Reisverslag 2021: Frans/Italiaanse Alpen

Genieten weer! :]
Je hebt echt een talent voor het beschrijven en visueel vastleggen van je vakantie! Ga vooral zo door :t
 
Donderdag 22 juli 2021, dag 7. Gereden: 192km, Totaal: 1895

Ik heb als een blok geslapen. Ik had een koude nacht verwacht, maar het viel erg mee. Om 6 uur ben ik even wakker, de lucht is strak blauw en het is muisstil buiten. Ik draai me nog een keer om, en word om 7 uur weer wakker van de wekker. De heerlijke frisse berglucht komt me tegemoet als ik de tent open rits. Als ze dat nou eens in een spuitbus hadden dan bestelde ik gelijk een paar dozen.

IMG_0286.JPG


Bij de waterbron een stukje verderop gooi ik eerst even plens water in mijn gezicht, man wat is dat koud, het verbaasd me dat het nog vloeibaar is. Lenzen in, en dan kan de dag beginnen. Natuurlijk eerst ontbijten, zonder verse croissants dit keer, maar dat gemis wordt ruimschoots gecompenseerd deze prachtige omgeving. Ik vind motorrijden mooi, maar ik geniet minstens net zo veel van het kamperen zelf, zeker op een plek als deze. Ik ga me dus niet haasten om weg te komen, maar neem alles rustig in me op. Ik klim op de rots tegenover mijn tentje om het geheel eens vanuit de hoogte te bekijken. Ik ben al hoog, maar als je nog hoger kan moet dat natuurlijk. Heerlijk zit ik te genieten van de rust en de ruimte.

IMG_0288.JPG


IMG_0293.JPG


IMG_0295.JPG


Terwijl de eerste wandelaars al aankomen kijk ik nog een beetje rond in de verlaten gebouwen en bunkers. Het zijn vermoedelijk allemaal onderkomens en bijgebouwen van de militaire forten in de omgeving geweest. Terug bij de tent zet ik nog maar een bakkie, en zit nog even te genieten van het zonnetje. Langzaam wordt de verlaten plek weer overgenomen door de wandelaars, die allemaal vriendelijk hun hand op steken en verder lopen. Na de koffie breek ik mijn kampement weer af, wat een geweldige plek zeg, deze komt hoog op het lijstje van bijzondere kampeerplekken.

IMG_0300.JPG


IMG_0305.JPG


Om 10:45 uur ben ik weer op pad. Al een paar kilometer vanaf mijn kampeerplek wordt de weg weer verhard, en nader ik de Colle dei Morti. De officiële naam van de pas is de Colle Fauniera, maar de bijnaam Colle dei Morti (Pas van de doden) komt af van een bloedige veldslag tussen de Fransen en de Spanjaarden die hier in 1744 plaatsvond. Weten we dat ook weer. Waar je ook niet omheen kunt is een groot beeld van wielrenner Marco Pantani, die hier ooit eens schitterde tijdens de Giro d’Italia. Ook dat moest ik Googlen, want afgezien dat zijn naam me wel ergens bekend voor kwam heb ik niks met wielrennen.

IMG_0308.JPG


Ik zak nog een klein stukje af richting de Col d’Esischie. Hiervoor moet ik een klein stukje de verkeerde kant op, terug richting Marmora waar ik gisteren ook vandaan kwam. Het is maar een paar kilometer, dus die vink ik natuurlijk even af. Het is een prachtige omgeving, en omdat het voor het doorgaande verkeer niet van belang is, is het ook erg rustig. De weg is erg smal, en op veel plekken kunnen auto’s elkaar niet eens passeren. Afgezien van wat fietsers en een enkele motorrijder kom ik bijna niemand tegen. Wie de onverharde route over de Maira Stura niet wil rijden, maar wel houdt van kleine rustige colletjes kan ik deze route zeker aanraden. Vanaf Marmora richting de Col d’Esischie en de Morti en dan naar Demonte, een prachtig stuk.

Het is nog best een eind naar Demonte, vanaf de Col d’Esischie is het ruim 25 kilometer, en omdat het zo’n smal weggetje is schiet het niet erg op. Voor het vervolg van de route moet ik in Demonte de kaart er even bij pakken. Ik heb het wel in mijn hoofd zitten, maar nog niet overgezet naar de Garmin. Geen idee dus of ik vanuit het dorp links of rechts moet als ik richting de Col de la Lombarde wil. Even een korte stop om de globale route in de te voeren, en dan kan ik weer door. De Col de la Lombarde heb ik voor zover ik me kan herinneren ook nog nooit gereden, dus ik ben benieuwd.

Ongeveer halverwege de klim omhoog stop ik langs een riviertje voor de lunchpauze. Ik smeer nog even de ketting, want dat ben ik gisteravond vergeten. Hij is al niet zo best meer, dus ik hou hem goed in het vet, zeker na een stuk onverhard. Het vergt wat kracht om de vol beladen motor op de middenbok te krijgen, maar het gaat. Een stukje naar beneden klauteren voor een mooi plekje langs het riviertje, en dan even wat eten. Een snelle skinny dip om op te frissen, en het stof en zweet van de afgelopen dagen er weer even af te spoelen. Na een half uurtje ben ik uitgegeten en opgedroogd, en klauter ik weer naar de motor. Het kettingvet zal met deze temperaturen wel droog zijn, en zo niet dan is het altijd beter dan niks.

De camelbak heb ik inmiddels leeg gelurkt, dus eenmaal op de Col de la Lombarde dacht ik even een blikje of zoiets te halen. Er komt echter net een hele schoolklas van een wandelpad af, die linea recta richting het enige eetkraampje gaat. Er zit geen gang in de rij, dus ik kijk ergens anders wel. Even kort rondkijken op de col, en dan weer omlaag. In het kader van de nutteloze weetjes, de Lombarde is blijkbaar de meest zuidelijke Alpenpas die boven de 2000 meter komt. Weer wat geleerd.

IMG_0312.JPG


Vanaf Isola 2000 gaat het smalle weggetje vanaf de Lombarde over in een brede asfaltweg, want het skigebied moet natuurlijk wel goed bereikbaar zijn. Heel mooi is het niet, maar de snelheid kan wel weer iets omhoog. Vanaf Isola ga ik richting de Col de la Bonette. Ik had eventueel nog richting Tende en de LGKS kunnen gaan, maar dat bewaar ik wel weer voor een volgende keer.

Ik had aanvankelijk het plan om over het smalle weggetje langs Saint-Delmas-le-Salvage richting de Bonette te rijden, maar omwille van de tijd kies ik toch voor de hoofdroute. Kan ik de Tenere weer even mooi de sporen geven. Terwijl ik alweer vol in de rijmodus zit begin ik toch te merken dat ik echt wat te drinken nodig heb. Ik heb zowat nog niks gehad vandaag, ik begin al een beetje lichte hoofdpijn te krijgen en mijn mond lijkt wel schuurpapier. Voor zover ik me kan herinneren is er op de Bonette zelf niks te krijgen, maar gelukkig kom ik in het gehucht Bousiéyas, net voor de route naar de Bonette echt de hoogte ingaat, nog langs een terrasje. Ik ben niet zo van de terrasjes, want voor je het weet zit je zo weer een half uur en dat vind ik zonde van de tijd. In de eerste instantie rij ik er dus voorbij, maar een kilometer verder bedenk ik me toch dat ik niet zo eigenwijs moet zijn, want ik kom waarschijnlijk niks anders meer tegen. Omkeren dus, en terug.

Ik bestel een espresso en een grote cola, en mijn oog valt op zo’n waterkraan die vaak op zo’n dorpspleintje staat. Ik zie twee wielrenners hun bidon er vullen, dus het zal wel drinkbaar zijn. Voor de zekerheid vraag ik het nog even, maar de serveerster bevestigd het. Dat is helemaal mooi, heb ik ook gelijk de camelbak weer vol.

Ik vervolg mijn route richting de Cime de la Bonette, en ik maak natuurlijk even het laatste klimmetje te voet naar de top. Buiten adem kom ik boven, want op 2800 meter hoogte in motorpak een stuk wandelen, dat voel je wel.

IMG_0318.JPG


Vanaf de Col de la Bonette sla ik af naar de Col de la Moutière. Ik heb hier al vaker gereden, maar het zou ook nog mogelijk moeten zijn om via een onverharde route door te steken richting de Col de Cayolle. Ook dat pad ben ik wel eens een stukje ingereden om te kijken, maar ik heb het nog nooit helemaal uitgereden. Dat moet er nu maar eens van komen.

Van de vorige keer kan ik me nog wel herinneren dat het eerste stuk van de route erg slecht was, en dat is nog steeds zo. Heel veel losse stenen en diep uitgesleten watergeulen. Waar veel onverharde routes zoals bijvoorbeeld de Sommeiller en de Parpaillon nog wel een beetje onderhouden worden omdat er ook veel wandelaars en dagjesmensen komen, is dat hier duidelijk niet zo. Snelheid maken zit er echt niet in, ik laat hem rustig naar beneden rollen en manoeuvreer zo goed en zo kwaad als het gaat om de grote stenen heen. Dalen is in dit geval gelukkig makkelijker dan stijgen, want dan heb je minder last van het gebrek aan tractie. Leuk is het wel, ik hou wel van dit soort behendigheidsspelletjes, en de Tenere is daarin een perfecte partner. Rustig en zonder bokken rolt hij stationair in 1 of 2 naar beneden. Op sommige plekken heeft regen- en smeltwater geulen van meer dan een halve meter diep uitgesleten. Stoppen voor een foto lukt niet eens, de motor blijft gewoon niet staan. Terwijl ik behendig om de geulen heen slinger krijg ik van wat wandelaars zelfs een duimpje en een “bravo” als ik voorbij kom. Kijk zo kan het ook.

IMG_0321.JPG


De afstand is het niet, want hemelsbreed zit ik nog steeds maar een paar honderd meter van waar ik begon, maar omdat de snelheid zo laag ligt zit er geen gang in. Na een goed kwartier sta ik onderaan de afdaling, in wat google-maps het Ravin de la Moutière noemt. De Cime de la Bonette nog steeds zichtbaar in de verte. Het pad blijft nu dan wel zo goed als vlak, veel beter wordt het er nog niet op. Het blijven heel veel losse stenen. Ik zweet me inmiddels kapot en het loopt in stralen over mijn rug. Ik hoef dan ook niet lang na te denken als ik even later langs een riviertje kom. Precies waar het water het pad kruist is een stuk waar het zo te zien best diep is. Er is een mooi kommetje uitgesleten of aangelegd, waardoor het zo’n 1,5 meter diep is. Ik kom hier toch geen mens meer tegen, dus snel gooi ik het warme motorpak uit en plons het koele water in. Dit was precies waar ik aan toe was, het water is perfect. Niet zo koud dat je het gelijk afsterft, maar koud genoeg om lekker op te frissen, heerlijk! Ik denk dat ik wel zo’n 10 minuten in het water lig, man wat is dat lekker zeg, onbetaalbaar.

IMG_0324.JPG


Het enige nadeel, het stikt hier van de steekvliegen. Terwijl ik me net stond uit te kleden was ik gelijk al aan de beurt, en zelfs in het water vliegen ze om me heen. Dat beloofd wat voor als ik er zo uit ga. Ik stel het zo lang mogelijk uit, maar ik moet toch een keer de kant op. En zoals verwacht storten ze zich meteen op me. Even rustig opdrogen in de zon zit er dus niet in. Een handdoek heb ik natuurlijk niet gepakt, dus met mijn shirt droog ik me zo goed als het gaat af, dat droogt straks wel weer. Al aankledend voer ik een soort balletvoorstelling uit, al springend en om me heen slaand om de vliegen weg te houden. Het zijn van die grote platte steekvliegen, die steken echt gemeen. Het ziet er van afstand waarschijnlijk behoorlijk komisch uit, maar uiteindelijk heb ik het hele spul weer aan. Ik zweet alweer net zo hard als toen ik aan kwam, maar het was wel heel lekker.

Ik volg de route richting het dorpje Bayasse, en hoe dichter ik het nader, hoe beter de route wordt. Eenmaal op de verharde weg kan ik kiezen, linksaf naar de Col de Cayolle, of rechts richting Barcelonnette. Ik had al min of meer bedacht om vandaag richting Saint-Paul-sur-Ubaye te gaan, een klein dorpje aan de voet van de Col de Vars. Ze hebben daar een prima camping, en het ligt ook gunstig voor de Parpaillon, die ik morgen wil doen. Ik wist alleen niet of het qua tijd haalbaar was, maar het komt precies uit. Het is nog een kilometer of 40 rijden, aankomsttijd 18:00 uur. Perfect dus.

Ik ga dus rechtsaf richting Barcelonnette, dan langs Jausiers en door richting Col de Vars. Tussendoor nog even de tank vol, dan kan ik morgen gelijk de Parpaillon op zonder eerst een pomp te hoeven zoeken. Precies om 18:00 uur sta ik op de camping. De receptioniste vraagt of ik zelf een plek wil kiezen of dat ze er gewoon eentje moet toewijzen. Ik ken de camping en ik vind eigenlijk alle plekken wel prima, dus ze wijst me plek 1 toe. Ik rij naar de plek, maar ik wacht nog even met de tent. Eerst even zitten en wat eten, want ik begin aardig trek te krijgen. Een paar bifiworstjes die ook een beetje last van de warmte hebben doen het wel even voor het komende uur. Terwijl ik net even zit komt er iemand die in steenkolen Frans wat wil vragen. Ik zag ze verderop al uit een Nederlandse auto stappen, maar ik laat ze nog even in het Frans aanmodderen, en antwoord dan in het Nederlands. Of ik van plek wil ruilen, want ze blijven hier twee weken en vinden deze plek het mooist. Best hoor, ik ben toch morgen weer weg. Als jullie dan even mijn tas die kant op dragen, want anders moet ik 3x lopen.

Ik parkeer de motor en de bagage op de nieuwe plek, maar voor ik de tent opzet ga ik eerst even naar de buurtsuper in het dorp. Het is al half 7, en ik weet niet tot hoe laat ze open zijn. Het is nog geen 10 minuten lopen, en ze zijn gelukkig nog open. Het is echt heel basic, ik voel me bijna bezwaard om 2 tomaten te pakken, want dat is gelijk de halve voorraad. Ik heb in ieder geval genoeg om iets eetbaars in elkaar te kunnen knutselen, en ze hebben ook nog koude blikjes. Prima voor nu.

Terug op de camping zet ik snel de tent op, maak wat te eten, en tegen de tijd dat ik ook klaar ben met de koffie zit de avond er al zowat op. In de schemering loop ik nog een klein rondje, en zit nog even langs het beekje. De douche is helaas niet echt warm, en de combinatie van een hoge douchebak en lage douchekop maken het er ook niet makkelijker op. Ik moet bukken om mijn hoofd onder de straal te kunnen krijgen. Maar, ik ben in ieder geval weer schoon, en het is meer douche dan gisteravond.

IMG_0328.JPG


IMG_0326.JPG
 
Je hebt het wel geleerd Frazer...rustiger aan doen op vakantie..niet het maximale willen rijden maar ook je rust nemen.goed bezig. Ik wil ook over 2 jaar.(jaja i know..duurt lang..) het gebied Cuneo en het grensgebied I en F rijden. Hoe heet die camping bij de de Vars?
Mooie fotos man.
 
Je hebt het wel geleerd Frazer...rustiger aan doen op vakantie..niet het maximale willen rijden maar ook je rust nemen.goed bezig. Ik wil ook over 2 jaar.(jaja i know..duurt lang..) het gebied Cuneo en het grensgebied I en F rijden. Hoe heet die camping bij de de Vars?
Mooie fotos man.
Mooi vooruitzicht! Camping is Municipal Bel Iscle in Saint-Paul-Sur-Ubaye
 
Vrijdag 23 juli 2021, dag 8. Gereden: 77km, Totaal: 1971

Voordat ik morgen weer langzaam begin aan de terugweg, gun ik mezelf vandaag nog een rustig dagje. Ik wil via de Tunnel du Parpaillon naar Embrun, en dan daar nog een middagje relaxen aan het meer. Echt veel kilometers staan er dus niet op het programma vandaag. Uiteraard had ik nog andere routes kunnen pakken, maar het is ook wel lekker om het gewoon een keer rustig aan te doen.

Rustig aan of niet, ik ben geen uitslaper dus de wekker gaat om 7 uur. Eventjes mezelf weer in fatsoen brengen, en dan ga ik een rondje lopen. Ik eindig mijn rondje om even voor 8 bij de buurtsuper, waar ze als het goed is ook brood verkopen. Klokslag 8 uur gaat de deur open, en liggen de croissantjes al op me te wachten.

Na een lekker ontbijtje in de zon pak ik de spullen, en om 10 uur rij ik de camping weer af. Het is maar een paar kilometer naar het dorpje La Condamine-Châtelard, waar de klim naar de Tunnel du Parpaillon begint. Het eerste stuk loopt nog tussen de bomen door, maar na een paar kilometer kom je boven de boomgrens uit. De route naar de tunnel gaat rechtdoor, maar je kunt nog een heel stuk links de vallei inrijden, en ik ben wel eens benieuwd waar dat uitkomt. Omdat ik toch tijd zat heb ga ik het eens proberen. Het blijkt nog best een eind door te lopen, maar uiteindelijk loopt het dood aan het einde van het dal. Een klein hutje, waarschijnlijk van een herder ofzo, maar dan blijft er slechts een smal wandelpad over. Even rust bij de stukken en genieten van het uitzicht, en dan weer terug.

IMG_0330.JPG


De klim naar de Parpaillon blijft mooi, mooier dan via de andere kant als je het mij vraagt. Je hebt continue een prachtig uitzicht op de vallei waar ik net doorheen reed. Er liggen wel flink wat losse stenen, maar het is lang niet zo lastig als de route van gisteren. Ik doe het rustig aan, ik heb geen haast en zo kan ik mooi een beetje om me heen kijken. Ik vind het iedere keer weer indrukwekkend als je over die kale bergen rijdt, en na een van de laatste bochten doemt in de verte opeens de tunnel op. Ik rij door tot de tunnel, en stop daar even voor een pauze. Op een muurtje van wat ooit ook een militair complex is geweest zit ik even te genieten van het uitzicht en de stilte.

IMG_0333.JPG


IMG_0336.JPG


IMG_0348.JPG


Even later komen er twee andere motorrijders uit de tunnel. De voorste, een Duitsers op een dikke GSA Rallye denkt even stoer door de grote plas water te rijden. Het is water wat uit de tunnel komt lopen, maar op de bodem van de plas ligt een laag spekglad slijk en slijpsel van de rotsen. Dat gaat hem niet worden denk ik nog, maar hij is al onderweg. Hij is gelukkig zo slim om niet door het midden te gaan, want ik denk dat het aardig diep is, maar langs de rand is ook niet ongevaarlijk. Zijn achterband glijdt weg over een spekgladde en modderige steen, en daar gaat hij. Gelukkig voor hem, een beetje jammer voor mij, gaat hij zelf niet languit de modder in, maar de GS ligt wel op één oor. Hij ligt in de zachte prut, dus veel schade zal hij niet gehad hebben. Ik help hem even het ding weer op de wielen te zetten, en hou hem een beetje in evenwicht, anders ligt hij straks weer. Intussen is zijn vrouw er ook, die hem een beetje vragend aankijkt waar dat nou weer voor nodig was.

Ik neem weer plaats op mijn muurtje, en zit het allemaal een beetje gade te slaan. Echt veel talent lijken ze niet hebben. Hij wil samen met zijn vrouw en de motoren een foto voor de uitgang van de tunnel maken, maar ze heeft haar 1150 GS op ongeveer de meest onhandige plek die te vinden was geparkeerd. Heuvel af, en ook nog eens scheef. Daarbij is ze zelf zo klein dat ze nauwelijks met haar voeten bij de grond kan. Ze wil de motor keren om hem voor de uitgang van de tunnel neer te zetten, maar dat wordt geen succes. Haar man roept nog van afstand dat ze op hem moet wachten, maar het is al te laat. Daar gaat GS nummer 2 naar de grond, maar deze keer iets harder dan de vorige. Hij valt met een flinke klap op de koffer, en omdat hij haaks op de helling stond scheelt het weinig of hij had een koprol over de lengte as gemaakt. Zonder koffer was dat waarschijnlijk gebeurd, maar nu komen ze net goed weg. Er volgt bijna een Duitse echtscheiding, best grappig als ze niet doorhebben dat je ze letterlijk verstaat, maar ik vind zoiets altijd wel sneu. Zou ze nou meegaan omdat ze het zelf zo leuk vind, of om hem een plezier te doen? Ik krijg sterk de indruk dat ze het voor hem doet. Maak het jezelf niet zo moeilijk en ga op zoek naar een lichte allroad waar je wel de controle over hebt, dat maakt het zo veel leuker. Maar wat weet ik ervan, misschien rijdt ze hem op het asfalt wel het snot voor de ogen.

Na nog een kort praatje met een (zowaar vloeiend Engels sprekende) Fransoos die benieuwd was naar mijn ervaringen met de T7, stap ik ook weer op. Ik heb best een tijdje boven gezeten, maar dat is ook wel eens leuk, ik heb toch tijd zat vandaag. De tunnel zelf is niet zo heel spannend, het is modderig maar verder kom je er prima door. Aan de andere kant nog even een foto, en dan weer door.

IMG_0344.JPG


IMG_0357.JPG


De route aan de Noordkant ligt er wat beter onderhouden bij als de andere kant. Grote stenen liggen er niet, en het is overal makkelijk te rijden. Ongeveer halverwege de afdaling stop ik op een mooi plekje om wat te eten. Dat had ik uiteraard ook makkelijk boven kunnen doen, maar juist nu ik de tijd heb vind ik het wel leuk om het allemaal wat meer te beleven in plaats van er altijd maar snel doorheen te rijden. Zittend op een rots langs een beekje, prachtig uitzicht, schreeuwende Alpenmarmotten die waarschuwen voor deze indringer, wat zijn de bergen toch mooi. Waarschijnlijk staan staan de motorrijders en fietsers zich nu te verdringen op de Iseran, Galibier en Bonette voor het mooiste plaatje bij het bord, maar hier is helemaal niemand. De hele berg is voor mij.

IMG_0361.JPG


De rest van de afdaling kan wat vlotter, de route ligt er keurig bij. Beetje jammer, dat wel, maar het schiet wel op. Net voor het gehucht Crévoux wordt het weer verhard, en daal ik verder af naar Embrun. Het is nog geen 14:00 uur als ik beneden aan het Lac de Serre Ponçon sta. Het is nog een beetje vroeg om naar de camping te gaan, want de receptie is waarschijnlijk toch nog gesloten. Gelukkig weet ik verderop nog wel een strandje waar het meestal niet zo druk is, dus ga ik daar even een uurtje zitten. Druk is het dit keer trouwens wel, maar er is alsnog plek genoeg.

Na een uurtje op het strand vind ik het wel weer mooi geweest. Het wordt een beetje eentonig, maar ook hier is een camping waar ik al vaker ben geweest. Niet dat ik altijd perse naar een bekende camping terug wil, maar als je weet dat het goed is, waarom zou je dan een andere zoeken? De eigenaar is in ieder geval pro motorrijders weet ik nog wel van de vorige keer. Embrun is wel erg toeristisch en druk, maar het stikt hier van de campings dus als ze geen plek hebben zoek ik wel wat anders. De receptie gaat net open als ik aan kom, en ik heb geluk, ze hebben nog precies één plek. Ik heb hier in het voor- en naseizoen wel eens nagenoeg alleen gestaan, en dan vraag ik me wel eens af of zo’n camping ooit vol staat. Ja dus. In een week of 6 tot 8 per jaar harken ze waarschijnlijk 80% van de hele jaaromzet binnen. Mijn plek is pas vanaf morgen weer gereserveerd, dus voor één nachtje kan het. Langer zou ik toch niet blijven, dus dat komt goed uit. Het is natuurlijk wel stervensdruk, maar voor die ene nacht heb ik daar niet zo’n moeite mee. Omdat ik maar alleen ben en alle prijzen zijn gebaseerd op 2 personen inclusief stroom krijg ik nog een tientje korting. Dan nog is het met 30 euro per nacht belachelijk duur, maar aan de volle camping te zien kan hij het makkelijk vragen. Op andere campings in deze regio zal het niet veel goedkoper zijn.

Als de tent staat doe ik nog even een handwasje, precies genoeg dat ik het red tot thuis, dus dat hoeft deze vakantie niet meer. Als alles hangt pak ik mijn spullen en loop nog even naar het meer. Ik ben geen strandganger, maar zwemmen in natuurwater vind ik wel leuk, en met deze temperaturen is het lekker om even af te koelen. Een uurtje strand, en dan heb ik wel weer genoeg gehad.

Ik had gedacht om op de terugweg gelijk langs de supermarkt te lopen, maar helaas ben ik mijn mondkapje vergeten. In Nederland is het inmiddels alweer afgeschaft, en zo lang als het duurde voordat ik het in mijn systeem had, zo snel is het er alweer uit. Ze zijn er hier behoorlijk streng op, dus er zit niks anders op dan eerst terug naar de camping te gaan. Niet dat het nou zo heel ver is, maar toch.

Ik haal gelijk eten voor vandaag en morgen, want morgen heb ik een lange dag gepland. Door dat uurtje aan het strand een keer extra naar de camping lopen is het alweer best laat als ik terug ben bij de tent. Ik kook nooit zo uitgebreid, en als ik geen tijd of zin heb, of als het erg warm is hou ik het meestal bij een salade. Zak sla, tomaat, paprika, blikje bonen of linzen om het nog een beetje inhoud te geven, blikje tonijn met tomatensaus, scheutje olie, even husselen en klaar. Makkelijk, snel, gezond en weinig afwas.

Nadat ik snel een bakkie heb gedaan loop ik nog even naar het centrum van Embrun. Het is een kwartiertje lopen van de camping, dus dat is net nog even mooi. Embrun is een stadje wat bovenop een rots ligt, niet groot maar met een gezellig en toeristisch centrum. Ik slenter een beetje door de straatjes, winkeltjes zijn nog open, terrasjes vol en de sfeer is goed. Na het testen van het lokale schepijs zit ik nog even op een terrasje te kijken naar een live bandje, en tegen 23:00 uur heb ik het wel weer gezien. Het is even lastig om in het donker het juiste wandelpad weer te kunnen vinden, maar het is gelukt. Op de camping nog even douchen, en dan naar bed.

IMG_0362.JPG
 
@Frazer , prachtig verslag. voor mij meest bekent terein. wij zijn al heel vaak in die regio geweest , meestal gewoon de verharde wegen, maar sinds wij een bmw gs adventure hebben ook al eens off-road gereden. graag zou ik ook eens die maira stura en de parpilion rijden. ik rijdt wel altijd met mijn vrouw achterop , mijn vraag is dan is dat te doen in deze combinatie ?

gr. BMWerner
 
@Frazer , prachtig verslag. voor mij meest bekent terein. wij zijn al heel vaak in die regio geweest , meestal gewoon de verharde wegen, maar sinds wij een bmw gs adventure hebben ook al eens off-road gereden. graag zou ik ook eens die maira stura en de parpilion rijden. ik rijdt wel altijd met mijn vrouw achterop , mijn vraag is dan is dat te doen in deze combinatie ?

gr. BMWerner
Maira Stura zeker wel, Parpaillon ook wel, maar dan zou ik aan de kant van Embrun omhoog gaan. Die kant is sowieso makkelijk te rijden en ook niet steil. De zuidkant is iets steniger, dat lijkt me met een passagier makkelijker om af te dalen.
 
Maira Stura zeker wel, Parpaillon ook wel, maar dan zou ik aan de kant van Embrun omhoog gaan. Die kant is sowieso makkelijk te rijden en ook niet steil. De zuidkant is iets steniger, dat lijkt me met een passagier makkelijker om af te dalen.


Naar mijn ervaring is moeilijk omhoog rijden makkelijker dan moeilijk naar onder rijden... maar goed, met duo heb ik al zo'n 20 jaar geen ervaring mee.


Die Maira Stura triggert mij ook, zit hier samen met jouw verhaal en google maps te ontdekken waar dat ongeveer moet lopen...

Een gpx trackje ervan heb je niet beschikbaar? Of een printscreen van de track in Basecamp ofzo? O-)




Topverslagje weer hoor! :t
 
Ik help hem even het ding weer op de wielen te zetten, en hou hem een beetje in evenwicht, anders ligt hij straks weer.
Mooi verhaal zo Frazer! Enne, paar jaar geleden was ik heeeel blij dat jij nog ff in je spiegeltjes keek en terugkwam om mij met de Ten uit de prut te helpen! :}
 
Maira Stura zeker wel, Parpaillon ook wel, maar dan zou ik aan de kant van Embrun omhoog gaan. Die kant is sowieso makkelijk te rijden en ook niet steil. De zuidkant is iets steniger, dat lijkt me met een passagier makkelijker om af te dalen.

dank voor de info. als de corona toestand het toe laat gaan we deze zomer die kant op.

gr. BMWerner
 
De Col Bayasse (Ook door frazer gereden en ikzelf 2 jr geleden met xrv750) tussen Bonnette/Moutiere en Col Cayolle zou ik zeker niet met duo rijden. Veel grote stenen in de hairpins.

Mooi verslag hoor!!!!
Hieronder voor het overzicht een bladzijde uit het Denzel boek: Valli Maira-Stura. Kaart is gedraaid, Demonte ligt onderaan de kaart.
20220121_165622.jpg
 
Naar mijn ervaring is moeilijk omhoog rijden makkelijker dan moeilijk naar onder rijden... maar goed, met duo heb ik al zo'n 20 jaar geen ervaring mee.


Die Maira Stura triggert mij ook, zit hier samen met jouw verhaal en google maps te ontdekken waar dat ongeveer moet lopen...

Een gpx trackje ervan heb je niet beschikbaar? Of een printscreen van de track in Basecamp ofzo? O-)




Topverslagje weer hoor! :t

Ik zal binnenkort de Garmin even aan de pc hangen, kijken of het tripreport er nog in staat. Als je het weet is het niet moeilijk te vinden, maar omdat ik geen gedetailleerde kaart had moest ik wel even zoeken. Zoals op de foto uit de Denzel staat heb ik hem ook gevonden. Als je op de splitsing tussen de dorpjes Canosio en Marmora rechts aanhoudt en het dorpje Canosio passeert kan het eigenlijk niet missen. Op maps staat wel de Col Preit, daar begint het eigenlijk. Col Preit · 1, 12020 Preit CN, Italien
dank voor de info. als de corona toestand het toe laat gaan we deze zomer die kant op.

gr. BMWerner

Ik denk dat de Finestre en Assietta ook nog wel goed met duo te rijden zijn, daar zitten geen hele steile of slechte stukken in. De Jafferau op zich ook wel, zolang je maar niet via de skipiste gaat. De andere kant heeft ook weinig lastige stukken, hooguit de laatste paar bochten naar de top, maar dat is maar een klein stukje. Dan zou vrouwlief altijd het laatste stukje te voet kunnen gaan, dat is maar een paar honderd meter.
 
Laatst bewerkt:
Zaterdag 24 juli 2021, dag 9. Gereden: 359km, Totaal: 2331

De wekker staat zoals iedere dag weer om 7 uur. Ik begin met een wandelingetje over de camping, en inderdaad heeft de eigenaar geen woord gelogen toen hij zei dat mijn plek de enige vrije plek was. Werkelijk alle plekken zijn bezet. Zo ziet een familiecamping er in het hoogseizoen dus uit. Wat herrie en drukte betreft viel het me trouwens erg mee gisteren, hoewel ik ook maar amper op de camping geweest ben. Iets voor 8 uur gaat de receptie al open en kan ik mijn verse broodjes afhalen.

Het was me net wel opgevallen dat het een beetje bewolkt was, maar terwijl de koffie net op het vuur staat begint het zelfs te spetteren. Daar had ik niet op gerekend! Het regent niet echt hard, maar te hard om buiten te blijven, dus er zit niets anders op dan naar binnen te verplaatsen. Er vallen een paar buitjes en er klinken zelfs wat klappen onweer. Gelukkig zijn het geen grote hoeveelheden, en na een half uurtje is het weer droog. Intussen heb ik de tent van binnenuit al opgeruimd, en met een beetje vertraging door de regen ben ik om 10:30 uur klaar voor vertrek.

Na een dagje relaxen staat er vandaag een flinke rit op de rol. Geen idee hoeveel kilometer precies, want de route zit vooral in mijn hoofd, maar vanavond wil ik wildkamperen op de Cormet de Arêches dus het maakt me niet zoveel uit als het wat later wordt.

Bij de Intermarche gooi ik de tank nog even vol, en rij dan richting de brug over het Lac de Serre Ponçon. Het is druk, de verkeerslichten zorgen voor wat opstoppingen, maar gelukkig kan ik er redelijk langs. Net voor Gap sla ik af om via een klein colletje een stukje af te snijden en de stad te omzeilen. Even voorbij Gap kom ik de N85 richting Grenoble weer op. Het is druk, veel vakantieverkeer, en een aantal van die tijdelijke verkeerslichten bij wegwerkzaamheden zorgen voor flinke rijen. Het is een continue stroom verkeer, en hoewel je eigenlijk ook wel weet dat je met inhalen nauwelijks iets opschiet ga je er toch voor als er zich een kans voordoet. Om bij het volgende verkeerslicht alsnog voor dezelfde auto stil te staan.

Gelukkig ben ik een van de weinigen die afslaat naar de Col d’Ornon. Ik ben blij dat ik uit de drukte ben, want ik had me een beetje verkeken op dit stuk. Ik dacht dat ik er zo zou zijn, maar het heeft me dik een uur gekost. Bij een rustige buurtsuper haal ik even wat te eten voor vanmiddag. Ik had het vanochtend wel kunnen bestellen, maar aangezien ik ook geen broodbeleg had moest ik vandaag toch even langs een winkel. Een stokbrood, beetje kaas en worst voor vanmiddag en de lunch is geregeld. Omdat ik er niet voorbij kan lopen voor nu nog even een koffiebroodje, die ik op een picknickbankje voor de winkel opeet.

De Col d’Ornon is niet zo boeiend, dus daar hoef ik niet te stoppen. Ik ga door naar Le Bourg d’Oisans, en terwijl ik die kant op rij besluit ik ook de Alpe d’Huez nog maar even mee te pakken, daar ben ik al een tijd niet meer geweest. Onderweg naar de top passeer ik uiteraard de nodige fietsers, maar heel druk is het gelukkig niet. Bovenop de Alpe d’Huez moet ik even zoeken, je kan hier verder, maar waar was dat ook alweer? Google-maps bied uitkomst. Het weggetje dat ik in gedachten had blijkt naar de Col de Sarenne te gaan, en is snel gevonden. Het is een leuk, smal en niet al te best weggetje, daar hou ik wel van. Na een korte stop op de top ben ik weer door. Ik wilde hier even lunchen, maar het waait me veel te hard op de top. Een paar kilometer verderop zit ik weer aan de goede kant van de berg en is de wind zo goed als weg.

IMG_0363.JPG


IMG_0364.JPG


Na de lunchpauze rij ik het weggetje af tot ik weer op de doorgaande weg uitkom. De extra lus heeft me meer dan een uur gekost, terwijl het vanaf hier maar 16 kilometer naar Bourg d’Oisans is. Maar het was de moeite waard, en daar gaat het om. Na een kilometer of 25 sla ik op de Col de Lautaret af naar de Galibier. Na meerdere reisverslagen weet ik niet meer precies wat ik allemaal al geschreven heb, dus het kan goed zijn dat ik in herhaling val als ik zeg dat de Galibier een van mijn favorieten was. Jaren terug, mijn eerste echte motorvakantie in de bergen, stond ik met mijn vader op een camping in Bourg d’Oisans. We hadden de motoren op een aanhanger staan, en de eerste echte bergrit was gelijk de Galibier. Die heeft sindsdien altijd een speciaal plekje bij me gehad. Ook bij m’n vader, en als we op latere vakanties enigszins in de buurt waren moesten we er altijd even overheen. Waarom weet ik niet, het was gewoon onze weg. Ik denk dat het 2019 was dat we hier voor het laatst samen waren. Ik heb toen bij zo’n fotograaf langs de weg de foto van mijn vader besteld en deze later op canvas laten afdrukken. Deze hing sindsdien bij hem in de huiskamer boven de bank, en bij zijn uitvaartdienst op 21 april van dit jaar stond hij voor de kist. De Galibier was al speciaal, maar heeft er nog een extra lading bij gekregen. Natuurlijk rij ik hem niet voor het eerst zonder hem, maar wel voor het eerst sinds hij er niet meer is. Ik doe het rustig aan op de weg naar boven, mijn gedachten zijn niet helemaal bij de weg. Eenmaal op de top loop ik een stukje weg uit te drukte en vind een mooi plekje om even te kunnen zitten. Ik pak de betreffende foto er even op mijn telefoon bij, en als je hem dan zo ziet rijden tegen dezelfde achtergrond als waar ik nu op uitkijk, dan hoef ik vast niet uit te leggen wat er dan gebeurd. Het zijn dierbare herinneringen, maar godver wat mis ik hem!

IMG_0365.JPG


IMG_0366.JPG


Om mijn hoofd weer even leeg te maken neem ik het er op de afdaling richting Vailloire nog even van. Ik ga er goed voor zitten en geef de motor even flink de sporen. Gelukkig is het vrij rustig, en afgezien van een paar auto’s en twee Goldwings, heb ik weinig verkeer voor me. De fotograaf die langs de weg staat komt wel erg dichtbij (of ik eigenlijk bij hem), en zie ik nog net een sprongetje achteruit maken als ik langs hem schiet. Er slijt iets mee, geen idee wat maar ik gok dat de middenbok een beetje bijgepunt wordt. Ik wil me in een van de laatste bochten nog even positioneren om een GS en een auto in te halen, maar als ik net voor de bocht goed wil aanremmen merk ik dat ik geen achterrem meer heb. Die heeft het waarschijnlijk een beetje te warm gekregen. Ik stop het spelletje maar en blijf er rustig achter. In Valloire moet ik toch nog even snel de supermarkt in, dus kan de boel weer even afkoelen.

Na een paar minuutjes supermarkt is de rem weer terug, en kan ik weer door. Op de Col du Télégraphe is weinig te beleven, dus daar stop ik sowieso nooit. Helaas draait er net voor me een auto van de Gendarmerie de weg op, dat gaat een lange afdaling worden. Na een paar bochten komen we achter een camper en een rits auto’s te zitten en vind ik het wel mooi geweest. Een beetje beschaafd er langs dan maar. Ik schiet er weinig mee op, want een paar bochten verder zit de volgende rij auto’s alweer voor me. Alles wat niet op de Galibier reed zit blijkbaar hier.

Ik heb er inmiddels alweer een goede 250 kilometer opzitten, dus de motor lust wel weer een slokje. De tankinhoud vind ik een van de weinige nadelen van de 700. Zo rond de 270km gaat het lampje meestal wel knipperen. Ik heb hem nooit leeg gereden om te kijken hoe ver je echt komt, maar met zo’n lampje voor je neus rij je toch niet echt lekker meer. Op de 660 redde ik de 450 kilometer meestal wel, en als ik echt mijn best deed zelfs de 500. Maar die had dan ook bijna 10 liter meer aan boord.

In Saint-Jean-de-Maurienne gooi ik de tank even vol, en ga dan richting de Lacets de Montvernier. Blijft altijd leuk om even mee te pakken. Ik ga door over de Col de Chaussy, en maak dan de onverharde doorsteek naar de Col de la Madeleine. Altijd leuk om er nog even een stukje onverhard tussendoor te doen.

IMG_0368.JPG


Het is alweer 18:30 uur als bovenop de Madeleine sta. Het is rustig, afgezien van een paar campers ben ik de enige. De klok loopt lekker door, dus ik hou het bij een korte stop. Ik gooi alleen even een paar koekjes naar binnen, want ik ben zeker nog wel 1,5 uur bezig voor ik op mijn eindpunt van vandaag ben.

De afdaling van de Madeleine schiet ook lekker op, ik kom niemand tegen dus ik kan lekker doorrijden. Het blijft toch altijd wel een heel leuk stuk om te rijden. Eenmaal beneden in het dal pak ik een stuk N90, langs Moutiers naar Aime. Dan ga ik aan de andere kant van het dal de berg weer op, bijna richting dezelfde camping als waar ik aan het begin van de week stond. Ik kan hem zien liggen, maar dit keer pak ik de route naar de Cormet d’ Arêches. De laatste dag in de bergen wil ik nog afsluiten met een nachtje wildkamperen. Het plekje heb ik al in gedachten, want daar stond ik vorig jaar ook al. Als het vrij is tenminste.

IMG_0371.JPG


De laatste paar kilometers gaan weer onverhard, en ik rij gelijk naar mijn vaste plekje. Helaas is het helemaal kapot getrapt door de koeien, en ligt het overal vol met stront. Ik gok dat de mobiele melkmachine van de boer hier een tijdje heeft gestaan. Je kan precies zien tot waar het schrikdraad heeft gestaan, want daarnaast is het weer prima. Ik moet dus noodgedwongen een paar meter lager staan, waar het helaas niet helemaal vlak is, maar ik moet het er maar mee doen.

Als de tent staat maak ik snel wat te eten, want het is inmiddels al 21:00 uur en ik heb trek. In het laatste avondlicht loop ik nog een klein stukje, en om 23:00 uur zoek ik mijn bed op. Het was een lange dag, dus ik ben best moe.

IMG_0372.JPG


IMG_0375.JPG
 
Leuk om te lezen! Wat is eigenlijk je reden om je 660 aan te houden (als ik het goed heb begrepen dat je die ook nog hebt) terwijl je deze 700 ook hebt?
 
Leuk om te lezen! Wat is eigenlijk je reden om je 660 aan te houden (als ik het goed heb begrepen dat je die ook nog hebt) terwijl je deze 700 ook hebt?
Inmiddels zijn de prijzen aardig opgelopen maar toen ik de 700 eind 2019 bestelde deden de 660's helemaal niks in inruil, zeker niet met bijna 120.000 op de teller. Omdat ik er nog steeds met veel plezier op reed heb ik besloten hem te houden. Nu zou ik hem voor een redelijk prijs wel kwijt kunnen denk ik, maar ik vind het nog steeds de leukste motor die ik ooit heb gehad, dus hij mag lekker in de stal blijven. Ik pak hem nog steeds regelmatig, niet meer voor echt lange reizen maar korte vakanties en weekendjes weg doe ik er nog steeds mee, en dat bevalt me prima. De 700 is een prima motor, doet alles goed, maar daar zit ik ook gelijk mijn minpunt. Ik mis het karakter van een eencilinder.
 
Gaaf man! Land-Rover Series 3 denk ik?
Geen idee, ik ben nl niet ‘thuis’ in landrovers. Wij, mijn motormaat/vriendinnen, mochten hem een dag lenen toen we op de camping in Guillestre met de motoren en tent stonden. Ik weet nog goed dat we bijna een week met slecht weer daar stonden en eindelijk een droge rit met de landrover hadden. Wel zo prettig omdat je toentertijd weinig goede all-weather kleding had…lookwell en een fietsregenpak

Iig geval genoten van jouw verhaal en wij toentertijd ook, alleen dat was ruim 40 jaar terug..…zuidzijde is iig fraa!

en gelukkig heb ik nog super-8 beelden van onze vele reizen daar….



73BFD9C6-5805-49DA-8E03-AB9DEBF64F22.jpeg
 
Zondag 25 juli 2021, dag 10. Gereden: 373.5km, Totaal: 2704.5

Ondanks dat ik niet helemaal recht lag heb ik als een blok geslapen. Een handdoek en een trui onder mijn matje waren blijkbaar voldoende. Het dal hangt nog vol bewolking, maar ik verwacht dat dit in de loop van de ochtend wel oplost. Bij een riviertje verderop gooi ik even een plens water in mijn gezicht, en dat moet het dan maar zijn voor vandaag. Nadat ik nog een rondje heb gelopen zet ik een bakkie en ga ik ontbijten. De bewolking wordt inderdaad steeds minder, al komt er af en toe nog wel wat voorbij drijven. Daar achter is het gelukkig gewoon weer blauw, dus het ziet er prima uit.

IMG_0380.JPG


IMG_0382.JPG


IMG_0385.JPG


Om 09:45 uur heb ik het hele spul weer bij elkaar gepakt en ben ik klaar voor vertrek. Ik daal de Cormet d’ Arêches af, en ga richting Col du Pre. De Garmin weet een kortere weg, die ook nog eens onverhard is, dus dat is altijd goed. Vanaf de Col du Pre daal ik af naar het stuwmeer van de Roselend. Hoewel ik de andere kant op moet, kan ik de drang om toch nog één keer de Cormet de Roselend op te rijden niet weerstaan. Helaas duik ik al snel de bewolking weer in, en is het één grote mistbank boven. Ik keer weer om, en daal af richting Beaufort. Op de heenweg heb ik hier altijd het gevoel dat het echte werk gaat beginnen, op de terugweg betekend het dat ik de bergen weer langzaam achter me zal laten. Tot volgend jaar!

IMG_0387.JPG


In Beaufort vul ik de camelbak weer even bij, en ga dan door naar de supermarkt even buiten het dorp. Het is zondag vandaag, dus de winkels zijn alleen in de ochtend geopend. Makkelijk dat in Frankrijk bijna alle supermarkten ook wel een tankstation hebben, dus nu ik hier toch sta gooi ik gelijk de motor even vol. Met de boodschappen in huis rij ik weer richting Annecy. Langs Ugine pak ik de weg langs het meer weer op. Het zal geen verassing zijn, op mijn vaste strandje maak ik natuurlijk even een stop. Om 12:30 uur ben ik daar, precies lunchtijd. Eerst verruil ik snel het motorpak voor de zwembroek en ga even zwemmen. Dan even wat eten, nog een keer het water in, opdrogen, omkleden en weer door. Het blijft toch gewoon heerlijk, ik zou er bijna speciaal voor heenrijden.

Om 14:00 uur zit ik weer op de motor. In Annecy is het een stuk rustiger dan op de heenweg, waarom weet ik niet, want ook vandaag is het zondag en prima weer. Met de juiste route in de Garmin ben ik de stad gelukkig snel weer uit. De route, met hetzelfde kapelletje als op de heenweg als viapunt, loopt over landelijk en rustige wegen, helemaal prima dus. Ongeveer 40 minuten vanaf Annecy kom ik langs het kapelletje, ik maak ik toch even een korte stop. De uitlopers van de Alpen rechts, Geneve en het Lac Leman in het midden, en de Jura links, het blijft een mooie plek.

IMG_0389.JPG


De Col de la Faucille is rustig, maar daarna wordt het snel minder. Ze zijn bezig met de weg, dus ik kom gelijk op een kilometers lang traject met vers split terecht. En als we als motorrijders ergens een hekel aan hebben, dan is het wel los split op de weg. Hoewel, een beetje gecontroleerd spelen in de bochten is best grappig. Na een paar kilometer houdt het split op, maar hier zijn ze wat minder ver met het nieuwe asfalt. De toplaag is er af, en hoewel het iets minder verraderlijk is dan split rijden die freesvakken ook niet echt lekker. Met name die lengtegroeven maken de boel nogal nerveus.

Het laatste echte bochtentraject was door de werkzaamheden helaas niet wat ik ervan verwacht had. Op de heenweg was er nog niets te zien, er kan een hoop veranderen in een week. In Saint-Laurent-en-Grandvaux, waar ik op de tweede dag nog op de camping stond, pak ik nu even de kaart erbij om een plan voor de laatste uurtjes van de dag te maken. Het is 16:30 uur, en ik wil eigenlijk nog naar de Vogezen.

M’n moeder (mijn ouders zijn al 25 jaar gescheiden), staat op een camping aan de rand van de Vogezen. Ik heb met ze afgesproken om daar morgen even een bakkie gaan doen. Eigenlijk dacht ik vandaag gewoon naar dezelfde camping te rijden, maar ze staan op een naturistencamping. Er zijn grenzen aan mijn kampeeravonturen, dus die eer laat ik even aan me voorbij gaan. Ik kies voor een camping aan de rand van Vesoul. Een prima camping die ik ook al een aantal keer voor doorreis heb bezocht. Het is 2 uurtjes rijden, dus dat komt eigenlijk precies goed uit.

Omwille van de tijd pak ik gewoon de doorgaande wegen, want anders gaat het allemaal wel erg lang duren. Gelukkig ligt er een prima Route Nationale, dus het schiet redelijk op. Net voor de camping gooi ik de tank nog even vol, dan kan ik morgen meteen van start. Na aanmelden op de camping kies ik ook gelijk maar voor dezelfde plek als waar ik de laatste keer stond. Het lijken wel autistische trekjes met al mijn vaste campings en plaatsen, maar als het goed is het goed toch? Ik heb in de loop van de jaren trouwens ook genoeg campings gezien waar ik absoluut niet meer terug kom.

Na het eten trek ik nog even een paar baantjes in het zwemmeertje, want het ligt er toch en nu kan het nog. Na het zwemmen ga ik gelijk douchen, dan hebben we dat ook weer gehad. Als ik nog even voor de tent zit komen er helaas hele pelotons muggen tot leven. Ik word echt helemaal lek gestoken. Dan nog maar even een rondje lopen, want zolang je blijft bewegen gaat het wel. Na nog een klein uurtje lopen kruip ik de tent maar in, want buiten is het echt niet uit te houden. Even een stukje Netflixen nog, en dan naar bed.

IMG_0392.JPG


IMG_0393.JPG
 
Maandag 26 juli 2021, dag 11. Gereden: 444km, Totaal: 3148,5

De wekker gaat weer om 7 uur. Gisteravond hoorde ik wat regen op de tent, maar het lijkt erop dat het daar ook bij gebleven is, want alles is redelijk droog. Snel even aankleden en een rondje lopen. Om 8 uur zijn mijn bestelde broodjes af te halen bij de receptie en ga ik ontbijten. Ik had gehoopt dat de muggen zouden uitslapen, maar dat is helaas niet het geval. Waarschijnlijk zitten ze allemaal tussen het natte gras, want zodra ik van het gras op de stenen kom zijn ze bijna weg. Ik verplaats de boel naar het pleintje voor het toiletgebouw en kan daar zonder al te veel overlast ontbijten.

Om half 9 begin ik met inpakken van de tent, en dat moet natuurlijk wel in het natte gras. In korte broek is het gewoon niet te harden, ik word helemaal lek gestoken. Er zit niets anders op dan de motorbroek vast aan te trekken, dan is dat in ieder geval een zorg minder. Door het buitje van gisteravond is het benauwd, en binnen de kortste keren zweet ik me kapot. Om kwart over 9 is alles gereed en rij ik de camping af. Nog nooit zo blij geweest met rijwind, verkoeling en weg van de muggen.

Om 10 uur heb ik in het plaatsje Fougerolles afgesproken om met m’n moeder een bakkie te gaan doen. Zij willen daar in de buurt iets bekijken, en voor mij ligt het redelijk op de route. Komt goed uit. Het is 40 minuutjes rijden vanaf Vesoul, dus ik ben precies op tijd. Wie er eerder is zoekt een terrasje voor een bakkie. Ik rij net het dorpje binnen als ik een appje met hun locatie krijg, dat is nog eens timing. We ontmoeten elkaar op het dorpspleintje, maar waar we al bang voor waren, het is maandagochtend en er is niets open. De bakker gelukkig wel, maar deze heeft geen gelegenheid om te zitten. Gelukkig is moeders zo slim geweest om voor de zekerheid een thermoskan koffie mee te nemen, dus met een paar stukken taart van de bakker nemen we plaats op een bankje op het dorpsplein. Het is natuurlijk leuk om elkaar even te zien, zeker als je ver van huis zo dicht bij elkaar in de buurt bent.

De lucht was al dreigend, en net als ik me weer opmaak om te vertrekken begint het te regenen. Gelukkig zitten we hier droog en wacht ik het ergste even af. Iets voor 12 uur lijkt het weer wat droger en gaan we ons eigen weg weer. Helaas trekt de bui precies de kant op die ik op wil, dus ik ben bang dat ik nog wel wat water krijg.

Omdat ik niet al te veel tijd heb moet ik het houden bij een beperkt rondje door de Vogezen. Het is al 12 uur, ik moet nog eten, en ik wil vanavond overnachten in Luxemburg. Mijn moeder komt daar net vandaan, en de meeste campings schijnen ondanks de overstromingen van vorige week weer open te zijn. Ik ga over de N57 richting Remiremont, en onderweg haal ik inderdaad de bui weer in. Gelukkig ziet het er om me heen niet al te dreigend meer uit, dus ik verwacht dat het zo wel goed komt. Vanuit Remiremont ga ik richting La Bresse, een omgeving die ik goed ken omdat ik daar in de winter regelmatig kom. In La Bresse loop ik even snel de supermarkt in voor een stokbrood en wat beleg, en ga dan snel weer verder. Afgezien van een paar druppels blijft het gelukkig redelijk droog. Over de kleine Col de la Vierge ga ik richting Col de Bramont. In de winter loop ik hier vaak sneeuwschoenwandelingen in de omgeving, dus het is altijd leuk om het dan ook weer in de zomer te zien en wegen te rijden waar in de winter soms 2 meter sneeuw ligt.

Aanvankelijk had ik het idee om door te rijden naar Cernay om daar het begin van de Route des Crêtes op te pakken, maar dan gaat het echt laat worden vandaag. Dan maar vanaf Wildenstein omhoog naar Le Markstein, en daar de route oppakken. Het kan niet altijd feest zijn, en de afgelopen week heb ik genoeg moois gereden.

Het is relatief rustig op de Route des Crêtes, ik had het drukker verwacht. Bovenop de Hohneck stop ik even, haal het brood en beleg tevoorschijn en ga even wat eten. Het is te bewolkt om echt ver te kunnen kijken, dus een laatste blik op de Alpen zit er helaas niet in. Ik hou het kort, het terras is verleidelijk maar het is al 15:00 uur en het kost me sowieso nog 2,5 uur om in Luxemburg te komen.

IMG_0396.JPG


Ik steek de Col de la Schlucht nog over en rij door tot de Bonhomme, maar dan is het uit met de pret. Ik steek door naar Saint-Die, en tik dan de snelste route naar Luxemburg aan. Via Nancy en Metz, waar het gelukkig vrij rustig is, kan ik lekker doorrijden. Net over de grens de tank nog even vol, en dan het laatste half uurtje richting Ingeldorf. Het begint een beetje te spatten, maar gelukkig zitten er in de A7 naar Ettelbruck een aantal flinke tunnels, en is een het een paar bergen verder weer beter.

Om half 7 kom ik aan op mijn vaste camping in Ingeldorf, praat natuurlijk even bij over de wateroverlast van vorige week, en zoek een plekje. De waterstand in de Sure is zo’n 2,5 meter hoger geweest dan normaal en op de hele camping stond zo’n halve meter water. In de winter overstroomt het wel vaker, dus alle gebouwen staan al wat hoger en hebben ook nu gelukkig geen water gehad. Alle kampeerders waren op tijd weg, de schade is beperkt gebleven tot gemiste inkomsten vanwege een sluiting van een week, en wat kortsluiting door alle stroompalen die onder water stonden. De grond is nu nog wat vochtig en je kan nog wel zien tot water het water is geweest, maar verder kan ik prima staan. Veel vaste gasten zijn ook alweer geïnstalleerd. Best wel bizar als je bedenkt dat er op de plek waar ik nu sta een goede week geleden nog een halve meter water stond. Ze zijn er goed vanaf gekomen hier, op het nieuws zag ik plekken waar ze het aanzienlijk slechter hadden.

IMG_0399.JPG


Een uurtje later schuif ik aan op het terras om wat te eten in het avondzonnetje. Een goeie schnitzel met friet en salade, lekker hoor. Om een uurtje of 9 loop ik terug naar de tent, maar de temperatuur is nog prima dus ik ga nog een stukje lopen. Met een beetje kunst en vliegwerk, want het wandelpad langs de beek staat nog onder water. Langs de Sure loop je in een half uurtje naar Diekirch, en aan de andere kant van het water in een half uurtje weer terug. Het is wel bizar om te zien hoe hoog het water geweest is, overal ligt troep wat door het water is meegenomen, en meteen langs de oever zijn bomen totaal weggespoeld. In het dorp staat langs de rivier een betonnen waterkering, waar ook nog extra schotten bovenop kunnen. Ik heb me voorheen regelmatig afgevraagd of dat niet een beetje overdreven was. Niet dus, bizar zoveel water.

IMG_0400.JPG



IMG_0402.JPG



Dinsdag 27 juli 2021, dag 12. Gereden: 481.5km, Totaal: 3630

De wekker staat om 7 uur, maar een kwartiertje eerder ben ik wakker. Omdat ik toch een beetje wil opschieten ga ik er gelijk maar uit. Vandaag de laatste etappe naar huis, maar wel met een tussenstop op dezelfde plek als waar de reis begon, op mijn werk. Ik heb avonddienst, en ik moet om 15:00 uur beginnen. Het is 4 uurtjes rijden, met nog een stopje tussendoor en een beetje uitloop voor de zekerheid moet het lukken.

Even snel douchen, aankleden en koffie zetten. Ontbijt met een klein beetje brood van gisteren een paar koekjes, genoeg voor het eerste uurtje. Tent is drijfnat van de condens en de vochtige grond, maar voor nu maakt het me weinig uit, vanavond ben ik toch thuis. Om kwart voor 9 ben ik klaar en rij ik de camping af. Ik ben op tijd, dus ik kan het niet laten om toch nog een klein stukje binnendoor te rijden. Vanuit Ettelbruck over Warken naar Bourscheid, doorsteken naar Kautenbach en door naar Wiltz. Heerlijk vroeg, niemand op de weg, vochtige bosgeur, ik hou ervan. Ondanks het vochtige asfalt toch nog een paar bochten pakken. De campings die ik onderweg passeer lijken me zo te zien allemaal ook gewoon open.

In Pommerloch de tank nog even tot de rand vol, zelf nog een broodje en een bakkie, en dan zit het er toch echt op. Om 10:00 uur stap ik weer op, richting Bastogne en daar de snelweg op. Tot Luik is er weinig verkeer en kan ik lekker doorrijden. In Luik is de tunnel van de E25 afgesloten en wordt iedereen door de stad geleidt. Maakt voor mij weinig uit, zo rij ik altijd al, maar het is wel iets drukker. De Maas loopt redelijk vredig door de stad, en afgezien van wat zandzakken die ik her en der nog zie liggen herinnerd er op het eerste gezicht weinig aan de overstromingen.

Ik gooi de tank nog een keer vol, met moeite gaat er 5 liter in, maar zonder te tanken red ik het niet en anders moet ik langs de Nederlandse snelweg nog een keer. Luik weer uit, Nederland in, en dan nog 250 kilometer naar Den Haag. Rond half 1 stop ik langs de A2 bij Boxtel om even de benen te strekken, een broodje te eten, en dan snel weer door. De lucht ziet er heel dreigend uit, dus ik wissel de doorwaaihandschoenen voor de zekerheid even voor de gewone. Uiteindelijk heb ik geluk, de weg is drijfnat maar de bui is net voorbij. Om 14:15 uur kom ik aan op het werk, keurig op tijd. Even de tent uithangen, dat scheelt thuis weer en ik heb hier toch ruimte zat. Om 21:00 uur, iets eerder dan normaal, ben ik klaar en stap ik op voor de laatste 75 kilometer van de dag. Een klein uurtje later ben ik thuis, een zeer geslaagde trip zit er weer op!

IMG_0181.JPG


Dit jaar een totaal van 3630km gereden. Voor de statistieken het verslag van vorig jaar er even bij gepakt, want als ik me goed herinner had ik toen ongeveer net zoveel kilometers. Wat blijkt, 3630km, op de kilometer exact even veel als dit keer, terwijl ik toch wel degelijk een heel andere route gereden heb.

Het was weer genieten! Alleen op de heenweg een klein beetje last van het hoge water, maar verder prima weer gehad. Slechts een paar korte buien. Hoewel ik vaak in die regio kom heb ik toch weer een paar nieuwe routes gereden, zo blijft er toch iedere keer weer iets te ontdekken. Op naar de volgende!
 
Bedankt voor je zeer uitgebreide verslag! Ik ben nog nooit met de motor op vakantie geweest, maar als ik dit (en sommige andere verhalen hier) lees, zou ik me waarschijnlijk wel vermaken (understatement). Alleen al jouw verslag lezen geeft me het gevoel het zelf mee te maken, erg mooi geschreven dus :t

Hoe hou je dit zo bij? Maak je iedere avond een soort samenvatting? Er staan zoveel details in, ik zou ze niet kunnen onthouden.
 
Terug
Bovenaan Onderaan