Reisverslag: Sven naar de Dolomieten

Leuk verhaal / foto's.
Verleden jaar ook een stukje langs die bekende see gereden.
Wel mooi.
De Hahntenjoch ook verleden jaar gereden , bloedmooi maar kom ik daar plots een bocht om en staan er koeien op de weg.
Ff schrikken.
Wat het tanken betreft .
Normaal stopt toch een pistool automatisch met vullen , misschien werkte die veiligheid niet meer ?
 
Leuk geschreven! Klinkt als een lekker dagje, met een leuke afsluiting! *D

Gelukkig heb jij het gebied rond de Bodensee anders ervaren dan ik. Vond het zelf echt een drama qua verkeer, flitsers en wegen. Op de terugweg express dat gebied vermeden.

Of ik er een tweede keer langs wil als ik vanuit het Zwarte Woud richting Oostenrijk ga, weet ik ook niet zo zeker. Alternatieven zijn er niet zoveel, volgens mij is het Zwitserse deel niet veel beter.

Leuk verhaal / foto's.
Verleden jaar ook een stukje langs die bekende see gereden.
Wel mooi.
De Hahntenjoch ook verleden jaar gereden , bloedmooi maar kom ik daar plots een bocht om en staan er koeien op de weg.
Ff schrikken.
Wat het tanken betreft .
Normaal stopt toch een pistool automatisch met vullen , misschien werkte die veiligheid niet meer ?

Haha, koeien vallen toch in de categorie 'erlangs' en niet 'eroverheen'.

Zo zou het wel moeten werken. Ik denk dat het vulpistool te laat afslaat doordat het benzinepeil in het laatste stukje te snel stijgt. Dan heb je de douche al te pakken. Ach, iets voorzichtiger aftoppen, dan is er ook geen probleem.
 
Laatst bewerkt:
Dag 5: Italie

Timmelsjoch

Ontbeten en wel gaat vanaf Oetz de weg direct naar de Timmelsjoch. Een mooie, brede pas waarvoor wel tol voor moet worden betaald. Maar dat geeft niet want het uitzicht bovenaf is onbetaalbaar, en je krijgt er gratis de afdaling bij aan de Italiaanse kant. Er ligt bovenaan nog een dikke pak sneeuw waar je even kan afkoelen. Daar neem ik ook even gebruik van en loop vervolgens naar het uitkijkpunt. Een schitterend panorama wacht mij hier op van de bergtoppen en het dal dat naar Italië loopt. Wat houd ik hier toch van. Er is ook kleine tentoonstelling te vinden over de geschiedenis van de Timmelsjoch. Best een klus geweest onder barre omstandigheden om de pas uit te hakken en sneeuwvrij te houden. De weg naar beneden leidt door een aantal kleine stenen bogen en tunneltjes waar het smeltwater vrij over de weg stroomt. Ach, het gaat toch niet zo hard want dat zou zonde zijn van het uitzicht. Eenmaal beneden kijk ik nog een keer om nog even te nagenieten. Een mooi begin van de dag.

20190625_100551.jpg


20190625_100650.jpg


20190625_101048.jpg


20190625_102431.jpg


20190625_102505.jpg


Jaufenpass
Komend vanaf de Timmelsjoch ga ik direct door naar de Jaufenpass. Afkomend op de rotonde neem ik de derde afslag terwijl drie motorrijders, komend vanaf de andere richting nog net even voor mij dezelfde afslag pakken. De voorste rijdt een GS en draagt een vest met de tekst: “ALPENTRAINING” en zijn leerlingen volgen braaf de moedereend. Een MT-09 en een MV Dragstar 800 met elk een net iets te goed matchende outfit met leren overall van een A merk. Je kent ze wel. Het tempo gaat snel naar de volgende versnelling. Het is haast onmogelijk om de krappe blinde bochten van de Jaufenpass snel te nemen zonder het pad enigszins te weten, maar mijn voorrijders kennen het en daar maar ik graag gebruik van. De instructeur wisselt af met voorrijden terwijl ik op gepaste afstand de lijnen van de GS rijder probeer te kopiëren. Ik heb het ritme goed te pakken en kan bijblijven ondanks veel zwaarder beladen te zijn. Een tijdje later zit de MV voor me maar hij kan het tempo niet meer lekker volgen en verliest zijn buddy uit het oog. Ik besluit in te halen en zelf het laatste stuk tot de top te rijden. Helaas kan ik voor de top de aansluiting niet meer maken met de resterende twee. Eenmaal bovenaan laat een korte bandencheck zien dat er rullen op de achterband zitten, waarvan ik de grootste stukken er maar af pulk. Toch even vragen aan de instructeur waar ze vandaan komen. Blijken een stel Duitsers die beter wilden leren rijden en dus een reis met voorrijder hadden geboekt. Groot gelijk hebben ze, met instructeur voelt het ook een stuk vertrouwder en je kan je concentreren op lijnen en kijktechniek.

20190625_112528.jpg


20190625_112955_001.jpg


20190625_113606.jpg


Passo di Pennes
Ik slinger verder naar het zuiden via de vallei van Sarn. Hier ligt ook de Penserpass of Passo di Pennes. Een heerlijk rustige route met veel slingerende delen en een mooi uitzicht vanaf de top. Google Maps Het is 12 uur en nu al een topdag. Ik kijk naar het aantal kilometers en de resterende tijd en besef me dat ik toch nog een aardig stukje te gaan heb. Want ik moet nog naar Trento, waarna ik weer terug naar het noorden koers om op de bestemming aan te komen. Door dan maar. Bij het meer van Stramentizzo las ik een extra pauze in. De hitte hier heeft toch wel een impact op de concentratie en veel water drinken is dan ook noodzakelijk. De rest van de week zal het nog warmer worden, ai, misschien toch wat routes aanpassen zodat ik boven de hitte uitstijg. Ik houd het tempo maar wat hoger tot aan Trento.

20190625_121801.jpg


20190625_121853.jpg


20190625_122204.jpg


Trento-Bondone Hillclimb
Hier bij Trento begint een legendarisch hillclimb parcours naar de top van Monte Bondone. Sinds 1925 wordt de race jaarlijks verreden! De naam Trento--Bondone is onlosmakend verbonden met de Italiaanse merken zoals Alfa Romeo, Lancia, Fiat en MV agusta. Want ook motoren vlogen hier vroeger zo snel ze konden omhoog. En nu ook ik! Tenminste als de Beemer dat ook wil op deze Italiaanse heilige grond. Het asfalt is rete-strak en zo te zien nog niet heel lang geleden opnieuw aangebracht. Hier mag wel wat meer lawaai gemaakt worden en ik trek de BMW door tot de toerenbegrenzer. Veel bochten liggen lekker verkant en een grote hellingshoek is eenvoudig te bereiken. In het dicht beboste deel aan de onderkant zijn af te toe nog wat rechtere stukken te vinden, afgewisseld door zeer krappe bochten die elkaar snel opvolgen, opletten dus. Op het asfalt zijn de vele bandensporen getuige van hoe hard het hier aan toe gaat. Ook zijn allerlei tekeningen aangebracht, die snel onder mijn motor verdwijnen. Ik krijg het nogal warm en gooi het vizier open, met alleen het zonnevizier is het tot zekere snelheid nog wel uit te houden. Meer bovenaan kom je door de dorpjes die aan de route van de hillclimb liggen en zijn er meer echte haarspeldbochten. Op de top kan ik op adem komen en geniet ik van het uitzicht en het feit dat ik net een stuk heilig asfalt er op heb zitten. De dag blijkt vol te zitten met hoogtepunten die elkaar telkens overtreffen. Door mijn staat van extase ben ik volledig vergeten om foto’s te nemen. Gelukkig vond ik op youtube dit juweeltje:


Aankomst
Eenmaal aangekomen op de eindbestemming ben ik behoorlijk uitgeput. Vanaf Monte Bondone was het nog een goede twee uur rijden. Het pension luistert naar de naam ‘Albergo Aurora’ te Tret. Het is een echt motorpension en is er volop ruimte in de garage voor een leger aan motoren. Gelukkig is er nog een gaatje waar ik mijn BMW kwijt kan, ik ben blijkbaar een van de laatste gasten die zijn gearriveerd. Ik loop het terras op waar ik een club motorrijders groet. “Moin” klinkt het in koor. Gezellig, weer Duitsers. Sind sie rein? vraag ik. “Wie, die Polizei?” krijg ik terug en de groep buldert het uit, lachen gieren brullen, ik meen zelfs dat een ervan zich verslikte en het bier uit zijn neus weer naar buiten kwam. Ik heb kennelijk een andere soort humor maar ook met veel moeite kon ik niet begrijpen wat er zo hilarisch aan was. Anyway, nee ze waren er even niet en ze regelde een stoel voor me. Een aparte club, maar wel aardig, daar kan ik de komende vier dagen wel mee uit de voeten. Het eten is eenvoudig maar goed en vullend, daar was de prijs dan ook weer naar. 40,- all incl/nacht. De kamer daarentegen is uitstekend en ik duik er maar is vroeg in.

20190625_203028.jpg
 

Bijlagen

  • 20190625_100533.jpg
    20190625_100533.jpg
    293,4 KB · Weergaven: 29
  • 20190625_101906(0).jpg
    20190625_101906(0).jpg
    175,9 KB · Weergaven: 31
Dag 6: Hart van de Dolomieten

Tijdens het ontbijt aanschouw ik een vreetfestijn van een jewelste. De Duitsers hadden blijkbaar niet genoeg gekregen gisteravond en dat moest even gecompenseerd worden. De lunch ging er ook gelijk in, was dat ook geregeld. Ik ben ook niet de dunste en ga ook graag gevuld op pad, maar dit sloeg echt nergens op. Ik moest ineens denken aan een experimentje dat we op de middelbare school deden met een aardappel. Als je twee geleiderplaatjes in de aardappel stak en er een lampje op aansloot ging het branden. Geen idee waarom ik daar aan moest denken.

Gisterenavond was ik vergeten het oliepeil te checken van de beumer. Bij nadere inspectie constateer ik geen oliepeil, dat is niet goed. Ik laat de motor naar mij toe hellen en zie direct het oliepeil stijgen. Daar was ik dus net op tijd bij. De halve fles gaat erin en het peil zit nu comfortabel op driekwart. Ik realiseer me dat dit betekend dat ik voor het einde van de vakantie nog een fles boxer-olie moet kopen. Een probleem voor later. De roltas blijft vandaag thuis en ik ga de dolomieten verkennen.

De weg naar oosten begint met een schitterende panoramische bergpas genaamd de Passo Mendola (Google Maps). Waar de bomen even niet het uitzicht versperren kijk je uit op het dal beneden, waar door de vele beregeningsinstallaties een artificiële mist hangt. Het asfalt op de pas is zeer strak en nodigt uit om de bochten lekker vlot te nemen, een mooi opwarmertje! Over warm gesproken, hoe verder ik de pas afdaal hoe warmer het begint te worden, en dat al s’ochtends vroeg.

20190626_094559.jpg


Ik vervolg mijn weg richting de Karersee. Een meer diens water helder blauw wordt gekleurd door de aanwezige mineralen en zwarte metalen (die elk leven in het water onmogelijk maakt). Een paar kiekjes maken en even afkoelen, het is beduidend minder warm. Een aantal kilometers verder rijd ik langs een rustige weg waarlangs een beekje kabbelt. Ik las even een pauze in en geniet van de rust om me heen. Die rust werd wel even flink verstoord toen een Porsche GT-nogwat voorbij kwam blazen. De coureur zat met een vierpuntsgordel vastgesnoerd in een kuipstoel en had een helm op. Hij ging dan ook erg hard. Als je dan toch een helm op zet stap dan op de motor zou ik zeggen! Toch kan je met een motor zo'n apparaat niet bijhouden. Wat een kick zou dat hier zijn, op deze wegen en met zo'n bak te scheuren, alleen al de eindeloze grip van vier semi-slicks gekoppeld aan een enorme remkracht. Je ziet het alleen nooit iemand het maximale uit zo'n wagen halen en dat is ook geen wonder aangezien het gros uit posers bestaat. Tijd om weer op te zadelen.

20190626_111332.jpg


De route is wat aan de lange kant, want de halfway-point is nog steeds niet in zicht. De hitte help ook niet, het is ondertussen zo'n 40 graden. Eenmaal bij passo di Giau gaat het weer echt de hoogte in. Een mooie pas waar ik van tevoren goede dingen over had gelezen. Helaas lag er wat olie aan het begin, wat wel duidelijk werd aangegeven met gevarenborden. Deze pas nodigt wel uit tot het betere bochtenwerk en heb het erg naar mijn zin. Halverwege kwam ik een Nederlandse rijder tegen op zijn Fireblade. Na het uitkomen van een haarspeldbocht schakelt hij gruwelijk mis en leek wel stil te staan toen ik er wijd buitenom voorbij ging. Voetje uit en de volgende keer beter makker!

20190626_130320.jpg

20190626_130353.jpg
20190626_130412.jpg



20190626_131100.jpg

(Sidenote: er liepen op de top een aantal vervelende enquêteurs rond, wel het laatste dat ik hier verwachte aan te treffen)
20190626_131226.jpg


Plaatjes doen het hier beter dan tekst. Dat geld ook voor het hele stuk Passo Falzarego/Passo Pordoi/Sella Groep. Allemaal mooi, niet het beste asfalt maar wel leuk om gedaan te hebben. Hieronder een paar plaatjes:

20190626_142156.jpg
20190626_144753.jpg


Ondanks de onmiskenbare schoonheid van de Dolomieten kwam ik tot een, misschien wat onverwachte, conclusie dat dit specifieke gebied niet de afwisseling en gewoonweg fun kende van zowel het zwarte woud als de stukken Alpenstrasse en Oostenrijk dat ik de dagen hiervoor heb gereden. En dat komt zeker ook omdat gisteren zo'n topdag was en de verwachtingen gewoon hoog waren. De hitte kan ook niet onbesproken blijven, het is hier echt tyfus heet. En dat met ruim 8 uur in het zadel. Ik blijf het moeilijk vinden om keuzes te maken wat betreft de lengte van de route, bang om stukken te missen. Anderzijds bedenk ik me die avond dat een rit van 5 uur op zo'n snikhete dag veel beter had geweest. Die les ga ik toch maar meenemen morgen. Want morgen wacht de Passo di Stelvio mij op, daar heb ik erg veel zin in en zal waarschijnlijk een stuk koeler zijn!
 

Bijlagen

  • 20190626_114155.jpg
    20190626_114155.jpg
    437 KB · Weergaven: 20
  • 20190626_130251.jpg
    20190626_130251.jpg
    212,8 KB · Weergaven: 22
Laatst bewerkt:
Weer leuk om te lezen Sven! Was al even bang dat je ‘m niet af zou schrijven.

Ben het ook helemaal met je eens dat het Zwarte Woud en Oostenrijk leuker zijn. Waar het aan ligt weet ik niet precies, maar ik vond de Dolomieten soms wat tegenvallen..
 
Nu het weer wat minder is, wil ik weer wat meer tijd aan schrijven besteden.
En ik keek laatst terug naar wat plaatjes die ik geschoten had die ik jullie niet wil onthouden!
 
Grappig.
Ik ben vele malen in het Zwarte Woud en Oostenrijk geweest, maar de Dolomieten bevallen mij toch veel beter. Veel afwisselender (qua rijden, niet qua landschap) en veel minder last van snelheidscontroles. En ook veel minder verkeer....

Wat hitte betreft: wij zijn net 4 dagen terug uit de Dolomieten. Prima weer, droog, weinig wind.
Laagste temperatuur was 2 graden bovenop de berg en vroeg in de ochtend, het hoogst was 26 graden in de middag bij het Gardameer.
Vandaar ook de keuze om bijna altijd in het na-seizoen te gaan. Goedkoper, rustiger en gematigdere temperaturen.
 
Dag 7: Stelvio.

De Duitsers in het hotel zijn nog steeds bezig hun ontbijt naar binnen te rammen. Geen idee waar zoveel eten naartoe kan gaan. Je moet toch als een ballon op je motor zitten na zo’n festijn. Ik besluit even de kat uit de boom te kijken en rustig te genieten van een mooie ochtend. De eigenaresse komt meteen op mij af om te vragen of alles wel naar wens is. “Ja” antwoord ik, dat bleek genoeg om te de sluizen bij haar te openen en in een kleine 15 minuten weet ik alles wat haar en haar familie aangaat. Ze heeft het een tijd moeilijk gehad met ziekte, de studies van haar kinderen en had de tent bijna gesloten. Nu ging het beter en had ze weer plezier in het ontvangen van gasten. Het runnen van een pension leek mij inderdaad geen easy living, vooral in de zomermaanden ben je non-stop met je gasten bezig. Nadat de Mannschaft uit de eetzaal was vertrokken viel het mij ineens op dat er ook andere gasten in het pension waren. Een paar aardige italianen die ik later bij het opzadelen weer tegenkwam, ze reden ook motor.

Ik besloot toch maar snel te vertrekken omdat de temperatuur weer snel zou oplopen. Er is maar een route naar de Stelvio, een b-weg op z’n best, dwars door dorpjes met veel verkeer. Om te voorkomen dat je, god verhoede, iemand wilt inhalen staan er ook genoeg flitskasten en dat schiet dus niet op. Enkele kilometers voor de afslag naar de Stelvio zijn er gelukkig wel een paar lange rechte stukken om de slomo’s af te schudden, anders zit je daar achter als de haarspeldbochten beginnen. Dat weten/vrezen de andere motorrijders ook. In mijn spiegel zie ik twee felle lampen snel naderen, met een slordige 200 km/h wordt ik ingehaald. Ik weet niet eens door wat, klonk als een L-twin, de rest was een schicht.

Na het bord met de afslag Passo dello Stelvio te hebben gepasseerd verheug ik mij op de klim naar boven. Naar dit motor-bedevaartsoort moet toch iedereen een keer geweest zijn? Laat maar komen dan. In een van de eerste bochten gaat het bijna mis. Niet met mij, maar van een groep motorrijders in tegengestelde richting waaieren twee rijders uit bij het uitkomen van een blinde bocht, de eerste houdt het bij een bandbreedte ten opzichte van de middellijn, genoeg om een bestelbus voor mij vol in de ankers te laten gaan. Zijn maat waaiert veel verder uit en ik zie hem volledig achter de bus verdwijnen, om een fractie van een seconde later weer naar zijn eigen weghelft uit te zien wijken. Mijn hart had een paar slagen overgeslagen. Dat scheelde niet veel. De italiaanse bestelbusbestuurder was woedend uit zijn bus gestapt om de motorrijder een middelvinger na te geven, de motorrijder was al lang en breed vertrokken. Lekker begin, maar ook een belangrijke les: Je aandacht erbij houden, zeker na een vermoeiende afdaling.

Na even een harde schijf wipe te hebben uitgevoerd in de bovenkamer kan ik weer fris beginnen aan de klim. Afgezien van een paar Tsjechen die nog nooit een haarspeld hadden genomen gebeurd er niet veel bijzonders. Er is ook bijna geen stijgend verkeer, heerlijk. Genoeg ruimte om de haarspelden lekker ruim te nemen en om af en toe is te genieten van het uitzicht want dat is hier fantastisch. De BMW begint naarmate de hoogte toeneemt wat kuren te vertonen. Zo is het stationair toerental naar de 2500 toeren opgelopen, wat vervelend is op het langzaamste punt van de bochten, een slippende koppeling biedt uitkomst. Ook is de olietemperatuur aan het oplopen. Even stoppen bij een klein plateautje, vanaf hier heb ik een paar foto’s genomen.
20190627_114002.jpg

20190627_114052.jpg


De olietemperatuur is weer wat gezakt en het waterpei van mijzelf is weer bijgevuld. Het is nog steeds rustig op de pas en ik geef de BMW de sporen. Even een stukje snel. Geen dalend verkeer, check. Hard remmend voor de hairpins zoek ik de buitenkant op voor de maximale radius, de apex ligt net voorbij het middelste punt van de bocht. De BMW maneuvreert zich soepel naar dit punt, leunend met met linker onderarm op de benzinetank en lichaam naast de motor. Omdat er toch niemand aan komt kan ik de hele weg gebruiken om uit te acceleren. De roffel uit de uitlaten weerkaatst tegen de stenen wand. Ik mis wat power, dat je dat zo goed kan voelen verbaast mij wel. Dichter bij de top kom ik meer fietsers tegen. Petje af hoor, dat moet afzien zijn. Dus laat ik ze vooral in hun waarde. Op de top komt een geur van gebraden worst mij tegemoet. Ahhh, precies wat ik niet wil. Nee geeft mij maar iets kouds. Het is gezellig druk tussen alle souvenierwinkeltjes en eetkraampjes. Er waait ook een heerlijk koel briesje. Ik parkeer ergens achteraf en loop een rondje.

20190627_121157.jpg

20190627_121037.jpg

20190627_121638.jpg


De weg roept weer en ik zadel op. Rijdend langs de afslag naar de Umbrail pas zie ik een bord dat aangeeft dat hij is gesloten. De Umbrail lag niet op mijn route dus dat scheelt. Ik volg de afdaling naar het plekje Bormio. Een erg mooie afdaling met veel bochten en af en toe een nauw tunneltje. Het wordt wel onaangenaam warm hoe verder ik het dal in rijd. Eenmaal in Bormio wordt ik bevangen door de hitte. Op dit soort omstandigheden heb ik mij totaal niet voorbereidt. Ik zoek de schaduw op en pak de TomTom erbij. Ik ben op een slordige 1/3 van de rit, maar de resterende 2/3 gaat hem niet worden met deze temperatuur. Dat deel zou een lus maken die langs o.a. Davos in Zwitserland. Ik besluit de rit af te kappen, iets wat ik nog nooit eerder heb gedaan op vakantie. Ik zit er een beetje mee maar overtuig mijzelf dat het verstandig is. Het plan is nu om terug naar de top de rijden, daar een uur of twee te rusten en wanneer het wat koeler is weer terug naar het pension te rijden. Ik wil nog wel naar het Reschenmeer, dat ligt niet heel ver van de route af. Tijdens de klim was mij al opgevallen dat er aantal fotograven op de pas aanwezig zijn. Inmiddels heb ik hun kiekjes verzameld.

20190627_123612.jpg

20190627_132253.jpg

62bb81d1f816e52673a26b5bd2bdadae.jpg

20190627_134725.jpg


Net voor de top van de Stelvio stop ik, gooi mijn jas over de motor en plof neer in het gras. Even bijkomen. Het alpentafereel geeft op een of andere manier een rust die je nergens anders vindt. Slechts af en toe onderbroken door de brullen van gehuurde Ferrari's en Mustangs. Een uur vliegt voorbij terwijl ik een beetje wegdommel. Zo'n moment van rust zet aan tot nadenken. Je weet wel, over de vragen die er echt toe doen in het leven. Zoals: Zal ik mijn Honda verkopen en in plaats daarvan een naked halen voor volgend jaar? De relaxtere zithouding van de BMW bevalt zo goed dat ik niet meer terug wil naar de racehouding van de SP1. Bedankt berg, als ik nog is levensadvies nodig heb weet ik je te vinden. Zo genoeg op mijn reet gezeten, op naar het bekende verdronken kerkje in het Reschenmeer. Heel wat kilometers later arriveer ik op de bestemming. Plaatje was het toch wel waard:

20190627_145539.jpg


Het is inmiddels een stuk aangenamer (lees <40 graden). Op de weg terug besluit ik toch nog even te stoppen bij een supermarktje om wat koele drankjes in te slaan. Onder de schaduw van het afdak van de supermarkt staat een Harley chopper met van die flinke apenhangers als handvatten. Naast de Harley staat een wat ouder uitziende man waarmee ik in gesprek raak. Hij bleek een uiterst vriendelijke 75-jarige Duitser te zijn en afgelopen nacht vanuit Hamburg naar hier te zijn gereden. Hij had er sneller over gedaan als hij niet een slag in zijn voorwiel had gereden, waardoor hij op de ADAC moest wachten. Hij baalde ervan want nu was zijn verblijf hier maar kort want hij had zijn vrouw beloofd morgen weer terug te zijn. Ik knipperde even met mijn ogen. Deed ie wel vaker, en snachts was het tenminste rustig op de weg. Ik vroeg of hij nog iets nodig had, maar hij was in alles voorzien, flesje water, kaart op de tank en een benzinetank waar volgens mij nog geen 10L inpast. Hij ging maar is verder want hij had nog geen hotel gevonden. Na hem veel geluk te hebben gewenst vervolgende hij zijn weg. Wat een eindbaas. Na een tochtje van een uur zat ik weer terug in het pension. Morgen is de laatse dag in de dolomieten.
 

Bijlagen

  • 20190627_121227.jpg
    20190627_121227.jpg
    1,9 MB · Weergaven: 11
Laatst bewerkt:
In deze tijden is het maar beter om niet aan de zomer te denken, dus denk ik maar aan afgelopen zomer. Ik vrees ook dat ik mijn avontuur voor dit jaar alvast gedag kan zwaaien. Tot overmaat van ramp is ook mijn huidige motor even uit de running (italiaans-KUCH-stuk-KUCH-schroot-KUCH, ai die zat even dwars), dus probeer ik mijn reisverslag maar af te maken.

Dag 8 - Lago di Garda

Tijdens het ontbijt kwamen wat bezinnende gedachten te boven over hoe ik de laatste dag in de Dolomieten het beste kon besteden. Ik ben hier vanuit het noorden gekomen, eergister naar het oosten geweest, gisteren naar het westen en dus rest alleen het Lago di Garda naar het zuiden nog. Geen slecht vooruitzicht, het water kan misschien ook voor wat verkoeling zorgen. De BMW komt weer tot leven met een kort kantelmoment van de boxer, iets waar je overigens geen last van ondervindt tijdens het rijden. Op de route zou ik nogmaals de hillclimb van Trento-Bondone kunnen doen, een mogelijkheid die ik natuurlijk niet laat liggen. Eenmaal daar aangekomen wekt deze racebaan de innige racecoureur in mij op en stijg ik als een raket naar het dorp Canbrai. Daar neem ik dit keer een andere route, in de richting Lasino. Eerst klimt de route verder via een groot aantal haarspeldbochten gevolgd door een schitterende afdaling met vooral snelle en lange bochten. Vanaf Lasino rij ik naar Riva del Garda met zijn jachthaven en bekende kasteel.

20190628_130335.jpg


Vanaf het Garda meer volg ik de SS421, een mooie weg met wat bochtenplezier en mooie uitzichten terug op het gardameer. Ik zet koers naar Val Rendena, met aansluitend een lage pas die beter bekend is voor zijn skigebieden. Het valt op dat het in deze vallei niet zo warm is als de rest. Ik besluit in het ski-oord Madonna di Campiglio mijn pauze in te lassen.

20190628_144451.jpg


Vanaf de Val Rendena is het niet heel ver meer terug naar het pension. Nog eenmaal scheur ik de passo di Palado naar boven en rijd ik het terrein van Albergo Aurora weer op. Opsommend vind ik de Dolomieten erg leuk om te rijden, het is er bovendien erg mooi en er zijn veel kanten die je vanuit hier op kan. De temperaturen die tegen de 40 graden liepen hebben mijn routes wel flink ingekort om het toch het beste van te maken, dus ik kan stellen dat ik wel wat stukken gemist heb. Toch blijf ik bij mijn eerdere punt dat in mijn top drie motorgebieden de Dolomieten op plek drie staat. Op 1 staat nog steeds de Ardeche/Drome en op 2 Vogezen/Zwarte Woud. Ook de nummers 2 en 3 blijven natuurlijk dikke aanraders.


Dag 9 - Vervolg Deutsche Alpenstrasse

Terugrijdend naar Oostenrijk kan ik nog eenmaal de Jaufenjoch pakken, de geweldige pas waar mijn entree in de Dolomieten zo goed mee begon. Bovenop de pas had zich weer een leger aan motoren verzameld, dit keer ook veel custom nakeds en opvallend veel bmw retro-gevallen met oostenrijks kenteken. De route gaat verder langs Brennerpas (waar file stond) via de B-weg die daaronder en naast ligt. Dat beviel erg goed, er was haast geen kip en in tegenstelling tot de snelweg die dag ook sneller, mazzel! Scheelt nog tol ook. Eigenlijk was het plan om een heel stuk verder de Oostenrijkse grens te passeren via de Großglockner pas, maar dat bleek toch een te ambitieus plan met de nog steeds erg hoge temperaturen (zoals zo vaak de afgelopen dagen).

20190629_104050.jpg


20190629_103705.jpg


Mijn stille hoop dat het aan de Oostenrijkse zijde beter zou zijn kwam uit, een stuk aangenamere temperatuur van onder de 30. Eenmaal bij Innsbruck tik ik het adres in van een BMW dealert die ik van tevoren had opgezocht. Had verwacht dat de concentratie BMW dealers per vierkante meter hier wel wat hoger zou liggen maar dat viel tegen, het was de enige zaak in de wijde omtrek. Op de deur van het bedrijf staan de openingstijden: Samstag (vandaag dus) 08:00 - 12:30. Ik kijk op mijn smartphone 5 over half een, natuurlijk... De tent was potdicht, werkelijk geen hond te bekennen op het terrein van de gedeelde BMW motor- en autozaak. Toch wel een rare tijd om dicht te gaan, maar na even zoeken op google naar bedrijven in de buurt bleek iedereen rond deze tijd te sluiten. Rare lui die Oostenrijkers, kwam Seys-Inquart hier niet vandaan?

Dan maar wat benzinestations af gaan want morgen wordt het zeker geen succes. Even verder kom ik een bemand station tegen waar ze weliswaar geen boxer olie hebben maar wel iets dat daarop lijkt gelukkig, het zal er mee door moeten. Ik start de motor en rij de weg op, ik trek vlot op maar plots valt de motor dood, ik kijk naar het display, geen display. What the fuck. Startknop werkt ook niet. Ik rol een weiland in want een andere uitwijkmogelijkheid ontbreekt. Eenmaal tot stilstand gekomen valt er even een stilte. Wat kan er in hemelsnaam mis zijn? Ik kijk schuin naar het blok, niets te zien en niets te ruiken. Per ongeluk de killswitch aangeraakt? Nee staat op lopen. Vervolgens valt mijn oog op het contactslot. De sleutel staat in de OFF positie. He? Ik draai het contactslot om en start de motor, de bmw bromt weer tot leven. Op de een of andere manier had ik het voor elkaar gekregen om het contactslot, bij het wegrijden van het benzinestation, in een soort halve ON positie te verdraaien, waarna hij vanzelf is teruggesprongen naar de off stand. Ik kon het ook gelijk reproduceren, gelukkig, want in de verte kon ik al een fata morgana in de vorm van een ADAC busje herkennen. Brrr, de gele hel, niet aan denken.

Vanaf Innsbruck rijd ik naar Oberaudorf om de Deutsche Alpenstrasse te vervolgen. Het Hans en Grietje gehalte is hier hoog, Veel houten alpenhuisjes met weilanden vol milka-koeien en goede wegen. Deze streek heeft sowieso wat sprookjesachtigs met alle kastelen en uitzichten op de Alpen. De weg bevalt goed, lekker strak asfalt, veel snelle bochten en een hoog tempo. Op mijn tomtom check ik de kaart wanneer ik ongeveer ter hoogte van het gehucht Tatzelwurm (Tatzelwurm - Wikipedia, geinig) voor een bord staat dat zegt MOTORRÄDER VERBOTEN SA-SO. Ze hebben het voor elkaar gekregen het mooiste stuk van de route onklaar te maken, nee toch. De omleiding is ook nog eens mijlen ver om. Op het moment dat ik de opties bedenk (waarin zeker een variant zat met rhetorische vraag of ik van oom agent de fiets van mijn opa terug mag) komen er een aantal Duitse motorrijders voorbij die mij zien staan met TomTom in de hand naast het bord en mij mee-wuiven. Jawohl, samen sterk.

[correctie, zit verkeerd met de dagen, het verbod is nabij de Walchensee die ik de dag erop zou rijden (en dus niet bij Tatzelwurm/Schliersee) en geldt voor motoren en alleen in het weekend. Toch laat ik dit hier zo even staan want het hoort bij de Alpenstrasse, het verloop van de reis wil ik enkel kort samenvatten]

De route loopt verder langs de Schliersee en de Tegernsee. Hier werd mij als Zeeuw duidelijk waarom Duitsers zo massaal naar onze Zeeuwse stranden komen. Het meer zag letterlijk zwart van de mensen, met nog een veel groter gevolg dat aan de overgang van rots naar water zat, van een kiezelstrand was hier zelfs geen sprake. Elke steen werd bedekt door een handdoek of roodaanlopende ouder die een zwemband aan het opblazen was. Wat een tragedie, maar dit is alles wat je hier hebt. Van opschieten is hier trouwens geen sprake.

Ik stop zelf verderop bij het Sylvensteinstausee, een stuwmeer gevoed door de rivier Isar. Hier bovenop de stuwwand heb je een heel mooi panoramazicht over het meer en de omgeving. Terwijl ik de nootjesvoorraad weer aan sla komt een zeer elegante zilverkleurige Mercedes 300SL aanrijden en stopt pal voor mijn neus tegenover aan de straatkant. Hij doet dit op het moment dat twee fietsers van het trottoir weer hun reis willen hervatten en verspert hen de weg. De fietsers en de bestuurder wisselen wat zure reacties, in de tussentijd heb ik de auto al goed kunnen inspecteren. Het is een originele, waarde vandaag de dag? Een slordige 1 miljoen euro.

20190629_142623.jpg


Een gesprekje met de eigenaar bevestigd het, hij rijd er zelden mee. Ik schatte hem eind 40 begin 50 en vroeg waarom deze mercedes hem zo interesseerde, de auto is namelijk ouder dan hijzelf. Hij vond de SL het toppunt van design en performance en dat stond als een kroon op zijn eigen werk. Ik heb niet meer gevraagd wat hij nou precies deed, hij kwam mij op de een of andere manier wel bekend voor. Maar goed, ik had eigenlijk meer interesse in de auto dan in zijn persoon.

20190629_142808.jpg


20190629_142959.jpg


Een kleine 20 minuten later sta ik bij mijn overnachtingsadres. Een thais restaurant/pension met ruime kamers en zelfs een eigen tuin met stoelen, geweldig. Bij de balie had ik zo geregeld dat ik mijn motor in de garage kon zetten maar had wel wat moeite met het regelen van het ontbijt. Het bedrijf werd namelijk gerund door de hele familie, en iedereen had zo zijn eigen taak. De gastvrouw was zeer vriendelijk en goed verstaanbaar, maar een van de andere leden van de familie deed de kamers en sleutels enzo en daar moest ik maar naartoe. Hij was niet zo goed te verstaan en hij had het maar over “fruttuk”. Ik begreep er geen snars van, maar hij bleef het herhalen, fruttuk fruttuk fruttuk. OH, Frühstück, ja graag maar hij legde ook de klemtoon helemaal verkeerd daarom had ik geen idee. Ach we konden er wel om lachen. Het eten was fantastisch, iets met geroosterd en gesneden varkensvlees en noedels maar dan echt goed. Ik duik er vroeg in en met de gedachte van een 300SL op mijn oprit gaat de schakelaar uit.
 
Laatst bewerkt:
Terug
Bovenaan Onderaan