Na het rondje Bretagne in juni, wat gelukkig prima verliep, durfde ik de volgende ook wel weer aan. Ook dit keer ga ik weer naar de door mij zo geliefde Frans/Italiaanse Alpen. Het is al het zoveelste verslag, dus het wordt misschien wat eentonig, maar er zitten toch weer wat stukken in waar ik nog niet eerder ben geweest. Hopelijk dus toch nog een interessant verslag.
Dit keer doe ik het bij vertrek eens iets anders dan anders. Om het iets rustiger aan te doen heb ik de heenweg een beetje opgesplitst. In plaats van vertrek op zaterdagochtend heb ik er voor gekozen om vrijdagmiddag na het werk alvast een paar uurtjes te pakken, dan is de kop eraf en ben ik iets eerder waar ik wil zijn. Meer tijd in de bergen dus! De eindtijden van mijn werk zijn meestal flexibel, dus ik weet nog niet precies hoe laat ik weg kan, maar 300 kilometer moet ik nog wel kunnen maken. Alles meer dan dat is mooi meegenomen.
De afgelopen dagen stonden in het teken van de extreme regenval in Limburg, de Eifel en de Ardennen. Normaal gesproken rij ik over Maastricht en Luik naar het zuiden, maar de beelden op het nieuws zeggen genoeg. Ik heb er voor gekozen om die regio dus maar een beetje te vermijden, en in plaats daarvan over Antwerpen en Brussel te rijden. Niet ideaal op vrijdagmiddag, maar het lijkt me toch de beste optie. @Tmanneke heeft me aangeboden om bij hem in Brussel te overnachten mocht het echt druk zijn, maar ik hoop eigenlijk toch wel wat meer kilometers te kunnen maken. We zullen zien, ik heb in ieder geval een back-up plan.
Vrijdag 16 juli 2021, dag 1. Gereden: 428km
De wekker staat om 05:15 uur. De laatste spullen pakken, alles op de motor laden, rustig het huis afsluiten, en dan om 7 uur op weg. Na de vorige rit met de 660 neem ik dit keer de 700 weer mee. Om 8 uur ben ik op het werk in Den Haag, en hoop ik dat het niet al te laat wordt voordat ik op pad kan.
Om 16:00 ben ik klaar, en 16:15 uur zit ik op de motor. Ik had iets eerder gehoopt, maar dit is ook goed. Den Haag uit is gelijk al druk, maar dat is gebruikelijk. Al bij Delft heb ik het eerste schrikmoment te pakken. Terwijl ik op de linker rijstrook rij, gebeurd er op de tegemoetkomende rijbaan een aanrijding. De aanleiding zie ik niet, maar een zwarte Opel Corsa komt al slippend en tollend mijn kant op, en boort zich precies ter hoogte van mij vol in de vangrail. Ik sta gelijk op scherp, gelukkig dat de vangrail er tussen zat. Voor zover ik in mijn spiegels nog kon zien stond al het achteropkomende verkeer op tijd stil. Ik hoop dat alle betrokkenen het goed maken.
Vooral rondom Rotterdam is het erg druk, daarna bij Dordt nog wat, maar daarna gaat het beter. Om 17:30 uur ga ik bij Hazeldonk de grens over, door richting Antwerpen. Op een groot elektronisch reclamebord van een truckstop aan de grens staat een grote foto van Peter R. de Vries, die gisteren aan zijn verwondingen is bezweken, vermoord. Het is een mooi gebaar, en het raakt me. Bij Antwerpen staat een beetje file, maar lang niet zo veel als bij Rotterdam, valt me alles mee. Net voor Brussel zie ik in de verte een hoop remlichten oplichten, dus schiet ik nog net een parkeerplaats op. Eerst even een broodje eten, stoppen moet ik toch, en naarmate het later wordt zal de file alleen maar afnemen. De temperatuur begint ook wat te zakken, dus ik trek gelijk even een extra shirt aan en ga dan weer verder.
De file is niet helemaal weg, maar het valt erg mee. Redelijk rap ben ik Brussel ook voorbij. Bedankt voor het aanbod van de overnachting, maar ik begin net lekker in te komen, dus ik rij nog even door. Richting Namur, daar nog een tankstop, en dan naar de Franse grens. Geen idee hoe het daar is met de aangekondigde extra controles op toeristen ivm covid, maar hoe sneller ik de grens over ben hoe beter het is. Al verwacht ik trouwens dat het allemaal wel mee zal vallen, de eerste vaccinatie zit er in, en ik heb een negatieve PCR-test op zak.
De grens tussen Bouillon en Sedan is totaal uitgestorven, dus daar ben ik zo overheen. Eigenlijk kom ik voor het mooie alweer iets te dicht bij de Ardennen, maar helemaal over Reims rijden vind ik ook weer een beetje zonde van de kilometers. Ik gok het er maar op. Je kan wel duidelijk zien dat er veel water is gevallen, de riviertjes zijn allemaal veranderd in modderstromen.
Ik heb gekozen voor een camping in Douzy, even buiten Sedan. Bij inrijden van het dorpje trek ik eerst nog even wat contant geld uit de muur, want het zal de eerste Franse camping niet zijn die geen kaarten accepteert. Precies om 21:00 uur kom ik aan op de camping. Een groot bord met “Ouvert” op het hek, maar het hek zelf zit dicht. Het is natuurlijk ook al laat denk ik nog, tot ik dichterbij kom en zie dat er ook een dikke ketting om het hek zit. Dat lijkt me geen gebruikelijke afsluiting. Voor zover ik kan zien is de camping ook helemaal leeg. Dan maar in mijn beste steenkolenfrans het nummer op het hek bellen. Er wordt aan de andere kant van de lijn iemand bijgetrokken die een soort van Engels spreekt, en bevestigd wat ik al wist, de camping is dicht. “Risque de Inondation”. Het lijkt me wat overdreven want er is geen water te zien, maar het is zoals het is. Morgen gaan we weer open zeggen ze nog door de telefoon, maar daar heb ik nu niks aan. Ik vraag ze nog of ze weten welke camping in de regio nog wel open zijn, maar voor zover ze weten is alles dicht. Ze liggen allemaal langs het water, dus zitten allemaal met hetzelfde probleem. Dat begint goed!
Het is inmiddels 21:30 uur, en ik heb geen zin om nog een uur te zoeken naar een andere camping. Gelukkig heb ik alleen maar een stukje vlak gras nodig, dus ik red me wel. Rondom de camping is het allemaal wel vrij drassig, dus ik rij nog maar een klein stukje verder. Vlak achter de camping passeer ik een riviertje dat inderdaad wel vrij serieuze vormen heeft aangenomen. Het lijkt me ook weer niet direct een bedreiging voor de camping, maar wat weet ik ervan. Buiten het dorpje rij ik het eerste onverharde pad in wat ik tegenkom, en volg het een stukje de heuvel op. Het moet wel heel raar lopen als ik daar natte voeten krijg.
Als de tijd begint te dringen word ik vanzelf wat minder kieskeurig, maar eigenlijk is de eerste plek gelijk raak. Een weiland zonder hek, en bovenaan lijkt het me redelijk vlak. Perfect dus. Het gras staat alleen een beetje hoog, maar je kan niet alles hebben. Ik rij de motor erheen, zet de tent op, en krijg als toegift nog een mooie ondergaande zon. Snel wat te eten maken, een zak instantpasta die ik al bij me had. Tegen de tijd dat ik daarmee klaar ben is het donker en kan ik gelijk naar bed, het was een lange dag en ik ben best wel moe.
Zaterdag 17 juli 2021, dag 2. Gereden: 463km, Totaal: 891
Ik slaap altijd wat onrustig als ik in het wild sta, zolang het in de buurt van bewoning is tenminste. Onderbewust ben je toch wat meer alert denk ik. Ik word om 4 uur een keer wakker, daarna om kwart voor 6, en om half 7 ga ik er maar uit. Van binnen is de tent nat van de condens, maar buiten zo goed als droog. Ik ruim de boel op, en rij om 07:15 uur het weiland weer uit. Prima plekje! Ik rij twee kilometer terug naar het dorpje, en haal bij de bakker een ontbijtje. 2 croissants en 1 chocoladebroodje. Bij 3 krijg je de 4e gratis zegt de medewerkster. Natuurlijk, gratis is altijd goed. Ik let niet op als ze de broodjes in de zak stopt, en ook met betalen gaat er nog geen belletje rinkelen, tot ik de zak van de balie pak. Best groot voor 4 broodjes. Blijkt dat ze er van allebei 4 gedaan heeft, 4 croissants en 4 chocoladebroodjes. Daar kan ik voorlopig wel even mee vooruit, komt wel op
In een parkje een paar meter verderop haal ik de brander en de koffie tevoorschijn en ga ik eerst maar eens ontbijten. Ik heb gelukkig precies genoeg water voor de koffie, maar dan is de camelbak leeg. Ik had er gisteren bij het vullen geen rekening mee gehouden dat ik zou moeten wildkamperen, want dan had ik hem iets voller gedaan. Voor nu is het precies genoeg, straks maar even ergens zien te vullen. Water is hier zat trouwens, want als ik nog een rondkijk blijkt het "stroompje" wat richting de camping loopt toch wel serieus hoog te staan.
Ik pak de kaart er even bij, en ga voor de route die ik in het verleden wel vaker reed, over de Route Nationale. Verdun, Bar-le-Duc, St.Dizier, Chaumont en dan richting Besançon, rijdt altijd prima door en is nog best oké rijden ook. Doordat ik gisteren al ben vertrokken zitten de eerste 400 kilometer er al op, dus vandaag kan ik lekker rustig aan doen.
Om 8 uur zit de ontbijtsessie erop en ga ik richting Verdun. Het is overal flink hoog water, dus blijkbaar is het hier ook aardig los gegaan de afgelopen dagen. Eenmaal bij Verdun maak ik nog een klein uitstapje over een deel van de slagvelden van de eerste wereldoorlog naar het Ossuarium van Douaumont. Naast een grote begraafplaats is het gebouw zelf een monument waar beenderen van alle ongeïdentificeerde militairen die in de loop der jaren zijn gevonden liggen. Ik ben er al meerdere keren binnen geweest, dus dat geloof ik nu wel, maar als ik er zo goed als langs rij ga ik toch even kijken. Ik loop een klein rondje, en ik word hier toch altijd weer stil van. Als je door de kleine raampjes naar binnen kijkt en al die stapels botten ziet liggen, kippenvel. Wat is het toch allemaal zinloos, al die slachtoffers, en voor wat?
Voordat ik weer op de motor stap vul ik in de toiletten eerst de camelbak weer even bij, dat komt goed uit. Scheelt me weer een zoektocht naar water. Ik probeer zo weinig mogelijk water te kopen, niet vanwege het geld, maar omdat ik probeer zo weinig mogelijk plastic verpakkingen te gebruiken. Alles wat gewoon uit de kraan komt hoeft niet eerst in een plastic fles. Met al dat motorrijden draag ik al genoeg bij aan de klimaatverandering, dus als ik ergens anders mijn steentje kan bijdragen doe ik het graag.
Om 10 uur ben ik weer op pad, en volg ik de route die ik vooraf had bedacht. Er is weinig over te melden, het is rustig op de weg, er gebeurd weinig om me heen, het weer is goed, het gaat eigenlijk prima.
Een paar uurtjes verder, inmiddels in Chaumont, stop ik onder het imposante spoorwegviaduct even voor een lunchpauze. Wat ik eet laat zich raden, de croissants zijn nog ruim voorradig. Na het eten rij ik weer door, langs Langres richting Gray. Ik kom in een gigantische afterlunch-dip terecht, vermoeid en slapjes. Binnen een uur sta ik alweer stil, even een pauze inlassen. Ik weet van mezelf dat het er niet veiliger op wordt als ik nu doorrij. Stukje lopen, even de benen strekken, drink wat water en ik frommel een appel naar binnen die ik nog van huis mee had. Na een half uurtje stap ik weer op een gaat het een stuk beter. Wel grappig, in het verleden reed ik deze route vaak op de eerste dag en kwam ik voor de overnachting vaak ergens tussen Langres en Gray uit. De meeste campings die ik langs de route tegenkom heb ik wel eens gestaan. Soms als alles heel erg meezat kwam ik zelfs wel eens tot Besançon, maar dan had ik er ook wel een dikke 800km opzitten, waarvan het meeste binnendoor. Nu loop ik lekker voor op schema, dus Besançon wordt een makkie.
Tijdens de stop heb ik nog een mooie route om Besançon gevonden, ik heb toch de tijd en dan hoef ik niet door de stad. Het plan om nog via Morteau en Pontarlier te rijden schrap ik, geen zin in vandaag. De route is een succes, een leuk stuk door kleine schilderachtige dorpjes. Her en der wat afgesloten wegen door overstromingen, maar echt last heb ik er niet van. Ik ben al lang blij dat ik het noodweer zelf niet meer tref.
Vanaf Champagnole ga ik via Syam naar de Gorges de Langouette, een mooi stuk langs kloven en watervallen. Bij Saint-Laurent-en-Grandvaux kom ik weer op de doorgaande weg uit, en is het mooi geweest voor vandaag. Normaal gesproken rij ik nog wel wat langer door, maar door de kilometers van gisteren ben ik toch al verder dan anders, dus ik stop er eens op tijd mee. Aan de rand van het dorp is een prima municipal-camping waar ik ook vaker kom, dus dat is een mooie voor vandaag. Omdat ik vanochtend vroeg weg was heeft de boel niet de tijd gehad om te drogen, dus alles is vochtig en klam. Gelukkig doet het zonnetje z'n werk, dus voor ik het weet is alles weer lekker droog.
Om kwart over 6 wandel ik even naar de Intermarche een kwartiertje verderop. Ik wil voor 3 dagen boodschappen inslaan. Morgen is het zondag, en in Frankrijk zijn de winkels op zondag alleen in de ochtend open. Als ik morgenochtend boodschappen moet doen, dan kan ik het net zo goed nu doen. Maandag wil ik een dag wandelen in de bergen, en van de camping die ik daarvoor op het oog heb weet ik dat daar geen supermarkt in de buurt zit. Als ik nu genoeg haal voor 3 dagen hoef ik pas dinsdag weer. Het is een beetje goed opletten dat ik wel genoeg koop, maar het wel zo compact hou dat ik het morgen ook nog op de motor kan meenemen. Het is vlak voor sluitingstijd, en druk bij de kassa’s. Een medewerker wijst me naar een zelfscankassa, doe ik thuis ook, dus kan nooit heel moeilijk zijn zou je zeggen. Nou, wel in Frankrijk. Sommige groenten en fruit kan je wel aan de zelfscan afwegen, andere staan niet het systeem en moeten toch in de winkel. Super handig. Zo moet ik tot 3x terug de winkel in, en tussendoor loopt het apparaat ook nog een paar keer vast vanwege een onbekende barcode, kutsysteem. Als ik was aangesloten in de rij voor de kassa was ik een stuk sneller geweest.
Half 8 ben ik terug op de camping en maak ik wat te eten, zet een bakkie en doe de afwas. Ik loop nog een rondje door de omgeving en zet de memoires van de laatste dagen op papier. Ik ga op tijd slapen, de afgelopen werkweek was druk, korte nachten gehad, en de afgelopen nacht heb ik ook niet heel fantastisch geslapen, dus ik ben wel toe aan een paar uurtjes slaap.
Dit keer doe ik het bij vertrek eens iets anders dan anders. Om het iets rustiger aan te doen heb ik de heenweg een beetje opgesplitst. In plaats van vertrek op zaterdagochtend heb ik er voor gekozen om vrijdagmiddag na het werk alvast een paar uurtjes te pakken, dan is de kop eraf en ben ik iets eerder waar ik wil zijn. Meer tijd in de bergen dus! De eindtijden van mijn werk zijn meestal flexibel, dus ik weet nog niet precies hoe laat ik weg kan, maar 300 kilometer moet ik nog wel kunnen maken. Alles meer dan dat is mooi meegenomen.
De afgelopen dagen stonden in het teken van de extreme regenval in Limburg, de Eifel en de Ardennen. Normaal gesproken rij ik over Maastricht en Luik naar het zuiden, maar de beelden op het nieuws zeggen genoeg. Ik heb er voor gekozen om die regio dus maar een beetje te vermijden, en in plaats daarvan over Antwerpen en Brussel te rijden. Niet ideaal op vrijdagmiddag, maar het lijkt me toch de beste optie. @Tmanneke heeft me aangeboden om bij hem in Brussel te overnachten mocht het echt druk zijn, maar ik hoop eigenlijk toch wel wat meer kilometers te kunnen maken. We zullen zien, ik heb in ieder geval een back-up plan.
Vrijdag 16 juli 2021, dag 1. Gereden: 428km
De wekker staat om 05:15 uur. De laatste spullen pakken, alles op de motor laden, rustig het huis afsluiten, en dan om 7 uur op weg. Na de vorige rit met de 660 neem ik dit keer de 700 weer mee. Om 8 uur ben ik op het werk in Den Haag, en hoop ik dat het niet al te laat wordt voordat ik op pad kan.
Om 16:00 ben ik klaar, en 16:15 uur zit ik op de motor. Ik had iets eerder gehoopt, maar dit is ook goed. Den Haag uit is gelijk al druk, maar dat is gebruikelijk. Al bij Delft heb ik het eerste schrikmoment te pakken. Terwijl ik op de linker rijstrook rij, gebeurd er op de tegemoetkomende rijbaan een aanrijding. De aanleiding zie ik niet, maar een zwarte Opel Corsa komt al slippend en tollend mijn kant op, en boort zich precies ter hoogte van mij vol in de vangrail. Ik sta gelijk op scherp, gelukkig dat de vangrail er tussen zat. Voor zover ik in mijn spiegels nog kon zien stond al het achteropkomende verkeer op tijd stil. Ik hoop dat alle betrokkenen het goed maken.
Vooral rondom Rotterdam is het erg druk, daarna bij Dordt nog wat, maar daarna gaat het beter. Om 17:30 uur ga ik bij Hazeldonk de grens over, door richting Antwerpen. Op een groot elektronisch reclamebord van een truckstop aan de grens staat een grote foto van Peter R. de Vries, die gisteren aan zijn verwondingen is bezweken, vermoord. Het is een mooi gebaar, en het raakt me. Bij Antwerpen staat een beetje file, maar lang niet zo veel als bij Rotterdam, valt me alles mee. Net voor Brussel zie ik in de verte een hoop remlichten oplichten, dus schiet ik nog net een parkeerplaats op. Eerst even een broodje eten, stoppen moet ik toch, en naarmate het later wordt zal de file alleen maar afnemen. De temperatuur begint ook wat te zakken, dus ik trek gelijk even een extra shirt aan en ga dan weer verder.
De file is niet helemaal weg, maar het valt erg mee. Redelijk rap ben ik Brussel ook voorbij. Bedankt voor het aanbod van de overnachting, maar ik begin net lekker in te komen, dus ik rij nog even door. Richting Namur, daar nog een tankstop, en dan naar de Franse grens. Geen idee hoe het daar is met de aangekondigde extra controles op toeristen ivm covid, maar hoe sneller ik de grens over ben hoe beter het is. Al verwacht ik trouwens dat het allemaal wel mee zal vallen, de eerste vaccinatie zit er in, en ik heb een negatieve PCR-test op zak.
De grens tussen Bouillon en Sedan is totaal uitgestorven, dus daar ben ik zo overheen. Eigenlijk kom ik voor het mooie alweer iets te dicht bij de Ardennen, maar helemaal over Reims rijden vind ik ook weer een beetje zonde van de kilometers. Ik gok het er maar op. Je kan wel duidelijk zien dat er veel water is gevallen, de riviertjes zijn allemaal veranderd in modderstromen.
Ik heb gekozen voor een camping in Douzy, even buiten Sedan. Bij inrijden van het dorpje trek ik eerst nog even wat contant geld uit de muur, want het zal de eerste Franse camping niet zijn die geen kaarten accepteert. Precies om 21:00 uur kom ik aan op de camping. Een groot bord met “Ouvert” op het hek, maar het hek zelf zit dicht. Het is natuurlijk ook al laat denk ik nog, tot ik dichterbij kom en zie dat er ook een dikke ketting om het hek zit. Dat lijkt me geen gebruikelijke afsluiting. Voor zover ik kan zien is de camping ook helemaal leeg. Dan maar in mijn beste steenkolenfrans het nummer op het hek bellen. Er wordt aan de andere kant van de lijn iemand bijgetrokken die een soort van Engels spreekt, en bevestigd wat ik al wist, de camping is dicht. “Risque de Inondation”. Het lijkt me wat overdreven want er is geen water te zien, maar het is zoals het is. Morgen gaan we weer open zeggen ze nog door de telefoon, maar daar heb ik nu niks aan. Ik vraag ze nog of ze weten welke camping in de regio nog wel open zijn, maar voor zover ze weten is alles dicht. Ze liggen allemaal langs het water, dus zitten allemaal met hetzelfde probleem. Dat begint goed!
Het is inmiddels 21:30 uur, en ik heb geen zin om nog een uur te zoeken naar een andere camping. Gelukkig heb ik alleen maar een stukje vlak gras nodig, dus ik red me wel. Rondom de camping is het allemaal wel vrij drassig, dus ik rij nog maar een klein stukje verder. Vlak achter de camping passeer ik een riviertje dat inderdaad wel vrij serieuze vormen heeft aangenomen. Het lijkt me ook weer niet direct een bedreiging voor de camping, maar wat weet ik ervan. Buiten het dorpje rij ik het eerste onverharde pad in wat ik tegenkom, en volg het een stukje de heuvel op. Het moet wel heel raar lopen als ik daar natte voeten krijg.
Als de tijd begint te dringen word ik vanzelf wat minder kieskeurig, maar eigenlijk is de eerste plek gelijk raak. Een weiland zonder hek, en bovenaan lijkt het me redelijk vlak. Perfect dus. Het gras staat alleen een beetje hoog, maar je kan niet alles hebben. Ik rij de motor erheen, zet de tent op, en krijg als toegift nog een mooie ondergaande zon. Snel wat te eten maken, een zak instantpasta die ik al bij me had. Tegen de tijd dat ik daarmee klaar ben is het donker en kan ik gelijk naar bed, het was een lange dag en ik ben best wel moe.
Zaterdag 17 juli 2021, dag 2. Gereden: 463km, Totaal: 891
Ik slaap altijd wat onrustig als ik in het wild sta, zolang het in de buurt van bewoning is tenminste. Onderbewust ben je toch wat meer alert denk ik. Ik word om 4 uur een keer wakker, daarna om kwart voor 6, en om half 7 ga ik er maar uit. Van binnen is de tent nat van de condens, maar buiten zo goed als droog. Ik ruim de boel op, en rij om 07:15 uur het weiland weer uit. Prima plekje! Ik rij twee kilometer terug naar het dorpje, en haal bij de bakker een ontbijtje. 2 croissants en 1 chocoladebroodje. Bij 3 krijg je de 4e gratis zegt de medewerkster. Natuurlijk, gratis is altijd goed. Ik let niet op als ze de broodjes in de zak stopt, en ook met betalen gaat er nog geen belletje rinkelen, tot ik de zak van de balie pak. Best groot voor 4 broodjes. Blijkt dat ze er van allebei 4 gedaan heeft, 4 croissants en 4 chocoladebroodjes. Daar kan ik voorlopig wel even mee vooruit, komt wel op
In een parkje een paar meter verderop haal ik de brander en de koffie tevoorschijn en ga ik eerst maar eens ontbijten. Ik heb gelukkig precies genoeg water voor de koffie, maar dan is de camelbak leeg. Ik had er gisteren bij het vullen geen rekening mee gehouden dat ik zou moeten wildkamperen, want dan had ik hem iets voller gedaan. Voor nu is het precies genoeg, straks maar even ergens zien te vullen. Water is hier zat trouwens, want als ik nog een rondkijk blijkt het "stroompje" wat richting de camping loopt toch wel serieus hoog te staan.
Ik pak de kaart er even bij, en ga voor de route die ik in het verleden wel vaker reed, over de Route Nationale. Verdun, Bar-le-Duc, St.Dizier, Chaumont en dan richting Besançon, rijdt altijd prima door en is nog best oké rijden ook. Doordat ik gisteren al ben vertrokken zitten de eerste 400 kilometer er al op, dus vandaag kan ik lekker rustig aan doen.
Om 8 uur zit de ontbijtsessie erop en ga ik richting Verdun. Het is overal flink hoog water, dus blijkbaar is het hier ook aardig los gegaan de afgelopen dagen. Eenmaal bij Verdun maak ik nog een klein uitstapje over een deel van de slagvelden van de eerste wereldoorlog naar het Ossuarium van Douaumont. Naast een grote begraafplaats is het gebouw zelf een monument waar beenderen van alle ongeïdentificeerde militairen die in de loop der jaren zijn gevonden liggen. Ik ben er al meerdere keren binnen geweest, dus dat geloof ik nu wel, maar als ik er zo goed als langs rij ga ik toch even kijken. Ik loop een klein rondje, en ik word hier toch altijd weer stil van. Als je door de kleine raampjes naar binnen kijkt en al die stapels botten ziet liggen, kippenvel. Wat is het toch allemaal zinloos, al die slachtoffers, en voor wat?
Voordat ik weer op de motor stap vul ik in de toiletten eerst de camelbak weer even bij, dat komt goed uit. Scheelt me weer een zoektocht naar water. Ik probeer zo weinig mogelijk water te kopen, niet vanwege het geld, maar omdat ik probeer zo weinig mogelijk plastic verpakkingen te gebruiken. Alles wat gewoon uit de kraan komt hoeft niet eerst in een plastic fles. Met al dat motorrijden draag ik al genoeg bij aan de klimaatverandering, dus als ik ergens anders mijn steentje kan bijdragen doe ik het graag.
Om 10 uur ben ik weer op pad, en volg ik de route die ik vooraf had bedacht. Er is weinig over te melden, het is rustig op de weg, er gebeurd weinig om me heen, het weer is goed, het gaat eigenlijk prima.
Een paar uurtjes verder, inmiddels in Chaumont, stop ik onder het imposante spoorwegviaduct even voor een lunchpauze. Wat ik eet laat zich raden, de croissants zijn nog ruim voorradig. Na het eten rij ik weer door, langs Langres richting Gray. Ik kom in een gigantische afterlunch-dip terecht, vermoeid en slapjes. Binnen een uur sta ik alweer stil, even een pauze inlassen. Ik weet van mezelf dat het er niet veiliger op wordt als ik nu doorrij. Stukje lopen, even de benen strekken, drink wat water en ik frommel een appel naar binnen die ik nog van huis mee had. Na een half uurtje stap ik weer op een gaat het een stuk beter. Wel grappig, in het verleden reed ik deze route vaak op de eerste dag en kwam ik voor de overnachting vaak ergens tussen Langres en Gray uit. De meeste campings die ik langs de route tegenkom heb ik wel eens gestaan. Soms als alles heel erg meezat kwam ik zelfs wel eens tot Besançon, maar dan had ik er ook wel een dikke 800km opzitten, waarvan het meeste binnendoor. Nu loop ik lekker voor op schema, dus Besançon wordt een makkie.
Tijdens de stop heb ik nog een mooie route om Besançon gevonden, ik heb toch de tijd en dan hoef ik niet door de stad. Het plan om nog via Morteau en Pontarlier te rijden schrap ik, geen zin in vandaag. De route is een succes, een leuk stuk door kleine schilderachtige dorpjes. Her en der wat afgesloten wegen door overstromingen, maar echt last heb ik er niet van. Ik ben al lang blij dat ik het noodweer zelf niet meer tref.
Vanaf Champagnole ga ik via Syam naar de Gorges de Langouette, een mooi stuk langs kloven en watervallen. Bij Saint-Laurent-en-Grandvaux kom ik weer op de doorgaande weg uit, en is het mooi geweest voor vandaag. Normaal gesproken rij ik nog wel wat langer door, maar door de kilometers van gisteren ben ik toch al verder dan anders, dus ik stop er eens op tijd mee. Aan de rand van het dorp is een prima municipal-camping waar ik ook vaker kom, dus dat is een mooie voor vandaag. Omdat ik vanochtend vroeg weg was heeft de boel niet de tijd gehad om te drogen, dus alles is vochtig en klam. Gelukkig doet het zonnetje z'n werk, dus voor ik het weet is alles weer lekker droog.
Om kwart over 6 wandel ik even naar de Intermarche een kwartiertje verderop. Ik wil voor 3 dagen boodschappen inslaan. Morgen is het zondag, en in Frankrijk zijn de winkels op zondag alleen in de ochtend open. Als ik morgenochtend boodschappen moet doen, dan kan ik het net zo goed nu doen. Maandag wil ik een dag wandelen in de bergen, en van de camping die ik daarvoor op het oog heb weet ik dat daar geen supermarkt in de buurt zit. Als ik nu genoeg haal voor 3 dagen hoef ik pas dinsdag weer. Het is een beetje goed opletten dat ik wel genoeg koop, maar het wel zo compact hou dat ik het morgen ook nog op de motor kan meenemen. Het is vlak voor sluitingstijd, en druk bij de kassa’s. Een medewerker wijst me naar een zelfscankassa, doe ik thuis ook, dus kan nooit heel moeilijk zijn zou je zeggen. Nou, wel in Frankrijk. Sommige groenten en fruit kan je wel aan de zelfscan afwegen, andere staan niet het systeem en moeten toch in de winkel. Super handig. Zo moet ik tot 3x terug de winkel in, en tussendoor loopt het apparaat ook nog een paar keer vast vanwege een onbekende barcode, kutsysteem. Als ik was aangesloten in de rij voor de kassa was ik een stuk sneller geweest.
Half 8 ben ik terug op de camping en maak ik wat te eten, zet een bakkie en doe de afwas. Ik loop nog een rondje door de omgeving en zet de memoires van de laatste dagen op papier. Ik ga op tijd slapen, de afgelopen werkweek was druk, korte nachten gehad, en de afgelopen nacht heb ik ook niet heel fantastisch geslapen, dus ik ben wel toe aan een paar uurtjes slaap.