Reisverslag: Scandinavië en de Noordkaap in Coronatijden

DEEL 15 : SALTSTRAUMEN – KUSTWEG Fv17 - ROROS

1613397020949.png


Saltstraumen, waar tonnen en tonnen zeewater door een gat van amper 400m breed gejaagd worden. Het water uit de Atlantische Oceaan stroomt hier met eb en vloed tegen een snelheid van ongeveer 40km/u in of uit de fjord. De draaikolken zijn indrukwekkend, de snelheid van het water nog meer. De camping is vlakbij, en ik ga het een keer of drie bekijken, zo betovert het me. De tweede keer neem ik ook mijn hengel mee, maar vang alleen een kleine makreel. Die ik dan maar terug zet.

1613397067870.png


Voor het filmpje:

Er is nog een ander visje dat zich roert en om het tot rust te brengen geef ik een beetje toe: ik verander mijn reisplan. Waar ik normaal gesproken langs de Westkust zou afzakken naar het Zuiden, schrap ik dat idee. Zuid-West Noorwegen zal voor een andere keer zijn. Nu op het gemak via Røros en Lillehammer naar huis. Op ’t gemak, inderdaad, want beestje of niet, ik laat me niet opjagen. Als ’t goed is ben ik dan binnen drie weken thuis. Het beestje is content en zwijgt. Ik ben ook content en zwijg eveneens.

Op dag twee bij Saltstraumen komt een oude Harley de wei opgereden en installeert zich naast de Rode Duivel. Ik maak kennis met Hugo, een jonge Franse motard pur sang. De man ademt motoren, hij is ermee opgegroeid, zijn wieg moet in een zijspan gestaan hebben. Toffe peer. Hij leeft van het opknappen van huizen: koopt er één, knapt het in een half jaar op en verkoopt het weer. Daar kan hij dan weer de rest van het jaar van leven. Samen zo’n anderhalf uur naar die getijdenstroom zitten kijken. Twee lone wolves die mekaar even vinden, wat ideeën uitwisselen en een biertje drinken. Super relaxed. De dag erop ontbijten we samen, daarna is hij snel weg. Ik neem de tijd en vertrek zo’n drie kwartier later. Het plan is om via de kustweg Fv17 richting Røros te karren.

Die Fv17 is de langste van de toeristische routes in Noorwegen en loopt ruwweg van Bodø tot Trondheim, zo’n 700km. Dat leg je niet in één dag af, want onderweg zijn er zes ferries. In de wachtrij voor één ervan, kom ik Hugo weer tegen, zo zie je maar. Eens aan land gaat hij er weer als een speer vandoor, voorgoed deze keer.

Onderweg stop ik bij een kleine supermarkt, boodschappen voor de avond doen. Dat is een prettige routine geworden. Zo heb ik altijd verse ingrediënten en sleur ik wat minder gewicht aan blikvoer mee. Ook eigen gewicht overigens, merk ik aan mijn broeksriem. Logisch, ik eet en drink minder. Mijn ontbijt bestaat meestal uit knäckebröd met kaas/jam en koffie. Lunch: een appel of twee. Bij de avondmaaltijd laat ik mij gaan. Na het opzetten van de tent gaat er bijna altijd een blikje bier open en soms een zakje chips, of nootjes, of olijven (duur!), of kaas/salami of waar ik eerder op de dag zin in had tijdens de boodschappen. Ik kook zoals thuis: verse groenten, stukje vlees of gevangen vis, rijst of pasta of aardappelen. Biertje erbij -wijn is hier niet te betalen en wat betaalbaar is, is niet te genieten- en af en toe een dessertje. Tijdens het weekend ga ik uit eten. Soms valt dat mee, soms tegen.

Ik bots op alweer een Belgisch biertje, en laat het staan: te zoet in de eerste plaats, en tweedes ontdek ik liever de lokale brouwsels.
1613397610223.png


De natuur is weer op zijn best, de route erg afwisselend. In de buurt van Halsa passeer ik de Svartisen Gletsjer, de tweede grootste van Noorwegen. Zo’n 400 km² ijs (dat zijn een kleine 60 000 voetbalvelden) glijdt van 1600m hoogte langzaam de fjord in. De kleurenpracht schijnt immens mooi te zijn. Ik kan hem helaas niet bezoeken: je komt er enkel met een ferry en de begeleide tochten zijn afgelast omwille van jeweetwel. Dan maar een foto vanop afstand en verder karren. Het ziet er in het echt blauwer uit dan op de foto trouwens.

1613397677852.png


Tijdens het wachten op de ferry in Jektvik zie ik een vreemd gezicht in een rotspartij aan de overkant van het water. Hij doet me van ver een beetje aan Rutger Hauer denken, met name dat oog. Maar dat is puur mijn fantasie. Ik snap wel dat die Noren overal Trollen en andere griezels zien. Niet dat Rutger een griezel was.
1613397798154.png


En er zitten hier haaien ! Zie het filmpje :
😊

De Fv218 loopt verder. Het is niet alleen een kust-, maar ook een kunstweg. Bij een grote brug, de Helgelandbrua, gevolgd door een lange dijk waarbij je tussen het water lijkt te rijden, zie ik een van die kunstwerken. Een soort windwijzer die warmte/koude en vochtigheid in de lucht aangeeft. Die brug en het stuk weg daarna zijn de moeite waard. Heel apart.

1613397840972.png


Aan de overkant nog maar eens een hoge smeltwaterval.

1613397875456.png


Ik tuf op ’t gemakske verder, het weer is er niet naar om snel ergens te moeten zijn. Bij Asp kom ik weer op de E6 terecht, die ik voor 80km volg. Ook op deze weg is het rustig en aangenaam toeren, zij het iets drukker. Bij Stjørdal verlaat ik hem weer voor een andere provinciale weg, de Selbuvegen. 30km verderop volgt die de Nea rivier, een van de grotere rivieren die zich richting Røros kronkelt. Of beter gezegd, van Røros weg.

In de buurt van Flaknam stop ik bij wat een camping zou moeten zijn. Sinds Saltstraumen ben ik ondertussen al twee campings en drie dagen verder, maar deze camping is het vernoemen waard. Het bord geeft buiten “Nea Camping” aan, bij de receptie heet het “Vertshuset (gasthuis) Caroline” en binnen blijkt het een Chinees restaurant te zijn. Geen van de uitbaters spreekt Engels, maar ik begrijp dat ik buiten mijn tent mag opzetten. Chinees in het midden van niks in Noorwegen, dat moet ik proeven !

Er blijken toch nogal wat gasten te zitten, hoewel ik in de directe omgeving geen huizen zag. Ik installeer me buiten op het terras, met zicht op de rivier en raak aan de praat met een Noors gezin uit de buurt, t.t.z. ze wonen 30km verderop. In deze contreien is dat naast de deur. Het restaurant blijkt vooral tijdens het weekend populair te zijn, als gezinnen hier met opa en/of oma komen eten. De keuken is eenvoudig en goedkoop, en lekker. Ik heb nog maar net mijn dessert op als ik merk dat ik nog de enige gast ben. Ik reken af en de uitbaatster maakt met handen en voeten duidelijk dat ik hier de nacht alleen zal doorbrengen. Ze laten de deur open zodat ik toilet en douche kan gebruiken. Van vertrouwen gesproken. Het is dus een zeer rustige avond, gelukkig bij een lekker zonnetje en geen muggen. ’s Ochtends neem ik uitgebreid een douche en na het eten ben ik weer weg. Ik doe rustig aan: Røros ligt op minder dan 2 uur rijden, dus ik heb alle tijd.

1613397998083.png
1613398131959.png


De weg slingert zich afwisselend door een bebost, heuvelachtig landschap (geen foto's) en open vlaktes (wel gefotografeerd). In de buurt van Tydal kom ik uit op zo’n kleine hoogvlakte. Die uitgestrektheid is toch iets wat me meer trekt dan de bossen. Waarom is lastig te benoemen. Is het de weidsheid die me aantrekt? De openheid, het ver kunnen zien? Zoals ik zelf al mijn hele leven mijn horizonten weids hou ? Oeps, weer een “Zen”-ig moment. Tijdens een korte wandeling kom ik weer wat steenmannetjes tegen. Ik draag mijn steentje bij en hoor geen klachten. ’t Zal dan wel goed zijn zeker?

1613398104148.png


Rond 14u draai ik de camping bij Røros op, de drukste die ik tot nog toe bezocht . Ik boek gelijk twee nachten, er is wat sight seeing te doen hier.
 
Laatst bewerkt:
Ik zit met veel plezier je reisverslag te lezen. Kom veel bekende plaatsen tegen, ondanks dat wij het met de auto en de tent gedaan hebben. Ik gebruik naast het verhaal ook de kaart, ik "rijd" een beetje mee. De plaats/gehucht Flaknan kon ik niet meteen vinden, dus ben ik de Selbuvegen digitaal afgereden. En ja hoor, daar kwam in Flaknan tegen.
Blijf nog even meerijden als je het goed vind!!!!!
 

Bijlagen

  • Flora café.jpg
    Flora café.jpg
    14,3 KB · Weergaven: 11
Weer een mooi verhaal Tmanneke. De Fv17, lokaal ook wel bekend als de Kystriksveien, neem ik altijd graag op op mijn route door Noorwegen. Zoals je al terecht opmerkte zitten daar nogal wat veerbootverbindingen in. Voor degene die wat meer willen weten over deze route hier een link waar je ook een heel nuttig boekje kan downloaden waarin de nodige activiteiten, overnachtingsmogelijkheden en dienstregelingen staan voor de veerdiensten. Dat laatste is erg handig omdat sommige afvaarten maar een paar keer per dag zijn. Als je dan net de boot ziet vertrekken voor je neus is dat best wel zuur. Door deze route te nemen ga je de Poolcirkel over met een veerboot (Kilboghamn - Jektvik), is weer eens wat anders. 🚢

Ferie_2019_282%2Bcopy.jpg
 
Laatst bewerkt:
't Komt eraan: de kleinkinderen vroegen net iets meer aandacht dan MF, en krijgen dat dan ook. *O*
 
Hoi even een klein vraagje ☝️ hoe zit het met het aanbod benzinepompen? Ik heb een actieradius van 200 km. Is dat te redden zonder extra brandstof? Naar de noordkaap
 
Hoi even een klein vraagje ☝️ hoe zit het met het aanbod benzinepompen? Ik heb een actieradius van 200 km. Is dat te redden zonder extra brandstof? Naar de noordkaap
Dat wordt spannend :+
blijf je op de E6/E45 dan is het van pomp naar pomp rijden
op de binnenwegen zijn de pompen zeldzamer en slikken soms alleen lokale kaarten
 
Als het zo krap wordt, dat je gedurig met samengeknepen billen moet rijden, dan is 't geen feestje.
Mss is een klein tankje reserve-benzine wel de oplossing.
 
Hmm toch maar ff kijken voor een paar liter extra dan haha. Mijn tank is 15 liter (kle500) zeg maar 5 liter extra moet wel tedoen zijn. ff mooi plekje zoeken dan 😁 thx
 
Langs de hoofdwegen vind je elke 100/150km echt wel een pomp, in Noorwegen wonen ook mensen en die moeten ook tanken en boodschappen doen. De vraag is alleen hoe leuk het nog is als je eigenlijk heel de dag bezig bent met tankstations zoeken.
 
Langs de hoofdwegen vind je elke 100/150km echt wel een pomp, in Noorwegen wonen ook mensen en die moeten ook tanken en boodschappen doen. De vraag is alleen hoe leuk het nog is als je eigenlijk heel de dag bezig bent met tankstations zoeken.
Alleen werkte mijn bankpas niet bij de onbemande tankstations in Noorwegen, waardoor ik er soms eentje over moest slaan. Ik heb dus wel eens 275 km zonder tankstation gereden. En als je normaal bij de 200 km tankt is dat wel billenknijpen.
 
Hoi even een klein vraagje ☝️ hoe zit het met het aanbod benzinepompen? Ik heb een actieradius van 200 km. Is dat te redden zonder extra brandstof? Naar de noordkaap
Laatste trip "om de noord" was naar Tromsø. Met mijn 3,7 liter tankje (actieradius 210 km) heb ik 1 keer mijn 1 liter reservefles aangebroken om te voorkomen dat ik op de druk stuk E6 stil zou vallen. Had misschien de volgende pomp wel gehaald maar wou geen risico lopen. Dus 2 liter voor meer verbruikende motoren met een dergelijke actieradius kan absoluut geen kwaad.
 
Alleen werkte mijn bankpas niet bij de onbemande tankstations in Noorwegen, waardoor ik er soms eentje over moest slaan. Ik heb dus wel eens 275 km zonder tankstation gereden. En als je normaal bij de 200 km tankt is dat wel billenknijpen.
Daarom heb ik altijd cash geld bij me, vraag je aan een local of die het met zijn bankpas even wil voorschieten.
 
Daarom heb ik altijd cash geld bij me, vraag je aan een local of die het met zijn bankpas even wil voorschieten.
Moet er wel een local zijn _O-

Nee serieus, ik stond in Ifjord, en ik had in het hele dorpje in 2 dagen tijd nog 1 persoon gezien en de mensen van de camping, maar de receptie was dicht. Eerstvolgende tankstation was in kjollefjord.
 
Hmm toch maar ff kijken voor een paar liter extra dan haha. Mijn tank is 15 liter (kle500) zeg maar 5 liter extra moet wel tedoen zijn. ff mooi plekje zoeken dan 😁 thx
Je hebt een 15L tank schrijf je, dan is je actieradius toch wel 300km even uitgaande van 1 op 20 of rijdt ie 1 op 13?
 
Je hebt een 15L tank schrijf je, dan is je actieradius toch wel 300km even uitgaande van 1 op 20 of rijdt ie 1 op 13?
Ik heb er nog niet veel mee gereden. Ik heb hem gekocht voor de rit naar de noordkaap dus het verbruik is wat ik lees van anderen. Ik ga dat deze zomer eerst eens ondervinden. De rit staat gepland voor volgend jaar👍🏻
 
Het ligt er een beetje aan welke wegen je gaat rijden, maar als je op de hoofdwegen blijft zul je ook relatief zuinig rijden. De maximum snelheden zitten op zo'n 80 a 90 en je hoeft daar maar weinig vanaf te wijken (lees geen rotondes dus minder remmen). Op de hoofdwegen valt het ook aardig mee met hoogteverschillen, in ieder geval boven de poolcirkel.

Van tankstation naar tankstation rijden is opzich ook niet zo erg als ze 150 km uit elkaar liggen. Neem je in ieder geval voldoende pauzes. Ik zou inderdaad wel een liter of 2/3 extra meenemen, voor het geval dat.

Het is zeker een mooi gebied, alhoewel ik zelf de Lofoten eilanden en het Zuid Westen van Noorwegen mooier vind. Die Noordkaap is natuurlijk wel een mooie vink op de bucketlist.
 
Daarom heb ik altijd cash geld bij me, vraag je aan een local of die het met zijn bankpas even wil voorschieten.
Ja dat herken ik.
Ik was ooit midden in de nacht in Luik met een lege tank. Kon nergens tanken omdat ik toen nog geen credit-card had.
Toen ook een local gevraagd of met zijn pas kon worden getankt nadat ik 'm een bedrag had overhandigd.

Heel spoedig daarna ook maar een credit-card genomen. Gebeurt me niet weer!
Jaren later veel nut van gehad vooral in Engeland, waar de gewone bankpas nog wel eens niet werd geaccepteerd.
 
Jullie hebben er even moeten op wachten, maar we gaan verder.

DEEL 16: ROROS

1614205941805.png


Na alweer een mooie rit, arriveer ik op de camping bij Røros. Dat dit een toeristische plek is, zie je meteen: campers en caravans staan dicht op mekaar en zelfs op de tentenplek is het een beetje drummen. Het lijkt wel zo’n Franse Camping Municipal. Op borden staat ook de vraag om alles zo dicht mogelijk bij mekaar te zetten. De reden hoor ik achteraf: tijdens grote sportwedstrijden reizen Noorse supporters hun teams achterna in campers, zowel tijdens de zomer (voetbal) als de winter (ijshockey). Vermijd dus weekends als je in Røros wil kamperen.

Ik installeer me en trek het stadje in. Het zonneke schijnt en het is niet al te druk.

Røros, een prachtig stadje, gebouwd rond 1600 nadat er koper in de buurt was ontdekt. Het is wonderwel gespaard gebleven van allerlei rampen die steden, bestaande uit houten gebouwen doorgaans overkomen: brand en oorlog. Dat laatste overkomt steden met stenen gebouwen trouwens ook wel eens. Het is nog een redelijk authentiek stadje, het lijkt in sommige buurten wel een begijnhof, maar dan met houten huizen en grasdaken.

1614205985178.png


Ik kuier wat door de straten van het stadje. Een dorp eigenlijk: er zijn ongeveer 3700 inwoners, die bovendien verspreid over een groot gebied wonen. Het is dus rustig. De winkelstraat herbergt vooral souvenierswinkeltjes. Verder is er een mooie houten kerk, daar kom je niet gratis in. Eenmaal binnen besef ik dat er, buiten een orgel met muskietennet, niet zo heel veel te zien is. Religies blijven op die manier geld uit mijn zak kloppen. Daar zijn ze goed in, moet ik ze nageven. Ik heb wel een kaarsje aangestoken zonder te betalen. Ben ik dan weer goed in. 😊

Terug naar buiten in het zonnetje en naar het museum.

Røros dankt zijn bestaan aan de mijnen in de buurt. De eerste kopermijn werd ontgonnen in 1644, de laatste sloot definitief in 1977. Oorzaak: forse dalingen van de koperprijs op de wereldmarkt én goedkopere mijnexploitatie in andere (lees armere) werelddelen. Door een reconversie van mijn- naar toeristenindustrie kon de werkgelegenheid grotendeels behouden blijven. Iets waar ze ook in Belgisch Limburg over kunnen meepraten.

De toerismekaart trekken was een gouden zet, tot het toerisme een niveau bereikte dat voor aardig wat overlast zorgde. Klinkt Amsterdammers en Bruggelingen bekend in de oren. In Røros bleven ze niet bij de pakken zitten en er werden plannen ontwikkeld om de impact van het toerisme op de leefbaarheid in het centrum en de omgeving te beperken. De stad won er een internationale prijs mee.

Het principe is eenvoudig, zo blijkt: ze zetten trollen in. De toerist die door hem naar binnen gelokt werd, zie ik niet erg blij buitenkomen. Ideetje voor de Wallen?

1614206018890.png


Ik trek naar het museum, ondergebracht in de voormalige kopersmelterij. Een maquette maakt het werk in de mijnen aanschouwelijk. Redelijk imposant. Ik had er nooit bij stilgestaan dat ondergrondse mijnen constant moeten leeggepompt worden. Hoe dat tot ongeveer begin 20e eeuw gebeurde, zie je op onderstaand filmpje. Boeiend om te zien hoe dat met houten pompen en waterkracht gebeurde.


Buiten domineren de terrils van koperslakken het openluchtmuseum. Het is een beetje klimmen, maar je wordt beloond met een mooi uitzicht op het stadje en de omgeving.

1614206058401.png

1614206070959.png


Veel tijd om verder te slenteren heb ik niet: de Olavs kopermijn die ik wil bezoeken heeft beperkte openingstijden, en het is van hieruit een 15 tal km rijden.

Het is er niet druk. Ik had een ticket voor een geleid bezoek geboekt en ben de enige die een Engelstalige rondleiding krijgt, de rest zijn Noren. We dalen te voet af tot zo’n 60m onder de grond. Interessant is dat je tegelijk een wandeling door de geschiedenis van de mijn maakt. Het eerste gedeelte is het oudste, dik 300 jaar dus, het laatste, diepste stuk meest recent. Waar je in het eerste stuk smalle en kleine gangen ziet, kom je in het jongere gedeelte echte zalen tegen. In één ervan vinden regelmatig klassieke concerten plaats. Die zijn korter dan gewoonlijk, omwille van de kou en het snel ontstemmen van de violen. Ik stel me zo voor dat de mijnwerkers tijdens hun lunches naar klassieke muziek luisterden. Waarschijnlijk niet het juiste publiek, realiseer ik me iets later. Of niet het juiste soort muziek, kan ook.

Ik heb helaas niet zo’n goede foto’s van het bezoek, heb er eentje van Tinternet geplukt. Voor wie meer wil weten: Olav's Mine - Rørosmuseet

1614206107403.png


Røros, en dan vooral het bezoek aan de kopermijn, is meer dan de moeite waard om te bezoeken, besluit ik in mijn logboek. Ik zou hier nog wel wat dagen kunnen doorbrengen, ware het niet dat de camping daar niet echt toe uitnodigt. Ook is een bepaald beestje weer wakker geworden, zo eentje dat je niet kan plat meppen.

Irritant.
1614206177597.gif
 
DEEL 16: ROROS - VAGAMO - JOTUMHEIMVEGEN – SLANGEN - FORSET
1614384474529.png


Het bezoek aan de kopermijn zal me nog lang bijblijven. Ik vraag me af wat me zo aantrekt in ondergrondse gangen en zalen? Ik weet het niet. Het beeld van de onderwereld? Is dat niet de plek waar de duivel heerst? Ik hoor een rood monster instemmend hummen. Ik zwier mijn been elegant over het zadel en de Rode Duivel zet koers richting Lom, we gaan op zoek naar bergen.

Tot Atna volg ik de Glomma, met een lengte van ongeveer 600km, de langste rivier van Noorwegen. Ter vergelijking: de Schelde is de helft korter en loopt door drie landen. Glomma betekent zoiets als “hard geluid”, of “donder”. Thor is weer in de buurt. Halverwege Atna en Ringebu verlaat ik de Fv219 voor weg 27. Het verschil in landschap valt snel op: waar ik eerst nog tussen de bomen reed, opent zich nu een hoogvlakte, mijn favoriete rijomgeving. Wegen over vlaktes bieden het voordeel van een permanent wijds uitzicht, waardoor ik de grootsheid van de natuur meer ervaar dan in een gebied met haarspeldbochten. Waarmee ik niet wil zeggen dat de voorgeschotelde panorama’s op plekken als de Stelvio en de Trollstigen minder groots zouden zijn. Elk zijn smaak, nietwaar? Persoonlijk vind ik met iets meer snelheid en lekker schuin door bochten kunnen wiegen veel leuker dan stapvoets omhoog of omlaag sukkelen. Van de toeristencaravaan die zich op vier of meer wielen voortsleurt, wordt je als motorrijder ook niet echt gelukkig. Geef mij dus maar een weg die de oneindigheid in slingert, een “long and winding road” richting, vooruit dan maar, de aarbeienvelden (“Strawberry fields” klinkt toch echt veel beter !).

1614384514450.png


Een van de ritten tijdens deze vier dagen, gaat naar een zendmast op 1600m hoogte, de camping ligt op 200m. De rit erheen (en terug uiteraard) is een klein avontuur. Grindweg, twee (2!) haarspeldbochten en gestaag klimmen. En dan: een heel stuk over de hoogvlakte. Eenmaal boven heb ik een prachtig uitzicht over de vallei met haar rivier. Wat een panorama, ondanks dat het wat nevelig is.

1614384552225.png


Arie drukt me voor vertrek op het hart om geen stenen mee te brengen van daarboven. Dat begrijp ik niet, waarom zou ik überhaupt stenen beginnen verzamelen? Hij doet er verder het zwijgen toe en ik denk aan een of andere grap die ik niet begrijp. Boven bij de mast lees ik dezelfde boodschap, met uitleg deze keer.

1614384587677.png


Het steenmannetje dat ik hier aantref is van een ander formaat dan ik tot nog toe tegen kwam. Wie heeft zich daar in godsnaam mee bezig gehouden? Iemand met tijd teveel, zoals ik dezer dagen. Ik draag letterlijk mijn steentje bij, eentje maar, je wordt er zo moe van.
Ik neem ook stiekem een steentje voor Arie mee.
1614384645994.png


Op de weg terug kom ik een vrouw tegen die naast haar fiets in de verte staat te turen. Een kilometer verder en 200m lager staat haar zoontje te klooien met zijn ketting. Ik help hem weer op weg, maar 10 meter verder breekt ze. Einde verhaal. Ik wenk de moeder die nog steeds staat te turen. Het is een norse Noorse. Ze is boos op de kleine en wil nog persé naar boven. Haar zoon moet dan maar te voet. Ik vind dat niet zo’n goed idee. Het is al laat op de middag, ’t is nog een hele klim en ze moeten ook nog terug. Maar, ze duldt geen tegenspraak. Jammer voor de kleine, maar meer kan ik echt niet doen. Ik zet het uit mijn hoofd en rij verder naar beneden.


Naar Slangen.

Na vier dagen luieren, vissen, zwemmen, toertje doen, en nog een, winkelen, lekker koken, BBQ’en, lekker eten en elke dag koffiekletsen met Arie en Jannie, besluit ik dat het tijd wordt om verder te trekken. Ik ben er weer helemaal klaar voor.

1614384697530.png


Het idee is de 15 richting Lom te nemen om vandaaruit naar het Jotumheimen Nationaal Park te karren. Jotumheimen betekent zoveel als “de wereld van de reuzen”.

1614384718939.png

1614384727264.png


Het is een prachtige weg die geleidelijk van 400 naar 1200 meter hoogte klimt, door de vallei met zijn smeltrivieren, bergmeren, besneeuwde toppen en kale landschappen. Helemaal mijn ding. Iets van 40 kilometer verderop zie ik links in de diepte een weggetje lopen dat verdwaalt in de verte. Moet ik gezien hebben, schiet er door mijn hoofd, en 500m verder sla ik linksaf. Het is de “Jotumheimvegen” leer ik later, een private tolweg. Motoren gratis (zoals veel tolwegen in Noorwegen) !
1614384751845.png

Hierboven links op de foto, of bekijk het filmpje:


Die verte waarheen de Jotumheimvegen mij voert is wat verder dan ik dacht. Maar geen seconde heb ik me verveeld of spijt gehad van mijn onverwacht manoeuvre. Ik rij tussen boerderijen op een plek waar je geen boerderijen verwacht. Ik zie koeien, schapen, geiten en rendieren vrij rondlopen. Ik zie hele grote vogels zweven, en veel stenen. Hoe overleven die dieren en mensen tijdens de winter hier? Het is nu 12 augustus en er ligt her en der nog wat sneeuw. Wat ligt hier dan in de winter?

1614384798607.png

Onderweg kom ik een jong gezin tegen tijdens hun picknick. Ik stop even met de vraag waar ze vandaan komen. “Uit Leiden”. Dat wou ik niet horen, wel waar ik verderop ga uitkomen. Vraag verkeerd gesteld, gebeurt wel meer. Na verduidelijking krijg ik alsnog het goede antwoord (ik onthoud: rechtdoor bots je op een dorpje en een camping) en we blijven aan de praat. De kindjes, eerst wat bedeesd, komen er bij staan. Hun schuchterheid verdwijnt snel en er wordt honderduit gebrabbeld. Het is alweer een tijd geleden dat ik opgewekte kinderen zag. De jonge ouders stralen ook. Het werkt aanstekelijk. Dit zijn onbetaalbare momenten, toch? Ik hoop dat ze nog een goede reis gehad hebben. Ik denk het wel.



Een beetje van dat jong geluk blijft nog wat nawerken en ik geniet ontzettend van de rit. ’t Is allemaal niet extreem spectaculair, toch doet het iets met me, een gelukzaligheid die ik moeilijk onder woorden kan brengen. Niet teveel over nadenken en er gewoon van genieten. Verder maar !

Hop, Duiveltje !
1614384845864.gif


1614384871996.png



35 km en een goed gevoel verder sta ik bij een infobord in Slangen, een gehucht verscholen tussen de bomen. Ik heb geen bereik en heb geen flauw idee waar ik ben: geen bereik en mijn GPS laat het afweten. Met behulp van het infobord en mijn kaarten, kom ik erachter dat ik zo’n 70km ten Noorden van Lillehammer zit. Dat had ik niet verwacht, een beetje uit de richting. Soit, Lillehammer staat sowieso ergens vermeld op mijn reisplan, dus no worries. Onderweg bedenk ik me dat het vermeld staat op de heen- en niet de terugweg naar de Noordkaap. Dat moment kiest het “ga-nu-maar-naar-huis-beestje” uit om zich vooraan in mijn hersenpan te nestelen. Ik heb het gevoel dat het een blijvertje wordt. Weinig aan te doen op dit moment, zorgen voor morgen.

1614384897194.png

De rit van Slangen naar Lillehammer verloopt niet bepaald zachtjes. De weg die ik volg verandert van asfalt in gravel en van gravel in een keiïg karrespoor. Dat wordt alsmaar smaller en recht evenredig daaraan worden de gaten erin groter. Net als de keien die er liggen. Bij momenten zie ik links het bergmeer, de oever net iets steiler en dieper dan mij lief is. De Rode Duivel moet werken, ik al evenzeer het is zwaar. Reken maar na: een Pan European weegt ca. 360 kg, tel daar het niet al te geringe gewicht van mijn bagage en mijn motorpak met sympathieke inhoud bij, en besef dat daar een halve ton rondrijdt. Wel stabiel, maar niet zo wendbaar als je zou willen op zulke wegen. Ik snap wel waarom TET-rijders liever met een Téneré rijden. En ik niet te dicht bij die steile oever.

Beleef het mee:


De weg loopt onderlangs het Olstappen-meer en komt na 7.5 km uit op de Fv255. Voor wie het ook eens wil proberen: het fietspad (!) dat ik gevolgd ben heet Mjølkevegen, zo te vinden op Maps.

Op het asfalt geef ik de Rode Duivel de vrije teugel. Het paard ruikt zijn stal. Onderweg moet ik nog wel even uitwijken voor een bende boskoeien, maar verder is het nu gewoon cruisen, en wiegen door de bochten.

In Forset aangekomen gooi ik de tank vol, doe nog wat inkopen en check in op een kleine familie camping. Ze verhuren ook Teletubbie-achtige hutten, maar ’t is mooi weer en dan slaap ik lekkerder in de tent.

1614384933432.png


’t Is een mooie, fascinerende en vermoeiende dag geweest, en ik voel me goed. Morgenochtend maar eens kijken wat er met Lillehammer aan te vangen valt. En met dat beestje…
 
Terug
Bovenaan Onderaan