Reisverslag 2020: Plan N, Zuid-Noorwegen

Ik gebruik een platgetrapt drankblikje met een touwtje van tandzijde, dat gaat naar mijn stuur, zoals bij remschijfsloten, dan hoef ik mij niet te bukken bij het oprapen. 8-)

En je motor moet gewoon moe geweest zijn. Soms heb je van die dagen: leuk om achteraf te vertellen, klote om op dat moment mee te maken.
Het leest weer prettig !
 
Ik heb net een jiffy extender op de cbf1000 gemaakt. Was niet standaard te koop dus slijptol gaf wat uitkomst. Zien wat het wordt deze zomer. Vorig jaar op een camping in Oosterijk was het echt nodig om een groot stuk metaal , 20 x 50 cm , onder de jiffy te hebben, ze hadden het gras zo hoog gemaaid dat de jiffy er wel 10 cm in wegzonk , toch wat te schuin om me comfortabel bij te voelen.
 
Heel gaaf verslag!! Vraagje, hoe gaat dat met de spiegels als je de motor neerlegt of omvalt? Goed denk ik maar ik bedoel, rij je de tracks met ingeklapte spiegels of heb je spiegels met zo'n extra scharnier?
(Ben zelf wel benauwd voor mijn spiegels als ik de Africatwin 750 neerleg op gravel...en ik moet nog 1100km naar huis).
Edit: idem koppelings- en voorremhendel. (Daarvan ga ik reserve kopen voor nood)
 
Laatst bewerkt:
Heel gaaf verslag!! Vraagje, hoe gaat dat met de spiegels als je de motor neerlegt of omvalt? Goed denk ik maar ik bedoel, rij je de tracks met ingeklapte spiegels of heb je spiegels met zo'n extra scharnier?
(Ben zelf wel benauwd voor mijn spiegels als ik de Africatwin 750 neerleg op gravel...en ik moet nog 1100km naar huis).
Edit: idem koppelings- en voorremhendel. (Daarvan ga ik reserve kopen voor nood)
Nou spiegels heb ik wel een goed verhaal over :+

Ik reed altijd met de originele Yamaha spiegels. Ik vind/vond dat erg fijne spiegels, goed zicht, weinig trillingen. Dat ging eigenlijk altijd goed bij een valpartijtje. Je hoefte alleen ze even weer te stellen en je kon door. Zie dit filmpje (op 3:19):

Op een gegeven moment heb ik echter het toch voor elkaar weten te krijgen dat een spiegel sneuvelde. Op action planet Spaarnwoude parkeerde ik hem ongeveer op z'n kop in een vrij diepe plas en de spiegel ligt daar nog steeds ergens in die plas.

IMG_20200308_130710.jpg


Toen had ik dus een nieuwe spiegel nodig en om dit in het vervolg te voorkomen, heb ik toen voor inklapbare spiegels gekozen (deze). Ik vind het echter waardeloze spiegels, je ziet er vrij weinig in en het trilt zo erg bij sommige toerentallen dat alles een grote waas is. De ene spiegel wil tevens inklappen door de wind, dus daar heb ik flink locktight op het boutje gedaan en deze stevig aangedraaid. Nu kan het boutje er niet langzaam uit lopen en klap de spiegel niet zomaar meer in.

Over dat inklappen gesproken: ze klappen maar een klein stukje in, waardoor ze supererg in de weg zitten. Daarom klap ik ze nooit in. Overigens doen ze hun werk wel, ben nog wel eens onderuit gegaan en ze zijn zo soepel dat ze gewoon inklappen of meebuigen.

Dus als je bang bent voor een gesneuvelde spiegel kan ik inklapspiegels wel aanraden. Het risico bestaat dat deze sneuvelen bij een valpartijtje, maar ik zou nu eerder voor andere inklapspiegels kiezen. Eigenlijk wil ik deze die ik nu heb wel vervangen, dus als iemand een tip heeft...

Al zou ik, ook goede, inklapspiegels, zeker op vakantie, bijna nooit inklappen. Het is toch veel een afwisseling van straat en offroad en op straat wil ik wel graag m'n spiegels hebben. Daarnaast kijk ik offroad eigenlijk ook wel in m'n spiegels om te zien of m'n maatje er nog is.

Overigens doe ik op vakantie sowieso iets voorzichtiger aangezien ik ook nog thuis wil komen en neem dus minder risico over het algemeen. Dus acht in dat opzicht de inklapspiegels dan weer niet echt nodig. Voor jouw use-case zou ik inklapspiels aanraden voor het feit dat deze makkelijker wegbuigen en dus makkelijker heel blijven bij een crash.

Voor wat betreft de hendels, daar heb ik nooit problemen mee gehad. De handkappen met beugels beschermen die prima als je de handkappen goed afstelt ten opzicht van je hendels. Dus ik heb ook geen extra hendels mee. Deze dienen namelijk ook zo af te breken dat er in iig een stukje overblijft waarmee je kan werken. Dus als die stuk zijn heb ik wel heel wild gedaan en is er waarschijnlijk meer stuk (ook aan mezelf).

Wel heb ik meerdere malen m'n rempedaal verbogen en de laaste keer was het zo erg dat ik er geen normale vorm meer van kon maken, dus die heb ik toen vervangen voor een modelletje met een inklapstuk. Al heb ik die nog niet gestest. Ik zou geen extra rempedaal meenemen ik heb hem altijd zo ver terug kunnen buigen dat je iig er nog mee kon rijden, was niet ideaal, maar wel te doen.

Hetzelfde geld voor m'n schakelpookje, ook verbogen geweest maar wel weer terug kunnen buigen.

En voor de mensen die denken dat ik een enorme brokken piloot ben: dat valt best mee (denk ik). Heb alleen af en toe pech dat ik hem net ongelukkig neerleg en wat sloop...
 
Ik heb mijn Tenere vaak genoeg neergelegd, maar nooit iets met de spiegels gehad, die draaien inderdaad gewoon weg. Ik heb gewoon de originele nog. Kan me wel voorstellen dat als de motor zowat op zijn kop ligt het wel een keer klaar is met de spiegels, want naar boven of naar onder hebben ze weinig bewegingsruimte.
 
Laatst bewerkt:
Heel gaaf verslag!! Vraagje, hoe gaat dat met de spiegels als je de motor neerlegt of omvalt? Goed denk ik maar ik bedoel, rij je de tracks met ingeklapte spiegels of heb je spiegels met zo'n extra scharnier?
(Ben zelf wel benauwd voor mijn spiegels als ik de Africatwin 750 neerleg op gravel...en ik moet nog 1100km naar huis).
Edit: idem koppelings- en voorremhendel. (Daarvan ga ik reserve kopen voor nood)
Koppeling-en remhandles zijn bij mij standaard in de topkoffer. ooit een keer met een min of meer gehalveerde koppelingshandle naar huis, wat een ellende , elke keer bij schakelen en stoplichten dat scherpe stuk alu in de hand. Voor een paar tientjes reservespul van Ali, prima zo !
 
Dag 7 – 26/07
Begin: Dovre, 11:20
Eind: Nabij Kårvåg, 19:30
Gereden tijd: 08:10 uur
Gereden afstand: 352 km
Gemiddelde snelheid: 43 km/h
Route dag 7 (gok).PNG
Ik had niet ideaal geslapen en wordt best moe wakker. Waar ik normaal ‘s ochtends heel erg snel ben en goed op gang kom, wil het dit keer allemaal niet echt vlotten. Als ik dan om 11:10 alles ingepakt en opgeladen heb en de motor van de middenbok wil halen, merk ik dat de motor toch nog best een stuk weggezakt is. Hierdoor staat de motor eigenlijk weer op z’n achterwiel, maar met de middenbok ingegraven. Ik probeer eerst met brute kracht de middenbok ingeklapt te krijgen, maar dat wil niet lukken en ook met motor aan en gasgeven helpt niet. Dus ik haal de koffers er maar weer af en begin de motor heen en weer te kantelen om de middenbok uit het gras te krijgen. Even verder op zet ik hem dan weer op de middenbok en haak de koffers er weer aan. 10 minuten later dan gepland rij ik dan slippend door het natte gras de camping af.

Niet zo’n lekker begin van de dag en ik ben er dan ook niet helemaal bij met m’n hoofd, maar na een half uurtje rijden kom ik weer in de flow. Was ik gisterenavond een uurtje langer doorgereden, dan had ik waarschijnlijk een veel betere nacht gehad. Dit stuk van de TET leidt namelijk door de prachtige natuurparken rond Dovre. Hier en daar zie ik nog campers en tentjes staan en met enige regelmaat rij ik langs een plek met een picknickbankje en een composttoilet waar je ideaal kan kamperen. Mocht het zo uitkomen is het zeker de moeite om Dovre zelf voorbij te rijden en in het nationale park Rondane of Dovrefjell-Sunndalsfjella te stoppen voor een overnachting.

Het grootste gedeelte van dit stuk is erg makkelijk en je komt ook genoeg ander gemotoriseerd verkeer tegen, maar het uitzicht is schitterend en zorgt voor prachtige plaatjes.

DSC01310.jpg

DSC01333.jpg

DSC01346.jpg


Voor deze ruimte en schoonheid is het echt de moeite om naar Noorwegen te gaan. Het enige nadeel is dat het zelfs zomers hier goed fris is. Zonder dat je het merkt ben je heel geleidelijk op de hoogvlaktes terecht gekomen en zit je zo op 1150 meter boven zeeniveau.

IMG_20200726_115946.jpg


Zo in m’n eentje is het wel minder gezellig, maar nog steeds geniet ik met volle teugen van het rijden en de omgeving. Onderweg word ik nog heel even van de route naar het noorden afgestuurd, een beetje een achterafweggetje op dat nergens naar toe lijkt te leiden. Als ik aan het einde van de weg kom snap ik waarom dit stuk in de TET opgenomen is. Het weggetje leidt naar een mooie rotsige beklimming. Na even te hebben staan kijken besluit ik toch maar de goden niet te verzoeken en dat nu niet in m’n eentje te proberen. Ik keer om en rij het weggetje weer af, terug naar de hoofdroute.

Niet veel later besluit ik de TET te verlaten, nu deze terug richting de Noors-Zweedse grens buigt. Ik wil de doorsteek richting de westkust maken en als ik de TET nu verder volg duurt het volgens de kaart heel lang voordat er weer een weg richting het westen gaat. Daarnaast schijnt dat stuk van de TET een stuk uitdagender te zijn en zie ik het niet helemaal zitten in m’n eentje. Ik wissel daarom de gravel en harde zandpaden in voor het asfalt en ga richting Oppendal. Daarvandaan volg ik de weg richting Kristansund.

Inmiddels heb ik er alweer heel wat uurtjes opzitten en besluit bij een van de vele parkeerplaatsen te stoppen om wat te eten. Dan kan ik gelijk even kijken of er iets is waardoor de motor wat warmer lijkt te lopen, dat is tenminste wat m’n kuiten me vertellen. Als ik een rondje rond m’n motor loop valt me op hoe vies de onderzijde van de motor is geworden van alle onverharde wegen. De helft van de radiateur zit vol met een kleiachtige substantie en zorgt er waarschijnlijk voor, nu ik weer wat lager gekomen ben het wat warmer is, dat de motor wat warmer wordt. Met een takje probeer ik het ergste weg te halen, maar echt zorgen maak ik me niet, want als ik de motor stationair laat draaien slaat de fan nog niet aan.

Afbeelding1.jpg


Na wat gegeten te hebben en even met het thuisfront gebeld en geappt te hebben begint het zachtjes te regenen en besluit ik om maar verder richting de kust te gaan. Het ziet er daar niet echt beter uit, maar als ik hier blijf zitten word ik toch ook nat. Ik worstel me dus maar in m’n regenpak en stap weer op.

Onderweg rij ik nog langs een soort parkeerplaatsje waar ik een mevrouw zonder jas en helm naast een motor zag staan. Op een of andere manier voelt er iets niet goed voor me en besluit ik te keren. Dat keren is nog een hele opgave op het smalle slingerweggetje dat steeds in en uit tunnels duikt, maar al snel genoeg komt er een mogelijkheid om te keren en rij ik terug. Dan zie ik opeens dat ik al het parkeerplaatsje dat vlak na een tunnel ligt voorbij rij, blijkbaar lijkt hier alles te veel op elkaar en had ik niet door dat ik zo snel alweer terug was. Even later kan ik weer keren en kom ik nog een keer langs de parkeerplaats en kan dit keer wel stoppen.

Ik stap af en vraag wat er aan de hand is en of ik kan helpen. Ze legt uit dat ze de motor pas kort heeft en de motor net al kuren had en niet echt goed wilde lopen en dat ze toen even gestopt is. Echter de motor wil nu helemaal niet meer starten en ze probeert hem nu aan te duwen, maar dat lukt niet zo. Dat is ook te zien aan haar rode hoofd en een beetje verwilderde paardenstaart. Bij het zien van m’n nummerbord voegt ze er glimlachend aan toe dat ze ooit getrouwd geweest is met een Nederlandse man en lang in Zwitserland gewoond heeft maar nu weer terug in Noorwegen is. Ik bied aan om even te duwen in de hoop dat hij dan wel weer wil starten en ze zo thuis kan komen.

Dus terwijl ik m’n helm afdoe en m’n jas uittrek, kleed zij zich weer aan. De eerste poging lukt net niet en dus duwen we hem nogmaals het heuveltje op. Bij de tweede poging slaat de motor aan, maar komt na een paar slagen hortend tot stilstand. Poging 3 en 4 lukken niet en dan vindt ze het mooi geweest en zegt dat haar moeder wel belt om te vragen of die haar wil komen ophalen.

Terwijl zij met haar moeder belt bied ik aan om de accu eruit te sleutelen, want ze verwacht dat dat de boosdoener is. Ik tover wat gereedschap tevoorschijn en kan met een beetje moeite wel sleutels vinden die aardig overeenkomen met de vreemde Engelse maten van haar Bonneville. Met de accu in haar hand bedankt ze me hartelijk en zegt het zo verder prima te redden. Ik trek m’n pak weer aan, wens haar succes en vervolg m’n weg richting de kust.

Vlak voor de Atlanterhavsveisen (F64) vind ik het wel mooi geweest voor vandaag. De zachte regen is inmiddels ook overgegaan in een stortbui. Op m’n telefoon probeer ik met Archies een geschikte camping te vinden. De eerste twee die ik tegenkom staan echter weer vol met caravans en vragen een schrikbarend hoge prijs. Na de ervaring van afgelopen nacht heb ik daar niet echt zin in. Ik besluit om nog maar even door te rijden en op zoek te gaan naar een wildkampeerplekje.

Op een gegeven moment zie ik een onverharde weg tussen de bomen en besluit die op goed geluk in te rijden. Langs de verharde wegen verwacht ik niet zo snel een geschikte plek te vinden. Het weggetje is door alle regen niet heel gemakkelijk begaanbaar, maar gelukkig verschijnt er al snel een opening tussen de bomen en blijkt het weggetje naar een groot open veld te leiden.

Het veld is bijzonder nat en voelt op sommige plekken zelfs een beetje moerassig aan. Langs de randen is het minder erg en ik heb eigenlijk geen zin om nog verder te zoeken. Dus ik besluit dat dit de plek moet zijn. Ik parkeer de motor en beging in de stromende regen de tent op te zetten. Ik haal de koffers van de motor af en prop deze in een van de twee minuscule voortentjes. Het andere voortentje kruip ik zelf in en rits vervolgens de tent achter me dicht. Met een beetje gehannes kan ik daar m’n regenpak zo ongeveer uitrekken en oprollen. Dat moet morgen dan maar drogen. Dan kruip ik de binnentent in en kan ik m’n motorpak uittrekken en verwisselen voor wat comfortabelere kleren uit een van de koffers. Hoewel ik nu lekker droog zit is het toch aardig koud geworden en heb ik niet meer zoveel energie om mezelf warm te houden.

Ik schuif alles in de hoek van de tent en probeer de kookspullen uit m’n koffer te vissen. Hoewel het een drie persoons tent is vind ik het zo met alles binnen toch een beetje krap. Met het water dat ik nog heb kook ik in het voortentje een pannetje water en maak ik een van de gevriesdroogde maaltijden die ik mee heb klaar. Het smaakt me eigenlijk best goed. Ik besluit als toetje maar een ontbijt vriesdroogmaaltijd klaar te maken. Terwijl ik de avondmaaltijd erg lekker vond, smaakt me deze helemaal niet en ik eet hem maar half op. Met een slok water en een mueslireep spoel ik de smaak weg.

DSC01354.JPG

DSC01353.JPG


Als ik dan nog even de brander wil verplaatsen vergeet ik even hoe heet zo’n ding kan zijn en verbrand ik m’n vinger lelijk. Blijkbaar was de pech nog niet helemaal op (of ben ik gewoon een enorme kluns en durf ik het niet toe te geven). Omdat ik niet zo heel veel water meer heb besluit om dat te bewaren om te drinken en ga ik maar op m’n vinger zitten sabbelen.

Op m’n stoeltje kan ik in het midden van de tent precies rechtop zitten. Ik luister het eerste luisterboek (Ik reis alleen van Samuel Bjørk, een van de succesvolste Noorse schrijvers) uit en begin aan het vervolg hierop (De doodsvogel). Na een tijdje zo gezeten te hebben haal ik m’n vinger maar weer uit m’n mond en kleed me om om te gaan slapen. Met het zachtjes tikken van de regen op het tentdoek val ik in slaap.
 
Volgens mij moet er wel heel wat gebeuren wil die Tenere te heet worden, de keren dat bij mij de fan is aangeslagen zijn op 2 handen te tellen
 
Dag 8 – 27/07
Begin: Nabij Kårvåg, 09:45
Eind: Sogndal, 20:40
Gereden tijd: 10:55 uur
Gereden afstand: 451 km
Gemiddelde snelheid: 41 km/h
Route dag 8 (gok).PNG
Als ik wakker word is het gestopt met regenen en kan ik eindelijk even gaan plassen zonder een nat pak te halen.

Voordat ik begin met inpakken kijk ik nog even goed rond waar ik nou eigenlijk beland ben. Daar had ik gisterenavond helemaal niet meer de moeite voor genomen. Het inpakken is nog een heel gedoe met al die natte zooi. Gelukkig kan ik het wel op m’n gemak doen, zonder de regen. Ofnouja niet helemaal op m’n gemak. Er vliegen een heleboel kleine bijtende vliegjes rond en die maken het pakken verdomde lastig. Afwisselend trek ik een haring uit de grond en mep de vliegjes op m’n gezicht plat. Het zal vast een bijzonder komisch gezicht geweest zijn, maar op dat moment werd ik er niet echt blij van.

Ik besluit om de binnentent er maar uit te haken en die los te verpakken in de hoop zo die niet nog vochtiger te maken dan dat deze al is. Omdat de lucht er nog steeds onheilspellend grijs uit ziet besluit ik m’n regenpak maar gewoon meteen aan te trekken. Dan hoeft dat natte ding niet in de koffer en hopelijk droogt hij dan een beetje tijdens het rijden.

DSC01358.jpg


Na 45 min pakken ben ik dan klaar om te gaan en om 0945 rij ik het veld weer uit, richting het zuiden. Hopelijk is het weer daar wat beter. Maar voordat ik echt op pad ga, ga ik eerst nog even langs de supermarkt. Ik heb namelijk geen ontbijt, lunch of avondeten meer. Als ik de supermarkt uit loop is het net 10 uur geweest en valt me op dat de brandstofprijzen bij het tankstation naast de supermarkt hoger zijn dan toen ik naar binnen ging. Het verhaal dat de brandstofprijzen in Noorwegen na 10 uur enkele kronen hoger zijn blijkt dus echt waar te zijn.

Ik vind het op zich trouwens een mooie constructie hoe er naast elk tankstation een supermarkt zit of andersom. In sommige gevallen zijn ze zelfs gecombineerd in één gebouw. Zo ben je in een keer klaar en dat scheelt in zo’n uitgestrekt land als Noorwegen enorm. De afstand tussen plekken is echt gigantisch, zeker voor een Nederlander.

Al snel kom ik aan bij het begin van de Atlanterhavsveisen. Er wordt altijd gezegd dat dit een van de mooiste en bijzonderste wegen in Noorwegen is. Nou is het best grappig om zo van eilandje naar eilandje te rijden met aan twee kanten de Atlantische oceaan en zijn de vele bruggen best bijzonder, maar het is toch minder imposant dan ik me had voorgesteld en de foto’s die ik gezien had je wilden doen geloven. De foto die ik daar genomen heb is ook niet zo denderend als die je op het internet wel eens ziet, maar in ieder geval wel in lijn met mijn beleving.

DSC01362.jpg


Met een combinatie van bijzondere tunnels en veerboten navigeer ik langs de fjorden richting het zuiden. Ook hier is het landschap nog vrij grauw en kaal. Ergens wel bijzonder, maar niet zo imposant als ik mij had voorgesteld.

Als ik echter in de buurt van de Trollstigen kom doemt er opeens prachtig gebergte op en veranderd de omgeving vrij snel van grauw en kil naar een veel kleurrijkere omgeving. De temperatuur ligt zo in het wat beschuttere landschap ook veel hoger en ik heb het plotseling heel warm met m’n regenpak en winter handschoenen aan. Het verschil in temperatuur is heel sterk en voordat ik gestopt ben heb ik al zweet handen en krijg de dikke handschoenen nauwelijks normaal uit. Ook het regenpak, een tussenlaag en de warme col gaan uit en ik rits alles open.

Als ik dan echter een paar honderd meter op weg ben zijn alle ritsen open toch iets te optimistisch, zo warm is het nou ook weer niet. Dus ik stop nog maar een keer en rits weer wat dicht. Als ik dan toch weer stil sta kan ik gelijk even een foto nemen.

DSC01373.jpg


Voordat ik de Trollstigen bestijg ga ik eerst nog even tanken bij het tankstation aan de voet van het gebergte en ik ben niet de enige die naar weg 63 wil. Het is goed druk en het is dan eigenlijk ook meer filerijden dan lekker een pas oprijden. Omdat ik het verderop de berg helemaal vast zie staan, zet ik de motor in een van de inhammen aan de kant en ga even bij het smeltwater dan naar beneden komt kijken. Als ik m’n oordoppen uitdoe valt het pas op met wat voor een geweld het water de berg afstroomt en wat een lawaai dat maakt. Als ik het wandelpad naast de ‘parkeerplaats’ naar beneden glibber kom ik al snel bij het water uit. Het is prachtig helderblauw, heel erg koud en de stroming is bijzonder krachtig. Je wilt er hier absoluut niet invallen.

De lucht hangt vol met heerlijk koele waterdruppels die door alle botsingen met de stenen in het water de lucht in geslingerd worden. Eerst ga ik even zitten kijken naar hoe het water stroomt en verwonder me wederom over de krachten van moeder natuur. De combinatie van kracht en elegantie heeft voor mij iets magisch.

Ik probeer een foto te maken met het water, maar omdat een selfie ook niet alles is probeer ik het met de zelfonstpanner. Alles in beeld krijgen en er zelf ook nog een beetje oké op staan is echter niet zo makkelijk. De maximale onspantijd is 10 seconden en dat is toch best kort als je in je motorpak over allemaal glibberige stenen moet klimmen. Na een aantal mislukte pogingen, waarbij je me nog over de stenen ziet klauteren of waarbij ik nog wild sta te positioneren op de grote steen, zit er wel een foto tussen die ik geslaagd vind.

DSC01392.jpg


Het is eigenlijk ook hier nog best wel warm en dat rennen in een motorpak helpt ook niet echt. Dus besluit ik om verder omhoog te gaan naar wat koelere lucht. Het verkeer gaat nog steeds niet echt hard. Met name de gigantische campers hebben het moeilijk met alle haarspeldbochten en halen de gang er goed uit. Daarnaast zijn de moderne auto’s eigenlijk veel te breed voor de weg. Op sommige plaatsen staan ze te stuntelen om elkaar te kunnen passeren. Anderzijds mag ik ook weer niet echt klagen, het uitzicht is geweldig en ik heb zo meer dan voldoende tijd om een beetje om me heen te kijken.

DSC01401.jpg


Bij de top aangekomen stop ik bij het gigantische toeristencentrum. De parkeerplaats is extreem vol en zelfs een motor is moeilijk kwijt te raken. Na even rondgereden te hebben kom ik bij een plekje waar ik m’n motor nog wel redelijk kwijt kan. M’n koffers zitten vrij vol en ik heb ook geen zin om van alles mee te slepen, dus ik hang m’n helm en rugzak met waterzak aan m’n stuur en steek m’n handschoenen tussen de bevestiging van de tanktas en de tank. Ik ga ervan uit dat ik het hier wel rustig zou moeten kunnen laten hangen. Op de veerpont van Denemarken naar Noorwegen is het immers ook goed gegaan.

Het toeristencentrum is van het type modern Scandinavisch design en past opzich wel redelijk in het berglandschap, maar of ik het ook echt mooi vind weet ik niet. Het ziet er in ieder geval uit alsof het een godsvermogen gekost heeft, anderzijds kost bijna alles dat zo hoog in de bergen. Gezien de enorme drukte zullen ze het ook wel weer redelijk snel terugverdienen.

Iedereen loopt hier wel heel dicht op elkaar en voel me daar toch niet helemaal prettig bij, dus probeer zoveel mogelijk afstand te houden, al dat lukt niet helemaal. Ik klauter over een ander ‘paadje’ nog een stukje omhoog. Wat overigens met crosslaarzen en een motorpak aan niet gemakkelijk is. Zowel de beperkte bewegingsvrijheid in de laars als de relatief gladde zolen maken dat ik m’n tocht maar redelijk snel staak. Hier had ik me toch niet helemaal op voorbereid. Ik kijk nog snel even rond en besluit dan dat ik het wel gezien heb.

DSC01411.JPG


Voordat ik vertrek besluit ik om nog even te gaan plassen. Vanaf het moment dat je de toiletruimte binnenstapt is het te ruiken dat dat hier gratis kan. Het lijkt erop of bij de urinoirs er zeker 50% naast gaat en in de toiletstallen heb ik niet durven kijken. Nou is het als man allemaal wel te overleven, maar ik vraag me toch af waarom het zo moeilijk is om raak te plassen en het een beetje schoon te houden.

Daarna sta ik toch nog een tijd in de shop naar de souvenirs te kijken. Ik vind het altijd leuk wat mee naar huis te nemen en denk dat dit de beste kans ik die ik krijg. Na lang twijfelen wat leuk is neem ik voor m’n zusje een hoodie mee, een set pannenlappen voor m’n vader en een set speelkaarten voor m’n moeders collectie. Bij de kassa mag ik omgerekend ruim 50 euro aftikken, maar ik had ook niet anders verwacht op zo’n toeristische plek.

Ik pak de souvenirs goed in een dubbele plastic zak en snoer ze strak vast boven op de rechter koffer, in de koffers is namelijk geen ruimte en wil het ook niet in de zak bij de vochtige tent doen. Hopelijk blijft het zo goed zitten. Dan kleed ik me weer aan en geef ik m’n parkeer plekje af aan een van de vele auto’s die naarstig op zoek zijn.

De afdaling is een stuk minder spectaculair dan de klim, maar is nog steeds wel leuk rijden en het rijdt een stuk beter door dan de weg omhoog. Het lijkt er ook op dat hier een stuk minder auto’s rijden.

Na een tijdje kom ik weer een veerboot overgang tegen. Ze zijn bezig met het asfalt en moeten dus even wachten. Mooie opstelplaatsen zowel langs de weg, als op de kleine echte opstelplaats voor de veerboot. Echt lang wachten hoeft niet. Sowieso niet, ze varen met enorme regelmaat heen en weer. Overtocht is ongeveer 10 minuten en er varen 2 tegen elkaar in, dus duurt nooit langer dan 20 min.

Op de veerboot kom ik een Zwitser tegen die op de terugweg is van z’n reis via de Noordkaap. Hij vertelde dat hij een stuk van de TET heeft proberen te rijden, maar dat te zwaar vond. Als ik zo naar z’n bagage kijk had dat lichter gekund, maar had hij naar mijn idee best een eind moeten kunnen komen met de R1150GS en de Heidenau’s. Al weet ik natuurlijk niet welk stuk hij gereden heeft en hoeveel ervaring hij heeft. Het is toch voor iedereen anders en in m’n eentje ben ik toch ook wel sneller geneigd iets als te moeilijk of zwaar in te schatten. We staan daar een beetje te kletsen en ongemakkelijk te doen. Ik weet niet helemaal zeker wat hij van mij verlangt en of hij graag een stuk samen wil rijden of behoefte heeft aan wat langer kletsen. Hij geeft namelijk aan al 2,5 maand alleen op pad te zijn. Maar eigenlijk ben ik niet in zo’n kletsstemming en zeg dat ik nog even op het bovendek ga kijken.

IMG_20200727_153108.jpg


Gisteren of eergisteren was ik met m’n open vizier tegen een tak aangereden en blijkbaar is daarbij iets in het mechanisme afgebroken en losgeraakt, want als ik m’n vizier met een hand probeer dicht te doen springt hij aan een kant los. Aangezien met twee handen van het stuur los zo moeilijk rijdt, in deze bochtige omgeving, doe ik m’n vizier dicht voordat ik wegrij. Dat is echter wel heel warm en daardoor beslaat het vizier ook nog een beetje. Niet echt ideaal, maar constant met een open vizier rijden bij 80 km/h is ook niks.

Het Geiranger-gebied waar ik nu terecht gekomen ben is erg mooi en aan de vele toeristen te zien ben ik niet de enige met die mening. Op bepaalde plekken is het niet echt leuk meer, zo druk. Op plaatsen waar cruiseschepen aankomen worden de idyllische dorpjes echt overspoeld. Ik rij daar ook maar snel door, met dat soort toerisme ben ik alleen op wintersport bereid te dealen en zelfs dan liever niet.

Er zitten hier weer leuke stukken in de route met mooie haarspeldbochten en omdat het niet druk is kan je lekker opgaan in het bochtjes draaien. In grote stukken van Noorwegen is de infrastructuur eigenlijk te goed om lekker te kunnen motorrijden, met de relatief brede asfaltwegen en eindeloze tunnels. De interessantere padjes zijn meteen wel heel klein en lopen bijna allemaal dood. Dus zo’n beklimming is een welkome afwisseling.

In een van de grotere dorpjes waar ik doorheen rij loopt een meisje van, ik schat, 15 jaar met de fiets aan de hand, terwijl je daar toch prima had moeten kunnen fietsen, zo steil is het ook weer niet. Dus ik draai om en stop naast haar en vraag of er iets mis met de fiets is en of ik dan kan helpen. Met grote ogen en een beetje een angstige blik zegt ze dat ze geen hulp behoeft en alles oké is. Allicht is ben ik op zo’n grote motor met integraalhelm toch wat intimiderend, terwijl ik mijzelf als alles behalve dat voorstel.

Even later kost het wat moeite om de goede weg om de hoofdroute heen te vinden. Ik wil namelijk niet door de nieuwe tunnel maar over de deels onverharde pas. Als ik op de borden kijk geven deze namelijk aan dat ik terugga naar waar ik vandaan kom. Dus als ik van de 63 de 15 op rij ga ik eerst de verkeerde kant op. Nadat ik gekeerd ben volg ik de 15 een tijdje voordat ik de 258 op kan.

Geleidelijk maar gestaag stijg ik in hoogte en het koelt rap af. De weg is eigenlijk best goed en ik ben dan ook niet de enige gebruiker. Maar echt druk is het ook weer niet. Het eerste stuk is nog geasfalteerd en leidt langs een bevroren bergmeer. Sneeuw ben ik wel eerder zomers in de bergen tegengekomen, maar een bevroren meer nog niet. (Om vragen te voorkomen: hoe dik het ijs was heb ik niet getest en daarnaast had ik m’n schaatsen toch ook niet mee.)

DSC01440.jpg


Ik ben vandaag uiteindelijk best wel lekker opgeschoten en verder gekomen dan ik ‘gepland’ had. Hierdoor ben ik nog maar 200 km verwijderd van Sogndal, waar ik morgen een rustdag wilde houden. Hoewel je hier mooi wild zou kunnen kamperen en je hier en daar ook wel campers geparkeerd ziet staan besluit ik om door te rijden. Anders ben ik morgen zo vroeg daar en ik verlang door de kou eigenlijk ook wel naar een warme douche.

Ondertussen gaat de weg over in stevig aangestampt zand en steengruis. Terwijl ik een foto sta te nemen rijdt een motorrijder op een R1200GS me voorbij. Doordat het echter al vrij laat begint te worden en ik wel voor sluitingstijd bij de camping wil zijn gooi ik het gas er een beetje op. Met dit hogere tempo blijkt de grip toch eindig op dit wegdek en ik moet wat gas terugnemen om niet bij elke remming een zoekende voorband te hebben. Opzich vind ik een motor die een beetje zoekt naar grip niet heel spannend, maar als ik hier van de weg afglij kom ik zeker niet op tijd. Ondertussen haal ik de man op de BMW weer in, hij rijdt iets behoudender. Doordat ik echter even later toch ergens weer een foto sta te maken, komt hij me weer voorbij. Uiteindelijk zijn we na elkaar een aantal keer ingehaald te hebben ongeveer even snel beneden.

DSC01445.jpg

DSC01451.jpg


Als de weg weer overgaat in asfalt word ik nog getrakteerd op een heel aantal haarspeldbochten. Daarna loopt de route echter weer langs de fjorden en is niet zo heel spannend meer. Ik rij dan ook in een ruk door naar de camping. Aangekomen in Sogndal moet ik nog even zoeken hoe ik nou precies bij de camping kom. Deze ligt namelijk eigenlijk in Kjørnes en dus moet je Sogndal zelf voorbijrijden.

Iets over half negen kom ik aan en meld ik me bij de receptie. Gelukkig hebben ze hier wel een apart tentenveld en hoef ik niet tussen de campers en caravans te staan. Op het veld staan al wat auto’s met tenten en wat andere motorrijders. Het is een beetje een mengeling van trekkerstenten en balzalen. De tenten staan ver uit elkaar en het is duidelijk dat iedereen op een beetje privacy gesteld is. In het midden van het veld op een heuveltje is echter nog een mooie plek, daar parkeer ik en zet ik m’n tent neer. Dat was nog even een uitdaging aangezien ik op een of andere manier met m’n stijve lichaam de binnentent er weer in moest haken. Na wat rommelen en haakjes omhangen, omdat ik aan de ene kant haakjes over had en aan de andere kant te kort kwam. Staat hij dan, niet de gebruikelijk 3 minuten, maar toch best snel.

Nadat ik de tent opgezet heb snack eerst wat, ik rammel van de honger. Daarna kook ik nog een simpel maaltje. Als ik de boel af ga wassen, is er een mevrouw nog een drie gangen menu aan het maken in de algemene keuken. Ze is druk in de weer met de oven en meerdere pannen op het fornuis. Haar man is buiten ondertussen een enorme tafel aan t dekken. Leuk om te zien hoe verschillend mensen kunnen kamperen.

Voordat ik ga douchen loop ik nog even langs de receptie om te vragen of ze wat kleingeld kunnen wisselen voor de douche. Gelukkig zijn ze nog open. Na van een heerlijk warme douche genoten te hebben, in een heel erg schone badkamer voor een camping, ga ik terug naar m’n tent.

Nog even kijk ik naar de omgeving en de andere gasten. Hier en daar zitten mensen warm aangekleed bij elkaar te kletsen. Een tent heeft het met wat sierverlichting heel knus gemaakt. Aangezien iedereen erg op z’n privacy gesteld lijkt, ga ik niemand storen voor een praatje. Eigenlijk heb ik me wel goed vermaakt vandaag in m’n eentje en zit ik ook niet heel verlegen om een praatje. Ik kruip dus maar m’n bedje in. Vanuit de slaapzak zit ik op de camping wifi dan nog een beetje te appen en door m’n social media feeds te scrollen.

Na het allemaal een beetje bijgewerkt te hebben doe ik m’n scherm uit en draai ik me om om te gaan slapen. Op de achtergrond hoor je de gedempte stemmen van wat mensen, maar al heel snel ben ik in diepe slaap. Deze camping ligt mij veel beter en ik voel me er goed op m’n gemak.
 
Terug
Bovenaan Onderaan