David_ZZR
MF veteraan
Niet met de Strom... grotendeels met de auto en slechts 4 dagen op een BMW F800 GS, maar ik vermoed wel de moeite waard om deze ervaring van een paar jaar terug toch te delen.... In 2 posts aangezien er in 1 post maar max 50 foto's kunnen.
Roadtrip Australia 2013-2014
Australië, nooit gedacht dat ik er zou komen maar toch vloog ik er heen. Voor iemand die nog nooit buiten Europa was geweest was de vlucht erheen behoorlijk dodelijk. Op Schiphol begon de ellende al doordat mijn Visum niet goed in het systeem stond. Ik was ruim van te voren aanwezig dus dat visum moest even opnieuw geregeld worden bij de British Airways balie en daar bleek dat een Nul en een letter O omgewisseld waren in mijn paspoortnummer. De reis verliep, ondanks het domme klapvee bij de landing, verder geheel perfect. Slapen deed ik niet dus de brakheid bij aankomst was ruimschoots aanwezig.
Voor onze roadtrip zou beginnen verbleef ik eerst anderhalve week bij Richard en Melissa thuis in Sydney, waar ook Chantal zijn zus verbleef. We vierden kerstmis thuis en Boxing day met Australische BBQ bij een collega van Melissa. BBQ will never be the same!!! Zelden zag ik zulke bergen vlees op 1 BBQ verdwijnen. We bezochten het centrum van Sydney met het Opera House, de Apple store en de Botanische tuinen. We brachten een bezoekje aan Taronga Zoo vanwaar je een schitterend uitzicht over de stad hebt. Daarnaast zie je hier de beesten die in Australië in leven, en meer, ook alvast een keer in gevangenschap. De meesten kom je echter niet (levend) tegen in het wild, maar liggen lekker langs de kant van de weg te slapen. Ook bezochten we het natuurgebied “Blue Mountains” welke zo heten omdat er boven dit woud een lichtblauwe damp hangt van de vele eucalyptus bomen die er staan. De 3 bekende stenen “Three Sisters” werden door alles en iedereen op de foto gezet. De Chinezen die hun hele vakantie vastleggen met de iPad waren hier ook ruimschoots vertegenwoordigd.
Het kerstcadeautje van Melissa was een surfles op Cronula Beach. Oftewel het beste kerstcadeau dat ik ooit gehad heb! Natuurlijk ging het voor geen meter en was ik al blij als ik 5 seconden kon blijven staan. Het had erg veel weg van leren snowboarden wat in het begin ook nooit lukt. Maar gaaf, en voor herhaling vatbaar was het zeer zeker!
Oudjaar in Sydney kun je op diverse plaatsen vieren maar 1 plek is de beste. En laten wij hier nou net eens kaartjes voor hebben. Om 4 uur ’s middags pakten we de trein naar het centrum van Sydney. Daar aangekomen heerste er al een gezonde spanning in de stad. Alleen met kaartjes kon je bepaalde zones in. Het “klootjesvolk” lag vanaf 7 uur ‘s ochtends op straat, mocht geen alcohol drinken en kon niet naar het toilet. Voor ons was er een pad tussen de mensenmenigte afgezet met hekken zodat wij vrolijk naar de Opera bar, onder het Opera House, konden lopen. Daar aangekomen was het toch nog even wachten eer we naar binnen konden en bij binnenkomst hadden we snel een tafeltje veroverd. Dat de biertjes 9 dollar per stuk kosten dat boeide niet zo. We stonden op de beste locatie waar je op dat moment ook maar ter wereld kon staan. De biertjes, en de hapjes gingen er goed in en om 12 uur waren we ooggetuige van de mooiste vuurwerkshow ter wereld. Aan alles komt een eind en zat en gelukkig reden we met de trein weer terug naar huis.
2 januari 2014 – Roadtrip dag 1
De Mazda BT50 3.2 TD 4WD welke omgedoopt was in de “I don’t give a Fuck Truck” werd ingeladen voor de roadtrip. De eerste 2 dagen van onze trip zouden we hiermee naar Melbourne rijden. De routes had ik thuis in Nederland al goed voorbereid en in mijn Garmin gezet.
Na het verlaten van de drukte van Sydney reden we bijna gelijk een regenwoud in. Rondom de auto gonsde het van de Cigalles (zo heten die beesten in Frankrijk en ik zou niet weten hoe je ze in andere talen noemt). We stopten de auto om wat kiekjes te maken. Echter bij het openen van de deuren van de auto bleek hoe erg de herrie echt was die de beestjes maakten. Dit deed gewoon zeer aan mijn oren!
Eindelijk waren we bij de oceaan aangekomen en het uitzicht was geweldig mooi. In de verte zagen we de Grand Pacific Drive liggen welke we zouden gaan rijden. Dit is een soort van brug langs de rotskust welke in de oceaan is gelegd. We maakten een kleine wandeling bovenlangs de kliffen en zagen nu eindelijk de herrieschoppers goed zitten in de bomen. Het aantal Cigalles was gelukkig iets minder dan in het regenwoud zelf, maar nog steeds waren ze in grote getalen aanwezig.
Na de Grand Pacific Drive zag Richard een bordje Jervis Bay staan. Een National park wat ik, aangezien het doodlopend was, niet opgenomen had in de route. Dit scheen toch wel de moeite waard te zijn en we weken dus af van de route om dit National Park te bezoeken. Na de gebruikelijke entree betaald te hebben reden we de weg door het park af naar Murray Beach. Dit was echt zo’n idyllisch strandje zoals je alleen in films ziet. Natuurlijk werden we gelijk in het Nederlands aangesproken door een meisje wat als Au Pair gewerkt had. Na ons bezoekje aan Murray Beach reden we door naar de ruïne van de oude vuurtoren. Oud is maar relatief aangezien het land nog geen 250 jaar geleden ontdekt is. De ruïne bleek te zijn ontstaan omdat men zelf de oude vuurtoren had neergehaald en de stenen had laten liggen. Dit was gebeurd omdat de vuurtoren voor de scheepvaart op de verkeerde plek was gebouwd. De nieuwe vuurtoren stond een paar kilometer verderop langs de kust en omdat 2 vuurtorens erg verwarrend zouden zijn hadden ze deze maar afgebroken en de restanten laten liggen. We reden terug door het park en zowaar zagen we daar dan levende kangoeroes langs de weg zitten. Het aantal kadavers dat we gezien hadden langs de weg was al niet telbaar meer dus twee levende exemplaren, en nog langs de weg ook, dat was uniek.
Na het verlaten van het park reden we terug naar de Princess Highway welke geheel door zou lopen tot aan Melbourne. In een klein stadje stopten we bij de lokale bakker om daar een Australian Pie te kopen. Dit is een soort van dicht pasteibroodje wat gevuld is met warm vlees. In de bakkerij werd ons gelijk in het Nederlands verteld welke het lekkerste was. Dan ben je aan de andere kant van de wereld en dan kom je de ene Nederlander na de ander tegen. Ach, geef ze eens ongelijk want alles wat ik tot nu toe van Australië gezien had was echt schitterend.
We vervolgden onze weg door honderden kilometers regenwoud, het Biamanga National Park en het Bournda National Park en kwamen aan het eind van de middag in het kustplaatsje Eden aan. Hier hadden we een hotel besproken dat ook gelijk als lokale kroeg/restaurant fungeerde. De kamer stelde niet veel voor, maar de kosten waren dan ook zo goed als nihil. Na de nodige Carlton Draught’s en een lekker stukje lamsvlees was het tijd te gaan slapen.
3 januari 2014 – Roadtrip dag 2
Een ontbijt konden we niet krijgen in het hotel. Aan de overkant van de straat zat echter een coffeeshop waar we een flinke emmer koffie en een Blueberrie Muffin scoorden. Hier konden we de komende uren wel op teren. We vervolgden de Princess Highway weer door honderden kilometers regenwoud. De honger begon langzaamaan te komen dus toen we eindelijk een tentje zagen wat zoals gebruikelijk hier tegelijk fungeerde als restaurant, lokale kroeg en supermarkt werd de “I don’t give a fuck truck” aan de kant gezet zodat we wat te eten konden scoren met een kop koffie. Ook hier verkochten ze Australian Pie’s welke ik dus nam. Deze dingen zijn echt heerlijk! Boven de stellingkast welke de lokale supermarkt moest voorstellen hing een groot bord “Dutch and Australian Groceries” met daarnaast een foto van een kangoeroe op klompen.
We vervolgden de weg naar Melbourne. Het hotel, wat midden in het centrum gelegen was, was snel gevonden. Na de spullen op de kamer gedumpt te hebben belde Yoni, het broertje van mijn schoonzusje, of we er al waren. Ja dus. Hij was al een paar maanden aan het backpacken in Australië en nu we toch op dezelfde plek waren konden we net zo goed een biertje gaan doen.
Richard en ik wandelden onder de wolkenkrabbers van Melbourne door naar Flinders Hostel waar Yoni zou verblijven. Daar aangekomen bleek er in het hostel een bar te zitten met terras. Een terras is iets wat ze eigenlijk niet kennen in deze grote stad. Erg leuk om dus buiten biertjes te drinken met uitzicht op de straat. Tussen de biertjes door nuttigden we een burrito bij de naastgelegen Mexicaanse fastfoodketen. We wandelden met z’n drietjes naar een andere bar om daar met enkele vriendinnen van Yoni verder door te gaan met biertjes drinken. We wensten Yoni nog een fijne avond en een fijne vakantie en daarna reden we met de taxi terug naar ons hotel. Om half 2 ’s nachts doken we eindelijk onze bedjes in.
4 januari 2014 – Roadtrip dag 3
Ook in dit hotel hadden we geen ontbijt gereserveerd. Het zou vast mogelijk geweest zijn maar geen van ons beiden heeft ’s ochtends behoefte aan een zware maaltijd. Daarnaast waren we nog lichtelijk brakjes van de vele biertjes de avond ervoor. De “I don’t give a fuck truck” stond onder het hotel in de parkeergarage dus we konden gelijk vertrekken. Deze keer was onze eindbestemming het vliegveld van Melbourne. Daar was motorverhuurbedrijf “Offtrack Motorcycles Rentals” gevestigd. Hier had Richard 2 exemplaren van de BMW F800 GS geregeld. Dit was het enige motorverhuurbedrijf dat het toestond om op gravelwegen en verder offroad te gaan met de motoren. Alle andere motorverhuurbedrijven stonden slechts toe dat slechts 1% van de rit onverhard mocht zijn. De keuze voor dit verhuurbedrijf was dus niet zo moeilijk.
Mijn Zumo had de geest gegeven maar gelukkig had Richard op 1 van de GS’en een Zumo 350 geregeld waar ik al een geheugenkaartje met routes voor geprepareerd had. Onze bagage tasten we over in de koffers, fatsoenlijke stalen bovenladers, die aan de motoren hingen. De “I don’t give a fuck truck” kreeg 4 dagen rust in de parkeergarage van het vliegveld.
De eigenaar van het verhuurbedrijf was echt een motorgek. Hij vertelde ons dat de F800GS een goede keus was geweest om te huren. Met deze kon je, volgens hem, namelijk offroad veel beter springen dan met de R1200GS die hij ook had staan. De motoren waren beiden exemplaren van februari 2013 met net 6000 kilometer op de teller. Na een kleine uitleg over alle opties die op deze BMW’s zaten (Tractie control, ABS, elektrisch instelbare vering, handvatverwarming) konden we dan eindelijk vertrekken. Het links rijden ging bij mij gelijk goed en aan de BMW was ik zo gewend. Alleen heel snel had ik al een houten kont, dit ondanks dat ik toch wel degelijk de schop onder mijn kont mistte die ik op mijn Strom kreeg bij het opendraaien van de gaskraan. Net voorbij Melbourne stopten we even bij een Mac Donalds om een ontbijtje naar binnen te werken zodat we toch weer iets in onze maag hadden.
Met een redelijk gevulde maag reden we verder over de snelweg. Dit was het saaie gedeelte van de
route die ik voor vandaag gepland had staan. We moesten immers eerst om Melbourne en alle omliggende steden heen rijden eer wij bij het geplande hoogtepunt van de dag uit zouden komen: De Great Ocean Road. Deze weg scheen zo mooi en bochtig te zijn dat je ‘m als motorrijder wel gereden moest hebben. Echter het begin van de weg tot aan Torquay was 1 grote file. Gelukkig was de “I don’t give a fuck truck” omgeruild voor stel BMW’s en dus konden we de file netjes passeren. Wel extra oppassen want in Australië krijgen mensen nog rijles van hun ouders en krijg je je rijbewijs bij wijze van spreken nog bij een pakje boter. Daarnaast rijdt bijna iedereen er in een auto met een V8 mèt spoiler, en dan meestal ook nog eens in een foute sportief ogende kleur.
Na de drukte bij Torquai zagen we het Split Point Lighthouse staan. Een voor Australische begrippen oude vuurtoren uit 1891! Van hieruit hadden we ons eerste uitzicht over de Atlantische kust langs de Great Ocean Road. En ja nu al was dit het mooiste stuk kustlijn wat ik ooit gezien had.
We vervolgden onze route langs de Great Ocean Road. Doordat het vakantieseizoen was in Australië, wat daar dus gekoppeld is aan kerst en oud en nieuw, was het erg druk op de weg. Hard doorrijden zat er dus niet in, maar dat was ook niet nodig omdat de uitzichten over de kust zo mooi waren dat we die ook wilde bekijken.
In Kennet River zouden wilde koala’s in de bomen zitten. En bij het inrijden van het straatje waar enkele Gum trees stonden rook je ze al. Ik zag water uit een boom omlaag komen, echter het was geen water maar een koala die zat te pissen. Deze beesten hangen de hele dag een beetje lamlendig, en verdoofd van het kauwen op de verdovende stoffen uit de bladeren, in de bomen. Ze slapen de hele dag en worden af en toe wakker om hun ontlasting te laten lopen. Het rook er dus erg lekker, maar we hadden deze beestjes in het wild gespot. Dat kon ook weer afgevinkt worden van het lijstje.
In Appolo bay stopten we om een pizza, welke veel te groot bleek te zijn, naar binnen te werken als zijnde lunch. Appolo bay was verder een normaal Australisch toeristisch kustplaatsje waar weinig spannends te zien viel.
Na Appolo Bay reden we het Great Otway National Park in. Dit was ook nog steeds Great Ocean Road, echter een stuk wat door een regenwoud heen liep. Op het moment dat ik een foto wilde maken begon het dat dus ook te doen… regenen. De temperatuur schoot omlaag en ik was blij met de handvatverwarming op de BMW. De binnenvoering van mijn zomerse doorwaaipak had ik thuis (in Nederland) gelaten, het zou immers zomer zijn in Australië, en binnen de kortste keren was ik geheel doorweekt. Na een erg fris ritje begon het flink te waaien. Ondanks dat dit ook weer voor redelijk wat afkoeling zorgde, droogde mijn pak hier wel weer door op.
Een van de hoogtepunten aan de Great Ocean Road zijn de 12 Apostles. Dit zijn negen (want een is er al ingestort, en 12 omdat Jezus er schijnbaar wel 12 had… lekker logisch) rotsen van kalkzandsteen in de oceaan voor de kust. Bij de eerste van de 12 Apostles, verruilde ik mijn natte shirtjes voor enkele droge exemplaren wat het rijden een stuk aangenamer diende te maken. De rotsformaties waren echt geweldig mooi zo voor de kustlijn. Een erg toeristisch punt, maar zeker de moeite waard, wat dus ook weer Chinezen met iPads aantrok.
Natuurlijk begon het na het wegrijden van de parking bij de 12 Apostles weer te regenen en mijn droge shirtjes waren weer nat. Het was gelukkig nog maar 75 kilometer tot aan volgende stop in Warnambool waar we op zouden kunnen warmen.
Het overnachtingsadres bleek een echt backpackers hostel. De gemiddelde backpacker in dit hostel had veel weg van de koala’s die we onderweg tegen waren gekomen: lui, lamlendig, passief om over de geur maar niet te spreken. In de algemene ruimte meurde het naar goedkope curry. Gelukkig was het er wel warm en was het bier wat er verkocht werd koud! Toen we vroegen waar een restaurantje was werden we al vreemd aangekeken. De meeste bezoekers hier leefden schijnbaar met het budget van 50 cent per dag voor voedsel dus wij vielen gelijk uit de toom. Na een korte wandeling door Warnambool kwamen we aan bij een snackbarretje waar we een Burger with a LOT namen. Oftewel een grote hamburger met veel meuk erop zoals kaas, een gebakken ei , tomaat en sla. Ondanks dat we onze trip op een BMW G(ay)(as)S deden namen we niet het aangeplakte toepasselijke ijsje (Golden Gaytime) maar een milkshake. Na nog enkele biertjes in het hostel, tussen de zatte veel te jonge Australische meiden, was het tijd te gaan slapen.
Roadtrip Australia 2013-2014
Australië, nooit gedacht dat ik er zou komen maar toch vloog ik er heen. Voor iemand die nog nooit buiten Europa was geweest was de vlucht erheen behoorlijk dodelijk. Op Schiphol begon de ellende al doordat mijn Visum niet goed in het systeem stond. Ik was ruim van te voren aanwezig dus dat visum moest even opnieuw geregeld worden bij de British Airways balie en daar bleek dat een Nul en een letter O omgewisseld waren in mijn paspoortnummer. De reis verliep, ondanks het domme klapvee bij de landing, verder geheel perfect. Slapen deed ik niet dus de brakheid bij aankomst was ruimschoots aanwezig.
Voor onze roadtrip zou beginnen verbleef ik eerst anderhalve week bij Richard en Melissa thuis in Sydney, waar ook Chantal zijn zus verbleef. We vierden kerstmis thuis en Boxing day met Australische BBQ bij een collega van Melissa. BBQ will never be the same!!! Zelden zag ik zulke bergen vlees op 1 BBQ verdwijnen. We bezochten het centrum van Sydney met het Opera House, de Apple store en de Botanische tuinen. We brachten een bezoekje aan Taronga Zoo vanwaar je een schitterend uitzicht over de stad hebt. Daarnaast zie je hier de beesten die in Australië in leven, en meer, ook alvast een keer in gevangenschap. De meesten kom je echter niet (levend) tegen in het wild, maar liggen lekker langs de kant van de weg te slapen. Ook bezochten we het natuurgebied “Blue Mountains” welke zo heten omdat er boven dit woud een lichtblauwe damp hangt van de vele eucalyptus bomen die er staan. De 3 bekende stenen “Three Sisters” werden door alles en iedereen op de foto gezet. De Chinezen die hun hele vakantie vastleggen met de iPad waren hier ook ruimschoots vertegenwoordigd.
Het kerstcadeautje van Melissa was een surfles op Cronula Beach. Oftewel het beste kerstcadeau dat ik ooit gehad heb! Natuurlijk ging het voor geen meter en was ik al blij als ik 5 seconden kon blijven staan. Het had erg veel weg van leren snowboarden wat in het begin ook nooit lukt. Maar gaaf, en voor herhaling vatbaar was het zeer zeker!
Oudjaar in Sydney kun je op diverse plaatsen vieren maar 1 plek is de beste. En laten wij hier nou net eens kaartjes voor hebben. Om 4 uur ’s middags pakten we de trein naar het centrum van Sydney. Daar aangekomen heerste er al een gezonde spanning in de stad. Alleen met kaartjes kon je bepaalde zones in. Het “klootjesvolk” lag vanaf 7 uur ‘s ochtends op straat, mocht geen alcohol drinken en kon niet naar het toilet. Voor ons was er een pad tussen de mensenmenigte afgezet met hekken zodat wij vrolijk naar de Opera bar, onder het Opera House, konden lopen. Daar aangekomen was het toch nog even wachten eer we naar binnen konden en bij binnenkomst hadden we snel een tafeltje veroverd. Dat de biertjes 9 dollar per stuk kosten dat boeide niet zo. We stonden op de beste locatie waar je op dat moment ook maar ter wereld kon staan. De biertjes, en de hapjes gingen er goed in en om 12 uur waren we ooggetuige van de mooiste vuurwerkshow ter wereld. Aan alles komt een eind en zat en gelukkig reden we met de trein weer terug naar huis.
2 januari 2014 – Roadtrip dag 1
De Mazda BT50 3.2 TD 4WD welke omgedoopt was in de “I don’t give a Fuck Truck” werd ingeladen voor de roadtrip. De eerste 2 dagen van onze trip zouden we hiermee naar Melbourne rijden. De routes had ik thuis in Nederland al goed voorbereid en in mijn Garmin gezet.
Na het verlaten van de drukte van Sydney reden we bijna gelijk een regenwoud in. Rondom de auto gonsde het van de Cigalles (zo heten die beesten in Frankrijk en ik zou niet weten hoe je ze in andere talen noemt). We stopten de auto om wat kiekjes te maken. Echter bij het openen van de deuren van de auto bleek hoe erg de herrie echt was die de beestjes maakten. Dit deed gewoon zeer aan mijn oren!
Eindelijk waren we bij de oceaan aangekomen en het uitzicht was geweldig mooi. In de verte zagen we de Grand Pacific Drive liggen welke we zouden gaan rijden. Dit is een soort van brug langs de rotskust welke in de oceaan is gelegd. We maakten een kleine wandeling bovenlangs de kliffen en zagen nu eindelijk de herrieschoppers goed zitten in de bomen. Het aantal Cigalles was gelukkig iets minder dan in het regenwoud zelf, maar nog steeds waren ze in grote getalen aanwezig.
Na de Grand Pacific Drive zag Richard een bordje Jervis Bay staan. Een National park wat ik, aangezien het doodlopend was, niet opgenomen had in de route. Dit scheen toch wel de moeite waard te zijn en we weken dus af van de route om dit National Park te bezoeken. Na de gebruikelijke entree betaald te hebben reden we de weg door het park af naar Murray Beach. Dit was echt zo’n idyllisch strandje zoals je alleen in films ziet. Natuurlijk werden we gelijk in het Nederlands aangesproken door een meisje wat als Au Pair gewerkt had. Na ons bezoekje aan Murray Beach reden we door naar de ruïne van de oude vuurtoren. Oud is maar relatief aangezien het land nog geen 250 jaar geleden ontdekt is. De ruïne bleek te zijn ontstaan omdat men zelf de oude vuurtoren had neergehaald en de stenen had laten liggen. Dit was gebeurd omdat de vuurtoren voor de scheepvaart op de verkeerde plek was gebouwd. De nieuwe vuurtoren stond een paar kilometer verderop langs de kust en omdat 2 vuurtorens erg verwarrend zouden zijn hadden ze deze maar afgebroken en de restanten laten liggen. We reden terug door het park en zowaar zagen we daar dan levende kangoeroes langs de weg zitten. Het aantal kadavers dat we gezien hadden langs de weg was al niet telbaar meer dus twee levende exemplaren, en nog langs de weg ook, dat was uniek.
Na het verlaten van het park reden we terug naar de Princess Highway welke geheel door zou lopen tot aan Melbourne. In een klein stadje stopten we bij de lokale bakker om daar een Australian Pie te kopen. Dit is een soort van dicht pasteibroodje wat gevuld is met warm vlees. In de bakkerij werd ons gelijk in het Nederlands verteld welke het lekkerste was. Dan ben je aan de andere kant van de wereld en dan kom je de ene Nederlander na de ander tegen. Ach, geef ze eens ongelijk want alles wat ik tot nu toe van Australië gezien had was echt schitterend.
We vervolgden onze weg door honderden kilometers regenwoud, het Biamanga National Park en het Bournda National Park en kwamen aan het eind van de middag in het kustplaatsje Eden aan. Hier hadden we een hotel besproken dat ook gelijk als lokale kroeg/restaurant fungeerde. De kamer stelde niet veel voor, maar de kosten waren dan ook zo goed als nihil. Na de nodige Carlton Draught’s en een lekker stukje lamsvlees was het tijd te gaan slapen.
3 januari 2014 – Roadtrip dag 2
Een ontbijt konden we niet krijgen in het hotel. Aan de overkant van de straat zat echter een coffeeshop waar we een flinke emmer koffie en een Blueberrie Muffin scoorden. Hier konden we de komende uren wel op teren. We vervolgden de Princess Highway weer door honderden kilometers regenwoud. De honger begon langzaamaan te komen dus toen we eindelijk een tentje zagen wat zoals gebruikelijk hier tegelijk fungeerde als restaurant, lokale kroeg en supermarkt werd de “I don’t give a fuck truck” aan de kant gezet zodat we wat te eten konden scoren met een kop koffie. Ook hier verkochten ze Australian Pie’s welke ik dus nam. Deze dingen zijn echt heerlijk! Boven de stellingkast welke de lokale supermarkt moest voorstellen hing een groot bord “Dutch and Australian Groceries” met daarnaast een foto van een kangoeroe op klompen.
We vervolgden de weg naar Melbourne. Het hotel, wat midden in het centrum gelegen was, was snel gevonden. Na de spullen op de kamer gedumpt te hebben belde Yoni, het broertje van mijn schoonzusje, of we er al waren. Ja dus. Hij was al een paar maanden aan het backpacken in Australië en nu we toch op dezelfde plek waren konden we net zo goed een biertje gaan doen.
Richard en ik wandelden onder de wolkenkrabbers van Melbourne door naar Flinders Hostel waar Yoni zou verblijven. Daar aangekomen bleek er in het hostel een bar te zitten met terras. Een terras is iets wat ze eigenlijk niet kennen in deze grote stad. Erg leuk om dus buiten biertjes te drinken met uitzicht op de straat. Tussen de biertjes door nuttigden we een burrito bij de naastgelegen Mexicaanse fastfoodketen. We wandelden met z’n drietjes naar een andere bar om daar met enkele vriendinnen van Yoni verder door te gaan met biertjes drinken. We wensten Yoni nog een fijne avond en een fijne vakantie en daarna reden we met de taxi terug naar ons hotel. Om half 2 ’s nachts doken we eindelijk onze bedjes in.
4 januari 2014 – Roadtrip dag 3
Ook in dit hotel hadden we geen ontbijt gereserveerd. Het zou vast mogelijk geweest zijn maar geen van ons beiden heeft ’s ochtends behoefte aan een zware maaltijd. Daarnaast waren we nog lichtelijk brakjes van de vele biertjes de avond ervoor. De “I don’t give a fuck truck” stond onder het hotel in de parkeergarage dus we konden gelijk vertrekken. Deze keer was onze eindbestemming het vliegveld van Melbourne. Daar was motorverhuurbedrijf “Offtrack Motorcycles Rentals” gevestigd. Hier had Richard 2 exemplaren van de BMW F800 GS geregeld. Dit was het enige motorverhuurbedrijf dat het toestond om op gravelwegen en verder offroad te gaan met de motoren. Alle andere motorverhuurbedrijven stonden slechts toe dat slechts 1% van de rit onverhard mocht zijn. De keuze voor dit verhuurbedrijf was dus niet zo moeilijk.
Mijn Zumo had de geest gegeven maar gelukkig had Richard op 1 van de GS’en een Zumo 350 geregeld waar ik al een geheugenkaartje met routes voor geprepareerd had. Onze bagage tasten we over in de koffers, fatsoenlijke stalen bovenladers, die aan de motoren hingen. De “I don’t give a fuck truck” kreeg 4 dagen rust in de parkeergarage van het vliegveld.
De eigenaar van het verhuurbedrijf was echt een motorgek. Hij vertelde ons dat de F800GS een goede keus was geweest om te huren. Met deze kon je, volgens hem, namelijk offroad veel beter springen dan met de R1200GS die hij ook had staan. De motoren waren beiden exemplaren van februari 2013 met net 6000 kilometer op de teller. Na een kleine uitleg over alle opties die op deze BMW’s zaten (Tractie control, ABS, elektrisch instelbare vering, handvatverwarming) konden we dan eindelijk vertrekken. Het links rijden ging bij mij gelijk goed en aan de BMW was ik zo gewend. Alleen heel snel had ik al een houten kont, dit ondanks dat ik toch wel degelijk de schop onder mijn kont mistte die ik op mijn Strom kreeg bij het opendraaien van de gaskraan. Net voorbij Melbourne stopten we even bij een Mac Donalds om een ontbijtje naar binnen te werken zodat we toch weer iets in onze maag hadden.
Met een redelijk gevulde maag reden we verder over de snelweg. Dit was het saaie gedeelte van de
route die ik voor vandaag gepland had staan. We moesten immers eerst om Melbourne en alle omliggende steden heen rijden eer wij bij het geplande hoogtepunt van de dag uit zouden komen: De Great Ocean Road. Deze weg scheen zo mooi en bochtig te zijn dat je ‘m als motorrijder wel gereden moest hebben. Echter het begin van de weg tot aan Torquay was 1 grote file. Gelukkig was de “I don’t give a fuck truck” omgeruild voor stel BMW’s en dus konden we de file netjes passeren. Wel extra oppassen want in Australië krijgen mensen nog rijles van hun ouders en krijg je je rijbewijs bij wijze van spreken nog bij een pakje boter. Daarnaast rijdt bijna iedereen er in een auto met een V8 mèt spoiler, en dan meestal ook nog eens in een foute sportief ogende kleur.
Na de drukte bij Torquai zagen we het Split Point Lighthouse staan. Een voor Australische begrippen oude vuurtoren uit 1891! Van hieruit hadden we ons eerste uitzicht over de Atlantische kust langs de Great Ocean Road. En ja nu al was dit het mooiste stuk kustlijn wat ik ooit gezien had.
We vervolgden onze route langs de Great Ocean Road. Doordat het vakantieseizoen was in Australië, wat daar dus gekoppeld is aan kerst en oud en nieuw, was het erg druk op de weg. Hard doorrijden zat er dus niet in, maar dat was ook niet nodig omdat de uitzichten over de kust zo mooi waren dat we die ook wilde bekijken.
In Kennet River zouden wilde koala’s in de bomen zitten. En bij het inrijden van het straatje waar enkele Gum trees stonden rook je ze al. Ik zag water uit een boom omlaag komen, echter het was geen water maar een koala die zat te pissen. Deze beesten hangen de hele dag een beetje lamlendig, en verdoofd van het kauwen op de verdovende stoffen uit de bladeren, in de bomen. Ze slapen de hele dag en worden af en toe wakker om hun ontlasting te laten lopen. Het rook er dus erg lekker, maar we hadden deze beestjes in het wild gespot. Dat kon ook weer afgevinkt worden van het lijstje.
In Appolo bay stopten we om een pizza, welke veel te groot bleek te zijn, naar binnen te werken als zijnde lunch. Appolo bay was verder een normaal Australisch toeristisch kustplaatsje waar weinig spannends te zien viel.
Na Appolo Bay reden we het Great Otway National Park in. Dit was ook nog steeds Great Ocean Road, echter een stuk wat door een regenwoud heen liep. Op het moment dat ik een foto wilde maken begon het dat dus ook te doen… regenen. De temperatuur schoot omlaag en ik was blij met de handvatverwarming op de BMW. De binnenvoering van mijn zomerse doorwaaipak had ik thuis (in Nederland) gelaten, het zou immers zomer zijn in Australië, en binnen de kortste keren was ik geheel doorweekt. Na een erg fris ritje begon het flink te waaien. Ondanks dat dit ook weer voor redelijk wat afkoeling zorgde, droogde mijn pak hier wel weer door op.
Een van de hoogtepunten aan de Great Ocean Road zijn de 12 Apostles. Dit zijn negen (want een is er al ingestort, en 12 omdat Jezus er schijnbaar wel 12 had… lekker logisch) rotsen van kalkzandsteen in de oceaan voor de kust. Bij de eerste van de 12 Apostles, verruilde ik mijn natte shirtjes voor enkele droge exemplaren wat het rijden een stuk aangenamer diende te maken. De rotsformaties waren echt geweldig mooi zo voor de kustlijn. Een erg toeristisch punt, maar zeker de moeite waard, wat dus ook weer Chinezen met iPads aantrok.
Natuurlijk begon het na het wegrijden van de parking bij de 12 Apostles weer te regenen en mijn droge shirtjes waren weer nat. Het was gelukkig nog maar 75 kilometer tot aan volgende stop in Warnambool waar we op zouden kunnen warmen.
Het overnachtingsadres bleek een echt backpackers hostel. De gemiddelde backpacker in dit hostel had veel weg van de koala’s die we onderweg tegen waren gekomen: lui, lamlendig, passief om over de geur maar niet te spreken. In de algemene ruimte meurde het naar goedkope curry. Gelukkig was het er wel warm en was het bier wat er verkocht werd koud! Toen we vroegen waar een restaurantje was werden we al vreemd aangekeken. De meeste bezoekers hier leefden schijnbaar met het budget van 50 cent per dag voor voedsel dus wij vielen gelijk uit de toom. Na een korte wandeling door Warnambool kwamen we aan bij een snackbarretje waar we een Burger with a LOT namen. Oftewel een grote hamburger met veel meuk erop zoals kaas, een gebakken ei , tomaat en sla. Ondanks dat we onze trip op een BMW G(ay)(as)S deden namen we niet het aangeplakte toepasselijke ijsje (Golden Gaytime) maar een milkshake. Na nog enkele biertjes in het hostel, tussen de zatte veel te jonge Australische meiden, was het tijd te gaan slapen.
Laatst bewerkt: