Reisverslag 2021: Frans/Italiaanse Alpen

Frazer

Happy Misfit
Donateur
4 apr 2007
10.693
16.848
Koog aan de Zaan
Na het rondje Bretagne in juni, wat gelukkig prima verliep, durfde ik de volgende ook wel weer aan. Ook dit keer ga ik weer naar de door mij zo geliefde Frans/Italiaanse Alpen. Het is al het zoveelste verslag, dus het wordt misschien wat eentonig, maar er zitten toch weer wat stukken in waar ik nog niet eerder ben geweest. Hopelijk dus toch nog een interessant verslag.

Dit keer doe ik het bij vertrek eens iets anders dan anders. Om het iets rustiger aan te doen heb ik de heenweg een beetje opgesplitst. In plaats van vertrek op zaterdagochtend heb ik er voor gekozen om vrijdagmiddag na het werk alvast een paar uurtjes te pakken, dan is de kop eraf en ben ik iets eerder waar ik wil zijn. Meer tijd in de bergen dus! De eindtijden van mijn werk zijn meestal flexibel, dus ik weet nog niet precies hoe laat ik weg kan, maar 300 kilometer moet ik nog wel kunnen maken. Alles meer dan dat is mooi meegenomen.

De afgelopen dagen stonden in het teken van de extreme regenval in Limburg, de Eifel en de Ardennen. Normaal gesproken rij ik over Maastricht en Luik naar het zuiden, maar de beelden op het nieuws zeggen genoeg. Ik heb er voor gekozen om die regio dus maar een beetje te vermijden, en in plaats daarvan over Antwerpen en Brussel te rijden. Niet ideaal op vrijdagmiddag, maar het lijkt me toch de beste optie. @Tmanneke heeft me aangeboden om bij hem in Brussel te overnachten mocht het echt druk zijn, maar ik hoop eigenlijk toch wel wat meer kilometers te kunnen maken. We zullen zien, ik heb in ieder geval een back-up plan.





Vrijdag 16 juli 2021, dag 1. Gereden: 428km

De wekker staat om 05:15 uur. De laatste spullen pakken, alles op de motor laden, rustig het huis afsluiten, en dan om 7 uur op weg. Na de vorige rit met de 660 neem ik dit keer de 700 weer mee. Om 8 uur ben ik op het werk in Den Haag, en hoop ik dat het niet al te laat wordt voordat ik op pad kan.

Om 16:00 ben ik klaar, en 16:15 uur zit ik op de motor. Ik had iets eerder gehoopt, maar dit is ook goed. Den Haag uit is gelijk al druk, maar dat is gebruikelijk. Al bij Delft heb ik het eerste schrikmoment te pakken. Terwijl ik op de linker rijstrook rij, gebeurd er op de tegemoetkomende rijbaan een aanrijding. De aanleiding zie ik niet, maar een zwarte Opel Corsa komt al slippend en tollend mijn kant op, en boort zich precies ter hoogte van mij vol in de vangrail. Ik sta gelijk op scherp, gelukkig dat de vangrail er tussen zat. Voor zover ik in mijn spiegels nog kon zien stond al het achteropkomende verkeer op tijd stil. Ik hoop dat alle betrokkenen het goed maken.

Vooral rondom Rotterdam is het erg druk, daarna bij Dordt nog wat, maar daarna gaat het beter. Om 17:30 uur ga ik bij Hazeldonk de grens over, door richting Antwerpen. Op een groot elektronisch reclamebord van een truckstop aan de grens staat een grote foto van Peter R. de Vries, die gisteren aan zijn verwondingen is bezweken, vermoord. Het is een mooi gebaar, en het raakt me. Bij Antwerpen staat een beetje file, maar lang niet zo veel als bij Rotterdam, valt me alles mee. Net voor Brussel zie ik in de verte een hoop remlichten oplichten, dus schiet ik nog net een parkeerplaats op. Eerst even een broodje eten, stoppen moet ik toch, en naarmate het later wordt zal de file alleen maar afnemen. De temperatuur begint ook wat te zakken, dus ik trek gelijk even een extra shirt aan en ga dan weer verder.

De file is niet helemaal weg, maar het valt erg mee. Redelijk rap ben ik Brussel ook voorbij. Bedankt voor het aanbod van de overnachting, maar ik begin net lekker in te komen, dus ik rij nog even door. Richting Namur, daar nog een tankstop, en dan naar de Franse grens. Geen idee hoe het daar is met de aangekondigde extra controles op toeristen ivm covid, maar hoe sneller ik de grens over ben hoe beter het is. Al verwacht ik trouwens dat het allemaal wel mee zal vallen, de eerste vaccinatie zit er in, en ik heb een negatieve PCR-test op zak.

De grens tussen Bouillon en Sedan is totaal uitgestorven, dus daar ben ik zo overheen. Eigenlijk kom ik voor het mooie alweer iets te dicht bij de Ardennen, maar helemaal over Reims rijden vind ik ook weer een beetje zonde van de kilometers. Ik gok het er maar op. Je kan wel duidelijk zien dat er veel water is gevallen, de riviertjes zijn allemaal veranderd in modderstromen.

Ik heb gekozen voor een camping in Douzy, even buiten Sedan. Bij inrijden van het dorpje trek ik eerst nog even wat contant geld uit de muur, want het zal de eerste Franse camping niet zijn die geen kaarten accepteert. Precies om 21:00 uur kom ik aan op de camping. Een groot bord met “Ouvert” op het hek, maar het hek zelf zit dicht. Het is natuurlijk ook al laat denk ik nog, tot ik dichterbij kom en zie dat er ook een dikke ketting om het hek zit. Dat lijkt me geen gebruikelijke afsluiting. Voor zover ik kan zien is de camping ook helemaal leeg. Dan maar in mijn beste steenkolenfrans het nummer op het hek bellen. Er wordt aan de andere kant van de lijn iemand bijgetrokken die een soort van Engels spreekt, en bevestigd wat ik al wist, de camping is dicht. “Risque de Inondation”. Het lijkt me wat overdreven want er is geen water te zien, maar het is zoals het is. Morgen gaan we weer open zeggen ze nog door de telefoon, maar daar heb ik nu niks aan. Ik vraag ze nog of ze weten welke camping in de regio nog wel open zijn, maar voor zover ze weten is alles dicht. Ze liggen allemaal langs het water, dus zitten allemaal met hetzelfde probleem. Dat begint goed!

IMG_0052.JPG


IMG_0053.JPG


Het is inmiddels 21:30 uur, en ik heb geen zin om nog een uur te zoeken naar een andere camping. Gelukkig heb ik alleen maar een stukje vlak gras nodig, dus ik red me wel. Rondom de camping is het allemaal wel vrij drassig, dus ik rij nog maar een klein stukje verder. Vlak achter de camping passeer ik een riviertje dat inderdaad wel vrij serieuze vormen heeft aangenomen. Het lijkt me ook weer niet direct een bedreiging voor de camping, maar wat weet ik ervan. Buiten het dorpje rij ik het eerste onverharde pad in wat ik tegenkom, en volg het een stukje de heuvel op. Het moet wel heel raar lopen als ik daar natte voeten krijg.

Als de tijd begint te dringen word ik vanzelf wat minder kieskeurig, maar eigenlijk is de eerste plek gelijk raak. Een weiland zonder hek, en bovenaan lijkt het me redelijk vlak. Perfect dus. Het gras staat alleen een beetje hoog, maar je kan niet alles hebben. Ik rij de motor erheen, zet de tent op, en krijg als toegift nog een mooie ondergaande zon. Snel wat te eten maken, een zak instantpasta die ik al bij me had. Tegen de tijd dat ik daarmee klaar ben is het donker en kan ik gelijk naar bed, het was een lange dag en ik ben best wel moe.

IMG_0058.JPG


IMG_0060.JPG




Zaterdag 17 juli 2021, dag 2. Gereden: 463km, Totaal: 891

Ik slaap altijd wat onrustig als ik in het wild sta, zolang het in de buurt van bewoning is tenminste. Onderbewust ben je toch wat meer alert denk ik. Ik word om 4 uur een keer wakker, daarna om kwart voor 6, en om half 7 ga ik er maar uit. Van binnen is de tent nat van de condens, maar buiten zo goed als droog. Ik ruim de boel op, en rij om 07:15 uur het weiland weer uit. Prima plekje! Ik rij twee kilometer terug naar het dorpje, en haal bij de bakker een ontbijtje. 2 croissants en 1 chocoladebroodje. Bij 3 krijg je de 4e gratis zegt de medewerkster. Natuurlijk, gratis is altijd goed. Ik let niet op als ze de broodjes in de zak stopt, en ook met betalen gaat er nog geen belletje rinkelen, tot ik de zak van de balie pak. Best groot voor 4 broodjes. Blijkt dat ze er van allebei 4 gedaan heeft, 4 croissants en 4 chocoladebroodjes. Daar kan ik voorlopig wel even mee vooruit, komt wel op :9

In een parkje een paar meter verderop haal ik de brander en de koffie tevoorschijn en ga ik eerst maar eens ontbijten. Ik heb gelukkig precies genoeg water voor de koffie, maar dan is de camelbak leeg. Ik had er gisteren bij het vullen geen rekening mee gehouden dat ik zou moeten wildkamperen, want dan had ik hem iets voller gedaan. Voor nu is het precies genoeg, straks maar even ergens zien te vullen. Water is hier zat trouwens, want als ik nog een rondkijk blijkt het "stroompje" wat richting de camping loopt toch wel serieus hoog te staan.

IMG_0063.JPG


IMG_0066.JPG


Ik pak de kaart er even bij, en ga voor de route die ik in het verleden wel vaker reed, over de Route Nationale. Verdun, Bar-le-Duc, St.Dizier, Chaumont en dan richting Besançon, rijdt altijd prima door en is nog best oké rijden ook. Doordat ik gisteren al ben vertrokken zitten de eerste 400 kilometer er al op, dus vandaag kan ik lekker rustig aan doen.

Om 8 uur zit de ontbijtsessie erop en ga ik richting Verdun. Het is overal flink hoog water, dus blijkbaar is het hier ook aardig los gegaan de afgelopen dagen. Eenmaal bij Verdun maak ik nog een klein uitstapje over een deel van de slagvelden van de eerste wereldoorlog naar het Ossuarium van Douaumont. Naast een grote begraafplaats is het gebouw zelf een monument waar beenderen van alle ongeïdentificeerde militairen die in de loop der jaren zijn gevonden liggen. Ik ben er al meerdere keren binnen geweest, dus dat geloof ik nu wel, maar als ik er zo goed als langs rij ga ik toch even kijken. Ik loop een klein rondje, en ik word hier toch altijd weer stil van. Als je door de kleine raampjes naar binnen kijkt en al die stapels botten ziet liggen, kippenvel. Wat is het toch allemaal zinloos, al die slachtoffers, en voor wat?

IMG_0068.JPG


IMG_0067.JPG


Voordat ik weer op de motor stap vul ik in de toiletten eerst de camelbak weer even bij, dat komt goed uit. Scheelt me weer een zoektocht naar water. Ik probeer zo weinig mogelijk water te kopen, niet vanwege het geld, maar omdat ik probeer zo weinig mogelijk plastic verpakkingen te gebruiken. Alles wat gewoon uit de kraan komt hoeft niet eerst in een plastic fles. Met al dat motorrijden draag ik al genoeg bij aan de klimaatverandering, dus als ik ergens anders mijn steentje kan bijdragen doe ik het graag.

Om 10 uur ben ik weer op pad, en volg ik de route die ik vooraf had bedacht. Er is weinig over te melden, het is rustig op de weg, er gebeurd weinig om me heen, het weer is goed, het gaat eigenlijk prima.

Een paar uurtjes verder, inmiddels in Chaumont, stop ik onder het imposante spoorwegviaduct even voor een lunchpauze. Wat ik eet laat zich raden, de croissants zijn nog ruim voorradig. Na het eten rij ik weer door, langs Langres richting Gray. Ik kom in een gigantische afterlunch-dip terecht, vermoeid en slapjes. Binnen een uur sta ik alweer stil, even een pauze inlassen. Ik weet van mezelf dat het er niet veiliger op wordt als ik nu doorrij. Stukje lopen, even de benen strekken, drink wat water en ik frommel een appel naar binnen die ik nog van huis mee had. Na een half uurtje stap ik weer op een gaat het een stuk beter. Wel grappig, in het verleden reed ik deze route vaak op de eerste dag en kwam ik voor de overnachting vaak ergens tussen Langres en Gray uit. De meeste campings die ik langs de route tegenkom heb ik wel eens gestaan. Soms als alles heel erg meezat kwam ik zelfs wel eens tot Besançon, maar dan had ik er ook wel een dikke 800km opzitten, waarvan het meeste binnendoor. Nu loop ik lekker voor op schema, dus Besançon wordt een makkie.

Tijdens de stop heb ik nog een mooie route om Besançon gevonden, ik heb toch de tijd en dan hoef ik niet door de stad. Het plan om nog via Morteau en Pontarlier te rijden schrap ik, geen zin in vandaag. De route is een succes, een leuk stuk door kleine schilderachtige dorpjes. Her en der wat afgesloten wegen door overstromingen, maar echt last heb ik er niet van. Ik ben al lang blij dat ik het noodweer zelf niet meer tref.

IMG_0070.JPG


Vanaf Champagnole ga ik via Syam naar de Gorges de Langouette, een mooi stuk langs kloven en watervallen. Bij Saint-Laurent-en-Grandvaux kom ik weer op de doorgaande weg uit, en is het mooi geweest voor vandaag. Normaal gesproken rij ik nog wel wat langer door, maar door de kilometers van gisteren ben ik toch al verder dan anders, dus ik stop er eens op tijd mee. Aan de rand van het dorp is een prima municipal-camping waar ik ook vaker kom, dus dat is een mooie voor vandaag. Omdat ik vanochtend vroeg weg was heeft de boel niet de tijd gehad om te drogen, dus alles is vochtig en klam. Gelukkig doet het zonnetje z'n werk, dus voor ik het weet is alles weer lekker droog.

IMG_0074.JPG


Om kwart over 6 wandel ik even naar de Intermarche een kwartiertje verderop. Ik wil voor 3 dagen boodschappen inslaan. Morgen is het zondag, en in Frankrijk zijn de winkels op zondag alleen in de ochtend open. Als ik morgenochtend boodschappen moet doen, dan kan ik het net zo goed nu doen. Maandag wil ik een dag wandelen in de bergen, en van de camping die ik daarvoor op het oog heb weet ik dat daar geen supermarkt in de buurt zit. Als ik nu genoeg haal voor 3 dagen hoef ik pas dinsdag weer. Het is een beetje goed opletten dat ik wel genoeg koop, maar het wel zo compact hou dat ik het morgen ook nog op de motor kan meenemen. Het is vlak voor sluitingstijd, en druk bij de kassa’s. Een medewerker wijst me naar een zelfscankassa, doe ik thuis ook, dus kan nooit heel moeilijk zijn zou je zeggen. Nou, wel in Frankrijk. Sommige groenten en fruit kan je wel aan de zelfscan afwegen, andere staan niet het systeem en moeten toch in de winkel. Super handig. Zo moet ik tot 3x terug de winkel in, en tussendoor loopt het apparaat ook nog een paar keer vast vanwege een onbekende barcode, kutsysteem. Als ik was aangesloten in de rij voor de kassa was ik een stuk sneller geweest.

Half 8 ben ik terug op de camping en maak ik wat te eten, zet een bakkie en doe de afwas. Ik loop nog een rondje door de omgeving en zet de memoires van de laatste dagen op papier. Ik ga op tijd slapen, de afgelopen werkweek was druk, korte nachten gehad, en de afgelopen nacht heb ik ook niet heel fantastisch geslapen, dus ik ben wel toe aan een paar uurtjes slaap.
 
Zondag 18 juli 2021, dag 3. Gereden: 295km, Totaal: 1186

De wekker gaat om 7 uur, ik hou ervan om op tijd op te staan. Ik heb heerlijk geslapen, dat was even nodig. Het waait flink, dus alles is goed geventileerd en lekker droog. Ik ga eerst een rondje lopen, ook dat vind ik lekker in de vroege ochtend, en doe ik (ook thuis) elke dag even. Om 8 uur kan ik bij de receptie broodjes halen, beetje overdreven aangezien de bakker op nog geen 5 minuten lopen ligt, maar het is vakantie en gemak dient de mens.

Na het afbreken van de tent ben ik nog even bezig met het opnieuw indelen van de bagage. Ik heb een nieuwe tas, met een bovensluiting in plaats van een zijsluiting. Dat houdt in dat ik wat meer spullen die rechtop moeten blijven in de tas kan stoppen, de tas blijft rechtop dus dat blijft wel op zijn plek. Zo hevel ik wat gereedschap, wat reserve onderdelen, spul voor noodreparaties en nog wat losse zooi over van de zijtassen naar de roltas. De zijtassen hangen wat teveel naar mijn zin, dus daar wil ik wat gewicht uit hebben. Dan ligt het zwaartepunt wel iets hoger, maar zijn de zijtassen lichter en worden dus een stuk minder belast bij het offroad rijden. Voordeel van zo’n tas met bovensluiting, makkelijker inpakken en ook als je er onderweg wat in- of uit wil halen kan je er makkelijker bij. Had ik jaren eerder moeten hebben, maar ik ben van als het niet kapot is ga ik het ook niet vervangen. Deze heb ik gekregen, dus dan gebruik ik hem ook maar, en dan bevalt prima.

Zoals iedere vakantie moet de handigheid er weer even inkomen, zeker als je het anders inpakt dan normaal, maar om 09:30 uur is alles naar mijn zin en ben ik weer op pad. Van Les Rousses over de Col de la Faucille naar Gex krijg ik de eerste echte bochten voorgeschoteld. Het is altijd weer even wennen, maar het is dan ook voor het eerst dat ik met deze motor echt serieus bochten rij. Vorig jaar had ik hem ook al, maar toen ben ik er alleen mee naar Zweden geweest en daar zijn de haarspeldbochten ver te zoeken. Nu dus echt bochtenwerk, en als je dat jaren hebt gedaan met de Tenere 660, een dikke eencilinder die enorm afremt op de motor, dan is het even wennen dat ik nu echt serieus moet bijremmen. De 660 tikte ik net voor de bocht vanuit hogere toeren altijd nog een versnelling terug, dat zorgde al voor zoveel vertraging dat je veel minder hard hoeft te remmen. Nu bij de 700 kan je dat wel doen, maar dan gebeurd er zowat niks. Ik moet dus echt voor de bocht klaar zijn met afremmen, en dat vergt wel een iets andere rijstijl. Ook geeft de voorband me nog niet echt vertrouwen als ik flink doorrem, maar dat komt vanzelf wel denk ik.

Vanaf Gex zit het opwarmertje er weer op, en wordt het snel weer vlak. Ik rij deze route nagenoeg elk jaar wel één of meerdere keren, dus ik heb inmiddels de ideale route om Geneve gevonden. Ik heb een aantal favorieten in de Garmin opgeslagen, als ik die aan elkaar koppel loopt het precies zoals ik wil. Een van die punten is het kapelletje van de Notre-Dame des Voyageurs. Het is een mooie plek voor een tussenstop, met uitzicht op Geneve en het meer. Ik stop hier altijd even, maar tot nu toe had ik de deuren nog nooit open gezien. Dit keer blijk ik zowaar naar binnen te kunnen, leuk om dat eens te zien. Uiteraard steek ik binnen een kaarsje aan, voor mijn vader die 3 maanden geleden overleed. En dit is niet voor niks de kapel van de reizigers, dus ook maar gelijk een kaarsje voor de veilige reis. Niet dat ik gelovig ben, maar baat het niet dan schaadt het niet.

IMG_0081.JPG


Van het kapelletje is het nog een minuut of 40 naar Annecy, waar ik altijd even stop om te zwemmen. Als het goed weer is tenminste, maar dat is het. Annecy is altijd druk, en het is te smal bij de verkeerslichten om er tussendoor te komen. Er zit dus niks anders op dan aansluiten. Gelukkig is het nu niet extreem heet, ik heb hier ook wel gestaan met 35+ en dan is het echt niet grappig meer. Nu is het een graad of 28, en dat is nog redelijk vol te houden. De motor denkt er anders over, want de fan staat bijna continue te draaien. De verdere route langs het meer is ook behoorlijk druk, maar hier is gelukkig wel voldoende ruimte om er langs te kunnen. Om 12:30 uur stop ik op mijn vaste strandje in Sevrier, mooi op tijd, kan ik hier gelijk even lunchen. Snel dat warme pak uit en de zwembroek aan. Eerst even het heerlijke water in, stukje zwemmen en dan er weer uit. Op een muurtje even lunchen en mensen kijken, dan nog een keer het water in, omkleden en weer door. Nu is de vakantie echt begonnen!

Een uurtje later zit ik weer op de motor, en beginnen de echte bergen binnen bereik te komen. Eerst nog een stukje langs het meer, bij de Intermarche in Ugine de tank nog even vol, en dan kan het feest beginnen. Ik begin met de Col de L’Arpettaz, een niet zo bekende col omdat deze los van een onverhard pad eigenlijk nergens heen gaat. De verharde route loopt in een rondje en begint en eindigt in Ugine, maar is absoluut een aanrader voor als je er nog nooit geweest bent. Als je tenminste houdt van een leuk klein colletje waar bijna niemand komt. Voor de snelheid moet je hier niet zijn, want de weg is smal, de bochten krap en het asfalt is niet overal even goed, maar wat je wel vind is rust, mooie rotsformaties en als je geluk hebt een blik op de Mont Blanc. Met bijna 1600 meter is hij zeker niet zo hoog, maar het doet een stuk hoger aan dan het is, inclusief idyllische berghut op de top. Omdat je in Ugine op 400 meter start is het toch nog een aardig klimmetje.

Ik ben er nu een paar keer geweest, en op de top werd mijn aandacht iedere keer getrokken door een klein bordje dat je over de onverharde weg naar de veel bekendere Col des Aravis wijst. Tot nu toe was ik hier iedere keer met anderen, die geen onverhard reden, dus ik ben het pad nog nooit in geweest. Tot nu, de eerste meters onverhard van deze vakantie komen er aan.

Eerlijk is eerlijk, het pad zelf is niet heel spectaculair, maar zeker leuk om mee te beginnen. Het is een goed onderhouden gravelpad, maar de uitzichten zijn er niet minder om. Doordat de Aravis op min of meer dezelfde hoogte ligt zit er nauwelijks hoogteverschil in de route. Prachtige vergezichten, watervalletjes, alpenweiden en kleine boerderijtjes, ik vind het heerlijk. Hoe dichter ik bij de Aravis kom, hoe drukker het wordt. Wandelaars met name, die na een dag wandelen allemaal weer terug naar de Aravis lopen. Op het laatst zelfs zo erg dat ik er echt stapvoets tussendoor moet, en de blikken van norse wandelaars moet ontwijken. Het is toch echt openbare weg hoor, ik mag hier gewoon rijden.

IMG_0089.JPG


IMG_0093.JPG


IMG_0094.JPG


Op de Aravis is het druk, maar aan de wandelaars te zien verwachtte ik dat al. Het is natuurlijk zondag, dus alle locals doen ook hun uitje. Het is me iets te druk op de terrasjes, dus ik haal alleen een koud blikje en drink het op bij de motor. Na deze korte onverharde passage gaan we weer verder over het asfalt. Over de Col des Saisies richting Beaufort. Een hoop tegenliggers seinen terwijl ik van de Saisies afdaal. Ik zit achter een paar auto’s, maar er zal vast ergens controle zijn, dus ik blijf er voor de zekerheid maar achter.

Een paar bochten verder wordt duidelijk waarom iedereen seint, en daar worden we niet gelukkig van. Chaos, stilstaande auto’s en motoren, betekend meestal niet veel goeds. In de bocht staat een verkreukelde Citroen met een motorwrak ervoor. De motor ligt helemaal in puin, zo erg zelfs dat ik niet kan ontdekken wat het ooit geweest is. Een stukje verderop ligt de bestuurder op de grond, en die ligt er niet mooi bij. Het lijkt er zo snel op dat hij nog wel bij kennis is, maar zijn hele onderlichaam ligt erbij als een soort spaghetti. Ik heb tijdens mijn werk wel meer lelijke dingen gezien, maar deze ziet er niet best uit. Hulpdiensten zijn er nog niet, wat omstanders regelen het verkeer en er zitten genoeg mensen bij de motorrijder. Met mijn gebrekkige medische kennis ben ik van weinig meerwaarde, en bovendien verstaan ze me waarschijnlijk toch niet, dus ik rij maar rustig door. De rillingen lopen even over mijn rug. Ik doe het even een paar bochten rustig aan, want ik verwacht nog wel wat hulpdiensten vanuit de andere richtingen. Inderdaad komt er even verderop een ambulance op 2 wielen door de bocht scheuren. Hulp is in aantocht, ik hoop maar het beste voor de motorrijder.

Nadat ik weer ben afgedaald kom ik aan in Beaufort. Het leuke kleine dorpje geeft me altijd een bijzonder gevoel. Tot hier zijn de bergen en de passen slechts een opwarmertje voor het echte werk. Richting de Cormet de Roselend ga je voor het eerst echt de hoogte in, en krijg je toegang tot al het moois wat er achter ligt. Het geeft me altijd een klein gevoel van spanning, een soort kriebeltje in mijn buik, de hoge bergen liggen weer voor me, ik ben er weer!

Het is ruim 30 graden in Beaufort, dus het is fijn om de hoogte in te gaan. Het is lekker rustig, en ik kan deze weg zowat wel dromen. Toch doe ik het rustig aan. Het is altijd weer even inkomen, en met name de voorband van de motor geeft me nog niet zo veel vertrouwen. Ook zit het beeld van de gecrashte motorrijder nog een beetje in mijn achterhoofd. Rustig en behoudend rij ik naar boven. Het loopt al tegen zessen dus ik hou het bij een korte stop, en daal dan af richting Bourg-Saint-Maurice. Wat is het toch een genot om hier te rijden!

IMG_0104.JPG


IMG_0105.JPG


Op de camping die ik heb uitgekozen ben ik ook al vaker geweest, dus het is bekend terrein. Een mooie camping tussen Bourg-Saint-Maurice en Aime, maar dan hoog bovenop de berg. Een prachtig uitzicht, maar het nadeel daarvan is meestal dat het een hoop tijd kost om weer in de bewoonde wereld te komen. Mijn plan is om 2 nachten te blijven en morgen een dag te wandelen. Als het goed is heb ik genoeg bij me, en hoef ik morgen niet van de berg af. De aardige eigenaresse van de camping herkent me nog van de vorige keren en omdat het toch maar voor 2 nachten is krijg ik een mooi plekje toegewezen.

IMG_0111.JPG


Ik zet eerst de tent op, en ga dan nog even zwemmen in het avondzonnetje. Het was een warme dag, dus lekker om nog even af te koelen. Na het eten en een bakkie loop ik nog een rondje door de omgeving, hang ik nog even rond te tent en zoek rond 23:00 uur mijn bed op.
 
Maandag 19 juli 2021, dag 4. Gereden: 26km, Totaal: 1212

Vandaag blijf ik een dagje staan om te wandelen. Ik dacht het zo te hebben geregeld dat ik vandaag niet terug naar het dorp hoefde voor boodschappen en dergelijke, tot ik gisteren zag dat je de camping alleen contant kan betalen. Dat wist ik achteraf wel, maar had ik niet natuurlijk aan gedacht. Ik heb niet genoeg contant bij me, dus ik moet alsnog daar het dorp om geld te pinnen. Geen ramp hoor, maar na een flinke dag wandelen heb ik meestal niet zoveel zin meer om nog iets te doen. Toch doe ik het vanavond wel, anders ben ik nu eerst een dik uur kwijt voor ik kan gaan lopen. Het is niet anders. Ik start op met verse croissantjes die ik op de camping heb besteld. Natuurlijk een bakkie erbij, ochtendzonnetje, kan niet beter. Ik zoek de spullen die ik met wandelen mee wil, en doe nog snel een handwasje. Kan alles mooi even drogen vandaag.

Omdat ik hier al vaker ben geweest weet ik waar ik moet zijn. Op een kilometer of 4 van de camping eindigt de verharde weg en starten een hoop wandelingen. 4 kilometer heen en terug wordt me iets te veel, want ik moet de wandeling zelf ook nog. Ook al is het maar een klein stukje, ik pak toch even de motor. Ik doe ik iets wat ik eigenlijk nooit doe, ik stap zonder pak op de motor. Wandelbroek en schoenen, softshelljasje, en natuurlijk helm en handschoenen, moet wel kunnen voor een klein stukje.

In 5 minuutjes sta ik op de parkeerplaats, helm hang ik aan de motor want ergens anders kan ik er toch niet mee heen, en de rest hou ik aan of neem ik mee. Schijfremslot eraan, en gaan! Ik start op 1600 meter, en de hut waar ik heen wil lopen ligt op 2514 meter hoogte. Bijna een kilometer stijgen dus, 3 uur lopen volgens de bordjes, we gaan het zien.

Tot de eerste hut die ik tegenkom, op ongeveer 2000 meter, is het nog een vrij breed gravelpad. Het stijgt al gelijk flink, maar het pad is makkelijk te belopen. Het zonnetje brand flink en al snel heb ik het zweet overal opstaan. In de beekjes die ik regelmatig oversteek maak ik even mijn buff nat en leg die in mijn nek voor de verkoeling. Maar, wat is het prachtig hier zeg. Rust en ruimte, heerlijk vind ik dit, het leven in de bergen.

IMG_0115.JPG


Na het passeren van de eerste hut, op 2009 meter, wordt het pad smaller en rotsiger. Een half uurtje verder, het is inmiddels half 1, stop ik om de calorieën weer even aan te vullen. Niks mooier dan zittend op een rots, met een prachtig Alpenpanorama voor je neus je brood smeren. Gelukkiger kan je me bijna niet krijgen. Met de buik weer vol en de rugzak wat lichter maak ik me op voor het laatste uur. Het is een prachtig pad, maar wel flink klimmen. Gelukkig gaat de zon regelmatig even achter de wolken schuil, en blaast er een verkoelend briesje langs de berg, dat maakt de temperatuur nog redelijk aangenaam. Wel goed insmeren, want in dit soort omstandigheden verbrand je levend.

IMG_0121.JPG


IMG_0125.JPG


Ik passeer de Col de Bresson, op ruim 2400 meter. Na het bestuderen van de kaart had ik gedacht vanaf hier net een glimpje van het stuwmeer op de Roselend op te kunnen vangen, maar ik kan het net niet zien. Tenzij ik weer een stukje afdaal en de hoek omga, maar dat ga ik niet doen. Maar voor wie plaatselijk een beetje bekend is, ik loop precies op de bergrug die de Cormet de Roselend scheidt van de Cormet Arêches. Na nog ongeveer een kwartiertje doorstappen en het oversteken van een aantal sneeuwvelden bereik ik mijn doel, de refuge Presset op 2514 meter. Het is inmiddels 14:00 uur, dus inclusief een paar pauzes klopten die 3 uur aardig. Bijna een kilometer geklommen, en ik voel het best in de benen. Na verrichte arbeid is het goed rusten, dus in de hut trakteer ik mezelf op koffie en huisgemaakte taart. Met uitzicht op de helling waarover ik naar boven ben geklommen zit ik even heerlijk uit te rusten. Er hangt altijd een heerlijk relaxte sfeer van gelijkgestemden in die berghutten, ik hou ervan.

IMG_0137.JPG


IMG_0131.JPG


IMG_0133.JPG


Het is verleidelijk om nog even te blijven zitten, maar er resten me nog 2,5 uur teruglopen, dus om half 3 begin ik weer aan de terugtocht. Stijgen is zwaar, maar voor de gewrichten is dalen misschien nog wel zwaarder. Mijn knieën zijn al niet zo best, dus normaal loop ik langere tochten met stokken, dan kan je de ergste klappen een beetje opvangen. Ik heb nu geen stokken mee, dus ik stap voorzichtig door. Zeker op het eerste stuk heb ik er nogal moeite mee om een beetje een lekker ritme aan te houden, maar geleidelijk gaat het beter. Na een paar korte pauzes ben ik om 16:50 uur weer terug bij de motor, geen slechte tijd.

Een paar minuten later ben ik weer terug op de camping, en ga ik eerst maar eens douchen om alle zonnebrand en zweet er weer af te spoelen. Ik was gelijk even de kleren die ik net aan had, dat is er door het flinke gezweet ook niet echt van opgeknapt. De zon is voorlopig nog niet weg, dus dat droogt nog wel. Op het terras van de camping bij het zwembad strijk ik even neer om uit te rusten. Als de meeste kids zijn vertrokken neem ik nog een duik in het zwembad, en ga dan weer terug naar de tent om te eten. Het valt me mee, tot nu toe heb ik weinig last van pijntjes, terwijl het toch een beste klim was.

Na het eten stap ik weer op de motor, dit keer wel in pak, om even in het dorp te gaan pinnen. Hemelsbreed is het nog geen 2,5 kilometer, maar je bent zowat een half uur bezig. Het is geen ramp hoor, maar ik heb hier ook wel eens een week gestaan, en dan gaat steeds dat zelfde stuk wel een beetje vervelen. Het dorp is verder uitgestorven, dus met contact geld in de zak keer ik gelijk weer om. Terug bij de tent nog even een bakkie en ik ruim vast wat spullen op. Tassen weer op de motor, want die had ik er even afgehaald. Iedere avond pakken wolken zich samen tegen de bergen aan de overkant, en ik heb hier in het verleden wel eens pittige onweersbuien gehad. Nu blijft het gelukkig droog, maar de ondergaande zon op de wolken blijft een imposant gezicht. Eenmaal donker zit ik op het terras bij het zwembad nog een beetje relaxen, en zit even te kletsen met de eigenaresse van de camping. Dan nog een half uurtje netflix, en dan heb ik het wel gehad voor vandaag.

IMG_0148.JPG
 
Dinsdag 20 juli 2021, dag 5. Gereden: 267km, Totaal: 1480

Na het gebruikelijke ochtendritueel begin ik met het inpakken van de spullen. De Nederlandse buurman van een paar plekken verderop komt nog even een praatje maken en vind het allemaal maar wat interessant. Zo’n motorrijder in z’n eentje, klein tentje, smerige motor, dat spreekt voor een hoop mensen toch tot de verbeelding. Ik vind het altijd wel leuk om zulke reacties te krijgen.

Gisteren een dagje wandelen, vind ik heerlijk, maar ik kijk ook weer enorm uit naar vandaag. Lekker rijden, en als alles loopt zoals ik in mijn hoofd heb ga ik het maximale er ook wel uithalen. Om half 11 is de dagteller weer gereset, en ben ik op pad. In Bourg-Saint-Maurice gooi ik de tank even vol, en ga dan richting de Col d’Iseran. Het eerste stuk naar Val d’Isere is zomers altijd een komen en gaan van bouwverkeer, want hotels zijn er nooit genoeg. Het hele dorp is in de zomer een grote bouwput. Eenmaal het dorp uit zie ik in de hoogte al een vrachtwagen de Iseran op kruipen, die kom ik zo wel weer tegen denk ik. Een aantal motorrijders die me in het dorp nog even voorbij moesten knallen rijden eenmaal in de bochten geen deuk meer in een pakje boter, dus de meesten haal ik al snel weer terug in. Helaas stuit ik al snel op de kruipende vrachtwagen, die inmiddels al een hele sliert van campers, auto’s en motoren achter zich heeft. Zie er in de onoverzichtelijke bochten dan maar eens voorbij te komen. Ik ben al zowat boven als ik er eindelijk voor zit.

Op de top doe ik een espresso met een stuk taart, dan is de maag weer even vol en kan ik mooi wat later lunchen. Ik stap snel weer op, want er is nog meer te doen vandaag. Het uitzicht op de afdaling naar Bonneval blijft altijd fantastisch. Veel mooier dan de andere kant met alle skiliften. Hoeveel foto’s ik er ook al van heb, ik moet altijd even stoppen. En nu met een andere motor heb ik natuurlijk een goede reden om alle foto’s weer opnieuw te maken.

IMG_0151.JPG


IMG_0167.JPG


Ik ga Bonneval voorbij, en door richting de Mont Cenis. Daar kan het gas er even op. Ik begin inmiddels aardig aan de motor te wennen, en de Mont Cenis met z’n brede wegen en glooiende bochten lenen zich goed voor wat gooi en smijtwerk. De stop op de top laat ik dit keer achterwege, en ik daal gelijk af richting Susa. De Italiaanse kant is wat krapper als de Franse, maar het is lekker rustig dus ik kan het tempo erin houden. Hé wat hebben we daar, die zelfde vrachtwagen als op de Iseran weer. Volgens mij mag die hier helemaal niet rijden, daar hebben ze tunnels voor bedacht. Geen idee, maar gelukkig is het hier lekker rustig dus ben ik er zo voorbij. In Susa is het zoals altijd bloedheet, maar het is heerlijk rustig dus ik ben er zo doorheen. Daarna even rustig aan, want net buiten Susa heb ik ze al menig keer snelheidscontrole zien houden.

Ik ga door richting de onder offroaders bekende camping Gran Bosco in Salbertrand. Vanmiddag wil ik de Sommeiller en de Jafferau nog rijden. Ik had eigenlijk het plan om dit met bagage te doen, omdat ik anders misschien wat krap in de tijd zou komen. Het is nu 14:00 uur, ik rij letterlijk langs de camping, dus ik ben bijna gek als ik nu doorrij. Snel inchecken, tent opzetten, broodje eten en weer door. Leuk idee, alleen is de receptie helaas gesloten. De slagboom zit dicht, en doorrijden en zelf een plek zoeken waarderen ze hier niet zo. De receptie gaat pas om 15:00 uur open. Ik vind het eigenlijk een beetje zonde van de tijd, dus ik waag er nog even een belletje aan. Zelf de tent neerzetten is niet de bedoeling. Ik mag de bagage wel voor de receptie neerleggen, dan halen ze het binnen als ze open gaan. Dat zit me ook niet helemaal lekker, en dan moet ik juist weer voor sluitingstijd terug zijn om het op te halen. Daar wil ik niet aan gebonden zijn, maar rijden zonder bagage is zeker offroad wel een stuk prettiger, dus ik besluit dat uurtje toch maar te wachten. Ik moet toch nog eten, dus als ik dat gedaan heb is het uur al bijna om.

Twee jaar geleden zat ik hier twee dagen op deze camping vast omdat de motor van mijn maatje het begeven had. We hebben toen maar een beetje door de omgeving gewandeld, waardoor ik weet dat er hier vlakbij een klein meertje is. Ik rij die kant even op, zoek een mooi plekje in de schaduw en haal de lunch tevoorschijn. Het is een meertje met een natuurlijke bron, heel diep en heel koud. Ik ben er wel eens in gesprongen, maar dat hou je niet lang vol. Dit keer heb ik er sowieso geen tijd voor, dus na het eten stap ik weer op en ga terug naar de camping. Als ik de gemiddelde Italiaan een beetje ken wordt het eerder later dan 15:00 uur dan vroeger, maar boven verwachting gaat de receptie keurig op tijd open. Dat scheelt weer. Ik krijg mijn plekje toegewezen, dat werkt zo hier. Ik zet snel de tent op, gooi alle bagage erin, stop wat gereedschap en bandenreparatiespul in mijn tas, vul de camelbak opnieuw, en binnen het kwartier rij ik de camping weer af. De vertraging valt mee.

IMG_0174.JPG


Ik ben alsnog een beetje gehaast, want ik weet dat er op de Sommeiller tot 17:00 uur tol geheven wordt, maar ik weet niet of de toegang na 17:00 uur vrij is, of dat na die tijd het hek op slot gaat en je er helemaal niet meer op kunt. Een beetje vlot omhoog dus. Ik heb er inmiddels al zo vaak over geschreven dat ik niet meer weet wat precies, dus misschien val ik een beetje in herhaling. Tot het gehucht Rochemolles is de weg nog verhard, daarna gaat het over in gravel. Het is bekend terrein, dit is het 7e jaar op rij dat ik hier kom, sommige jaren zelfs meerdere keren. Vorig jaar ging het Stella Alpina treffen helaas niet door, en daar leek het dit jaar ook op. In januari gaf de organisatie aan dat het ook dit jaar niet door zou gaan, maar een aantal weken geleden bleek de situatie dusdanig verbeterd dat er toch toestemming kwam. Voor mij was dit te laat, de vakantie was al gepland dus ik moest het helaas laten schieten.

Hoe vaak ik ooit geweest ben, het verveeld nooit. Het is 16:00 uur als ik bij het tolhokje aankom, en alles is gelukkig nog open. Tot 17:00 uur blijkt het hokje bemand te zijn, daarna gaat de poort gewoon open en is het vrij. Dat dacht ik wel, maar ik heb hier wel vaker voor een dichte slagboom gestaan dus je weet het nooit. Na betaling van 5 euro mag ik doorrijden. Ik heb al gehoord dat het tijdens het Stella Alpina treffen twee weken terug al mogelijk was om helemaal tot de top te komen, dus dat is leuk, is alweer een aantal jaar terug.

Het is rustig, er komen alleen wat auto’s naar beneden, maar verder heb ik de hele berg voor mezelf. Ik kan natuurlijk weer de zoveelste beschrijving geven, maar foto’s zeggen altijd meer.

IMG_0175.JPG


IMG_0178.JPG


IMG_0185.JPG


Dat de sneeuw voldoende was weggesmolten om de top te bereiken was dus geen verrassing meer, maar tot boven de 3000 meter komen blijft toch wel bijzonder. Tot nu heb ik hier ook maar 2 keer eerder de top bereikt. Half juli tenminste, vanaf augustus is het waarschijnlijk ieder jaar wel mogelijk.

Net voor ik boven kwam werd ik ingehaald door een KTM, die had er wat meer de vaart in dan ik. Boven staat ook nog één andere motorrijder, maar die vertrekt net als ik aan kom. Met de Duitser op de KTM heb ik een leuk gesprek, over motoren natuurlijk. Hij is in coronatijd zijn baan kwijt geraakt, kan pas in oktober bij zijn nieuwe werkgever beginnen, en besloot de zomer maar goed te benutten. Een paar maanden door Europa trekken dus, heel vervelend. Hij wil gaan zwemmen in het meertje hier, waar de ijsschotsen nog in drijven. Eerst denk ik dat hij een grapje maakt, maar nee hoor. En niet even snel erin en eruit, hij is gewoon een paar minuten aan het zwemmen. De Duitse versie van Wim Hof denk ik, wat een held.

IMG_0187.JPG


IMG_0202.JPG


IMG_0191.JPG


Na een klein uurtje vind ik het wel weer mooi geweest, en maak ik me op om naar beneden te gaan. De Duitser, die zich wel heeft voorgesteld maar ik ben zijn naam al lang weer vergeten, is ook zover en samen dalen we af. Hij haakt af bij de parkeerplaats bij het tolhuisje, waar normaal het basecamp tijdens de Stella Alpina is. Zijn vrienden staan daar nog, die wilden niet naar boven. Ze kamperen daar, en er staan nog wat tentjes. Ik dacht altijd dat dit daar niet mocht, maar kennelijk wel. Met een beetje pijn in het hart daal ik weer af richting Bardonecchia, het blijft toch wel een fantastische plek dit. Jammer dat ik het Stella Alpina treffen nu alweer voor de 2e keer op rij heb gemist. Dit jaar omdat ik niet kon, vorig jaar omdat het niet doorging.

Van de Duitser hoorde ik al dat de Jafferau ook sneeuwvrij is, dat is mooi, want die staat als volgende op het menu. Vanuit Bardonecchia steek ik meteen door richting hotel Jafferau, waar de klim begint. Omdat ik weet dat de boel sneeuwvrij is kies ik er dit keer weer eens voor om langs de skipiste omhoog te gaan. Deze kant van de route maakt geen deel uit van de oorspronkelijke route, het is later aangelegd voor de bouw en onderhoud van de skiliften. Dit pad loopt een stuk minder mooi dan de officiële route, en een stuk steiler. Je moet op sommige stukken echt gang houden om boven te kunnen komen en vergt best een beetje techniek. Dat maakt het leuk om deze kant weer eens te pakken, een beetje uitdaging op zijn tijd is ook leuk. Bijkomend voordeel, het schiet lekker op. Met een minuut of 10 ben je boven, en veel tijd om onderweg om je heen te kijken heb je niet. De motor doet het perfect, ik merkte net op de Sommeiller al de voordelen ten opzichte van de 660. Het blok loopt zo mooi rustig, dat hij hem ook op lage toeren prachtig door de krappe bochten trekt. De eencilinder van de 660 begon op lage toeren flink te bokken, en in krappe bochten moest ik soms echt de koppeling erbij pakken. De 700 hobbelt er zo in z’n 1 of 2 doorheen, en doordat je de motor trekkend kan houden kom je veel makkelijker door de krappe bochten.

Het leuke van de route over de skipiste is dat je de hele weg van bocht naar bocht aan het werken bent, zonder veel tijd te hebben om iets van de omgeving te zien. Niet als je hard aan het werk bent op een zware allroad tenminste. En dan opeens kom je de laatste bocht door en sta je boven, een licht euforisch gevoel kan ik niet onderdrukken. Het mooie is dat de Jafferau een top is die redelijk los in het landschap ligt, waardoor je ook echt het gevoel hebt alsof je op het topje van de wereld staat. De Sommeiller is weliswaar hoger, maar ligt ingeklemd tussen veel hogere punten dus daar heb je dat gevoel minder. Ik vind het hier op de Jafferau toch elke keer weer adembenemend. Je zal hier ooit maar als militair in dit inmiddels verlaten en vervallen fort gelegerd hebben gezeten. Ik heb er vast een iets te romantisch beeld bij, maar bijzonder moet het zeker geweest zijn.

IMG_0208.JPG


IMG_0206.JPG


Wie graag bewegend beeld wil, een aantal jaar terug heb ik de klim al eens gefilmd. Zie hier.

Ik kan hier wel de hele dag zitten, maar na een kwartiertje staren in de leegte is het mooi geweest. Het is al half 8, en ik ben voorlopig nog niet beneden. Ik heb in de tent nog wel eten voor vanavond, maar ik heb eigenlijk de hoop om nog in het restaurant terecht te kunnen als ik terug ben. Italianen eten laat, zal wel goed komen.

Ik daal weer lekker af, vlotjes maar behoudend zit het ritme er lekker in. Er komt me nog een crosser tegemoet, ik zag hem vanuit de hoogte al een tijdje naderen, maar zodra hij mij in het oog krijgt moet hij opeens laten zien hoe goed hij wheelies kan maken. Heel knap hoor…

De pikdonkere tunnel naar Salbertrand blijft bijzonder, ik vind het meer spectaculair dan de Parpaillon. Hij is ongeveer een kilometer lang, aardedonker en doordat er twee bochten in zitten kan je de andere uitgang niet zien. Overal komt water door het plafond en er liggen flinke plassen. Hoewel de tunnel een aantal jaar afgesloten is geweest en enigszins is opgeknapt blijft het opletten. De vloer loopt een beetje bol en is plaatselijk best glibberig. Net voor de uitgang aan de andere kant zit een andere oude uitgang, deze is dichtgetimmerd. Net zoals de vorige keer bekruipt me heel even het gevoel, fuck ik kan er niet uit! Dan draai je een klein bochtje door en zie je pas het licht van de andere uitgang. Het moet een hele operatie zijn geweest om deze tunnel aan te leggen. Wanneer hij precies gebouwd is weet ik niet. De route en het fort stammen uit 1886, maar de tunnel is van later. Ik heb wel eens gelezen dat de passage van dit stuk zo lastig was dat er een militaire vrachtwagen naar beneden is gestort, en dat hierna besloten is om een tunnel aan te leggen. Het blijft me fascineren, al die bouwwerken uit vroeger tijden. En helemaal mooi dat je hier nog altijd gewoon mag rijden. Bepaalde dagen uitgezonderd, en soms kost het je een paar euro, maar toch. Komende uit Nederland, waar alles wat maar een beetje in de buurt van leuk dreigt te komen direct verboden wordt, blijf ik het bijzonder vinden.

IMG_0216.JPG


Na de afdaling kom ik weer uit in Salbertrand, en is het nog maar een paar kilometer naar de camping. Om 20:30 uur rij ik binnen en zit het terras van het restaurant nog vol. Dat komt wel goed. Er is aardig wat gezelschap bijgekomen op de camping, het stikt hier altijd van de offroaders, auto en motor. Ik zet snel de motor weg, verruil mijn zweterige motorpak voor wat luchtigers, even een plens water in mijn gezicht, en richting restaurant. De pizza’s hier zijn altijd voortreffelijk, en ook dit keer word ik niet teleurgesteld. Ik ben niet van de toetjes, maar in Italië maak ik een uitzondering. Ik ben wel van de espresso’s en ook daarvoor zit je hier goed. Eten en drinken kunnen ze hier wel.

Het is helaas al donker als ik weer bij de tent kom, en de meesten maken zich al op om naar bed te gaan. Als ik wat eerder was geweest had ik nog even een rondje gedaan, kijken wat er allemaal staat. Morgenochtend maar. Na een lekkere douche is het stof weer uit alle hoeken en gaten en kan ik terugkijken op een geweldige dag, de hele dag gereden. Ik kan niet zeggen dat ik het maximale er niet uit heb gehaald vandaag!
 
Thanks @Frazer heerlijk om weer te volgen/lezen.
Heb meteen al wat speldjes vanuit jouw verslag in mijn routenplanner gezet :t
 
Laatst bewerkt:
Woensdag 21 juli 2021, dag 6. Gereden: 223,5km, Totaal: 1702,5

7 uur gaat de wekker weer. Ik start rustig op en loop een rondje over de camping. Deze regio is zeer in trek bij offroaders, en deze camping staat er om bekend, dus je bent altijd in goed gezelschap. Naast naar schatting zo’n 30 a 40 motorrijders uit alle windstreken staan er ook altijd wel wat clubjes 4x4’s. Vind ik stiekem ook altijd wel heel gaaf, voor later als ik groot ben mocht ik het motorrijden ooit zat worden. Hoewel, tegen de tijd dat ik dat zat ben, zijn alle zware diesels waarschijnlijk al lang verboden.

IMG_0218.JPG


Om 8 uur gaat het restaurant open en haal ik een paar verse croissantjes, de koffie zet ik zelf bij de tent. Ik doe het rustig aan, gisteren was een lange dag dus vandaag ga ik me niet haasten. Hoewel er hier in de regio nog genoeg te rijden is, er komen niet voor niks zoveel mensen op af, ga ik vandaag wel weer door. Ik heb hier al vaker meerdere dagen achter elkaar gestaan, vorig jaar ook nog, maar ik wil nu nog een stukje door naar een ander gebied.

Voordat ik weer vertrek staat er nog een klusje op het programma, de achterremblokken vervangen. Bij de 10.000 beurt eind vorig jaar merkte de dealer het al op, “ze schieten aardig op, maar ik neem aan dat je dat tegen die tijd gewoon zelf doet?” Klopt inderdaad. Normaal gesproken deed ik zoiets altijd voor vertrek, maar daardoor bleef ik altijd zitten met half versleten blokken. Dit keer heb ik vooraf nieuwe blokken besteld en meegenomen. Hoewel het op onverhard best snel gaat met de slijtage hadden ze waarschijnlijk nog wel een dag of 2 meegekund, maar het leek me wel handig om het hier te doen. Ik heb niet zo veel gereedschap mee, dus mocht het niet lukken dan heb ik hier op de camping helpende handen genoeg. Dat bleek allemaal niet nodig, want binnen een paar minuten zitten de verse blokken er in.

IMG_0222.JPG


Om 10 uur ben ik klaar, en loop ik nog even naar de bar voor een “doppio”. 10:30 uur ben ik echt weg. In Bardonecchia gooi ik de tank nog even vol, en ga dan richting de Col de l’Echelle. Een leuk colletje, maar vooral het stuk aan de Franse kant vind ik mooi. Rustig, mooie natuur, een relaxt stukje.

In Briançon is het druk, ideale afstelling van verkeerslichten hebben ze in Frankrijk nog nooit van gehoord. Een paar verkeerslichten zorgen voor een flinke opstopping, omdat de kruising al zowat een minuut leeg is voor het licht eindelijk een keer op groen gaat. Gelukkig kan ik met een beetje kunst en vliegwerk vooraan komen en ben ik er redelijk snel door. In de supermarkt haal ik alvast even boodschappen voor vanavond, want ik weet niet of ik later vandaag nog winkels ga tegenkomen.

Vanaf Briançon ga ik de Col d’Izoard op. Blijft ook altijd een mooie pas, al is hij komende vanaf de zuidkant eigenlijk mooier omdat je een beter uitzicht op de Casse Déserte, de kenmerkende kale uitgesleten rotsen hebt. Maar ja, ik kom nou eenmaal van de andere kant, ook leuk hoor. Een korte stop op de top, en snel weer door.

Vanaf de Izoard ga ik door naar Col d’Agnel, om na een paar uurtjes Frankrijk weer over te steken naar Italië. Van deze pas weet ik niet zeker meer of hem al eerder gereden heb, mijn gevoel zegt van wel, maar dan is het in ieder geval al jaren geleden. De weg omhoog komt me niet echt bekend voor, dus misschien ook wel niet. Het is fris bovenop de top, en het weer aan de andere kant ziet er een stuk minder goed uit. Vanaf de Franse kant blaast de wind de wolken terug Italië in, ze komen de top niet over dus blijven aan de andere kant precies tegen de helling aanhangen. Blijft altijd wel een spectaculair gezicht.

IMG_0226.JPG


IMG_0227.JPG


Deels door de wolken daal ik weer af. Er vallen af en toe wat spatjes maar voor alsnog valt het mee. Wel bijzonder dat je aan de andere kant van een bergrug zomaar in totaal ander weer terecht kan komen. Ergens langs een beekje vind ik een mooie plek om te lunchen. Honger heb ik niet, maar het is al 15:00 uur dus het moet toch een keer. Soms heb ik van die dagen, of dagdelen, dat het gewoon niet lekker loopt. Ik voel me gestrest en gejaagd, zonder dat ik daar direct een aanleiding voor heb. Vanochtend ging nog prima, maar soms komt het er zomaar opeens in. Soms is een korte onderbreking ook weer genoeg om het te doen stoppen, maar voor alsnog heb ik die onderbreking nog even niet gevonden.

Met moeite duw ik een paar broodjes naar binnen, en zit verder een beetje dom voor me uit te staren. Het is een prachtig plekje aan een mooi helder beekje, en ineens komen de emoties binnen. Met mijn vader, die 3 maanden geleden plotseling is overleden heb ik veel in de bergen gereden. We zochten dan ook altijd plekjes als dit op voor de lunchstop, broodjes mee en in de natuur, daar kan geen restaurant tegenop. Het is nog steeds onwerkelijk dat hij er niet meer is, en soms overvallen de emoties me op momenten dat ik ze niet verwacht, nu dus.

Als ik me weer een beetje herpakt heb stap ik op voor de rest van de afdaling. Ik herken er maar weinig van, laten we het er maar op houden dat ik de Agnel nooit eerder gehad heb. De volgende is voor mij sowieso een nieuwe, de Col de Sampeyre. Veel kans om er van te genieten heb ik niet, want het spettert al een tijdje, en daar blijft het helaas niet bij. Een heftige onweersbui gaat los recht boven mijn hoofd. Binnen de kortste keren golft het water over de wegen, onweersklappen, hagel, het hele pakket. Normaal zou ik een beetje chaotisch proberen mijn regenpak nog aan te trekken, maar die heb ik niet bij me, dus dat is makkelijk. De ventilatieritsen zijn dicht, en het lijkt er op dat het water ondanks de gigantische hoeveelheden redelijk buiten blijft. De wolkbreuk is gelukkig maar van korte duur, het blijft wel regenen maar het ergste is voorbij. Ik word ingehaald door een clubje Duitsers, een paar KTM’s, GS’sen natuurlijk, en twee Tenere’s. Ze jagen er ondanks de regen als wilden overheen, een hoop lawaai, asociaal inhalen, niet mijn slag volk. Eenmaal boven staan ze er weer, blijkbaar te wachten op twee mindere helden uit het clubje. Even later komen de twee achterblijvers boven, en terwijl ze hun voet nog maar amper op de grond hebben gezet gaat de rest er alweer volgas vandoor. Leuk joh, met zo’n club op pad. Ik denk dat ik bij de volgende kruising per ongeluk een andere kant op gegaan zou zijn.

IMG_0236.JPG


Door de regen is de temperatuur flink omlaag gegaan, dus ik trek even een extra shirt aan en wissel de doorwaaihandschoenen om voor de waterdichte. Had ik beter iets eerder kunnen doen trouwens. Reed ik net op de Col d’Agnel zomaar vanuit het niks het slechte weer tegemoet, andersom kan het ook. Al snel rij ik de bewolking uit, staat de zon er gelijk vol op en wordt het ook meteen weer warm. Een paar kilometer verderop staat een groepje motorrijders twijfelachtig te wachten en naar boven te kijken. Ze gebaren me even te stoppen. Of het regent bovenop de top? Eh, ja best wel. Ze zijn allemaal gekleed in luchtig doorwaai of motorjeans, geen idee of ze het uiteindelijk geprobeerd hebben.

Even verderop zie ik een mooi kerkje bovenop een heuvel, en aangezien ik toch wil stoppen om de extra kleding weer uit te doen lijkt me dit een prima plek. Het zonnetje brand meteen flink, dus ik leg gelijk mijn handschoenen even te drogen en kijk even rond het kerkje. Het is niet open, maar op een muurtje zit ik wel even te genieten van het uitzicht. Na een kwartiertje zijn de handschoenen alweer zo goed als droog, het laatste beetje droogt wel weer als ik ze aan heb.

IMG_0244.JPG


Voor vanmiddag staat het volgende onverharde uitstapje op het programma, de Maira Stura grensroute. Dit is voor mij een nieuwe, het werd hoog tijd om deze kant eens op te gaan. Het is al wat later op de dag, maar ik wil ergens langs de route een plekje zoeken om te kamperen, dus ik heb alle tijd. In het dorpje Prazzo gooi ik even de tank vol, want ik heb geen idee hoe lang het duurt voor ik weer een pomp tegenkom. In het winkeltje haal ik een 1,5 liter fles water om de camelbak bij te vullen. De Maira Stura een is kammstrasse, die loopt dus rondom de bergkam, en daar stroomt meestal niet zo heel veel water. Zekere voor het onzekere maar, want ik heb geen zin om daar zonder water te zitten. Nu ik nog in de bewoonde wereld ben doe ik alvast even een appje naar het thuisfront dat ik ergens langs de route ga kamperen. Doe ik altijd als ik ergens in verlaten gebied ga wildkamperen, gewoon voor de zekerheid. Je weet het tenslotte nooit, er kan altijd iets gebeuren. Slecht weer, valpartij, het zit in een klein hoekje. Mocht ik daar terplekke mobiel bereik hebben dan stuur ik de exacte locatie nog door, maar anders hebben ze in ieder geval een globale richting om te zoeken als ze de volgende dagen niks meer van me horen.

De Maira Stura is lastig te vinden op maps, en dit stukje staat net niet op de kaart die ik bij me heb. Ik las in de Denzel dat als ik me richt op de Colle del Preit, de rest niet kan missen. Marmora en Canosio zijn de laatste dorpjes die je tegenkomt, maar die stellen allebei weinig voor. Wil je nog tanken of inkopen doen dan is Prazzo de laatste optie. Vanuit Marmora kan je over de verharde weg richting de Colle dei Morti, die ook wel bekend is als de Colle Fauniera, maar je kunt ook over de onverharde Maira Stura. Beide komen uiteindelijk op dezelfde plek uit. De Maira Stura is op bepaalde dagen gesloten en geregeld met slagbomen en camera’s, maar als het goed is zou hij vandaag open moeten zijn.

Vanaf Marmora hou ik rechts aan richting Canosio, en rij het dal uit richting de Colle del Preit. Tot zover staat het nog op de bordjes, dus dat zit wel goed. De slagboom staat gelukkig open, en vanaf daar wordt het ook onverhard. Een stoffige Africa Twin en een Tenere komen net naar beneden rijden. Beide bestuurders zijn zo blij als een kind en hebben zich duidelijk goed vermaakt boven.

Al snel gaat de route de hoogte in, en eenmaal op hoogte slingert de route prachtig door het berglandschap. Technisch gezien niet moeilijk, en vergelijkbaar met de Assietta en LGKS. Omdat het al na zessen was toen ik begon is het totaal uitgestorven. De enige tekenen van leven die ik tegenkom zijn een aantal herders met hun vee. Iets verderop staat er zelfs een kudde koeien midden op het pad, en maken niet de minste aanstalten om aan de kant te gaan. Wie is hier nou de indringer? Een kalfje staat recht voor mijn neus de drinken bij zijn moeder, en neemt daar uitgebreid de tijd voor. Een moeder met drinkend jong benader ik niet zomaar, maar na een paar minuten vind ik het wel mooi geweest. Als ik afstap en naar ze toe loop gaan ze met lichte tegenzin toch maar aan de kant.

IMG_0250.JPG


IMG_0251.JPG


Terwijl ik verder rij kijk ik met een schuin oog alvast uit naar een plekje om te kunnen kamperen, maar dat lijkt nog niet zo makkelijk. Het is overal behoorlijk steil en liggen een hoop stenen. Tegen half 8 nader ik het einde van de route, en heb ik nog geen echt geschikte punten gevonden. Het liefst wil ik een beetje beschut staan, want her en der hangen behoorlijk donkere luchten. Ik kan me betere plekken voorstellen voor zo’n onweersbui als vanmiddag dan op een bergkam op 2400 meter hoogte.

IMG_0258.JPG


IMG_0259.JPG


IMG_0260.JPG


Gelukkig stuit ik net voor ik de verharde weg weer bereik op een plek die bijna niet beter kan. Vlak, geen stenen, en beschut door een vervallen complex van iets wat ooit waarschijnlijk militair is geweest. Ik hoef niet lang na de te denken, dit is de perfecte plek. 2408 meter hoogte, ik geloof niet dat ik ooit hoger gekampeerd heb. Los van de hoogte doet deze plek zeker leuk mee voor de mooiste plekken waar ik ooit gestaan heb.

IMG_0269.JPG


Voor ik de tent opzet verken ik eerst even te voet de omgeving. Over 1,5 uur is het donker, dus dan kan het niet meer. Caserme Della Bandia, 2408 meter staat er op een bordje. Behalve de vervallen gebouwen vind ik om de hoek nog een kapelletje, wat er dan weer perfect onderhouden uitziet. Er is duidelijk nog wel iemand die de boel hier bijhoudt.

Na een uurtje rondkijken wordt het tijd voor de tent, anders moet ik die straks in het donker opzetten. Terwijl ik daar mee bezig ben komt er een oude 4x4 met een herder en een paar honden achter in de bak langs. Hij steekt zijn hand op en ik krijg een goedkeurend knikje, vast niet de eerste kampeerder die hij hier tegenkomt.

IMG_0271.JPG


IMG_0281.JPG


Terwijl de avond valt klaart de lucht helemaal op, het zal wel fris worden vannacht. De volle maan komt erbij, waardoor het eigenlijk niet eens echt donker wordt. Na het eten scharrel ik nog een beetje rond in de omgeving, want om op zo’n plek in je tent te gaan netflixen is ook zonde!

IMG_0282.JPG
 
Weer heerlijk geschreven frazer. Dank je wel.
Die laatste foto is echt geweldig. Kan zo de reclame folder van Yamaha in. Of op de cover van National geographic.
 
Laatst bewerkt:
Alsof ik de route zelf ook mee heb gereden! Tof en top Frazer, dank! Mooi dat die natuur ook zo'n invloed heeft. Goed om zo af en toe even uit die ratrace te zijn!
 
Supergaaf! Dank voor het delen. Mooi dat je eerder zulke tochten hebt gemaakt met jouw pa.

Eind augustus ga ik ook hiervan wat rijden, nu weet ik het zeker. Piemonte nabij Samperye stond al in de planning. Woensdags geopend lees ik, dus ff goed plannen met de vertrekdag.
 
Goede reis verslagen nemen je niet alleen mee op de route en de bezochte plekjes maar geven je ook soms een kijkje in het hoofd van de reiziger.
Bedankt @Frazer jij hebt het hart op de tong en je weet het goed te beschrijven.

Ik zou zeggen dat jij daar in de buurt ook alles wel zo'n beetje gezien hebt toch?
Heel veel wel maar dat onverharde pasje bij Ugine bijvoorbeeld. Dat zijn van die kleine vlaggetjes die ik op sla in mijn digitale kaarten archief.
Heb ik genoeg van dat soort vlaggetjes bij elkaar vormt zich vanzelf een route.
 
Geweldig om weer te lezen en ook worden we weer getrakteerd op mooie foto`s .
En dat wildkamperen heeft toch wel iets maar aan de ene kant voel ik me toch niet helemaal happy , maar wel rustig .
 
Bedankt @Frazer voor het mooie verslag en de mooie foto`s. Waar ik benieuwd naar ben of je ook een digtaal bestand hebt van het stuk naar en rondom Geneve?
 
Ja vakantie kriebels krijg ik ook, sterker nog eind mei begin juni ga ik naar de Franse alpen.
Zal wel rekening moeten houden dat sommige passen misschien nog gesloten zijn, maar dat mag de pret niet drukken.
En ik moet nog een nieuwe slaapmat hebben, die goed is geïsoleerd, :+
 
Laatst bewerkt:
Terug
Bovenaan Onderaan