van ongeveer 20km om het Zaovine stuwmeer rij. Het valt me eerlijk gezegd een beetje tegen, want het meer staat voor de helft droog en de kale oevers van een stuwmeer vind ik nou niet bepaald mooi om te zien. Er staan waarschuwingsborden voor beren, maar die laten zich uiteraard niet zien.

1407797


Het rijgenot wordt op de weg 403 weer ruimschoots goedgemaakt met prachtig geslinger door de bergen. De wegen in Servië zijn redelijk goed, maar er ligt enorm veel grind op de weg dus het is goed oppassen. Via het dorpje Mokra Gora ga ik weer richting de grens met Bosnië. Ik had nog op een tankstation gehoopt zodat ik mijn Servische geld weer kon opmaken, maar helaas kom ik niets tegen. Jammer dan, het is toch nog geen 10 euro waard. Voor het eerst wordt aan de grens ook mijn groene kaart gecheckt, maar alles is prima in orde. Van Servië, naar de republiek Srpska in Bosnië. In Visegrad kom ik de rivier de Drina weer tegen. Ik kijk even bij de Sokolovic-brug over de Drina, die ook op de werelderfgoedlijst van Unesco staat. Dan krijg ik weer een heerlijke weg langs de rivier voorgeschoteld. Prachtige uitzichten, een beetje zoals ik eerder rondom Mostar ook al had. Ik kan na elke bocht wel stoppen voor een foto, schitterend hier. Wel even opletten in de dorpjes, want werkelijk in elk dorp staat de politie met laserguns snelheidscontrole te houden.

1407807


1407812


1407808


In Foča ga ik richting de grens met Montenegro. Ik volg nog steeds de Drina, maar de weg en het uitzicht is wel wat minder spannend geworden. De M18 van Foča naar de grens is erg slecht. Veel kuilen en gaten en ik vraag me af waar ik uit ga komen. Uiteindelijk kom ik dan toch uit bij een kleine grensovergang, waar ik ook weer zonder moeilijkheden doorheen ben. Montenegro, weer een nieuw vinkje op de lijst.

Eigenlijk was het plan om hier een camping te pakken, maar alles is gesloten. Er zijn meerdere Raft-campings langs de rivier, maar het seizoen is duidelijk nog niet begonnen. Het is 17:00 uur, op zich nog niet erg laat maar zo vroeg in het seizoen zijn de dagen nog niet zo heel lang. Ik heb al via de app gezien dat er op mijn route vrijwel geen campings liggen. De dichtstbijzijnde is 1,5 uur rijden. Dat is op zich geen probleem, maar dat is ook ongeveer de tijd dat het begint te schemeren. Dat betekent dat ik me door de prachtige Piva-kloof en langs het gelijknamige stuwmeer moet haasten als ik nog voor het donker wil aankomen, en dat is natuurlijk zonde. De beste optie is in dit geval gewoon rustig rijden, genieten van de omgeving en zien waar het schip strandt, ik kom altijd wel ergens terecht.

Ik begin in de Piva-kloof, waar de rivier door een spectaculaire kloof loopt. De weg is er met een heleboel tunnels ook doorheen gelegd. Ongeveer halverwege de kloof steekt de weg via een hoge en smalle brug de kloof over naar de andere kant van de staalblauwe rivier. Na 10 prachtige kilometers door de kloof bereik je het Piva-stuwmeer. Het is adembenemend mooi hier, het prachtige meer met de besneeuwde bergen op de achtergrond, echt fantastisch. Het is jammer dat de zon eigenlijk precies verkeerd staat, want vrijwel alle foto’s die ik maak zijn tegen het licht in. Het mag de pret niet drukken, ik geniet volop. Na nog eens 15 prachtige kilometers langs het stuwmeer kom ik aan in Plužine. De zon is achter de bergen verdwenen, en dat zorgt ervoor dat het gelijk koud wordt.

1407809


1407810


Tegen mijn verwachtingen in zie ik Plužine een bordje naar een camping, maar als ik het even volg kom ik uit bij iets wat ooit misschien een camping is geweest, maar dat nu in ieder geval niet meer is. Dan maar weer verder over de M18 naar het zuiden. Na ongeveer 20 kilometer kom ik langs een motel/restaurant met een kampeermogelijkheid in de tuin. Het is al 19:15 uur, nog ongeveer een half uurtje voor het donker is, dus ik ga niet verder zoeken. Ik word gelijk vriendelijk onthaalt door de eigenaar die buiten aan het werk is. Ik kan voor 15 euro kamperen en gebruik maken van de gezamenlijke badkamer van het hotel, maar voor 17 euro heb ik een kamer met ontbijt. Hoewel het een beetje tegen mijn principes is om in een hotel te slapen ga ik toch overstag. Ik kan de koffers dichtlaten want de kampeeruitrusting heb ik vandaag niet nodig. Alleen de roltas gaat mee naar de kamer. Eigenlijk heb ik er alweer gelijk spijt van, het ziet er prima uit maar hotels zijn gewoon niks voor mij.

Ik dump mijn spullen op de kamer en ga naar beneden om in het restaurant wat te eten. Ik ben de enige klant, maar de eigenaar is erg vriendelijk en spreekt perfect Engels. Zijn vrouw duikt de keuken in om wat te eten te maken, en ondertussen wacht ik bij de warme houtkachel. Ik krijg een soep wat lijkt op goulash met heerlijk gestoofd rundvlees. Daarbij een salade van ingemaakte groenten, ook erg lekker. Met de schnaps na afloop doe je me absoluut geen plezier, maar uit beleefdheid drink ik het maar op. Mijn slokdarm staat zowat in de fik en voor de volgende ronde bedank ik toch maar. Bij de eigenaar win ik wat informatie in over het nationaal park Durmitor wat voor morgen op het programma staat. Volgens hem is het nog niet mogelijk om overal met de motor te kunnen komen, want nog niet alles is sneeuwvrij. Ik zie het morgen wel. Op de kamer maak ik alvast de route voor morgen. Eerst een route door het park Durmitor, daarna hoop ik via Bosnië door te kunnen steken naar Dubrovnik in Kroatië. 400 kilometer volgens de Garmin, een stevige rit maar als ik op tijd vertrek moet het goedkomen. Ik heb afgesproken dat ik om half 8 kom ontbijten, en het voordeel van het hotel is dat ik bijna niks hoef in te pakken. Vroeg vertrekken moet lukken.

1407819
 
Laatst bewerkt:
Dag 12, donderdag 18 april 2019 . Gereden: 403km, Totaal 3243

Ik heb goed geslapen, maar ben om 05:30 uur al wakker. Ik weet niet precies wat ik heb gedaan, maar ik heb vannacht waarschijnlijk in mijn ogen gewreven en dat voelt niet goed. Mijn rechteroog doet zeer, zeker als ik hem dicht hou. Mijn ogen zijn sowieso altijd erg gevoelig en ik heb er snel last van. Ik probeer het wat te spoelen met druppels die ik altijd bij me heb, maar het werkt niet echt. Met mijn ogen open heb ik er het minste last van, maar dat slaapt natuurlijk niet. Ik probeer of nog in slaap val, maar zonder succes. Dan nog maar een aflevering op netflix. Om 7 uur ga ik uit bed en pak mijn spullen. Toch maar lenzen in, mijn oog brandt flink, maar dat wordt hopelijk wel minder.

Om half 8 schuif ik aan voor het ontbijt. Simpel, maar effectief. Brood met een omelet en koffie. Totaal reken ik 30 euro af, voor de overnachting en het eten van gisteravond. Ja inderdaad, gewoon euro’s. Montenegro heeft geen eigen munteenheid, en gebruikt met toestemming van de ECB de euro. Dat gaat al terug tot voor de eurotijd, want na het uiteenvallen van Joegoslavië besloot Montenegro de Duitse Mark als betaalmiddel in te voeren. Met de invoering van de euro in 2002 zijn ze in Montenegro meegegaan, en tot op heden wordt dat nog steeds geaccepteerd. Helaas zijn de prijzen hierdoor ook een stuk hoger dan in de omliggende landen.

Om 08:10 uur zit ik op de motor en maak ik me op voor een lange dag rijden. De zon laat het een beetje afweten en het is zwaar bewolkt maar droog. Helaas zie ik weinig van de omliggende bergen. Ik vervolg de weg waar ik gisteren vanaf ben gekomen en sla daarna af naar de P5 naar Zabljak. Aanvankelijk lijkt de bewolking wat weg te trekken, maar zodra de weg afbuigt richting het noorden wordt de bewolking weer dikker en begint het zelfs een beetje te spatten. Hierdoor zie ik helaas helemaal niks van de prachtige bergen waar het nationaal park Durmitor om bekend staat en die ik gisteren nog in de verte zag liggen. Ik zou er nu ongeveer langs moeten rijden, maar het is allemaal grijs. Het dorpje Zabljak is normaal de poort naar Durmitor, maar lijkt nu meer op de poort naar de bewolking. De wolken hangen bijna op de grond, maar het ligt dan ook bijna op 1500 meter hoogte. Regen en natte sneeuw wisselen elkaar af, en het geheel maakt nogal een deprimerende indruk. Nu zit ik ook eigenlijk een beetje tussen twee seizoenen in, het winterseizoen is ten einde, en de zomer is nog niet begonnen. Ik zie ook zo goed als geen andere toeristen en het is overal uitgestorven.

Vanuit Zabljak zijn er twee “scenic routes” die je kunt volgen. Veel scenic zal er niet aan zijn vandaag, maar ik waag het er toch op. De hoteleigenaar vertelde me al dat de routes nog niet sneeuwvrij zijn, maar ik had niet gedacht dat ik al binnen één kilometer vast zou lopen in de sneeuw. Dan maar proberen om de route vanaf de andere kant te rijden. Het is een rondje, dus misschien heb ik vanuit de andere richting meer geluk. Helemaal rond gaat niet lukken, maar misschien kom ik iets verder.

1407820


Via de andere kant duurt het ook niet lang voor ik op de eerste sneeuw stuit. Het verschil met de andere kant is dat hier wel voertuigen gereden hebben. Hierdoor is het pad een grote ijsbaan geworden, met een daarop een klein laagje verse sneeuw van vanochtend of vannacht. Ik probeer een stukje een spoor te volgen, maar ik heb al snel door dat dit geen strak plan is. De sporen staan ongeveer 10 centimeter diep in het ijs. Eruit sturen is niet mogelijk, want dan ga ik gegarandeerd onderuit. Heel voorzichtig en met beide voeten aan de grond kom ik wel vooruit, maar als ik een tegenligger tegenkom heb ik een probleem. Als de weg ook nog begint te stijgen is het mooi geweest. Ik weet dat ik sowieso niet rond kan rijden, dus ik moet dezelfde weg ook weer terug kunnen. Stijgen op deze weg zou misschien nog lukken, maar dalen over een ijsbaan wordt geen succes. De motor wil zelfs niet echt blijven staan voor een foto, hij glijdt gewoon langzaam achteruit. Als er een klein stukje zonder ijs is keer ik de motor en ga langzaam weer terug. Ik kom zelfs nog 2 tegenliggers tegen, gelukkig tot 2x toe op een plek dat ik uit het spoor kan. Durmitor is geen succes voor mij, te vroeg in het seizoen en helaas ook geen uitzicht vandaag.


1407824

1407822


Via de doorgaande weg, die gelukkig wel sneeuwvrij is, ga ik door naar de Tara kloof. Bij de brug over de kloof kom ik de eerste tekenen van toerisme tegen. Wat restaurantjes en souvenirwinkels, en er stoppen zelfs wat bussen met toeristen. Toeristenronselaars proberen me de zip-line over de kloof in te krijgen, maar aangezien ik geen held met hoogtes ben laat ik dat lekker aan me voorbij gaan. In een van de souvenirstalletjes scoor ik wel een sticker voor op de koffer. In een van de restaurantjes warm ik met een warme choco bij de kachel weer een beetje op, want het weer laat het een beetje afweten. Terwijl ik daar zit hoor ik de serveerster aan een collega vragen of hij weet hoe het kan dat de vloer zo nat is. Ik kijk naar de vloer en zie een spoor vanaf mijn camelbak, die over de stoel ligt, naar een plas water die zich inmiddels op het laagste punt in het restaurantje heeft gevormd. Daar gaat mijn watervoorraad voor vandaag. Gelukkig hebben ze niet door dat het bij mij vandaan komt.

De weg door de Tarakloof is mooi, maar er staat veel begroeiing langs de weg waardoor je helaas weinig uitzicht hebt. Toch kan je goed zien dat de winter hier pas net voorbij is, want de meeste bomen zijn nog kaal. Ik kan altijd enorm genieten van die prachtige blauwe riviertjes die zich een weg door het landschap banen, dus het uitzicht wat ik heb is prachtig. Aan het einde van de kloof stuit ik op de staart van een file, een enorme rij vrachtwagens staat stil op de weg. Ik rol rustig aan naar voren, en na een kilometer of twee stuit ik op de oorzaak. In een bocht is een vrachtwagenchauffeur de kloof van iets te dichtbij gaan bekijken. De combinatie ligt ondersteboven ergens halverwege het talud. Er staat een grote kraan midden op de weg die bezig is de lading weer naar boven te krijgen. Aan de file te zien staat hij er al een tijdje, en hij is voorlopig waarschijnlijk ook niet weg. Gelukkig is er voor een motor altijd wel een plekje om er langs te komen, dus de politie zwaait me door en ik kan voorzichtig onder de kraan doorrijden.
1407826


Ik rij vandaag eigenlijk een rondje, via de P5, P4 en de R18 zal ik straks weer uitkomen waar ik vanmorgen ook al reed. De echte hoge pieken van Durmitor ben ik voorbij, maar het is nog steeds erg bergachtig en de weg slingert alle kanten op. Het blijft wel opletten, want de wegen zijn niet overal even goed. Er ligt vooral erg veel grind in de bochten, en daar worden we als motorrijders natuurlijk niet echt vrolijk van. Het is vooral erg op de R18, maar verder is het wel een fantastische weg. De weg slingert een stuk door een kloof, en klimt daarna over een prachtige pas omhoog, echt fantastisch. Het weer is ondertussen weer wat beter geworden, het lijkt erop dat de wolken zich vooral rondom de hoge bergtoppen samenpakken. Ik ben volop aan het genieten. Het is niet echt een doorgaande weg, dus ik kom op de 50 kilometer dat de weg lang is slechts 5 tegenliggers tegen.
1407827


Tegen 15:00 uur sta ik weer op de kruising met de P5. Hier kwam ik vanmorgen ook langs, alleen ben ik inmiddels 270 kilometer en ruim 5 uur verder. Lekker opgeschoten dus. Nog 130 kilometer tot mijn eindpunt voor vandaag, moet lukken. Via de M6 ga ik door naar grens met Bosnië en krijg ik nog een aantal prachtige vergezichten te zien. Net als ik denk dat het lekker voorspoedig gaat vandaag stuit ik weer op de staart van een file. Eenmaal vooraan blijkt dat er wegwerkzaamheden zijn en dat de weg op dit moment zelfs volledig is afgesloten. Geen idee hoe lang het nog gaat duren, maar aan de file is wel te zien dat het al even dicht is. Ik heb geluk, want na nog geen 5 minuten wachten komt er iemand aan die de hekken weghaalt en iedereen weer doorzwaait. Er volgt een lang traject van wegwerkzaamheden. De weg ligt open, en iedereen moet over een gravelweg. Het stuift enorm, echt niet te harden. Ik reed vooraan, maar wat haastige chauffeurs die waarschijnlijk al even hebben staan wachten komen in een enorme stofwolk voorbij. Ook de tegenliggers zorgen voor flinke stofwolken, en af en toe zie echt helemaal niks meer. Ik krijg helemaal moeite met ademen zo stoffig is het hier. Na misschien wel een kilometer of 20 zijn de werkzaamheden eindelijk voorbij en kom ik weer op het asfalt. Al snel nader ik de grensovergang bij Vilusi, en heb ik eigenlijk geluk dat ik voor de afsluiting stond. Hierdoor heb ik een hele rij vrachtverkeer ingehaald waar ik anders bij de grens achter had gestaan. Nu sta ik nagenoeg vooraan en ben ik zo door, Bosnië weer in.

1407829


1407830


Nog een kilometer of 50 door Bosnië, voor ik weer aan de grens met Kroatië ben. Het verloopt wederom voorspoedig. In Trebinje maak ik bij een tankstation de laatste Bosnische Marken op. De tank vol en een paar blikjes en snickers om het laatste geld op te maken. Na een klein uurtje door Bosnië kom ik weer bij de grens. Een prachtige omgeving trouwens hier, geen straf om hier als grenswacht te werken denk ik. Het duurt even, want dit is natuurlijk weer een EU-grens en daar controleren ze meestal wat strenger. Uiteindelijk valt het mee en sta ik om 18:15 uur weer in Kroatië, op een paar kilometer van Dubrovnik. Nu mijn EU-bundel weer werkt zoek ik snel een camping op, gelukkig zitten er hier genoeg. De recensies van de stadscamping van Dubrovnik zijn slecht, dus de keuze valt op camping Kate in Mlini, op nog slechts een paar minuten rijden. Prima camping, leuk klein terrein en mooi sanitair. Best druk met andere kampeerders zelfs. Terwijl het zonnetje achter de bomen verdwijnt zet ik de tent op. Het is nog heerlijk weer, en dan te bedenken dat ik vanochtend nog in de sneeuw reed. Als de tent staat loop ik nog even naar de supermarkt voor wat te eten. Het was een lange dag vandaag, maar ik heb genoten. Durmitor was dan een beetje teleurstellend vandaag, maar ik heb verder heerlijk kunnen rijden. Morgen laat ik voor het eerst in bijna 2 weken de motor een dagje staan. Eerst een beetje relaxen, en later op de dag even in Dubrovnik kijken. Ik ben best toe aan een rustdagje.

1407831
 
Dag 13, vrijdag 19 april 2019. Gereden: 0, Totaal: 3243

Gister was een lange dag, dus ik ben wel toe aan een dagje rust. Ik loop eerst even naar de bakker voor verse broodjes en ga dan op mijn gemakje ontbijten. Het is heerlijk weer, dus ik zit lekker in het zonnetje. Na het eten ga ik bij de receptie van de camping even informeren wat ik het beste kan doen als ik Dubrovnik wil bezoeken. Er gaat een bootje vanaf het dorp op slechts een paar minuten lopen van de camping, en brengt je tot in het centrum van Dubrovnik. Dat klinkt goed. Omdat ik geen zin heb om de hele dag in de stad te lopen kies ik voor de boot van 13:45 uur. Dan kan ik in de ochtend mooi nog wat relaxen, en in de avond in de stad wat eten. Kaartjes voor de boot verkopen ze bij de receptie, dus dat is helemaal makkelijk. De laatste boot terug gaat al om 18:00 uur, dus als ik nog wat in de stad wil eten is dat een beetje vroeg. Ik neem een enkeltje, dan ga ik terug wel met de bus.

1407996


Ik doe eerst even de was, dat is wel weer nodig want ik heb geen schone kleding meer. Dan loop ik de motor even na. Eens in de zoveel dagen controleer ik even of alle bouten en moeren nog vast zitten, want op een trillende eencilinder loopt er nog wel eens wat los. Ketting spannen is niet nodig, een beetje smeren is genoeg. Er mag wat olie bij en ik controleer de banden op beschadigingen, maar alles ziet er prima uit. Ik moet alleen even wat doen aan de gps-houder. Er is twee dagen terug in Montenegro iets afgebroken waardoor de houder helemaal los hing. Dat heb ik even snel opgelost met een tie-wrap, maar nu kan de Garmin er niet meer af. Dat is niet handig als ik een route wil maken. Even de koplampbeschermer en de ruit eraf, zodat ik er wat beter bij kan. Ik los het weer op met wat tie-wraps, maar dit keer iets grondiger zodat de houder wel vast zit maar de Garmin er alsnog af kan. Dat blijft wel zitten zo

Ik wandel een stukje naar het strand en schrijf op het strand mijn notities van de afgelopen dagen op. De zee ziet er erg uitnodigend uit en het zonnetje maakt het alleen nog maar beter, maar het zeewater is nog iets te fris om te zwemmen. Ik hou het maar bij een beetje pootjebaden en relaxen op een bankje. De omgeving is prachtig en Mlini is een leuk klein dorpje. Overal groeien sinaasappel- en mandarijnbomen en alles staat in bloei. Ik ben niet echt een strandmens en dacht altijd dat ik niet zo veel met dat Mediterrane sfeertje had, maar het bevalt me toch wel erg goed.

1407997


Terug op de camping eet ik even wat en loop dat naar de kade voor het bootje. Ik ben de enige passagier en het gas gaat er aardig op. Na ongeveer 20 minuten varen langs een prachtige kust word ik afgezet in het haventje van Dubrovnik. De oude ommuurde stad is niet zo heel groot, dus ik slenter rustig een beetje door de mooie kleine straatjes. De entreeprijs voor de stadsmuren vind ik veel te hoog, dus dat laat ik voor wat het is. Zal best mooi zijn, maar 30 euro heb ik er niet voor over. Ik loop door het haventje, over de pier totdat ik aan de voet van de stadsmuren aan de buitenkant van de stad ben. Hier vind ik een mooi plekje om te zitten, en zo zit ik gewoon een beetje te relaxen, van de zon te genieten en te kijken wat er allemaal aan bootjes voorbij komt varen. Dan nog even een rondje lopen, wat winkeltjes bekijken, de lokale ijsspecialiteiten proberen en dan heb ik het eigenlijk wel weer gezien. Op een terrasje doe ik nog even een bakkie, waar ik omgerekend 6 euro voor moet afrekenen. Dat zijn vrij normale prijzen hier, dus als ik dat al voor een bakkie betaal wil ik helemaal niet weten wat het avondeten kost. Omdat ik het ook eigenlijk wel gezien heb kijk ik of ik toch nog met het laatste bootje mee terug kan, en dat kan. Zo zit ik om 6 uur weer aan boord en is weer bevestigd wat ik al lang wist, ik ben geen stadsmens. Best leuk om even rond te lopen hoor, maar een paar uurtjes is voor mij genoeg. De boot zit dit keer flink vol, en de zee golft behoorlijk. Af en toe komt er een golf water binnen, maar ik hou het redelijk droog. De terugweg duurt iets langer doordat de boot wat langzamer gaat, maar om half 7 ben ik weer in het dorp.

1407999


1408001


1408004


Ik loop nog even terug naar de camping en ga daarna wel ergens in het dorpje wat eten. Op de camping blijken er nog twee Engelse motorrijders te zijn aangekomen. De eerste andere motorrijders die ik deze reis op een camping tegenkom. Ze zijn nog druk bezig met opbouwen, dus ik spreek ze straks wel even aan.
Na een uurtje loop ik richting het dorpje, maar echt ver kom ik niet. Ik raak aan de praat met de andere motorrijders. Een jong Engels stel die op de bonnefooi door Europa reizen. Het enige waar ze zich vooraf druk over hebben gemaakt is wat het zou betekenen als er op 11 april een harde Brexit had plaatsgevonden en of ze dan als niet EU-onderdanen nog wel door Europa konden reizen. Inmiddels weten we dat er uitstel is, dus geen verdere problemen. Ze zijn al een maand onderweg en hebben vanuit Italië de boot naar Griekenland genomen. Ze zijn nu onderweg terug, en hebben precies de landen gehad waar ik nog doorheen wil. De tips komen dus goed van pas. Eigenlijk hadden ze hier niet willen zijn, maar omdat ze geen groene kaart hadden kwamen ze vanuit Montenegro Bosnië niet in. Zonder groene kaart mochten ze Montenegro ook niet meer terug in. Contant geld voor het kopen van een tijdelijke verzekering hadden ze niet, en pinnen was niet mogelijk. Zo zaten ze dus min of meer vast in niemandsland. Na een tijd wachten werden ze uiteindelijk toch weer toegelaten in Montenegro en kregen ze het advies om naar Kroatië te gaan omdat een groene kaart binnen de EU niet verplicht is. Beetje vreemde situatie, want toen ze Montenegro de eerste keer in kwamen was niet om de groene kaart gevraagd. We praten verder uitgebreid over reizen, motoren, offroad rijden en weet ik veel wat allemaal nog meer. Het zijn hele leuke mensen, en ik vergeet helemaal dat ik onderweg was om iets te gaan eten. Als ik op mijn horloge kijk blijkt het al 22:00 uur te zijn, dus eten zal er niet echt meer van komen. Even later zeg ik ze gedag en loop ik maar terug naar de tent, alle restaurantjes zijn toch al dicht. Dan maar wat noodles en brood wat ik nog bij me heb.
 
Terug
Bovenaan Onderaan