In diverse topics heb ik beloofd een verslag van mijn IJslandreis te maken, en belofte maakt schuld… Het wordt een redelijk lang verslag, maar het was dan ook een reis van bijna 4 weken. Ik heb ook op het forum meerdere vragen gehad van hoe een IJslandreis te regelen. Om deze vragen te beantwoorden zal ik dit verslag afsluiten met uitleg en tips. Maar eerst het verslag:
Het Begin
Het stond al jaren hoog in de top van de bucketlist, maar steeds kwam er iets tussendoor. In 2017 moest het er dan eindelijk van komen, IJsland! Eind 2016 begon de planning. Hoewel ik altijd alleen reis, leek het me vanwege de veiligheid beter om dit georganiseerd te doen. Het ruige binnenland is helemaal alleen misschien niet zo handig. Enige voorwaarden, met eigen motor en zoveel mogelijk onverhard. Reis gevonden en geboekt, vertrek in september dus het afwachten kan beginnen. Weinig aan IJsland gedacht, tot ik in mei een mailtje van de reisorganisatie kreeg dat de reis vanwege te weinig deelnemers was geannuleerd.
Wat nu, wachten tot volgend jaar, iets anders verzinnen, of toch naar IJsland maar dan alleen? Hoe langer ik over de laatste optie nadacht, hoe meer zin ik er in kreeg. IJsland zat tenslotte toch al in mijn hoofd. Na wat inlezen tot de conclusie gekomen dat het met de juiste voorbereiding ook alleen prima te doen moet zijn, dus mijn keuze staat vast, ik ga naar IJsland!
Voorbereiding
Voordeel van zelf regelen is dat het goedkoper is, en ik niet gebonden ben aan een vaste datum. De kosten om mijzelf en de motor daar te krijgen zijn het grootst, dus als ik er toch ben kan ik net zo goed iets langer blijven dan de georganiseerde reis zou duren. Vrije dagen waren nog een probleem, maar dat is met wat overwerk wel weer recht te trekken. Voor het verschepen van de motor kwam ik al snel uit bij IJslandspecialist.nl. Alleen een datum kiezen, en de rest regelen zij voor je. Aan de hand van het vaarschema van de boot besloot ik te vertrekken op 24 augustus en op 18 september weer terug te keren. Een vlucht naar IJsland boeken is online natuurlijk ook zo gebeurd, dus zo was de reis in hoofdlijnen eigenlijk al snel voor elkaar.
Nog ruim 4 maanden voor vertrek, dus nog steeds afwachten. Na een drieweekse trip naar de Franse Alpen en daarna nog een kort uitstapje richting Stella Alpina ben ik half juli weer thuis en heb ik nog ruim 4 weken om de motor klaar te maken. Deze moet op 14 augustus in Rotterdam worden ingeleverd en kan op 24 augustus in Reykjavik weer opgehaald worden. Ik loop alles wat ik kan bedenken aan de motor na, ververs de olie, monteer nieuwe banden en zet alles in het vet. Om zeker te weten dat ik niks over het hoofd zie laat ik hem nog keuren door Erik van Lent. Ik wil niet het risico lopen dat ik een hoop geld betaal voor het verschepen van de motor en vervolgens in IJsland tot stilstand kom. Volgens Erik is de motor zoals ik eigenlijk ook wel had verwacht bijna in nieuwstaat. Natuurlijk kan er altijd iets gebeuren, maar dan heb ik er in ieder geval alles aan gedaan om het te voorkomen. Voor de zekerheid gaat er nog een nieuwe set binnenbanden, ketting, koppelingskabel, gaskabel, rem en koppelingsgreepjes en wat klein reparatiespul mee, maar dat hoop ik natuurlijk ongebruikt weer mee terug te nemen.
Maandag 14 augustus
Vandaag de dag dat de motor en bagage ingeleverd moet worden. De motor is er klaar voor en de bagage is gepakt. Ook mijn motorpak, helm en laarzen gaan mee op de boot, dus ik zal het de komende weken voor woon-werk even moeten doen met wat oude- en reservekleding. Aanhanger gehuurd en met het hele spul naar Rotterdam. De papierwinkel is zo geregeld en ik kan door naar de loods waar ik de motor achter moet laten. Op het gemakje de motor afgeladen en bagage erop gebonden. De havenmedewerkers zijn erg makkelijk, “zet hem daar maar ergens neer, komt wel goed”. Daar moet ik dan maar op vertrouwen. Een ontvangstbewijs of iets dergelijks krijg ik niet. Het is wel een dingetje om alles hier achter te laten, niet alleen de motor, maar ook een pak en complete kampeeruitrusting. Een paar foto’s voor het plakboek, en dan laat ik hem achter. Tot over 1,5 week!
Volgens de vrachtbrief gaat de motor mee op de m/v Helgafell. Via internet kan je alle scheepsbewegingen volgen, dus ik kan het niet laten om toch af en toe even te kijken waar hij ergens uithangt. Met meerdere tussenstops in Duitsland, Denemarken, Zweden en de Faeröer Eilanden zou hij op dinsdag in Reykjavik aan moeten komen.
Donderdag 24 augustus
Vandaag vlieg ik om 12:25 uur naar IJsland. Ik ben geen groot fan van vliegen, dus ik ben wel een beetje gespannen. Het is toch wel anders als een motortrip waarbij je gewoon rijdend van huis vertrekt. Mijn tent, matje en slaapzak gaan mee in de rugzak, want mijn motor en de rest van de kampeerspullen kan ik waarschijnlijk morgen pas ophalen. Natuurlijk had ik voor de eerste nacht ook een hotel kunnen regelen, maar ik ben nou eenmaal een kampeerder en hotels komen in mijn woordenboek eigenlijk niet voor.
Inchecken en boarden verlopen lekker vlot, en precies volgens schema gaan we de lucht in. Na ongeveer 3 uurtjes vliegen kom ik 13:45 uur lokale tijd (2 uur tijdsverschil) aan op de luchthaven Keflavik, op zo’n 45 kilometer van Reykjavik. Keflavik is van oorsprong een Amerikaanse militaire basis, maar vanaf 2006 is het een burgervliegveld. Reykjavik heeft zelf wel een luchthaven, maar die wordt alleen gebruikt voor binnenlandse vluchten, Keflavik is het internationale vliegveld van IJsland. De bagage ligt zo op de band en binnen een uurtje zit ik in de bus voor een transfer naar de hoofdstad. Na een aantal tussenstops bij diverse hotels stap ik om 15:45 uur uit bij de stadscamping.
De camping is druk, niet echt wat ik had verwacht bij een camping in IJsland. Het terrein is wel groot, dus echt dicht op elkaar sta je gelukkig niet. De haventerminal is maar tot 16:00 uur open, dus zoals ik had verwacht gaat het niet lukken om de motor vandaag nog op te halen. Ik ga even liggen, want heel goed heb ik niet geslapen vannacht. Daarnaast vind mijn lichaam het 3 uur opgefrommeld in de vliegtuigstoel van een prijsvechter zitten ook niet echt een prettig begin van de vakantie, dus mijn rug en nek zijn even in protest.
Na een uurtje liggen zoek ik op het plattegrondje van de stad de dichtstbijzijnde supermarkt op, want veel andere eetgelegenheden lijken er hier in de buurt ook niet te zijn. (Later vind ik een pizzatent vlak achter de camping, maar dat wist ik toen nog niet…). Uiteindelijk blijkt de winkel nog best een stukje lopen, maar een beetje beweging is niet slecht. Ik haal gewoon brood en wat beleg, want een brander heb ik niet dus ik kan niets opwarmen. Ik neem gelijk wat ontbijt voor morgenochtend mee en loop weer terug naar de camping.
De rest van de avond hang ik maar een beetje rond, de camping ligt in een buitenwijk dus er is weinig te beleven hier. Het is voornamelijk de tijd volmaken tot ik de motor kan ophalen. Na een lekker warme douche zoek ik om 22:30 uur mijn bed op. Ik heb het ook wel gehad, het is vanwege het tijdsverschil voor mijn gevoel ook al 00:30 uur.
Vrijdag 25 augustus, dag 2
Ik word om half 7 wakker en ga om 7 uur uit bed. Ontbijt heb ik gisteren gehaald, en bij de receptie van de camping verkopen ze gelukkig koffie want zonder kom ik niet in beweging. Om half 9 bel ik met de terminal van Samskip om te informeren of ik de motor al kan ophalen. Ik krijg te horen dat de motor nog niet is ingeklaard en dat de collega die over de Douane afhandeling gaat vandaag pas om 10 uur begint. Of ik over 1,5 uur even terug wil bellen.
Om de tijd de doden loop ik nog een rondje door de omgeving. De eerste indruk van IJsland is een beetje grijs en grauw. Er is weinig kleur in het straatbeeld, de meeste gebouwen lijken een beetje in Oostblok stijl. Veel kaal beton, oude gebouwen, graffiti en erg weinig kleur en gezelligheid. Het valt me op dat zelfs de auto’s voor zo’n 95% zwart, wit of grijs zijn. Het is allemaal een beetje deprimerend, en dan is het nog niet eens slecht weer.
Als het eindelijk 10 uur is bel ik nog een keer met de terminal en krijg ik gelukkig het bericht dat de motor klaar staat! Ik loop naar de terminal van Samskip op zo’n 3 kilometer vanaf de camping. Eerst naar het kantoor, waar wat papieren gestempeld worden en ik een bevestiging van de Douaneformulieren krijg. De medewerkers van Samskip mogen dat zelf afhandelen in plaats van dat je naar een Douanekantoor moet, dus dat scheelt een hoop tijd. Van IJslandspecialist heb ik overigens ook een boekje gekregen waar de hele procedure van het verschepen perfect is uitgelegd, dus ik heb precies op papier waar ik me moet melden en wat ik aan papieren mee moet nemen.
Vanaf het kantoor moet ik nog een half uurtje lopen naar de terminal, waar ik me meld op de aangegeven locatie. Ik kan doorlopen de loods in, en daar staat hij! Hij staat er prima bij, nog op het rek. Er staan nog 2 Nederlandse en 2 Belgische motoren op het rek te wachten. Een paar aardige medewerkers helpen me met afladen van de motor, ze wensen me een goede reis en drukken met op het hart de motor niet terug te brengen zoals de Duitse GS die om de hoek staat. Hij heeft duidelijk een schuiver gemaakt, de hele rechter zijkant zit in elkaar en de cilinderkop is aan flarden.
De 3 kilometer naar de camping heb ik op de motor natuurlijk zo afgelegd, dus binnen een paar minuten sta ik naast de tent. Mijn plan was eigenlijk om vandaag nog te blijven staan, al mijn spullen een beetje uit te zoeken en dan morgen pas te vertrekken. Maar het is het pas 12:00 uur, ik zit hier al bijna een hele dag en ik heb het wel gezien, ik wil rijden! Ik heb mijn hele uitrusting weer, dus ik zet eerst een bakkie koffie en organiseer mijn bagage. Mijn rugzak, de duffelbag waar al mijn spullen inzaten en wat reserveonderdelen voor de motor laat ik hier op de camping achter, dat kan in de bagageopslag.
Om te beginnen even een korte uitleg over de wegen op IJsland. Binnen de bebouwde kom is vrijwel alles gewoon geasfalteerd, maar daar buiten is dat wel anders. Grofweg zijn er 3 soorten wegen:
Ik stel de Garmin in en rij al snel de stad uit het gravel op, dat begint al goed! Al vrij snel buiten de stad wordt het landschap ruig en kaal en lijkt het alsof ik op de maan ben. Ik kom al meteen langs een geothermisch gebied en de naar rotte eieren stinkende stoom trekt recht over de weg heen. Een geur die ik komende weken nog regelmatig ga ruiken. Helaas begint de lucht te betrekken en begint het te motregenen.
Na een stukje binnendoor kom ik bij Selfoss de 1 weer op, die ik een stukje volg. Het regent inmiddels behoorlijk door, maar mijn regenpak houd me redelijk droog. Ik rij door tot de waterval Seljalandsfoss, waar ook een camping naast ligt. Ik zet mijn tentje op en schuil nog even voor de regen. Even later wordt het gelukkig droog, al waait het wel heel erg hard.
Na het eten bekijk ik even de waterval. De Seljalandsfoss is een hele bekende waterval en toeristische plek, maar in de loop van de avond neemt de drukte een beetje af en kan je op je gemakje rondlopen. Je kan over een glibberig pad achter de waterval langslopen, al hou je het vanwege het stuivende water zeker niet droog. Het is prachtig hier, dit beloofd veel goeds! In de loop van de avond begint het weer te regenen, maar dat mag de pret niet drukken. Ondanks het wat mindere weer was het toch een mooi dagje. De eerste rit op IJsland is een feit!
Zaterdag 26 augustus, dag 3
De regen van gisteravond is geen moment gestopt, het waait hard en de tent gaat flink tekeer. Ontbijten en koffiezetten kan ik vanuit de tent redden dus ik hoef er voorlopig nog niet uit. Ik kijk het nog wel even aan. Het is grijs buiten, zo’n grijze mist die bijna als een deken op de grond ligt. Door de harde wind komt de regen horizontaal voorbij en klettert tegen het tentdoek. De regen gaat over in een harde slagregen, en binnen no-time staat het halve veld vol water. Ook mijn voortent moet er aan geloven en het water stroomt naar binnen. Ik stop zo veel mogelijk spullen in mijn waterdichte roltas, en prik met een haring wat gaten in de grond om het water wat sneller weg te laten zakken.
Het heeft weinig zin om nu te gaan inpakken, dus ik wacht af tot de regen wat minder wordt. Droog wordt het niet, maar in de loop van de ochtend neemt de regen wat af, pak ik mijn spullen in en ga op pad. Ik vind het normaal gesproken altijd wel leuk om in de harde wind op de motor te zitten, je kan een beetje in de wind hangen en dat heeft wel wat. Als ik de camping af rij valt het toch wel tegen. Nu ik in volledig open terrein rij merk ik pas echt hoe hard het waait. Ik heb echt serieus moeite om de motor op de weg te houden. Ik ben blij dat er weinig auto’s tegemoet komen, want regelmatig word ik echt de andere rijbaan op geblazen. Als er tegenliggers aankomen moet ik bijna stoppen omdat ik echt bang ben dat ik er voor geblazen wordt. Gelukkig buigt de weg even verderop een beetje af, en heb ik de wind recht van voren in plaats van de zijkant. Vind de motor niet zo fijn, want die houdt er niet van om tegen de harde wind in te moeten stampen, maar ik kan hem in ieder geval in het rechte spoor houden.
Ik kom langs de Skógafoss, een van de bekende watervallen in het land. Het is er erg druk met toeristen en het blijft onafgebroken regenen, dus ik heb eigenlijk weinig zin om te stoppen. Ik kom hier later nog een keer langs, en ik hoop er maar op dat het dan iets beter weer is. Zo’n 25 kilometer voor het dorpje Vik ligt er op het strand een neergestort militair DC3 vliegtuig van de Amerikaanse Marine. Het is tegenwoordig wel een toeristische trekpleister (in NL bekend vanwege opnamen van Wie is de Mol een paar jaar geleden) maar de foto’s die ik van het vliegtuig in zo’n compleet surrealistische omgeving heb gezien maken dat ik hier toch heen wil.
De regen komt nog steeds met bakken uit de hemel als ik de parkeerplaats op rij. Door de vele toeristen die zich niet aan de IJslandse regels kunnen houden is de weg naar het vliegtuig toe tegenwoordig afgesloten en zal je de laatste 4 kilometer helaas moeten lopen. Ik twijfel even, wind en striemende regen maken het geen fijne omstandigheden voor een wandeling. Weer is onvoorspelbaar op IJsland, en misschien regent het de komende weken wel aan een stuk, dus ik ga mijn vakantie er niet door laten bepalen. Nat ben ik toch al, dus ik ga ervoor.
Direct vanaf de parkeerplaats loop je het zwarte lava-zand op. Er is werkelijk niets te zien, zo ver je kan kijken alleen maar zwart, met daarboven het grijs van de bewolking die bijna op de grond hangt. Het is opeens net alsof ik in een zwart-wit film terecht ben gekomen. Het is echt een bizarre omgeving. Binnen de kortste keren loopt het water via mijn kraag naar binnen. Mijn muts is doorweekt en zelfs elke paar minuten uitwringen voorkomt niet dat het water langs mijn nek naar binnen druipt. Het is koud en er lijkt echt geen einde aan te komen. Af en toe kijk ik om, maar de parkeerplaats blijft maar in zicht, het lijkt wel alsof ik totaal niet vooruit kom. Aan de horizon zie ik nog steeds niets anders dan zwart zand en gele paaltjes die naar nergens naar toe lijken te lopen. Een enkele andere bezoeker die op de terugweg is lijkt ook nauwelijks dichterbij te komen. De bizarre omgeving maakt het onmogelijk om afstand of tijd in te schatten, en het lopen in motorpak met daar overheen een regenpak maakt het er ook niet echt comfortabel op. Met in mijn hoofd het nummer Highway to Hell van AC/DC, blijf ik maar doorlopen in de hoop dat er snel een eind aan komt.
Gezien de afstand van 4 kilometer moet ik er ongeveer één uur over gelopen hebben, maar voor mijn gevoel kan het net zo goed het dubbele geweest zijn. Eindelijk komt dan net achter een zandduin toch opeens het vliegtuig, of dat wat er van over is, tevoorschijn. Het is echt een bizar gezicht. Er is in de wijde omtrek geen enkele kleur te bekennen, loshangende onderdelen waaien tegen het vliegtuig aan en zorgen voor een continu gerammel, de regen komt horizontaal voorbij. Het is echt net een film, bijna luguber zelfs.
Nadat ik er even, geen idee hoe lang, heb rondgelopen ga ik weer terug naar de parkeerplaats. De terugweg verloopt al niet veel beter dan de heenweg, er lijkt echt geen einde aan te komen. De wind en regen gaan onverstoorbaar verder. De parkeerplaats komt in zicht maar lijkt geen meter dichterbij te komen. Toch bereik ik drijfnat de motor. Ik stap weer op en rij verder richting Vik, nog een half uurtje ongeveer. Ik kom onderweg nog langs de Eyjafjallajökull, de vulkaan die in 2010 heel het vliegverkeer in Europa platlegde. Het bezoekerscentrum laat ik even voor wat het is, ik vind het wel interessant, maar ik heb geen zin om al mijn natte zooi uit te trekken. Misschien komt het later nog.
In Vik stop ik op een camping. Veel kilometers heb ik niet gemaakt, maar door de regen af te wachten vertrok ik vanmorgen ook niet al te vroeg. Ik ben nat en ben er eigenlijk ook wel klaar mee voor vandaag, het is geen seconde droog geweest. In de supermarkt tegenover de camping sla ik even wat spullen voor de komende dagen in. Ik breng eigenlijk de hele avond in de tent door, veel anders kan je in de regen toch niet doen. Je moet je op IJsland sowieso zelf kunnen vermaken, want veel is er in de dorpjes niet te beleven. Ik zoek op tijd mijn bed op, en voel dat ik last van mijn keel krijg, hoop niet dat ik verkouden ga worden.
Zondag 27 augustus, dag 4
Ik hoor geen regen op de tent, dus hopelijk heb ik wat meer geluk dan gisteren. Ik zet koffie buiten de tent, maar halverwege moet ik alles alweer naar binnen verplaatsen omdat het weer begint te spatten. Ik besluit de boel te laten staan en van hieruit een rondje in de omgeving te rijden. De regen gaat over in buien, dus het is gelukkig ook af en toe even droog. Vergeleken bij gisteren al een hele vooruitgang. Ik sta hemelsbreed op nog geen 200 meter van de kust, dus ik loop eerst even naar het strand. Het pikzwarte zand maakt het wel een bijzonder gezicht.
Terug op de camping maak ik me klaar om een rondje te gaan rijden. Ik ga eerst naar Black Sand Beach, die naam zegt genoeg. De 200 auto’s op de parkeerplaats zeggen me ook genoeg, en daar heb ik geen zin in. Het verbaasd me sowieso hoe druk het hier overal is, dat had ik niet verwacht. Ik ga door naar Dyrhólaey, een uitstekende klif in zee met daarin een groot gat. Het is er ook druk, maar dat is hier nou eenmaal zo. De kust is erg ruig maar wel heel mooi. Papegaaiduikers vliegen af en aan, erg leuk om te zien. Helaas is het zicht door de bewolking en mist erg slecht, maar dat geeft het geheel ook wel iets mysterieus. De golven beuken onverminderd tegen de steile kliffen aan, het heeft hier wel iets weg van de kusten in Schotland en Bretagne. Door de regen en mist is er van de foto's helaas weinig geworden.
Ik rij een stukje terug, langs de camping en door naar Höfdabrekka. Vanaf hier loopt er een gravelweg zo’n 15 kilometer het binnenland in en dat schijnt erg mooi te zijn. Na de nodige buien is het zelfs een tijdje droog, waardoor ik de hele weg droog kan afleggen. De uitzichten zijn schitterend. Dit is echt wat ik me bij IJsland had voorgesteld. Lava-velden, begroeid met alle kleuren groen mos, rivieren en prachtige weidse uitzichten. Ik stop af en toe om van het uitzicht te genieten en neem wat zijpaadjes. De weg eindigt bij een camping, jammer want mijn spullen staan nog in Vik dus moet weer terug. Dit was wel een heel mooi plekje geweest. Ik rij de weg weer terug en geniet er nogmaals van, het is schitterend hier.
Terug op de camping merk ik dat ik me eigenlijk best slecht begin te voelen. De verkoudheid zet behoorlijk door, mijn keel doet pijn, ik heb hoofdpijn en overal spierpijn. Ik heb weinig zin om te eten, dus hou het bij noodles en wat fruit voor de vitamientjes. Zal wel niks helpen, maar ik heb mijn best gedaan. Ik zoek op tijd mijn bed op, hoop dat ik me morgen wat beter voel. De eerste paar dagen op IJsland waren best wel een beetje wennen. 3 uurtjes vliegen, en je bent in een totaal andere omgeving. Op sommige plekken ben je helemaal alleen, op andere plekken is het stervensdruk en toeristisch. Het weer werkt ook nog niet echt mee, en dan word ik ook nog eens verkouden. Ik moet mijn draai nog even vinden, maar dat komt wel.
Wordt vervolgd!
Het Begin
Het stond al jaren hoog in de top van de bucketlist, maar steeds kwam er iets tussendoor. In 2017 moest het er dan eindelijk van komen, IJsland! Eind 2016 begon de planning. Hoewel ik altijd alleen reis, leek het me vanwege de veiligheid beter om dit georganiseerd te doen. Het ruige binnenland is helemaal alleen misschien niet zo handig. Enige voorwaarden, met eigen motor en zoveel mogelijk onverhard. Reis gevonden en geboekt, vertrek in september dus het afwachten kan beginnen. Weinig aan IJsland gedacht, tot ik in mei een mailtje van de reisorganisatie kreeg dat de reis vanwege te weinig deelnemers was geannuleerd.
Wat nu, wachten tot volgend jaar, iets anders verzinnen, of toch naar IJsland maar dan alleen? Hoe langer ik over de laatste optie nadacht, hoe meer zin ik er in kreeg. IJsland zat tenslotte toch al in mijn hoofd. Na wat inlezen tot de conclusie gekomen dat het met de juiste voorbereiding ook alleen prima te doen moet zijn, dus mijn keuze staat vast, ik ga naar IJsland!
Voorbereiding
Voordeel van zelf regelen is dat het goedkoper is, en ik niet gebonden ben aan een vaste datum. De kosten om mijzelf en de motor daar te krijgen zijn het grootst, dus als ik er toch ben kan ik net zo goed iets langer blijven dan de georganiseerde reis zou duren. Vrije dagen waren nog een probleem, maar dat is met wat overwerk wel weer recht te trekken. Voor het verschepen van de motor kwam ik al snel uit bij IJslandspecialist.nl. Alleen een datum kiezen, en de rest regelen zij voor je. Aan de hand van het vaarschema van de boot besloot ik te vertrekken op 24 augustus en op 18 september weer terug te keren. Een vlucht naar IJsland boeken is online natuurlijk ook zo gebeurd, dus zo was de reis in hoofdlijnen eigenlijk al snel voor elkaar.
Nog ruim 4 maanden voor vertrek, dus nog steeds afwachten. Na een drieweekse trip naar de Franse Alpen en daarna nog een kort uitstapje richting Stella Alpina ben ik half juli weer thuis en heb ik nog ruim 4 weken om de motor klaar te maken. Deze moet op 14 augustus in Rotterdam worden ingeleverd en kan op 24 augustus in Reykjavik weer opgehaald worden. Ik loop alles wat ik kan bedenken aan de motor na, ververs de olie, monteer nieuwe banden en zet alles in het vet. Om zeker te weten dat ik niks over het hoofd zie laat ik hem nog keuren door Erik van Lent. Ik wil niet het risico lopen dat ik een hoop geld betaal voor het verschepen van de motor en vervolgens in IJsland tot stilstand kom. Volgens Erik is de motor zoals ik eigenlijk ook wel had verwacht bijna in nieuwstaat. Natuurlijk kan er altijd iets gebeuren, maar dan heb ik er in ieder geval alles aan gedaan om het te voorkomen. Voor de zekerheid gaat er nog een nieuwe set binnenbanden, ketting, koppelingskabel, gaskabel, rem en koppelingsgreepjes en wat klein reparatiespul mee, maar dat hoop ik natuurlijk ongebruikt weer mee terug te nemen.
Maandag 14 augustus
Vandaag de dag dat de motor en bagage ingeleverd moet worden. De motor is er klaar voor en de bagage is gepakt. Ook mijn motorpak, helm en laarzen gaan mee op de boot, dus ik zal het de komende weken voor woon-werk even moeten doen met wat oude- en reservekleding. Aanhanger gehuurd en met het hele spul naar Rotterdam. De papierwinkel is zo geregeld en ik kan door naar de loods waar ik de motor achter moet laten. Op het gemakje de motor afgeladen en bagage erop gebonden. De havenmedewerkers zijn erg makkelijk, “zet hem daar maar ergens neer, komt wel goed”. Daar moet ik dan maar op vertrouwen. Een ontvangstbewijs of iets dergelijks krijg ik niet. Het is wel een dingetje om alles hier achter te laten, niet alleen de motor, maar ook een pak en complete kampeeruitrusting. Een paar foto’s voor het plakboek, en dan laat ik hem achter. Tot over 1,5 week!
Volgens de vrachtbrief gaat de motor mee op de m/v Helgafell. Via internet kan je alle scheepsbewegingen volgen, dus ik kan het niet laten om toch af en toe even te kijken waar hij ergens uithangt. Met meerdere tussenstops in Duitsland, Denemarken, Zweden en de Faeröer Eilanden zou hij op dinsdag in Reykjavik aan moeten komen.
Donderdag 24 augustus
Vandaag vlieg ik om 12:25 uur naar IJsland. Ik ben geen groot fan van vliegen, dus ik ben wel een beetje gespannen. Het is toch wel anders als een motortrip waarbij je gewoon rijdend van huis vertrekt. Mijn tent, matje en slaapzak gaan mee in de rugzak, want mijn motor en de rest van de kampeerspullen kan ik waarschijnlijk morgen pas ophalen. Natuurlijk had ik voor de eerste nacht ook een hotel kunnen regelen, maar ik ben nou eenmaal een kampeerder en hotels komen in mijn woordenboek eigenlijk niet voor.
Inchecken en boarden verlopen lekker vlot, en precies volgens schema gaan we de lucht in. Na ongeveer 3 uurtjes vliegen kom ik 13:45 uur lokale tijd (2 uur tijdsverschil) aan op de luchthaven Keflavik, op zo’n 45 kilometer van Reykjavik. Keflavik is van oorsprong een Amerikaanse militaire basis, maar vanaf 2006 is het een burgervliegveld. Reykjavik heeft zelf wel een luchthaven, maar die wordt alleen gebruikt voor binnenlandse vluchten, Keflavik is het internationale vliegveld van IJsland. De bagage ligt zo op de band en binnen een uurtje zit ik in de bus voor een transfer naar de hoofdstad. Na een aantal tussenstops bij diverse hotels stap ik om 15:45 uur uit bij de stadscamping.
De camping is druk, niet echt wat ik had verwacht bij een camping in IJsland. Het terrein is wel groot, dus echt dicht op elkaar sta je gelukkig niet. De haventerminal is maar tot 16:00 uur open, dus zoals ik had verwacht gaat het niet lukken om de motor vandaag nog op te halen. Ik ga even liggen, want heel goed heb ik niet geslapen vannacht. Daarnaast vind mijn lichaam het 3 uur opgefrommeld in de vliegtuigstoel van een prijsvechter zitten ook niet echt een prettig begin van de vakantie, dus mijn rug en nek zijn even in protest.
Na een uurtje liggen zoek ik op het plattegrondje van de stad de dichtstbijzijnde supermarkt op, want veel andere eetgelegenheden lijken er hier in de buurt ook niet te zijn. (Later vind ik een pizzatent vlak achter de camping, maar dat wist ik toen nog niet…). Uiteindelijk blijkt de winkel nog best een stukje lopen, maar een beetje beweging is niet slecht. Ik haal gewoon brood en wat beleg, want een brander heb ik niet dus ik kan niets opwarmen. Ik neem gelijk wat ontbijt voor morgenochtend mee en loop weer terug naar de camping.
De rest van de avond hang ik maar een beetje rond, de camping ligt in een buitenwijk dus er is weinig te beleven hier. Het is voornamelijk de tijd volmaken tot ik de motor kan ophalen. Na een lekker warme douche zoek ik om 22:30 uur mijn bed op. Ik heb het ook wel gehad, het is vanwege het tijdsverschil voor mijn gevoel ook al 00:30 uur.
Vrijdag 25 augustus, dag 2
Ik word om half 7 wakker en ga om 7 uur uit bed. Ontbijt heb ik gisteren gehaald, en bij de receptie van de camping verkopen ze gelukkig koffie want zonder kom ik niet in beweging. Om half 9 bel ik met de terminal van Samskip om te informeren of ik de motor al kan ophalen. Ik krijg te horen dat de motor nog niet is ingeklaard en dat de collega die over de Douane afhandeling gaat vandaag pas om 10 uur begint. Of ik over 1,5 uur even terug wil bellen.
Om de tijd de doden loop ik nog een rondje door de omgeving. De eerste indruk van IJsland is een beetje grijs en grauw. Er is weinig kleur in het straatbeeld, de meeste gebouwen lijken een beetje in Oostblok stijl. Veel kaal beton, oude gebouwen, graffiti en erg weinig kleur en gezelligheid. Het valt me op dat zelfs de auto’s voor zo’n 95% zwart, wit of grijs zijn. Het is allemaal een beetje deprimerend, en dan is het nog niet eens slecht weer.
Als het eindelijk 10 uur is bel ik nog een keer met de terminal en krijg ik gelukkig het bericht dat de motor klaar staat! Ik loop naar de terminal van Samskip op zo’n 3 kilometer vanaf de camping. Eerst naar het kantoor, waar wat papieren gestempeld worden en ik een bevestiging van de Douaneformulieren krijg. De medewerkers van Samskip mogen dat zelf afhandelen in plaats van dat je naar een Douanekantoor moet, dus dat scheelt een hoop tijd. Van IJslandspecialist heb ik overigens ook een boekje gekregen waar de hele procedure van het verschepen perfect is uitgelegd, dus ik heb precies op papier waar ik me moet melden en wat ik aan papieren mee moet nemen.
Vanaf het kantoor moet ik nog een half uurtje lopen naar de terminal, waar ik me meld op de aangegeven locatie. Ik kan doorlopen de loods in, en daar staat hij! Hij staat er prima bij, nog op het rek. Er staan nog 2 Nederlandse en 2 Belgische motoren op het rek te wachten. Een paar aardige medewerkers helpen me met afladen van de motor, ze wensen me een goede reis en drukken met op het hart de motor niet terug te brengen zoals de Duitse GS die om de hoek staat. Hij heeft duidelijk een schuiver gemaakt, de hele rechter zijkant zit in elkaar en de cilinderkop is aan flarden.
De 3 kilometer naar de camping heb ik op de motor natuurlijk zo afgelegd, dus binnen een paar minuten sta ik naast de tent. Mijn plan was eigenlijk om vandaag nog te blijven staan, al mijn spullen een beetje uit te zoeken en dan morgen pas te vertrekken. Maar het is het pas 12:00 uur, ik zit hier al bijna een hele dag en ik heb het wel gezien, ik wil rijden! Ik heb mijn hele uitrusting weer, dus ik zet eerst een bakkie koffie en organiseer mijn bagage. Mijn rugzak, de duffelbag waar al mijn spullen inzaten en wat reserveonderdelen voor de motor laat ik hier op de camping achter, dat kan in de bagageopslag.
Om te beginnen even een korte uitleg over de wegen op IJsland. Binnen de bebouwde kom is vrijwel alles gewoon geasfalteerd, maar daar buiten is dat wel anders. Grofweg zijn er 3 soorten wegen:
- De “1” is de rondweg die om heel IJsland loopt, dit is de belangrijkste weg van het land en is nagenoeg volledig geasfalteerd. Naast de 1 zijn er uiteraard nog meer asfaltwegen.
- Buiten het asfalt heb je de normale gravelwegen. Deze zijn van goede kwaliteit en met een normale auto of motor prima te rijden.
- De F-wegen zijn zwaarder en slechter dan het gewone gravel. Hier kom je regelmatig moeilijke passages en doorwadingen tegen. Voor auto’s zonder 4x4 zijn deze wegen verboden. Langs deze wegen is meestal geen bewoning, en zeker geen tankstations of winkels. Deze wegen zijn herkenbaar aan de wegnummers, die heel verassend beginnen met een F.
Ik stel de Garmin in en rij al snel de stad uit het gravel op, dat begint al goed! Al vrij snel buiten de stad wordt het landschap ruig en kaal en lijkt het alsof ik op de maan ben. Ik kom al meteen langs een geothermisch gebied en de naar rotte eieren stinkende stoom trekt recht over de weg heen. Een geur die ik komende weken nog regelmatig ga ruiken. Helaas begint de lucht te betrekken en begint het te motregenen.
Na een stukje binnendoor kom ik bij Selfoss de 1 weer op, die ik een stukje volg. Het regent inmiddels behoorlijk door, maar mijn regenpak houd me redelijk droog. Ik rij door tot de waterval Seljalandsfoss, waar ook een camping naast ligt. Ik zet mijn tentje op en schuil nog even voor de regen. Even later wordt het gelukkig droog, al waait het wel heel erg hard.
Na het eten bekijk ik even de waterval. De Seljalandsfoss is een hele bekende waterval en toeristische plek, maar in de loop van de avond neemt de drukte een beetje af en kan je op je gemakje rondlopen. Je kan over een glibberig pad achter de waterval langslopen, al hou je het vanwege het stuivende water zeker niet droog. Het is prachtig hier, dit beloofd veel goeds! In de loop van de avond begint het weer te regenen, maar dat mag de pret niet drukken. Ondanks het wat mindere weer was het toch een mooi dagje. De eerste rit op IJsland is een feit!
Zaterdag 26 augustus, dag 3
De regen van gisteravond is geen moment gestopt, het waait hard en de tent gaat flink tekeer. Ontbijten en koffiezetten kan ik vanuit de tent redden dus ik hoef er voorlopig nog niet uit. Ik kijk het nog wel even aan. Het is grijs buiten, zo’n grijze mist die bijna als een deken op de grond ligt. Door de harde wind komt de regen horizontaal voorbij en klettert tegen het tentdoek. De regen gaat over in een harde slagregen, en binnen no-time staat het halve veld vol water. Ook mijn voortent moet er aan geloven en het water stroomt naar binnen. Ik stop zo veel mogelijk spullen in mijn waterdichte roltas, en prik met een haring wat gaten in de grond om het water wat sneller weg te laten zakken.
Het heeft weinig zin om nu te gaan inpakken, dus ik wacht af tot de regen wat minder wordt. Droog wordt het niet, maar in de loop van de ochtend neemt de regen wat af, pak ik mijn spullen in en ga op pad. Ik vind het normaal gesproken altijd wel leuk om in de harde wind op de motor te zitten, je kan een beetje in de wind hangen en dat heeft wel wat. Als ik de camping af rij valt het toch wel tegen. Nu ik in volledig open terrein rij merk ik pas echt hoe hard het waait. Ik heb echt serieus moeite om de motor op de weg te houden. Ik ben blij dat er weinig auto’s tegemoet komen, want regelmatig word ik echt de andere rijbaan op geblazen. Als er tegenliggers aankomen moet ik bijna stoppen omdat ik echt bang ben dat ik er voor geblazen wordt. Gelukkig buigt de weg even verderop een beetje af, en heb ik de wind recht van voren in plaats van de zijkant. Vind de motor niet zo fijn, want die houdt er niet van om tegen de harde wind in te moeten stampen, maar ik kan hem in ieder geval in het rechte spoor houden.
Ik kom langs de Skógafoss, een van de bekende watervallen in het land. Het is er erg druk met toeristen en het blijft onafgebroken regenen, dus ik heb eigenlijk weinig zin om te stoppen. Ik kom hier later nog een keer langs, en ik hoop er maar op dat het dan iets beter weer is. Zo’n 25 kilometer voor het dorpje Vik ligt er op het strand een neergestort militair DC3 vliegtuig van de Amerikaanse Marine. Het is tegenwoordig wel een toeristische trekpleister (in NL bekend vanwege opnamen van Wie is de Mol een paar jaar geleden) maar de foto’s die ik van het vliegtuig in zo’n compleet surrealistische omgeving heb gezien maken dat ik hier toch heen wil.
De regen komt nog steeds met bakken uit de hemel als ik de parkeerplaats op rij. Door de vele toeristen die zich niet aan de IJslandse regels kunnen houden is de weg naar het vliegtuig toe tegenwoordig afgesloten en zal je de laatste 4 kilometer helaas moeten lopen. Ik twijfel even, wind en striemende regen maken het geen fijne omstandigheden voor een wandeling. Weer is onvoorspelbaar op IJsland, en misschien regent het de komende weken wel aan een stuk, dus ik ga mijn vakantie er niet door laten bepalen. Nat ben ik toch al, dus ik ga ervoor.
Direct vanaf de parkeerplaats loop je het zwarte lava-zand op. Er is werkelijk niets te zien, zo ver je kan kijken alleen maar zwart, met daarboven het grijs van de bewolking die bijna op de grond hangt. Het is opeens net alsof ik in een zwart-wit film terecht ben gekomen. Het is echt een bizarre omgeving. Binnen de kortste keren loopt het water via mijn kraag naar binnen. Mijn muts is doorweekt en zelfs elke paar minuten uitwringen voorkomt niet dat het water langs mijn nek naar binnen druipt. Het is koud en er lijkt echt geen einde aan te komen. Af en toe kijk ik om, maar de parkeerplaats blijft maar in zicht, het lijkt wel alsof ik totaal niet vooruit kom. Aan de horizon zie ik nog steeds niets anders dan zwart zand en gele paaltjes die naar nergens naar toe lijken te lopen. Een enkele andere bezoeker die op de terugweg is lijkt ook nauwelijks dichterbij te komen. De bizarre omgeving maakt het onmogelijk om afstand of tijd in te schatten, en het lopen in motorpak met daar overheen een regenpak maakt het er ook niet echt comfortabel op. Met in mijn hoofd het nummer Highway to Hell van AC/DC, blijf ik maar doorlopen in de hoop dat er snel een eind aan komt.
Gezien de afstand van 4 kilometer moet ik er ongeveer één uur over gelopen hebben, maar voor mijn gevoel kan het net zo goed het dubbele geweest zijn. Eindelijk komt dan net achter een zandduin toch opeens het vliegtuig, of dat wat er van over is, tevoorschijn. Het is echt een bizar gezicht. Er is in de wijde omtrek geen enkele kleur te bekennen, loshangende onderdelen waaien tegen het vliegtuig aan en zorgen voor een continu gerammel, de regen komt horizontaal voorbij. Het is echt net een film, bijna luguber zelfs.
Nadat ik er even, geen idee hoe lang, heb rondgelopen ga ik weer terug naar de parkeerplaats. De terugweg verloopt al niet veel beter dan de heenweg, er lijkt echt geen einde aan te komen. De wind en regen gaan onverstoorbaar verder. De parkeerplaats komt in zicht maar lijkt geen meter dichterbij te komen. Toch bereik ik drijfnat de motor. Ik stap weer op en rij verder richting Vik, nog een half uurtje ongeveer. Ik kom onderweg nog langs de Eyjafjallajökull, de vulkaan die in 2010 heel het vliegverkeer in Europa platlegde. Het bezoekerscentrum laat ik even voor wat het is, ik vind het wel interessant, maar ik heb geen zin om al mijn natte zooi uit te trekken. Misschien komt het later nog.
In Vik stop ik op een camping. Veel kilometers heb ik niet gemaakt, maar door de regen af te wachten vertrok ik vanmorgen ook niet al te vroeg. Ik ben nat en ben er eigenlijk ook wel klaar mee voor vandaag, het is geen seconde droog geweest. In de supermarkt tegenover de camping sla ik even wat spullen voor de komende dagen in. Ik breng eigenlijk de hele avond in de tent door, veel anders kan je in de regen toch niet doen. Je moet je op IJsland sowieso zelf kunnen vermaken, want veel is er in de dorpjes niet te beleven. Ik zoek op tijd mijn bed op, en voel dat ik last van mijn keel krijg, hoop niet dat ik verkouden ga worden.
Zondag 27 augustus, dag 4
Ik hoor geen regen op de tent, dus hopelijk heb ik wat meer geluk dan gisteren. Ik zet koffie buiten de tent, maar halverwege moet ik alles alweer naar binnen verplaatsen omdat het weer begint te spatten. Ik besluit de boel te laten staan en van hieruit een rondje in de omgeving te rijden. De regen gaat over in buien, dus het is gelukkig ook af en toe even droog. Vergeleken bij gisteren al een hele vooruitgang. Ik sta hemelsbreed op nog geen 200 meter van de kust, dus ik loop eerst even naar het strand. Het pikzwarte zand maakt het wel een bijzonder gezicht.
Terug op de camping maak ik me klaar om een rondje te gaan rijden. Ik ga eerst naar Black Sand Beach, die naam zegt genoeg. De 200 auto’s op de parkeerplaats zeggen me ook genoeg, en daar heb ik geen zin in. Het verbaasd me sowieso hoe druk het hier overal is, dat had ik niet verwacht. Ik ga door naar Dyrhólaey, een uitstekende klif in zee met daarin een groot gat. Het is er ook druk, maar dat is hier nou eenmaal zo. De kust is erg ruig maar wel heel mooi. Papegaaiduikers vliegen af en aan, erg leuk om te zien. Helaas is het zicht door de bewolking en mist erg slecht, maar dat geeft het geheel ook wel iets mysterieus. De golven beuken onverminderd tegen de steile kliffen aan, het heeft hier wel iets weg van de kusten in Schotland en Bretagne. Door de regen en mist is er van de foto's helaas weinig geworden.
Ik rij een stukje terug, langs de camping en door naar Höfdabrekka. Vanaf hier loopt er een gravelweg zo’n 15 kilometer het binnenland in en dat schijnt erg mooi te zijn. Na de nodige buien is het zelfs een tijdje droog, waardoor ik de hele weg droog kan afleggen. De uitzichten zijn schitterend. Dit is echt wat ik me bij IJsland had voorgesteld. Lava-velden, begroeid met alle kleuren groen mos, rivieren en prachtige weidse uitzichten. Ik stop af en toe om van het uitzicht te genieten en neem wat zijpaadjes. De weg eindigt bij een camping, jammer want mijn spullen staan nog in Vik dus moet weer terug. Dit was wel een heel mooi plekje geweest. Ik rij de weg weer terug en geniet er nogmaals van, het is schitterend hier.
Terug op de camping merk ik dat ik me eigenlijk best slecht begin te voelen. De verkoudheid zet behoorlijk door, mijn keel doet pijn, ik heb hoofdpijn en overal spierpijn. Ik heb weinig zin om te eten, dus hou het bij noodles en wat fruit voor de vitamientjes. Zal wel niks helpen, maar ik heb mijn best gedaan. Ik zoek op tijd mijn bed op, hoop dat ik me morgen wat beter voel. De eerste paar dagen op IJsland waren best wel een beetje wennen. 3 uurtjes vliegen, en je bent in een totaal andere omgeving. Op sommige plekken ben je helemaal alleen, op andere plekken is het stervensdruk en toeristisch. Het weer werkt ook nog niet echt mee, en dan word ik ook nog eens verkouden. Ik moet mijn draai nog even vinden, maar dat komt wel.
Wordt vervolgd!
Laatst bewerkt: