Reisverslag: Scandinavië en de Noordkaap in Coronatijden

Holy Cannoli!
De post is van vanmorgen 04.02h. Brrr, dan heb ik de oogjes wel dicht!
Nog een heel verhaal getypt midden in de nacht. Je had er blijkbaar wel zin in :?

Het visje ziet er iig goed uit.🐟:t
 
Hoe bevalt die qua kwaliteit? Heb een Nordisk Halland sinds 3 maanden...maar helaas nog niet mogen uitproberen
(Ja is eventjes off topic)
 
Kwaliteit is top, geen klachten wat dat betreft. En stevigheid: zie het filmpje hierboven. 8-)
 
Ik ga jullie geduld wat op de proef moeten stellen: de komende week zitten mijn vrouwke en ik een paar dagen in Dardennen, een zeer mooie streek inhet zuiden van België ergens. 8-) Daar is helaas (of gelukkig) geen internetverbinding. Het vervolg van het reisverslag zal dus even moeten wachten, al ga ik er wel aan werken daar. Amuseer jullie ondertussen met het verslag van @Frazer (kan je het een beetje rekken?) en geniet van het mooie weer.
Tot die tijd, hier alvast een voorproefje van wat eraan zit te komen. Tot volgende week !

Stekkenjok canvas 1.png

13 Rannuddens.png

15 fjord.png
 
Zo, leuke tijd gehad, eindelijk ook eens weg van al dat corona gedoe en in een klein huisje 's avonds bij de kachel genieten van elkaar. Het had ook nog gesneeuwd, leek wel Scandinavië. :)

We gaan verder:

Scandinavië en Noordkaap in tijden van corona – motorreis 2020

DEEL 6: GÄDDEDE-WILDERNESS ROAD-KURSFORS (416 km)

1611860263953.png



Op 9 juli vertrek ik uitgerust en met een paar mooie herinneringen vanuit Gäddede verder naar het Oosten, richting Finse grens. De Vildmarksvagen begint na Jormvattnet aan haar ruwere stuk. Hoe verder ik rij, hoe meer het landschap “versteent”. De bossen worden dunner, de bomen kleiner tot het moment dat er geen boom meer te bekennen is. Toch wel vreemd, want het is hier niet hoger dan 600m, ver onder de boomgrens dus.

Stilaan kom ik op het stuk weg dat alleen open is tussen 6 juni en 15 oktober, soms iets vroeger, dat hangt van het weer af. De eerste week in juni begint het sneeuwruimen met grote sneeuwploegen en -blazers. Zout strooien is er in deze streken niet bij. Ik had gehoord van de sneeuwmuren tot wel zeven meter hoog, die als het ware een tunnel vormen, maar dan zonder dak. Helaas, buiten wat sneeuwplekken hier en daar zijn de muren al weggesmolten. Ze hadden hier een uitzonderlijk warme lente, met temperaturen die eind juni opliepen tot boven de 30°. Hoezo het klimaat warmt niet op?

1611860282170.png


Veel verkeer is er niet, en het verkeer dat er is zijn vooral campers. Stilaan nader ik de Stekenjokk, met 800 meter het hoogste punt in dit gebied. Het is de koudste plek in Zweden, en het wil er wel eens waaien. In november 2013 werd een constante windsnelheid van 170km/u gemeten tijdens de passage van cycloon Hilde. Zet daar je tent maar eens op. Ik wist trouwens niet dat er zover noordelijk cyclonen konden razen, die verwacht je toch eerder in warme klimaten. Weer iets geleerd.

Ik rij door een desolaat landschap, met naast de weg en op de verder gelegen bergtoppen nog pakken sneeuw. Of is het wel sneeuw? Nee toch? Die Zweden belazeren de boel, ze houden ons voor het lapje. Vandaar Lapland. 😊

1611860298151.png


Stekenjokk ligt in Saami gebied, bij ons beter gekend als Lapland. Tijdens de zomer grazen hun rendierkudden hier. Het is een beschermd natuurgebied, en Zweden houdt daar strikt de hand aan. In 2012 werd het gebied een paar maanden gesloten voor bezoekers omdat onverlaten het hadden aangedurfd eieren van de hier broedende beschermde vogels te stelen. Het park ging pas terug open nadat de vogels een tweede legsel uitgebroed hadden. Ik zie een wegwijzer naar een heilige plaats voor Saami iets verderop. Er zijn wel meer van die plaatsen in Lapland, meestal nogal toeristisch, maar dit slaat werkelijk alles. Ik zie dat er zo’n 30 campers staan, drie rijen dik. Vreemd genoeg hebben de kampeerders hun stoeltjes, bbq’s en partytenten achter hun campers gezet, waarbij ze dus naar mekaar kijken ipv naar dat prachtige uitzicht. Ik val in herhaling: rare jongens, die camperaars.

1611860314823.png


Evengoed stop ik even, want het is er natuurlijk wel uitzonderlijk mooi. Ik wandel naar beneden tussen de steenmannetjes en de sneeuw door naar het meertje. De campers zie ik al snel niet meer, en ik voel me even alleen op de wereld. Adembenemend! Ik kom uit bij een smeltwaterriviertje, dat uitmondt in het helderblauwe bergmeer. Het Sami woord Jokk betekent ziets als “blauw water plek” is. Vandaar dus.

1611860327994.png


Onderweg kom ik dus steenmannetjes tegen, opeen gestapelde stenen die vroeger gebruikt werden als “wegwijzer”. Vreemd, dat verhaal hoorde ik ook in de Sinaï woestijn, zoveel duizend kilometers en zoveel graden warmer hier vandaan. Tegenwoordig zijn het nog enkel toeristen die stenen poppetjes bouwen. Ik zal ze nog wel vaker tegenkomen op deze reis, en er dan een goede foto bijzetten.

Na een klein uurtje wandelen wordt het weer tijd om mijn rode duivels te ontbinden. Ik gooi ik mijn been voorwaarts over het zadel. Dat zwaaien gaat al wat sierlijker, constateer ik tevreden. Oefening baart wel degelijk kunst. In het begin van mijn reis zag het er nog belachelijk uit, kwam ik vaak niet hoger dan dijhoogte. Ik bespaar jullie de details.

Na een halfuurtje rijden zie ik stilaan weer bomen verschijnen. Ik stop nog even en kijk achterom. Toch een van de mooiere stukken natuur die ik ooit gezien heb, hier kom ik nog wel eens terug. Nog een eind verder kom ik bij een mooie trapwaterval. Bij een collega motard las ik dat de hamburgers wel OK zouden zijn. Ik stap dus ook maar af en versterk de inwendige mens. Ze vallen niet tegen, maar ik ben dan ook geen hamburgerman. Een keer per jaar vind ik al genoeg, en die limiet heb ik nu dus gehaald.

1611860343270.png


Met een gevulde maag rij ik verder, van plan om kilometers te malen. Lyksele en verder naar de Noordoostkust van de Botnische golf is waar ik heen wil. Het plan is om van daar naar het Noorden te rijden en een plek te zoeken waar ik eventueel de grens over kan. Er zijn geruchten dat Finland volgende week weer open gaat, en dan wil ik in de buurt zijn. Noorwegen zou iets later volgen, maar dat zie ik dan wel.

’s Avonds kom uit bij Rännuddens Camping, in de buurt van Norsjö. Het onthaal is meer dan hartelijk. Ik huur een hytte voor twee nachten, daar ben ik weer eens aan toe. Kamperen is nog altijd leuk, maar ik merk dat met ouderdom ook een drang naar wat meer luxe komt. Dit is een hut met een keukentje, twee stapelbedden en elektriciteit. Cooozyy, zou een Fransman zeggen.

1611860360032.png


Ik wandel wat rond en zie dat dit een grote camping is, 6 ha. lees ik later op een bord. Buiten mij logeren er nog vier Roemeense houthakkers die hier als seizoenarbeider aan de slag zijn. Daarnaast is er nog de zoon van de eigenaar met zijn gezin, die er met een caravan staat. Verder niemand. Eigenlijk ben ik de enige reiziger.

Achter mijn hut is het meer, met sauna. Helemaal voor mij alleen !!! Er liggen ook een paar roeibootjes waarvan ik gebruik mag (en zal) maken en de steiger nodigt uit om een lijntje uit te gooien.

1611860387256.png


Charlie, de uitbater van de camping, nodigt me die avond uit voor een boottochtje, samen met zijn familie die op bezoek is. Het is meer een drijvend terras, inclusief discobar, BBQ en salon. We varen rond het meer dat uitgestrekter is dan ik op het eerste zicht had verwacht. Charlie komt onverwacht met een fles Bushmills opzetten (voor de niet kenners: de betere Ierse whiskey). Mijn dag kan niet meer stuk. Door heel dat corona gedoe is zijn seizoen om zeep, maar hij laat het niet aan zijn hart komen en blijft lachen. Ik besluit dat Charlie is een held is ! 😊



Als ik later die nacht even uit bed en naar buiten moet, ligt er een nevelsluier over het water. Ik waan me even in het Avalon van Merlijn en Morgaine uit de Koning Arthur saga. Of, toepasselijker nog, in het Walhalla van Wodan, Odin, Thor en de Walkuren.
1611860406511.png


De volgende dag maak ik een lange wandeling door de bossen. Het is er erg stil. Het was me al eerder opgevallen dat je hier in het Noorden weinig vogels hoort. Nog even en ik ga die Duitse koekoek missen.

Later op de dag besluit ik te gaan vissen op het meer. Ik neem een roeibootje en dan blijkt roeien toch minder vanzelfsprekend te zijn dan ik dacht. Het bootje gaat alle kanten op, behalve rechtdoor. Na een kwartiertje begin ik het door te krijgen, het is vooral een kwestie van minder kracht zetten denk ik.

Er zou hier snoek zitten volgens de broer van Charlie. Na een halfuur “werphengelen” heb ik nog steeds geen vis aan boord. ’t Zal een vlezeke worden vanavond. Terug roeien valt tegen, ik ben verder van de steiger dan ik dacht en door mijn belabberde stuurmanskunst leg ik dubbel de afstand af. Soit, goed voor mijn biceps (en de volgende twee dagen herinneren stijve bovenarmen me daar aan).

In plaats van vis, rooster ik voor het avond eten een stuk spek boven een vuurtje. Ook lekker. Die uitschuifbare spies van Tanja komt van pas. Ik geniet nog van de lange avond en ga veel later slapen dan ik van plan was. Morgen rijden we weer.

1611860421949.png


Het inpakken van mijn koffers gaat al wat sneller, mijn spulletjes lijken zich elk een vaste plek veroverd te hebben. Toch zit het allemaal wat krap. Voor ik de baan opdraai neem ik eerst afscheid van Charlie, die me nog een zelfgebakken taartje en koffie voorzet. Bij het afrekenen voor mijn verblijf, staat de whiskey en het taartje niet op de rekening. Ik sta erop om tenminste voor de koffie en de taart te betalen, maar hij wil er niet van weten. Als mevrouw Charlie toevallig binnenkomt, duw ik wat euro’s in haar handen. “Voor de spaarpot van de kleindochter!”. Geen oma die dat kan weigeren. 😊 Ik neem lachend afscheid, en zie ze mij in de spiegels nazwaaien.

Gas erop nu, de Poolcirkel wenkt.
 
DEEL 7 : RÄNNUDDENS CAMPING – FINSE GRENS

1611866200505.png


De hemel huilt alsof de Walkuren, boodschappers van Odin, willen zeggen dat ik maar beter mijn regenpak aantrek. Walkuren hou je maar beter te vriend en verkleed als een helgroene fluo stift zwaai ik mijn been, iets minder gracieus dan zonder regenbroek, over het zadel. Het is nog steeds erg rustig op de weg en ondanks de nattigheid geniet ik van het cruisen. De wolken jagen door de lucht en de regen komt in vlagen op me af. Tijdens de lunchstop tussen twee plensbuien in, ben ik getuige van een merkwaardig verschijnsel. De zon priemt van linksboven doorheen de wolken en beschijnt een regengordijn dat achter de horizon naar beneden valt. Het is een prachtig lijnenspel.

1611866217997.png


Het regent nog steeds als ik de Poolcirkel oversteek. Snel even stoppen voor een bakje koffie. Helaas is het café dicht en valt er verder ook niks te beleven.


Verder maar. Iets verderop zijn er wegenwerken en is het asfalt weg geschraapt. De regen heeft er ook nog een modderbaan van gemaakt en het rijdt niet prettig. Pas 20 kilometer verder houden de werken op en ligt er weer asfalt. De Rode Duivel is gemuteerd in een Modderduivel en mijn laarzen zien er niet veel beter uit. Vooral die tegemoet rijdende Zweedse, 22 meter lange vrachtwagen combinaties verspreiden nogal wat smurrie. Ik zou het later zelfs tot onder mijn tankdop terugvinden. Mijn radiator werd er ook niet gelukkig van. Verkleumd tot op het bot draai ik wat later een camping op waar ik een hytte huur. Het is er warm en droog, ik kan er koken en er is wifi. Maar er is verder geen kat.

1611866251452.jpeg


Na het eten lees ik dat zowel Finland, op 13 juli, als Noorwegen, de 15de, hun grenzen weer openstellen voor iedereen, behalve voor de Zweden. Onduidelijk is of dat ook geldt voor buitenlandse reizigers zoals ik. Waarschijnlijk wel, dus ik moet er iets op vinden. De beste strategie lijkt ongezien de Finse grens over te steken en me daar een paar dagen gedeisd te houden. Rovaniemi is daarvoor een goede plek, kan ik Timmo opzoeken, een ouwe kennis van me. Eenmaal in Finland is het waarschijnlijk geen probleem om Noorwegen binnen te komen, zolang dat maar een paar dagen na de 15de is. Jammer dat ik niet weet hoe streng de grenscontroles zijn. Staan er aan Finse kant ook camera’s, zoals bij Gäddede? Zijn er kleine wegen, kleine grensovergangen? Is rechtstreeks naar Noorwegen rijden een optie? Hm, dan moet ik eerst weer naar het Westen. Lastige keuze.

De grens loopt 350 km langs een rivier en overzwemmen is geen optie. Geen kleine weggetjes dus. De brug in Pello is lang, en ligt er verlaten bij, althans aan de Zweedse kant. Aan de overkant: grenssoldaten, kerels die normaal gesproken de grens met Rusland bewaken verneem ik iets later. Hier gaan reebruine ogen niets uithalen vrees ik. De mannen zijn vriendelijk, en het lijkt erop dat ik door kan rijden, want “in transit” en dat mag. “Maar eerst even checken met de commandant”. Ik zie die man zijn gezicht en weet gelijk dat ik de jager aankijk. Ik kan niet bewijzen dat ik in transit ben en kom het land niet in.

Terug de brug over en wat dan? Deze vraag heeft een wandeling nodig, en ik zoek een camping op, het is nog vroeg op de middag.

Bij het avondeten ontwikkelt zich een “cunning plan” en de volgende ochtend sta ik opnieuw bij de grens. Het is dezelfde jongensclub als de dag ervoor en ik haal mijn smartphone boven. Tik tik tik op het scherm en daar verschijnt als bij wonder een ticket voor de ferry van Helsinki naar Talin. Gisteren online gekocht, kostte me € 39,- . De commandant komt erbij staan en kijkt mij doordringend aan. In mijn ogen leest hij dat als ik niet door mag, de hamer van Thor hem daar zal treffen waar eender welke man niet wil dat eender welke hamer ook maar een beetje in de buurt komt. Ik blijf uiteraard wel glimlachen.

Wat later en twee kilometer verder neem ik “per ongeluk” de afslag naar Rovaniemi, Helsinki wijst de andere kant op, dacht ik, maar dat weet ik niet zeker. Twee dagen later annuleer ik het ticket en een week later staat er € 36,- terug op mijn rekening. Drie euro voor daadwerkelijk een “cunning plan”. Ik vraag de Walkuren mijn dank over te brengen aan Thor.

1611866322502.png
 
Leuk om de reis mee te lezen*D

Deel 6
@ Boomgrens

Wij hebben altijd netjes op school geleerd dat de boomgrens 1500m zou zijn. Maar dat is niet volledig.
Dat klopt wel ongeveer voor de Alpen. Maar in andere gebieden ligt die boomgrens op een heel andere hoogte.
In de Andes of Himalaya kan dat soms wel 3500m zijn.
Op Nova Zembla ligt de boomgrens op 0 meter. Maw, daar groeit helemaal geen boom!

Of er bomen groeien en op welke hoogte is helemaal afhankelijk van de breedtegraad en van de plaatselijke omstandigheden.
Op een ijskoude vlakte in Zweden op 600m zal niet veel willen groeien!

@ steenmannetjes
Ja, dat zijn idd wegwijzers.
Ik heb in verleden veel in hooggebergte gelopen.
Als je boven 2500m komt, waar de 'dagjesmensen' niet meer zijn, dan staan er geen wegwijzers meer.
Steenmannetjes en gekleurde stippen op rotsen bepalen dan de route. Steenmannetjes. (in Frans= cairns)
En ook nog:
Als hoog in de bergen een mannetje is omgevallen, of als de route toch niet duidelijk is, dan is niet verboden om zelf een mannetje neer te zetten.

Deel 7
@ cunning plan=> SLIM: Soms moet je onderweg een beetje inventief zijn!
 
Laatst bewerkt:
@mean-machine Weer wat geleerd. :t

En weer verder:

DEEL 8 : ROVANIEMI – LAMPIVAARA AMETHIST MINE

1611927098889.png

Op 15 juli steek ik op creatieve wijze en binnen alle wettelijke kaders, de Zweeds-Finse grens over. Dat “binnen alle wettelijke kaders” staat er voor mijn vrouw, die was het namelijk niet eens met mijn oversteek. Mijn vrouw dus, ook wel mijn lief genoemd, maar meestal gewoon Dévéoo. Dat is hoe ik DvO uitspreek, afkorting voor “mijn vrouw” , in het Antwerps: “Die van Ons” (als in: Graag, maar Die van Ons wacht op mij). Dévéoo en ik zien mekaar graag en voeren bijna elke dag lange chat gesprekken.

In het land waar de geboortewieg van de Nokia staat, heeft de accu van mijn Iphone meer en meer moeite om zich telkens opnieuw op te laden. Het zat er al een tijdje aan te komen, dus ik ben niet verbaasd. Omdat ook mijn mobiel internet niet mobiel meer is, koop ik in Rovaniemi een nieuwe Iphone. Tot mijn niet geringe verbazing blijkt die daar €100,- goedkoper te zijn dan in België. Meevallertje.

Rovaniemi is de grootste stad in Fins Lapland en de thuishaven van de Kerstman. Toen ik in 1989 een tijdje in Finland woonde, leerde ik Timmo kennen, en Timmo was toen…de Kerstman. Een job als een ander. Ik logeerde twee weken bij hem thuis, en dus kan ik zeggen dat ik een van de weinige mensen ben die met Santa in de sauna zat.

Santa Claus Village is de grootste toeristische attractie in Lapland en ook een van de grotere werkgevers. Naast de Kerstman lopen er wat mensen verkleed als groene kabouters rond, je kan er Santa’s rendieren gaan bewonderen (de enige rendieren in Lapland die niet vrij rondlopen denk ik) en er is een Santa Claus Post Office. Ik besloot Timmo te verrassen en boekte een hut in wat ondertussen Santa Claus Holiday Park bleek te zijn. Corona was mij opnieuw goed gezind: ik kreeg een luxe hut voor de prijs van een gewone hut. En zelfs daar kreeg ik nog een korting bovenop: ik kon drie nachten blijven voor de prijs van twee. De hut was voorzien van alle gemakken en had een eigen sauna. Daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt, ook al omdat een bidon water in mijn tanktas was beginnen lekken. Een sauna is een prima droogkast dan.

1611927127611.png


Maar, Santa Claus Village viel tegen, ook al omdat Timmo ondertussen met pensioen is en ik zijn adres niet te pakken kreeg. Jammer, zou wel leuk geweest zijn. Het viel ook tegen omdat deze plek in niets meer leek op hoe het er 31 geleden uitzag. Niet in de laatste plaats omwille van het toerisme. En dan heb ik het niet over de massa’s, want die waren er dus niet. Wel over het uitmelken van een thema tot in het absurde. In vergelijking met 1989, toen ik er de eerste keer was, is het tien keer groter geworden. Er zijn zelfs twee (2!) kerstmannen, op nog geen 100 meter van elkaar. De horror! Dat komt door twee Saami families die mekaar het licht in de ogen niet meer gunnen. Sneeuwblind allicht. Het conflict resulteerde uiteindelijk in de bouw van een nieuw kerstpark, vlak naast het oude, onder de naam Santa Claus Holiday Village. Dan is er nog een derde familie die ook een graantje wilde meepikken en drie kilometer verder een Santa Claus pretpark opricht. Tot slot is er nog een aangetrouwde Chinees die er een resort met, godbetert, glazen iglo’s heeft neergepoot. En dat dus allemaal binnen een oppervalke van nog geen 3km². Of hoe een thema uitgemolken wordt tot er niets meer te melken valt. Wat het nog triester maakte was de namaak Santa die achter glas zat. Drie Santa’s dus. Jammer.

1611927162287.png


Mijn mobiel datapakket is nog steeds immobiel. Omdat ik geen kaarten van Finland bij me heb en mijn Iphone dienst doet als GPS, kan ik niet weg. Ik vul de dagen met lange wandelingen en gesprekken met Santa medewerkers, die blij waren dat er een bezoeker was. Ik koop een wat cadeautjes voor de buurmeisjes thuis en een rendierlichtmolentje voor Dévéoo. En ik besluit voor de allerlaatste keer rigoreus door mijn bagage te gaan. Nogal wat overbodige spullen gaan in een grote doos, samen met de kerstcadeautjes, en stuur ik naar huis. Blij dat ik daar eindelijk vanaf ben. Waarom overkomt me dat toch elke reis weer opnieuw? In elk geval, het dagelijks reorganiseren van mijn koffers is daarmee van de baan. Héhé.

Na twee volle dagen krijgt mijn internet provider eindelijk dat mobiele data pakket weer aan de praat door een harde reset van mijn simkaart. Op dag drie neem ik afscheid van de Santa’s. Bedoeling is tot Ivalo te rijden en onderweg een amethist mijn te bezoeken. Onderweg passeer ik een wintersport resort. Ik ga even kijken of er koffie te scoren valt en hoor dat je van hieruit naar die mijn kan wandelen. Helaas mis ik ergens een afslag en ik kom na het beklimmen van 536 trappen uit bij een weerstation. Vermoeiend, maar wat een uitzicht !

1611927213474.png
1611927235341.png


Op de terugweg zie ik opnieuw zo’n regengordijn waar de zon doorheen speelt. In de verte rolt de donder, er is onweer op komst. Snel die trappen weer af.

1611927286167.png


Drie uur na de start van mijn wandeling, sta ik terug beneden en oog in oog met een kudde rendieren.

1611927321005.png


Ik heb nog tijd om die mijn te bezoeken, over de weg is het een tiental kilometer hiervandaan.
De mijn dateert uit de tijd van de Saami sjamanen. Eeuwenlang kwamen die er amethist kristallen zoeken voor hun rituelen. Toen Lapland gekerstend werd, verdwenen de heidense riten naar de achtergrond. De sjamanen kochten het oogluikend toestaan van hun rituelen af met amethisten. Maar de plek bleef geheim. Wel zo slim natuurlijk. Met de laatste sjamaan verdween de kennis over de exacte locatie. Het geheim werd een mysterie, het mysterie een legende. In 1935 werd het gebied een nationaal park en trekkers vonden per toeval deze mijn. Ze kochten de grond en exploiteren het opgraven van amethist en uitbaten van het museum tot op de dag van vandaag als een collectief. Je kan een aandeel in de co-operatie kopen. Dat geeft je het recht om zelf te komen graven, machines zijn niet toegelaten. Kristallen die in je gesloten hand passen, mag je houden. Grotere blijven eigendom van het collectief. Je krijgt er wel een eerlijke prijs voor. Op die manier hoopt men deze heilige plek nog eeuwen in stand te kunnen houden.

1611927355144.png


Het is een mooi verhaal, en ik heb mooie steentjes voor Dévéoo opgegraven. Wel aan de kleine kant. Echter: wie het kleine niet eert…

1611927385709.png


Tijdens het afdalen uit de mijn (jep, de tweede serieuze trappen beklimming die dag) word ik nog verrast een prachtig uitzicht ,versierd met een stukje regenboog. Het blijft een reis van Ooooh’s en Aaaah’s.


TIP: wie de mijn wil bezoeken houdt er best rekening mee dat het vanaf de parkeerplaats ongeveer een half uurtje stappen is. Je volgt een pad door een mooi maar vochtig bos, een gewilde broedplaats voor muggen. Zorg dat je muggenspray bij hebt tijdens die wandeling. Niet vergeten!

1611927524418.png
 

Bijlagen

  • 1611927037290.png
    1611927037290.png
    48,7 KB · Weergaven: 14
Laatst bewerkt:
Vergeten te melden, maar toch nog een interessant weetje:
Onderweg naar de Amethist mijn, tussen Raudanjoki en Korpela, wordt de tweebaansweg plots een baan met vier rijvakken en daarnaast nog eens extra rijstroken. Ik zit hier echt in the middle of nowhere en begrijp niet zo goed wat er aan de hand is. Achteraf verneem ik dat dit een “maantietukikohta”, een start-/landingsbaan voor militaire vliegtuigen, is. We zijn hier niet ver van de Russische grens, vandaar. Ik vergeet er foto’s van te maken, en dus hieronder twee screenshots van Google streetview. Geen flitspalen daar. 😊

Het begin van de startbaan:

1611955163870.png


En het einde:

1611955209630.png


En van bovenaf. Ik vermoed dat de groene gebieden rechts boven een militaire basis moet zijn. Maar pin mij daar niet op vast.

1611955346994.png


Weer een van die onverwacht vreemde ervaringen op deze reis. 't Zal niet de laatste zijn.
 
DEEL 9 : LAMPIVAARA– TANKAVAARA GOUD MIJNMUSEUM – IVALO

1612016258922.png


Het is al vrij laat als ik vanaf de Ametist Mijn voorbij een camping rij in de buurt van Sodankylä. Waarom ze mijn aandacht trok weet ik nog steeds niet; ik was van plan vrij te kamperen en voor ik er erg in had stond ik voor de receptie. Vijf minuten later kwam er een oude Lap (pun intended, de man was nogal slordig gekleed) aangewandeld. Hij sprak geen Engels, wees wel op een bordje met de prijs voor een nacht. Ik betaal en nog voor ik mijn helm ophad was hij alweer verdwenen. Hij moet ergens de aarde ingedoken zijn, ik kan het niet anders verklaren.

Het is een vreemde plek. Her en der staan achtergelaten auto’s en verspreid over het terrein liggen allerlei machines, gereedschappen en bouwmaterialen. Er staat een sanitair blok dat half afgewerkt is, maar je ziet aan alles dat er al lang niets aan gedaan is. Ik zit in een oude hut en er zijn een aantal nieuwere, ook die niet verder afgewerkt, laat staan ingericht.

1612016488248.png


Mijn hut heeft een bed en een kastje met een soort kookplaat erop die volgens mij uit Jezukes’ tijd dateert. Ik haal alvast de primus brander boven. Het toilet staat wat verder in het bos: put, plank met een gat erin en geen toilet papier. Het is al even niet meer gebruikt, dat scheelt weer in geur.

1612016507349.png


Het valt me op dat de bomen in het bos verder uit mekaar staan dan ik ken van de bossen bij ons. In België worden dennen dicht op mekaar gezet zodat je rechte stammen krijgt. Je zou denken dat dit niet aangeplant is, maar toch staan de bomen in rechte rijen en zijn de stammen vrij recht. Apart toch wel. Een dennenbos met een groene bodem, dat zie je bij ons toch niet.

Achter de hut stroomt traag de rivier. Ik loop erheen en zie een tent staan in het groene gras. Niet alleen op de camping deze keer. Wat verder ligt er een rendier op het strandje. Rudolf bekijkt me en beweegt verder niet. Ik kan vrij dicht naderen en neem een wat foto’s. Wat een gewei hebben die beesten toch! Daarom hebben ze die bomen natuurlijk ver uiteen gezet, zodat hun rendieren er niet in verstrikt raken. Ik weet het, het is een wel zeer vergezochte gedachtenkronkel. Dat krijg je als je lang alleen reist. 😊

1612016534569.png


De andere kampeerder, een Fin, weet me te vertellen dat het rendier bij de kudde van de camping uitbater hoort. De oude man is de eigenaar van de kudde, de camping is meer een bijkomende bezigheid. Dat verklaart al veel.

Het is een vreemde plek en toch voel ik me op mijn gemak. Na het eten loop ik nog wat door het bos en de rest van de avond breng ik door aan de oever van de rivier. Ik ben moe, het was een vermoeiende wandeldag. Vroeg in bed dan maar. Ik vat niet direct de slaap, mijn hersenen staan nog niet stil. Die uitbater zou best een sjamaan kunnen zijn denk ik nog. Dat van die Oude Lap neem ik dan maar beter terug, je weet nooit welke krachten je ontketent. Of het is inderdaad een aardman. Zaten die niet in het verkeerde kamp van Lord of the ring? Dan moeten die boomreuzen hier ook ergens ronddwalen. Aha, die staan overdag wat verder uit elkaar. Mijn fantasie slaat echt op hol, gebeurt me wel vaker. Rond acht uur word ik uitgerust wakker.

Na het ontbijt ben ik snel gepakt. Het scheelt zoveel in tijd nu er een hoop overbodige spullen op weg zijn naar huis. Om halftien draai ik de weg op. De Scenic is ingesteld op Inari, bij het gelijknamige meer en op een kleine 150km van de Noorse grens. Haast onmerkbaar is de omgeving veranderd. Het viel me niet eerder op, maar het moet al even zo zijn: de bossen zijn dunner, de bomen kleiner en de wegen slingeren rustig heuvel op en heuvel af. De Noorkaap kruipt dichterbij. Het is rustig rijden, het zonnetje doet ook zijn best en ik zit te genieten op mijn tevreden snorrende Pan European. Dit is toch waarom ik deze reis begonnen ben: niet zozeer het bereiken van de Noordkaap, maar de weg ernaartoe. Zo mijmer ik verder. Gelukkig passeer ik een goudmuseum voor ik in een algemene staat van genade terecht kom. Het is nog vroeg, ik heb alle tijd en ga er een kijkje nemen.

In Lapland was er rond het midden van de 19de eeuw, sprake van een “goldrush” na het vinden van wat “nuggets”. De vondst was belangrijk genoeg voor de Finse Senaat om een decreet uit te vaardigen dat alle “respectabele” Finse en Russiche burgers het recht gaf om hier goud te komen zoeken (de Rusische Tsaar Alexander 2 was Hertog van Finland, vandaar). Er was wel een uitzondering: joden werden uitgesloten van dat recht. Toen al, schiet er door mijn hoofd.

Het is een open museum met her en der heropgerichte goudzoekers gebouwen. Het doet me wat aan de Far West denken. Er staat een beeld van een pannende goud zoeker. Voor €25,- kan je ook zelf goud gaan pannen. Het zal wel, ik heb al eens gemijnd.

1612016556366.png


En er staat nog zo’n oude smoke sauna. Her en der vind je die nog wel in Finland, en mocht je ooit de kans krijgen er gebruik van te maken, zeker doen ! In een smoke sauna stoken ze een open vuur bovenop wat stenen. Als de stenen heet genoeg zijn, wordt de cabine gesloten en dooft het vuur. Daardoor ontwikkelt zich nogal wat rook, die echter niet naar buiten kan. Na een tijdje gaan of de deur of een aantal kleinere “tochtgaten” open en wordt de rook naar buiten gezogen. De asse gaat van het vuur en je neemt plaats. Wel op een doek en niet tegen de wanden leunen: die zijn zwart van het roet. Wat (warm) water op de stenen gooien en jezelf kastijden met een bos berkentwijgen. Klinkt niet aangenaam maar is het wel. Het is een heel ander soort warmte dan in de sauna zoals we die nu kennen, veel zachter, je kan ook langer blijven zitten. Het is lang geleden dat ik er gebruik van maakte (1989), maar nog steeds de beste sauna ervaring die ik ken. Een aanrader.

1612016588128.png


1612016605951.png
1612016632353.png


In het museumgebouw zelf kom ik nog wat interessante dingetjes tegen, o.a. onderstaande poster.

1612016665549.png


Blijkt dat in 1885 Finse wetenschappers boven op een heuvel een grote koperen spoel bouwden waar ze elektriciteit doorjoegen om zo het Noorderlicht op te wekken. Veel succes had dat (uiteraard) niet, maar ’t is wel grappig te bedenken dat mensen daar serieus mee bezig waren. Het was natuurlijk de tijd dat elektriciteit dé nieuwe vinding en dé toekomst was.

Ook leuk: een Ural zijspan waarmee de goudzoekers en hun gereedschap door de bossen naar nieuwe ontginningsplekken zochten. Die dingen werden toch overal voor gebruikt, echte werkpaarden en beresterk. Urdegelijk. 8-)

1612016685515.png


Ik kom er ook achter dat de amethist kristallen die ik eerder gemijnd heb, inderdaad wel erg klein waren in vergelijking met dit exemplaar (mijn pet ter vergelijking van de grootte):

1612016766097.png


Keukens trekken mij altijd aan, vooral daar waar je nooit komt. Hier de achterkant van de keuken van het museum restaurant. Creatieve kok, denk ik. Hij moet wel heel veel rendiersteaks gebakken hebben. Of hij weet niet hoe hij zijn pannen moet onderhouden, kan ook. Ik hou wel van dit soort creatieve humor.

1612016783122.png


Ik maak nog een praatje met een Duitse goudsmid die er een stalletje heeft. Hij komt elke zomer hierheen om wat hij tijdens de winter maakt te verkopen. Hij weet ook veel over het gouddelven en wat zich verder in Finse en Scandinavische bodem bevindt. Ik koop een klein sieraad en wat goudstof voor Dévéoo. Zal ze blij mee zijn.

Dan is het weer tijd om op de motor te stappen. De zon schijnt nog steeds, het is aangenaam warm en ik amuseer me. “Sla de weg, Jack”, zing ik. 😊
De wegen waarop ik met mijn Rode Duivel nu rij worden leger en leger. Bomen zijn er haast niet, verkeer al evenmin. Ik kom bijna alleen hele lange vrachtwagens tegen, af en toe een camper. De wolken aan de hemel zweven ook maar wat rond. Magritte is niet ver.

1612016986515.png


Voorbij Inari draai ik de camping op. Ik zoek een plekje op het grasveld bij de rivier en parkeer de Pan. Die is ook moe: ik heb mijn rug nog niet gedraaid of hij ligt al te pitten.

1612016999614.png


Eén keer, 1x !, vergeet ik het blikje dat ik gewoonlijk onder de jiffy leg om te vermijden dat de motor in de grond zakt, en ik word onmiddellijk afgestraft. Het is niet eerlijk. Afladen dan maar, door de knieën en rechtzetten die hap. Blij dat ik ooit op Youtube zo’n instructiefilmpje zag. Het is inderdaad makkelijker dan ik dacht. Iets later staat ook de tent recht en heb ik de Rode Duivel liefdevol toegedekt. Slaap zacht maatje. Ik ga, eindelijk, nog eens een pint pakken en eten in het restaurant.

1612017028998.png


Die ochtend, 19 juli 2020 vertrek ik voor het laatste stuk Finland, richting Kirkeness in Noorwegen, en van daar naar Grense Jacobselv. Dat is niet het einde van de wereld, maar van daaruit kan je het wel zien. Naar het schijnt.
 

Bijlagen

  • 1612016272540.png
    1612016272540.png
    324,7 KB · Weergaven: 10
  • 1612016318347.png
    1612016318347.png
    289,9 KB · Weergaven: 9
Laatst bewerkt:
DEEL 9 :

Blijkt dat in 1885 Finse wetenschappers boven op een heuvel een grote koperen spoel bouwden waar ze elektriciteit doorjoegen om zo het Noorderlicht op te wekken. Veel succes had dat (uiteraard) niet, maar ’t is wel grappig te bedenken dat mensen daar serieus mee bezig waren.
Het was natuurlijk de tijd dat elektriciteit dé nieuwe vinding en dé toekomst was.
Niet 'was' maar 'is'.........................
Natuurlijk is elektriciteit de toekomst. Zelfs vandaag nog.

Sinds kort rijd ik voor mijn werk een Mercedes E Vito (204pk-362Nm)
Mijn Blackbird heeft maar 125Nm (effe voor vergelijk) De Bird is natuurlijk wel veel lichter.
Als je 'gas' geeft, dan gebeurt er echt wel iets. Je kan 'm bijna rijden als een motorfiets.
Net als op de motor hoef je op de snelweg alleen maar aan 'gas' te denken en dan ga je al 20km sneller.
Niet te veel doen met de Vito, want je ziet dan de accu-lading rap teruglopen. Maar het kán dus wel!

Op de snelweg hoor je alleen het ruisen van de banden. Heel rustig vervoer.
Met de motor is het anders (denk ik) want dan ga je toch wel het 'geluid' missen.
Òf denk ik dan toch ouderwets........................?
 
Nee, je denkt niet ouderwets, wel in het verkeerde topic. Maar alla, jij mag dat, voor één keer dan. :+
 
E85...... been there, done that....
Mijn VFR750 liep er heul beroerd op.....
 
Leuk verslag. Leuk dat je ondanks de rust toch aanspraak hebt zodat het niet eenzaam wordt.

ivalo is trouwens in de winter een automotive walhalla. .. naast dat het dan ook redelijk toeristisch is.
 
Terug
Bovenaan Onderaan