Reisverslag 2020: Plan N, Zuid-Noorwegen

Was dat met de Blackbird? Dan had je ook de heen- en de retourkabel kunnen omwisselen. De veer zorgt er wel voor dat het gas dichtgaat......
Nee, dat was met de FZ750.
Midden op achterzijde van de carbs onder de tank zit een (hand-)schroef die je kan aandraaien.
Je kan er precies met je hand bij. Voorzichtig want anders brandt je je hand aan het blok!

(net zoiets als de zwarte kunststof knop bij je kuit, alleen dan iets verder weggestopt)
 
Laatst bewerkt:
Dag 3 – 22/07
Begin: Hirthals, 07:30
Eind: Oslo, 16:15
Gereden tijd: 01:45 uur
Gereden afstand: 183 km
Gemiddelde snelheid: 105 km/h
Route dag 3 (gok).PNG
De dag begint al vroeg aangezien je uiterlijk om 08:00 ingecheckt moet zijn voor de boot en gezien de drukte op de camping ben ik niet de enige die de boot wilt halen. Al om 07:15 is het erg druk met mensen op de camping die aan het inpakken zijn.

Inmiddels heb ik m’n draai redelijk te pakken en het inpakken gaat redelijk snel. De koffers pakken een stuk makkelijker in dan de tassen die ik vorig jaar had, maar ik moet nog een beetje zoeken welke indeling nou efficiënt is. Je wilt dingen zo strak mogelijk inpakken zodat het allemaal netjes in de koffers past, maar wil bepaalde dingen kunnen pakken zonder de hele koffer te moeten uitruimen.

Tijdens het ontbijt smeer ik snel ook nog wat broodjes voor tussen de middag. Dan reken ik af en vertrek naar de terminal 6 minuten rijden verderop. Als ik daar aankom is het al redelijk druk en sluit ik in de rij aan naast een auto met paardentrailer. Aan het gebonk te horen is het paard niet helemaal blij met de lange wachtrijen. Het wachten duurt echter niet lang, de rijen schuiven snel door en voor ik het weet ben ik aan de beurt.

Ik geef m’n geprinte ticket en niet veel later krijg ik een enorme stapel papier terug door het raampje en wordt mij een goede reis gewenst. Ik schuif snel de papieren in het kaartvakje van m’n tanktas en schuif langs de wachtende auto’s helemaal naar voren in de rij voor het boarden. Daar wacht ik met wat andere motorrijders totdat we gewenkt worden om over de laadklep naar binnen te rijden.

Daar wordt aangewezen waar we de motoren moeten parkeren, waarna we de rest zelf moeten uitzoeken. Ik pak een spanband van het rek, leg m’n handschoenen op m’n zadel en bevestig de spanband aan de ogen in de vloer. Na even geprutst te hebben besluit ik de boel weer los te maken, want de motor staat eigenlijk iets te ver naar voren waardoor ik de spanband niet goed vast kan maken. Dus worstel ik me tussen de krappe ruimte naast de andere motor en rol hem een klein stukje achteruit en bevestig de spanband opnieuw.

Als ik tevreden ben over hoe alles staat doe ik m’n motorjas uit, zoek m’n boterhammetjes uit de koffer en neem de camera uit de tanktas mee. Voordat ik naar de lift loop neem ik nog snel even een foto van de motor en een foto van het deknummer, je zal zien dat je niet meer weet waar je hem geparkeerd hebt.

DSC01198.jpg


Het is even zoeken naar het liftknopje want deze ziet er niet uit zoals je zou verwachten. Eenmaal boven op de boot verken ik het algemene dek een beetje waar de eerste mensen al stoelen en banken beginnen te claimen. Ik loop door naar het achterdek en kijk vanaf daar hoe er druk geboard wordt, maar er ook nog steeds rijen met auto’s te wachten staan. Voordat we afvaren ga ik snel nog even naar beneden om m’n zonnebril uit de koffer te halen, want die is op deze wolkeloze dag wel nodig.

En dan om precies 09:00 varen we af. Inmiddels is het aardig druk op de boot en liggen sommige mensen onder de trappen met slaapzakken te slapen en zijn alle lounges aardig vol. Hoewel er overal stickers geplakt zijn met het verzoek om afstand te houden en er vrij veel hand ontsmettingsdispensers hangen, merk je vrij weinig van de coronacisis. Afstand wordt er niet echt gehouden en slechts een enkeling draagt een mondkapje.

In het begin valt er nog wat van de Deense kust te zien en vermaakt ik me nog wel met een beetje rondkijken op de boot. Al snel ben ik echter wel uitgekeken en zoek ik een plekje enigszins uit de wind op, zet het luisterboek op en begin rond 10:00 uur alvast aan m’n lunch.

DSC01205.jpg


Om precies 14:30 komen we aan in Langesund en kunnen we deboarden, dit gaat erg snel en zonder door de Noorse grenswacht gestopt te worden kan ik zo de haven en Langesund uitrijden. Ondanks dat ik nog bijna niet gereden heb vandaag ben ik al best moe en besluit volgens de snelste route naar Oslo te rijden, waar ik vooraf een Air BnB geboekt heb.

Even heb ik onderweg nog ruzie met m’n GPS omdat deze me een aantal keer van de weg af stuurt om vervolgens te laten keren en weer dezelfde weg op te sturen, maar na het adres opnieuw ingevoerd te hebben lijkt het probleem verholpen te zijn.

Als ik de bebouwde omgeving van Oslo binnenrijd wordt het weer drukker op de weg en niet veel later kom ik ook in de file te staan. Hoewel de rijbanen erg krap zijn en ik met m’n koffers toch wat breder ben dan gewend, probeer ik voorzichtig door de file naar voren te schuiven. De meeste bestuurders zijn erg behulpzaam en maken flink ruimte voor je. Eenmaal vooraan de file gekomen zie ik waarom alles stilstaat. 3 van de 4 rijbanen zijn afgesloten omdat iemand een snelle auto in de vangrail geparkeerd heeft en de rijbaan bezaaid ligt met brokstukken. De bestuurder, neem ik aan, staat echter naast de auto met twee politieagenten te praten, dus ik ga ervan uit dat de airbags hun werk gedaan hebben.

Vlak daarna rijd ik langs de haven van Oslo en duik de Operatunnel, of eigenlijk tunnels in. Deze leiden het snelweg verkeer over de E18 via een serie van tunnels met verschillende afslagen onder Oslo door. Het oudste stuk tunnel waar ik als eerste doorheen rij lijkt wel bijna een achtbaan met zoveel stijgingen en dalingen. Later leer ik dat ze met dat stuk tunnel gewoon de bodem van het fjord gevolgd hebben, waardoor het een vrij heuvelig geheel is.

Niet veel later moet ik ergens afslaan in de tunnel, maar welke afslag ik nou moest hebben had ik niet meer helemaal helder. Bijkomend probleem is dat GPS niet geweldig, zegmaar: niet, werkt onder de grond, dus daar heb ik ook niks aan. Ik besluit een afslag te volgen die suggereert dat ik in een wijk van Oslo uitkomt waar ik weer boven de grond zou moeten zijn zodat de GPS kan herberekenen en ik kan checken welke afslag ik moest hebben. Even later kom ik inderdaad de tunnel uit en zoek ik even op waar ik heen moet voordat ik weer terug het tunnelnetwerk in duik.

Niet veel later duik ik ergens anders de tunnels weer uit en moet ik nog maar een klein stukje naar het appartement. Als de GPS zegt dat ik gearriveerd ben weet ik dat ik in de buurt ben van de foto’s maar is mij nou niet helemaal duidelijk waar ik precies moet zijn. Dus ik bel de host van de Air BnB die naar buiten komt om me even wegwijs te maken. Ik mag m’n motor achter z’n auto parkeren in de afgesloten parkeergarage onder de appartementen.

Als we boven bij het appartement komen gaan eerst de schoenen uit zoals gebruikelijk is in Scandinavische landen. Dan wijst hij mij m’n kamer. De constructie is hier namelijk zo dat je een eigen slaapkamer hebt en de rest van het appartement met de host deelt. Het is een mooi modern, strak en schoon appartement. Eerst kleed ik me even om uit m’n motorpak en rijkleren naar wat normalere kleding.

Wat ik mij pas later realiseer is dat het vandaag 22 juli is, voor ons Nederlanders misschien een dag als alle andere, maar voor Noren is dat een van de zwartere dagen uit de geschiedenis. Anders Breivik doodde in 2011 op die dag namelijk 77 mensen en dat wordt nog elk jaar herdacht.

Ik bied aan om voor ons beide een ‘Nederlands’ gerecht te maken en hij maakt graag gebruik van het aanbod. Ik loop door de regen naar de Rema 1000 een supermarkt op 10 minuten lopen van het appartement. Ik weet niet precies wat er allemaal in de Noorse supermarkten te koop is dus besluit daar te bepalen wat ik zal maken.

In de supermarkt vind ik het nog best lastig om te verzinnen wat te maken met de beschikbare ingrediënten en daarnaast is de Nederlandse cuisine niet erg uitgebreid. Ik bel even met m’n zusje voor wat inspiratie, die is namelijk wat meer een keukenprinses dan dat ik ben. Uiteindelijk besluit ik om een quiche te maken, van origine een Frans recept, maar iets dat wij thuis wel vaak eten. Met wat moeite vind ik goudse kaas, die ook iets van de smaak van goudse weg blijkt te hebben, wat vaak genoeg niet het geval is. Het bladerdeeg dat ze verkopen lijkt niet helemaal op het roomboterbladerdeeg dat ik gewend ben en heeft iets weg van loempiadeeg, maar ik zal het er mee moeten doen.

Als ik terugloop is het opgehouden met regenen en ruikt het heerlijk vochtig en fris buiten. Ergens vind ik het altijd heel bijzonder als je met matig weer door een stad loopt in een wijk waar je als toerist normaal niet zou komen. Ik heb dan altijd het gevoel dat je dan meer te zien krijgt van hoe een stad is dan als je alleen de toeristische plekken bezoekt.

Wanneer ik weer terug ben in het appartement begin ik meteen maar met koken, terwijl hij relaxed z’n ding doet in de woonkamer. Al komt hij aan relaxed zitten niet erg veel toe, want ik moet voortdurend vragen waar wat ligt. Elke keuken is toch altijd weer anders en flink zoekwerk naar wat waar ligt. Uiteindelijk heb ik alles wat ik nodig heb en is het zo in elkaar geflanst. Na een krap halfuurtje in de oven kunnen we aan tafel.

Hoewel het dus geen echt Nederlands gerecht is, is hij er niet mee bekend en is hij erg benieuwd. Na een twijfelachtige eerste hap, lijkt het hem prima te smaken. Tijdens de maaltijd praten we over van alles en nog wat. Van hoe alledaagse dingen in elkaars cultuur werken, tot complexe politieke kwesties en hoe die gedragen worden in elk land.

IMG_20200722_175729.jpg


Na het eten gaan we ook nog even zitten en hoewel ik een beetje hoofdpijn heb – mogelijk van de binnen temperatuur, want de kachel staat in de Scandinavische landen altijd belachelijk hoog – praten we nog een hele tijd door over allerlei onderwerpen. Maar omdat hij morgen moet werken gaat hij rond 00:00 toch naar bed en volg ik snel. Zo laat wakker blijven is helemaal niks voor mij, maar als het erg gezellig is maak ik graag een uitzondering.

Voordat ik m’n bed in duik maak ik nog snel gebruik van de badkamer met een heerlijk verwarmde vloer en regendouche. Zulke heerlijke badkamers vind ik altijd een genot en ik kan dan wel eeuwig blijven staan onder de douche, maar ik ben ook best moe en hou het dus kort. Al snel duik ik het bed in en ik moet zeggen dat ligt dan toch echt anders dan m’n luchtbed en slaapzak.
 
Laatst bewerkt:
Dag 4 – 23/07
Begin: Oslo, 09:55
Eind: Oslo, 17:20
Gereden tijd: -
Gereden afstand: -
Gemiddelde snelheid: -
Route dag 4 (gok).PNG
Ik word al vroeg wakker door de ochtendzon die door het raam schijnt. Omdat ik 0600 wel erg vroeg vindt om er uit te gaan besluit ik me nog een keer om te draaien, maar om 0730 ben ik toch echt wakker en goed uitgeslapen en besluit om me aan te kleden en te gaan ontbijten.

De host had aangegeven dat hij absoluut geen ochtendpersoon is en ik hoef hem voorlopig nog niet te verwachten. Ik relaxed even in de ochtend zon op het balkon en wacht totdat hij wakker is, want ik wilde hem nog wat dingen vragen over de stad voordat ik er op uittrek. Vandaag laat ik de motor namelijk een dagje staan en neem ik de benenwagen door het centrum van Oslo.

Om 09:00 komt hij z’n kamer uit en vertelt hij me wat zoal leuk is om te bezoeken. Tevens vraag ik of ik nog even een wasje kan draaien, wat geen probleem is. Echt veel vieze kleren heb ik nog niet, maar dit is een makkelijk moment om een was te doen, dus gooi ik alles erin en zet hem op de snelwasstand. 15 minuten later hang ik de boel op en maak ik me klaar voor vertrek.

Iets voor 10:00 uur loop ik het appartement uit richting het stadscentrum. Hoewel een deel van het hart van Oslo op de kaart als Gamle Oslo (Gamle = Oud) wordt aangegeven, is er weinig oude bebouwing te zien. Ooit is Oslo bijna geheel afgebrand en sindsdien worden oude gebouwen gewoon platgegooid en er iets nieuws gebouwd. Dit maakt ook meteen dat de stad een heel ander gevoel geeft dan de meeste grote Europese steden.

De lucht is mooi helder en het zonnetje maakt dat het precies aangenaam warm is om door een stad te lopen. Een later kom ik bij het Operahuset aan en loop ik zoals elke toerist het dak op. Het zonnetje is inmiddels gaan schijnen en ik baal dat ik m’n zonnebril vergeten ben mee te nemen, want het witte steen op het dak is vrij verblindend. Door de coronacrisis is het gebouw zelf nog gesloten en kan je niet naar binnen, maargoed zo heb ik wel een goed excuus om een keer terug te komen en een voorstelling te bezoeken in het Operahuis.

DSC01215.jpg


Direct naast het Operahuis is de nieuwe bibliotheek van Oslo met 7 verdiepingen en een enorme kelder. Goed om te weten is dat veel bibliotheken in Oslo door het bedrijf Deichman beheerd worden en je daar enkel hun naam op de gevel ziet en geen ‘bibliotek’. Eigenlijk zou de nieuwe bibliotheek aan het begin van het jaar hun deuren openen, maar door de coronacrisis zijn ze toen maar 2 weken open geweest en waren pas net weer open toen ik in Oslo was. Met als gevolg dat er meer (ook locale) toeristen in de bibliotheek waren dan mensen die werkelijk van de bibliotheek gebruik wilden maken.

Als je het pand binnenloopt vallen meteen de bijzondere lichtslangen op, die het centrale deel van het gebouw verlichten. Je kan in het hexagonale hart van het gebouw langs alle 7 verdiepingen omhoogkijken, het hart van het gebouw is een lege schacht, op de roltrappen tussen de verdiepingen na. Als je de roltappen naar boven neemt lijken alle verdiepingen te zweven. Normaal ben ik niet van de moderne architectuur, maar dit vind ik een bijzonder mooi gebouw. Elke verdieping is heeft dezelfde indeling, maar een beetje versprongen ten opzichte van de vorige. Het gebouw is opgedeeld in open leesruimtes en gesloten studiehoeken, met rijen boekenkasten daartussen - hoe kan het ook anders in een bibliotheek - . Elke verdieping en hoek op elke verdieping is weer gewijd aan een ander onderwerp. Het valt me op hoeveel personeel er rondloopt en dat het gebouw echt een multifunctionele rol heeft. Als ik er zo rondloop snap ik dat de locals ook erg enthousiast zijn over de bibliotheek. Mocht je de kans hebben eens naar binnen te gaan, zou ik dat zeker doen.

Hierna ben ik verder gelopen richting het station, waarbij je over een vreemd soort Amerikaans achtige boulevard loopt. Volgens de host was dit een van de meest recente mislukte infraprojecten van Oslo. Het verkeersbeeld sluit totaal niet aan bij de rest van Oslo en er schijnen veel dodelijke ongelukken te gebeuren, ookal is de weg al meerdere malen aangepast. Net zo snel als de weg opdoemt eindigt deze ook weer. Het sluit niet echt logisch aan bij de rest.

Rondom het station struikel je over alle elektrische leensteps die er staan en een enkele toerist scheurt ook nog gevaarlijk hard en dicht langs alle mensen die er rondlopen. Rondom het station begint het iets drukker te worden, maar ik vind het nog steeds niet echt druk voor een grote stad zoals Oslo. Vreemd genoeg kon je gewoon het station in en het perron op lopen, zonder door poortjes te moeten. Vreemd hoe snel je daar zo aangewend raakt. Op het station heb ik ook nog even wat kronen uit de muur getrokken. Hoewel je tegenwoordig bijna overal met je pinpas kan betalen, vind ik wat plaatselijk contant geld toch ook altijd wel handig om mee te hebben.

Terwijl ik van het station doorloop naar het parlementsgebouw valt me op dat hier wat zwerfafval licht. Eerder had ik dat nog niet zien liggen en het valt me nu pas op hoe schoon de stad is. Bij het parlementsgebouw aangekomen lees ik wat borden die de historische significantie van de plek beschrijven en kijk ik naar de beeldententoonstelling die er staat.

Als ik dan even op een bankje ga zitten om een Snelle Jelle naar binnen te werken stapt een oudere meneer op me af en begint in het Noors een heel verhaal tegen me af te steken. Nou kan ik op kinderboeken niveau best wat Noors volgen, het lijkt namelijk op een soort rare mengeling tussen Nederlands, Duits en Engels, maar dit ging mij toch even te snel en kwam vrij onverwacht. Snel leg ik uit dat ik het niet helemaal volg en hij schakelt over op het Engels. Hij legt uit dat hij dacht dat ik een local was en vroeg naar de beeldententoonstelling. Hij was na 25 jaar net uit Brazilië terug gemigreerd en was voor het eerst weer in Oslo. Na nog een tijdje te hebben zitten kletsen zeg ik gedag en ga verder richting het koninklijke paleis.

Als ik de heuvel oploop verschijnt er op een gegeven moment vanachter wat bouwschermen de brede oprijlaan naar het paleis. Het slot zelf is eigen een vrij saai en simpel gebouw in de neoclassicistische stijl gebouwd. Oneerbiedig gezegd is het niet veel meer dan een grote doos met een paar ionische zuilen. Het is opvallen druk rondom het paleis en niet alleen met toeristen die naar het paleis komen kijken. Als sinds de opening van het paleis zijn de koninklijke tuinen opengesteld voor het publiek en het wordt dus ook als een groot stadspark gebruikt. Er lopen enkel wat meer soldaten rond dan in een gemiddeld park. Grappig is dat de wachten, niet nors en fel zijn zoals we bijvoorbeeld gewend zijn bij de Queens Guard, maar heel vriendelijk en toeschietelijk. Als je te dichtbij komt verzoeken ze vriendelijk om afstand te houden en ze gaan graag met je op de foto. Sommigen spelen zelfs een beetje toeristengids.

DSC01224.JPG


Terwijl ik verder loop valt me op dat ik bij alle beroepen die wij als typisch mannen beroepen bestempelen, zoals soldaat, politieagent, bouwvakker en vuilnisman (-vrouw), de verdelingen man-vrouw ongeveer 50/50 is. Blijkbaar denken ze daar in de Scandinavische landen heel anders over dan wij in Nederland. Over Nederland gesproken. Het valt me op dat ik redelijk veel Nederlands hoor terwijl ik zo rondloop. Ik ben dus niet de enige die zijn toevlucht in Noorwegen gezocht heeft.

Later kom ik langs de openbare aula van een van de universiteiten in Oslo, omdat er buiten een groot bord hangt dat je gratis de kunst van Munch, een groot Noorse schilder, kan bekijken ga ik even naar binnen. - ben dan toch wel een typische Nederlander, als het gratis is… - Ik loop er even rond, maar ben al snel uitgekeken. De schilderrijen van Munch zijn niet echt mij smaak en ben eigenlijk ook niet echt in de museummodus.

Ik wandel nog wat rond, zonder een duidelijk doel en besluit dan om alvast langs het water terug te lopen in de richting van het appartement. Het is daar behoorlijk druk en van enige beperkende maatregelen lijkt geen sprake. Iedereen zit gewoon dicht op elkaar.

Het is leuk om te zien hoe de Noren een echte buiten cultuur hebben. Het is voor hen ongebruikelijk om iemand bij je thuis uit te nodigen. Mensen ontmoeten elkaar buiten. Er staan dan ook overal bankjes waar je met een paar mensen kan zitten. Ik kan me niet herinneren dat ik ergens in Nederland zoveel openbare zitmogelijkheden gezien heb.

Ik loop nog langs wat oude marineschepen in de haven en lees wat informatieborden. Sta op de plek waar het koninklijke huis weer voet aan wal zette na de tweede wereldoorlog. Bekijk het stadhuis van Oslo even en loop nog een beetje rond in Akershus Festning, een oud verdedigingsfort, dat deels nog als militaire kazerne gebruikt wordt. Best boeiend en imposant, maar op een of andere manier trekt het mij vandaag allemaal niet zo heel erg.

Ik heb het dan allemaal wel gezien en besluit bij een 7eleven een broodje te halen en wat te drinken voor een schrikbarend hoge prijs. Nou had m’n host wel gewaarschuwd dat waar in Nederland uiteten 2-3 keer de maaltijdprijs uit de supermarkt is, dat in Noorwegen eerder 10-15 keer is. Nou was dit niet zo erg, maar ik vond dit toch wel een beetje prijzig voor enkel een broodje en 500 ml aan drinken.

Met m’n broodje en wat nootjes die ik nog bij me had, ga ik in het zonnetje zitten lezen in een E-book op m’n telefoon. The Ickabog van J.K. Rowling is eigenlijk een kinderverhaaltje, maar leest heerlijk weg en kan op een of andere manier bijzonder boeien.

Na een tijdje te hebben zitten lezen wordt het al wat later en besluit ik terug in de richting van het appartement te lopen, onderweg loop ik nog even langs dezelfde supermarkt als gisteren voor het avondeten. Terwijl ik door de supermarkt wandel besluit ik dat ik niet zoveel inspiratie heb en eigenlijk ook niet zoveel zin. Dus neem ik maar een diepvriespizza uit het schap.

Na het eten heb ik nog lang met de host zitten kletsen over van alles en nog wat. We verbazen ons over de vreemde schoolconstructie van de ander, hoe mensen privacy ervaren en hoe vrije tijd ingevuld wordt. Op een of andere manier voelt Noorwegen best vertrouwd en dichtbij, maar ik leer zo dat de manier van leven toch wel wezenlijk anders is en Noorwegen op die manier veel verder van ons afstaat dan bijvoorbeeld Duitsland.

Om 00:45 besluiten we om maar naar bed te gaan. Voordat ik naar m’n kamer kijk ik nog even naar buiten en maak een foto van de avondlucht - nachtlucht? -.

DSC01234.jpg
 
Mooi verslagje man. En dat van die man-vrouw verdeling van jobs: daar waren ze (in elk geval in Zweden, Noorwegen zal wel niet anders zijn) begin jaren tachtig al mee bezig. Ik ontmoette toen een vrouwelijke postbode, ik kon mijn ogen niet geloven ! Tijden veranderen, en vroeger was het dus niet altijd beter. 8-)
 
Dag 5 – 24/07
Begin: Oslo, 10:15
Eind: Nabij Svingvoll, 19:45
Gereden tijd: 09:30 uur
Gereden afstand: 403 km
Gemiddelde snelheid: 42 km/h
Route dag 5 (gok).PNG
Na nog een nacht lekker geslapen te hebben, maak ik nog een keer gebruik van de heerlijke badkamer. Ik smeer een boterham met pindakaas voor ontbijt en ga daarna die lekker op het balkon in het ochtendzonnetje op zitten eten.

Als de host ook wakker is ga ik m’n spullen inpakken en trek ik m’n motorpak weer aan. Samen gaan we met de lift naar de parkeergarage waar ik m’n motor achter z’n auto geparkeerd heb. Ik laad de koffers op, zeg hem gedag en rij om 1015 weg.

Het eerste stuk rij ik over de E16 richting de Noors-Zweedse grens. De E16 is een van de belangrijkere wegen door Noorwegen, maar is gewoon tweebaansweg met een stippellijntje in het midden. Het heeft dus meer weg van een provinciale weg, dan een snelweg. Toegegeven, je mag er ook niet zo hard, eigenlijk hebben ze dus nauwelijks ‘echte’ snelwegen. Maar het geeft wel mooi aan hoe groot het verschil in bevolkingsdichtheid is met Nederland.

Rond Kongsvinger draai ik de 2 op, ofnouja draai, het is een gelijkvloerse T-splitsing. Vanaf daar rij ik richting Elverum waar ik de TET op wil pikken. De hoofdwegen zijn niet heel speciaal, maar rijden wel lekker door en zo kan ik enigszins op tijd aan de TET beginnen.

Vlak voordat ik de TET richting het noorden ga volgen stop ik nog even bij een tankstation/supermarkt combi om te tanken en even met het thuisfront te bellen. Terwijl ik sta te bellen komt er een motorrijder de parkeerplaats opscheuren, die redelijk geschikt uitgedost is om de TET te rijden. We wisselen even een blik uit, maar hij gaat de supermarkt in en ik sta nog te bellen. Na nog een tijdje gewacht te hebben ga ik er toch maar vandoor. Gezien de vaart waarmee hij aangereden kwam zal hij me nog wel inhalen op de TET als hij ook die route volgt.

Rustig aan begin ik met de route te volgen, maar al snel stuit ik op het eerste tolkastje. Na even de tekst hebben te staan bestuderen wil ik toch even google translate erbij pakken om te zien of ik het nou helemaal begrepen heb. Ik heb gek genoeg daar echter geen bereik en zal dus van m’n eigen kennis uit moeten gaan. Ik heb echter geen Noors kleingeld en doe dus maar wat euro’s in de envelop die ongeveer evenveel waarde hebben als aan het aantal gevraagde Noorse kronen.

IMG_20200724_135625.jpg


Als ik na korte tijd bij het derde tolhuisje aankom vind ik het toch erg snel wel duur worden door steeds 2 of 3 euro te moeten dokken voor een klein stukje route. Net nadat ik de envelop in de bus gegooid heb komt de Noorse motorrijder aanrijden. Als hij stopt maken we even een praatje en vraag ik hoe het nou precies zit met de tol. Hij legt uit dat dit privé-wegen zijn die open zijn voor het publiek, maar dus privaat onderhouden worden en ze op deze manier daar geld voor binnenhalen. Hij zegt echter ook dat je best door kan rijden zonder te betalen. Dat is niet helemaal de bedoeling, maar wordt meestal niet moeilijk over gedaan bij de onbemande posten. Voor zover je al iemand tegenkomt. Hij redeneert daarnaast dat motoren ook veel minder schade aan de weg maken dan de auto’s en tractoren die ook van de weg gebruik maken.

Ik vraag of hij het leuk vindt om samen een stukje te rijden en zo gaan we samen op pad. Hij rijdt lekker door over alle gravelwegen, maar het is goed bij te houden. Na een tijdje wisselen we af wie er voorop rijd en ik stop na een uurtje om te vragen of het zo prima is, waarop hij bevestigend knikt. Daarna rijden we enkele uren zwijgend lekker door. Een enkele keer stop ik om een foto te schieten. Een keer schuift hij onderuit als hij iets te lang de achterrem vasthoud bij een haarspeldbocht op de gravel, maar hij en de motor staan al weer overeind voordat ik afgestapt ben.

Het is niet heel erg moeilijk of hard werken maar er zit een lekkere flow in. Slechts een enkele keer wordt de flow onderbroken doordat er schapen of koeien op de weg staan, waar je heel langzaam langs moet manoeuvreren. De route leidt door verschillende natuurparken en toont de uitgestrekte schoonheid van Noorwegen. In de parken komen we nog een paar andere motorrijders tegen en een heleboel wandelaars, fietsers en campers. Het is wel duidelijk dat de Noren echt een buitenvolk zijn. Opvallend genoeg reageert niemand vervelend op dat motorrijders van dezelfde weg gebruik maken als de fietsers en wandelaars.

Hoewel het grootste deel van de route over brede goed begaanbare gravelwegen loopt duikt de route een enkele keer nog een stukje single track naast de weg in. Ik merk dat waar ik (en m’n enkele cilinder) op de gravelwegen wat harder moet werken om het bij te benen dat nu m’n compagnon harder moet werken. Later legt hij uit dat waar hij in Noorwegen woont de dichtstbijzijnde verharde weg vele kilometers verderop is, dus gravel wegen is hij wel gewend, maar dit soort single track heeft hij weinig gedaan.

DSC01246.jpg


We rijden best lang door, hij moet maandag namelijk weer aan het werk en moet nog een heel eind naar huis. Om 19:45 gaat hij echter opeens vol in de ankers en meld me dat we bij de overnachtingsplek gekomen zijn. Waar we nu zijn vind hij er wel geschikt uitzien. We stoppen bij een kleine openplek naast een meer met een houten picknicktafel.

Ik was mij er toen niet van bewust, maar er zijn in de Noorse nationale parken heel wat plekken geschikt gemaakt om wild te kamperen met een picknick tafel en soms zelf een prullenbak en primitieve WC. Het was achteraf duidelijk dat hij hier naar op zoek was. Aan de resten van een kampvuur te zien zijn we logischerwijs ook niet de eersten die van deze plek gebruik maken.

Hij hangt zijn hangmat tussen twee bomen op en ik bouw m’n tentje iets verderop op nadat ik de grond vrijgemaakt heb van steentjes, takjes en dennenappels. Nadat de hangmat hangt en mijn tent staat halen we allebei eerst onze kookspullen tevoorschijn. Toevallig genoeg hebben we allebei hetzelfde pakje tortelini. Hij deelt de mening dat dat het allerlekerste is om te eten na een lange actieve dag. Hij maakt iets meer werk van z’n avond eten dan ik. Na een lange dag ben ik al vrij snel tevreden en heb weinig behoefte aan echt te gaan koken.

DSC01258.JPG


Na het avondeten wassen we even onze pannetjes in het heldere en frisse water van het meer. Het is een typisch scandinavisch meer dat maar heel langzaam een klein beetje dieper wordt, je zou meters het meer in kunnen lopen zonder dat het water boven je knieen komt te staan.

Na de afwas haal ik mijn stoeltje tevoorschijn en even later komt hij ook met z’n stoeltje aanzetten. Hij verteld dat hij sergeant in het Noorse leger is en zelfs op oefening z’n stoeltje meeneemt, er gaat niets boven lekker zitten na een vermoeidende dag. Zo zittend in de avond zon kletsen we een beetje over motoren, de natuur en werk.

Als de zon ondergaat wordt het snel koud, maar daar weet hij wat op. Duidelijk geoefend zoek hij takjes bij elkaar en bouwd een tipie en in een mum van tijd heeft hij een prachtig rookvrij vuurtje.

DSC01265.JPG


Niet lang daarna stopt een mevrouw in een witte golf en vraagt of ze bij ons erbij mag komen staan, wat uiteraard geen probleem is. Ze zet haar tentje bij het water op aan de andere kant van de open plek. En komt even later bij het kampvuur zitten. Ze is niet echt comfortabel met Engels spreken, dus er wordt een mix van Engels en Noors gesproken. Hier en daar kan ik wat volgen, maar het hele gesprek gaat een beetje aan me voorbij.

Tegen middennacht ga ik naar bed en spreek met Chris af om 8 uur op te staan. Aan het gemopper en lawaai te horen gaat hij niet veel later naar bed. Hij had verteld dat hij heel erg in het superlichte kamperen was en de hangmat echt geprobeerd heeft, maar het niet te combineren vind met het motorrijden. Omdat er regen voorspeld is had hij zoveel mogelijk terug in de zijtassen gepropt, maar moet toch z’n motorpak mee naar bed nemen en dat schijnt niet ideaal te slapen.
 
Mooi verhaal. Vraagje :wat denk je, zou je dit soort wegen ook met een gewone toermotor kunnen rijden , met straatbanden ? Je foto's doen me vermoeden dat dat wel moet lukken , of heb je meestal de gladde stukjes op de foto gezet ?
 
Mooi verhaal. Vraagje :wat denk je, zou je dit soort wegen ook met een gewone toermotor kunnen rijden , met straatbanden ? Je foto's doen me vermoeden dat dat wel moet lukken , of heb je meestal de gladde stukjes op de foto gezet ?
Het antwoord is ja en nee.
Ja de meeste delen zijn prima met straatbanden en een toermotor te doen. Mijn banden waren niet veel meer dan een agressieve straatband en ik heb de grotere bodemvrijheid en langere veerweg nauwelijks nodig gehad.
Nee, sommige kleine zijn zeker met bepakking nog best wel even werken. Hoe groter en zwaarder de motor hoe moeilijker het wordt en sommige plekken kunnen, afhankelijk van het weer, best modderig zijn. Dan is het met een toermotor en straatbanden niet meer leuk/relatief veilig denk ik.

Uiteindelijk ligt het vooral aan de berijder en moet je een inschatting maken hoe vaardig je jezelf acht. Uiteraard kan je ook omkeren en de paar uitdagende stukken overslaan, uiteindelijk is dat maar een klein deel van de route.

In de volgende 2 aflevering krijg je nog een iets beter beeld van hoe de route er in totaal uitziet. Dus ik denk dat je zelf na het lezen daarvan een goede inschatting moet kunnen maken. Dit zijn zo ongeveer twee meest uitdagende stukken die ik gedaan heb en op film heb:




Als je graag deze mooie wegen door de nationale parken wilt rijden hoef je helemaal niet de TET te volgen. Er is vaak maar 1 doorgaande route, de rest loopt dood. Dus je kan eenvoudig op google maps een route maken door al die gebieden.
 
Wat heerlijk ontspannend om te lezen op de zondagmiddag na thuiskomst van een motorritje in de buurt. Ga je ook een luisterboek maken van dit verslag? ;) Top man, stiekem beetje jaloers. Het avontuurlijke trekt mij, maar zelf nog nooit gedurfd gedaan. :}
 
Wat heerlijk ontspannend om te lezen op de zondagmiddag na thuiskomst van een motorritje in de buurt. Ga je ook een luisterboek maken van dit verslag? ;) Top man, stiekem beetje jaloers. Het avontuurlijke trekt mij, maar zelf nog nooit gedurfd gedaan. :}
Ehm tja ik weet niet of ik geschikt ben als stemacteur, maar allicht dat ik het eens probeer.

En het is gewoon een kwestie van doen. Ik vind/vond het soms ook best een uitdaging of een klus, maar dat zijn achteraf juist de leukste momenten. Met gewoon doen en zien hoe het loopt maak je namelijk nog eens wat mee ;) en als je het dan helemaal niks vindt of er klaar mee bent dan neem je een andere route of ga je naar huis. Zo doe ik het ook :)
 
Mooi verhaal. Vraagje :wat denk je, zou je dit soort wegen ook met een gewone toermotor kunnen rijden , met straatbanden ? Je foto's doen me vermoeden dat dat wel moet lukken , of heb je meestal de gladde stukjes op de foto gezet ?
In het voorlaatste deel van mijn reisverslag staan 2 filmpjes v
 
Mooi verhaal. Vraagje :wat denk je, zou je dit soort wegen ook met een gewone toermotor kunnen rijden , met straatbanden ? Je foto's doen me vermoeden dat dat wel moet lukken , of heb je meestal de gladde stukjes op de foto gezet ?

Dit deed ik afgelopen zomer met mijn Pan European, niet bepaald een lichte motor. En met gewone Pilots erop. Met volledige bepakking gaat het zolang de ondergrond hard is. Zachte ondergrond? Slecht idee. 8-)
't Is uiteraard geen RET, maar komt in de buurt en geeft een idee van wat nog makkelijk kan. Engste stuk was dat waar links de fjordoever steil naar beneden dook en rechts de begroeiïng deed uitwijken naar links. Hard werken, dat wel. 8-)
Hoe mijn achterband er nadien uitzag, zie je later deze week in het Noordkaap in tijden van corona topic.

 
Laatst bewerkt:
Ja, met een wegmotor kan je ook off-road. Maar de vraag is of je dat wel wilt?

Ik ben in de Picos de Europa ook ooit eens op een 'alpen-weide' gekomen.
Na langdurig negeren van de Garmin stond ik ineens hoog in de bergen op een weide tussen de schapen.
Ik wilde al terugrijden, maar toen kwam er ineens een Landrover naar boven. Tsja, dan moet de motor daar ook naar beneden kunnen?
Wel enkele passages gehad, dat ik me afvroeg of ik wel heelhuids beneden zou geraken. Gelukkig heb ik mountain-bike-ervaring wat betekent dat ik niet direct in paniek raak van een beetje blubber. Ik ben uiteindelijk weer in het dal gekomen, maar was wel blij dat ik weer gewoon heelhuids op de weg reed. Het zweet stond me op de rug en ben gelijk ergens op een terras gaan zitten om weer af te koelen.

Op een echte off-road-track kan het een heel langdurig verhaal worden met de wegmotor, die eigenlijk ongeschikt is.
Ga je een keer goed onderuit, dan heb je al snel een fikse schadepost aan het kuipwerk. Is dat 't allemaal waard?

Ik heb er iig wel van geleerd. Voorlopig blijf ik met mijn toermotor gewoon op de weg rijden.
En als 't dan toch een keer gebeurt, dan weet ik dat, als 't moet, wel (beperkt) mogelijk is. Maar dan niet van harte...............
 
Het hangt er maar net vanaf wat je verstaat onder offroad. Veruit de meeste stukken die ik ken van de TET in Scandinavië noem ik eerder onverhard dan offroad, dat zijn gewoon prima wegen/paden, er ligt alleen geen asfalt op. Voor 95% zou ik al deze paden ook lachend met mijn FJR rijden, en voor de overige paar procent is er binnen een paar kilometer meestal een prima alternatief. Een straatmotor is er vwb vering en bodemvrijheid niet voor bedoeld, dus het zal soms wat minder comfortabel zijn en dus moet je de snelheid noodgedwongen wat lager houden, maar je komt er echt wel overheen.
 
Het probleem is echter dat je soms/vaak er pas achter komt dat het echt niet meer gaat als je al een heel stuk over steeds slechtere wegen/paden onderweg bent geweest.
Zo had ik dat in de Dolomieten. Ik was de bergpas al over, het ging steil naar beneden, en in het dal moesten we door een snelstromende rivier gevuld met grote rotsblokken en zo'n 30cm water. Op een hagelnieuwe CBR1000F en een TL1000 is dat geen lolletje......
Alles wel goed gegaan, maar we waren wel bijna 2 uur te laat terug voor de avondmaaltijd...... :+
 
Dag 6 – 25/07
Begin: Nabij Svingvoll, 09:20
Eind: Dovre, 17:35
Gereden tijd: 08:15 uur
Gereden afstand: 298 km
Gemiddelde snelheid: 36 km/h
Route dag 6 (gok).PNG
Om 0730 ben ik wel klaar met slapen en sta zachtjes op. Ik begin eerst maar eens zoveel mogelijk in te pakken, dan kunnen we straks samen ontbijten. Vrij snel heb ik alles ingepakt, na het een paar keer gedaan te hebben zit het helemaal in m’n vingers en hoef ik er niet echt meer over na te denken.

Dan moet ik eigenlijk toch wel naar het toilet en ga op zoek naar een geschikte plek in de bosjes, maar voordat ik lang kon zoeken kom ik een houten hutje tegen dat verdacht veel lijkt op een buitentoilet. Een snelle inspectie bevestigd dat dit dat ook is. Aan de pot te zien ben ik niet de eerste die er gebruik van maakt, maar de ‘bril’ is een stuk schoner dan in meeste tankstations en het stinkt er ook nog eens niet. Verder staat er ook voldoende WC-papier, dus wat wenst een mens zich nog meer.

IMG_20200725_085855.jpg
IMG_20200725_085835.jpg


Niet veel later nadat ik opgestaan ben komt de mevrouw haar tentje uit en zet wat water op om koffie te zetten. Om 08:02 vind ik het lang genoeg geduurd hebben en besluit ik Chris wakker te maken. Zachtjes loop ik naar z’n hangmat toe en informeer hem dat het tijd is om op te staan. Vrijwel meteen is hij wakker en zegt er zo aan te komen. Aan het wilde schudden van de hangmat te zien probeert hij uit z’n slaapzak te komen en zich in de hangmat om te kleden Even later verschijnt hij aan de picknick tafel in motorkleding en met z’n ontbijt.

Terwijl hij een beetje bevreemd kijkt naar hoe ik mijn boterhammen met pindakaas smeer haalt hij z’n hele kooktoestel tevoorschijn en begint eitjes met spek te baken, noedels op te warmen en koffie te zetten. Terwijl hij nog aan het koken is, zit bij mij m’n ontbijt al weer achter m’n kiezen.

Na het ontbijt breek ik m’n tent af en bind alvast alles op. Daarna wacht ik rustig totdat hij z’n afwas gedaan heeft en alles ingepakt heeft. Om 09:20 zeggen we gedag tegen de dame en vervolgen we ons pad. Chris opent met vaart, de gang zit er goed in en het duurt dan ook niet lang voordat ik weer in het ritme zit.

De route begint makkelijk over de brede gravel wegen, maar wordt daarna iets uitdagender als de route overgaat in sporen tussen de bomen door, berg op, berg af. Het normale verkeer volgt de route van dal naar dal terwijl wij honderden meters hoger over de berg heen klimmen.

DSC01292.jpg


Zo snel als je soms van de gravel wegen de bossen induikt zo snel kom je er ook weer uit. Als je dan weer tussen de bomen uit komt is het uitzicht ook prachtig. De meren zijn prachtig felblauw, door de mineralen in het smeltwater en constateren geweldig met de vele kleuren groen.

116341953_686318441918554_5947173840868837617_n.jpg


Vlak nadat we vol getankt zijn leidt de route ons een smal en erg steil pad op dat hier en daar glad van de modder of losse stenen is. Bij een steile en scherpe bocht laat ik dan ook de motor afslaan en moet de motor op haar zij leggen. Eerst haal ik maar het fototoestel tevoorschijn voor een foto en daarna ga ik wel kijken hoe ik de motor weer omhoog krijg. Door de bolling van de weg ligt de motor vrij vlak met veel gewicht eraan. Ik heb niet echt zin om de boel van de motor af te halen, dus ik sta vrij lang en hard te sleuren om haar weer overeind te krijgen. Als het uiteindelijk gelukt is, druipt t zweet van m’n hoofd af en zie ik Chris net naar beneden komen lopen. Achteraf bedenk ik me dat het eigenlijk toch sneller en makkelijker geweest was om de koffers wel los te halen, maarja jong en eigenwijs of zoiets toch?

DSC01307.JPG


Dit stuk van de route blijft lange tijd best uitdagend, door de schaduwen van de bomen is ook niet altijd goed te zien hoe het spoor er precies uit ziet en word je af en toe verrast door een glad en modderig stuk. Daarnaast maakt de bagage en de niet heel geschikte bandjes maken het er niet makkelijker op. Dus even later, als hij remt en onderuitglijdt, rij ik er te dicht op om nog normaal te stoppen en moet de motor weer neerleggen. Gelukkig ligt ze dit keer een stuk gunstiger en zijn we met z’n tweeën.

IMG_20200725_153004.jpg


Na een aantal stukken tussen de bomen door waarbij we een aantal keer moesten zoeken waar de route nou precies van de weg af duikt. Komen we weer bij de nationale parken met de open en drogere zandwegen.

Het stuk tussen de bomen door is erg leuk en technisch, maar echt vaart maak je niet. Door de afwisseling met de mooie open wegen waar je wat meer vaart kan maken vind ik dit voor op vakantie een erg leuke route. Chris geeft aan dat hij toch nog op wat meer van de technische en single track stukken had gehoopt, want de gravel wegen zijn niks speciaals voor hem.

IMG_20200725_160709.jpg


Rond 1700 uur bij Dale gaat de route een stukje de E6 op en zeggen we gedag. Hij moet nog 18 uur naar huis rijden, volgens de snelste route, terwijl hij maandagochtend alweer aan het werk moet. Ik volg de route nog een stukje over de E6 en moet wat stukjes van de TET overslaan omdat de route ervanuit gaat dat je hem van noord naar zuid rijdt en niet andersom. Daarom besluit ik dat ik het mooi vind voor vandaag en zoek ik een camping op. Archies app laat zien dat er niet echt veel keus is in de buurt, dus ik neem de eerste camping die ik tegenkom maar. Het is even zoeken waar nou precies de receptie is en hoe het hier werkt, want je kan gewoon zo over het kampeerterrein rondrijden zonder de receptie tegen te komen.

Nadat ik betaald heb moet ik even zoeken naar een plekje, het is namelijk erg vol en ik wil niet helemaal tussen de witte dozen staan. Ik besluit dat een plekje langs het water wel oké is, ookal is er niet echt een goed vlak stuk om de tent neer te zetten.

Terwijl ik de haring in de zachte grond druk hoor ik opeens een doffe klap. Als ik opkijk zie ik dat m’n motor op haar zij in het gras ligt. Ondanks de standaardverbreder is de standaard toch weggezakt. Met wat moeite weet ik de motor weer overeind te krijgen en op de middenbok te zetten, in de hoop dat ie dan rechtop wegzakt. Nadat ik eerst de laatste haring in de grond gestoken heb haal ik de koffers los. Terwijl ik de koffer het dicht bij de tent loshaal voel ik dat de motor weer weg wil zakken en ik probeer de motor nog met de koffer in m’n hand tegen te houden, maar het is al te laat en de motor gaat nog een keer om. Na wat gevloek haal ik de motor nog eens overeind en haal ook de andere koffer los. Dan sjor ik de motor nog een beetje heen en weer in de hoop dat de grond dan een beetje aangedrukt is en hij nu wel blijft staan.

IMG_20200725_174610.jpg


Ik besluit om eerst maar eens wat eten klaar te maken. Allicht dat wat voedsel in de maag de boel verbeterd. Ik probeer eens te variëren op m’n standaard maaltje van tortelini met tomatensaus en dopertwen door simpele wraps te maken met wat bruine bonen, paprika en nog wat groenten. Eigenlijk had ik dit gisteren moeten eten, want vrijdag schijnt tacodag te zijn in Noorwegen.

Voordat ik echter de bruine bonen kan opwarmen heb ik eerst even wat af te wassen. M’n lensendoosje waarin ik peper en zout bewaar is opengegaan in het pannetje en alles zit onder het zout. Dat ik m’n schuursponsje een beetje vochtig ingepakt had helpt ook niet.

Het eten gaat er goed in en is dan ook zo op. Altijd wonderlijk hoelang het klaarmaken duurt en hoe snel het dan weer weg is. Ik zit nog even in het zonnetje, maar als de zon verdwijnt wordt het heel erg snel koud en besluit ik maar aan de afwas te beginnen. Ik heb geen zin om helemaal naar het toiletgebouw te lopen dus doe ik de afwas in de rivier die langs de camping loopt. Het water ziet er schoon genoeg uit.

Niet lang daarna pak ik m’n spullen bij elkaar om te gaan douchen. Daar zie ik dat ik weer terug kan omdat ook hier muntjes in de douche moet. Als ik dan na wat heen en weer gewandel weer terug ben en klaar ben om te douchen gooi ik een muntje in het apparaat. Het lampje gaat echter niet branden en ik hoor ook geen klik, maar m’n muntje is wel weg. Een beetje verwonderd krap ik aan m’n hoofd. Ik besluit de kraan toch maar aan te zetten om te kijken of er warm water uit komt en dat doet het gewoon. Als ik dan onder de douche m’n haar sta te wassen valt het me op dat de kabel bij de muur loshangt het kastje dus helemaal niet aangesloten is.

Het is blijkbaar niet mijn dag en ik kruip na het douchen maar direct m’n bed in. Helemaal lekker lig ik niet. Ik voel me niet helemaal op m’n gemak tussen al die enorme campers en caravans. Ik voel me een beetje bekeken door de locale toeristen en voel me niet op m’n plek. Toch val ik al snel in slaap, ik was uiteindelijk na twee lange dagen rijden toch best wel moe.
 
Laatst bewerkt:
Dag 6 – 25/07
Begin: Nabij Svingvoll, 09:20
Eind: Dovre, 17:35

De meren zijn prachtig felblauw, door de mineralen in het smeltwater en constateren geweldig met de vele kleuren groen.

Terwijl ik de haring in de zachte grond druk hoor ik opeens een doffe klap. Als ik opkijk zie ik dat m’n motor op haar zij in het gras ligt.
Je zal wel bedoeld hebben: contrasteren ipv constateren. (slip of the finger?)

Voor zachte grond heb ik in de vakantie een plankje bij me in de tanktas, altijd makkelijk te pakken.
Bij aankomst en zachte grond, gaat deze als eerste onder de jiffy. Tot nu, nooit omgevallen!
 
Je zal wel bedoeld hebben: contrasteren ipv constateren. (slip of the finger?)

Voor zachte grond heb ik in de vakantie een plankje bij me in de tanktas, altijd makkelijk te pakken.
Bij aankomst en zachte grond, gaat deze als eerste onder de jiffy. Tot nu, nooit omgevallen!
Ja dat :Y. Blijkbaar toch minder scherp dan ik dacht...

En ja dat werkt sowieso goed, maar ik dacht dat die standaard verbreder ook wel goed genoeg zou zijn. Is ie ook wel, in de meeste gevallen...
 
Terug
Bovenaan Onderaan