Tmanneke
MF veteraan
- 10 mrt 2020
- 2.663
- 3.665
HOOFDSTUK 10: GEEN REMSPOOR
14 april 2022: Cardiff – Black Mountains – Honey Café – Herbert’s Quarry - Llandovery (200km)
Vanochtend afgesproken met Bob die ik leerde kennen via het internationale Super Tenere Forum. ’t Is ongeveer een uurtje rijden tot bij hem. Ergens onderweg valt mijn achterrem helemaal weg. Die voelde sinds gisteren al wat sponsachtig aan. Bij Rob thuis kijken we samen wat er aan de hand kan zijn. Remschijven en -blokken zijn OK, niveau remvloeistof ook. Dat laatste stelt ons allebei gerust en we vragen ons af wat het dan wel kan zijn. Ik zet de motor op de middenbok, we pompen wat met de achterrem (nog steeds niets) en checken opnieuw het remgedeelte aan het wiel. Ik loop naar de andere kant van de motor, kijk of ik nergens een olielek ofzo vind. En dan (opgelet: schaammomentje, daarom even verder in kleine lettertjes): Ik roep Rob en wijs op een klein reservoirtje aan de rechterkant onder het zadel: “Look there, the breaking fluid reservoir!”. Blijkt dat we allebei naar het koelwater niveau zaten te kijken !
We komen niet meer bij van het lachen. Vreemd toch hoe lastig het is je focus te verleggen zolang je niet doorhebt dat je verkeerd kijkt. Het slechte nieuws is dat het potje helemaal leeg is. Enfin, ter plekke kunnen we weinig doen, ik heb geen reserve bij en Rob heeft het ook niet staan. De voorrem is nog dik in orde en we besluiten om in de buurt van The Owls Nest (ook toevallig), een bikers café bij Llandovery, een dealer op te zoeken. We worden doorgestuurd naar een BMW dealer, 20km verderop. Daar blijkt dat de banjobout van de achterrem losgekomen was waardoor er lucht in het systeem gezogen werd. Of ik gevallen ben met de motor, vraagt de monteur?
Er gaat me een licht op: het sponzen is begonnen na die val op het grasveldje. Waarschijnlijk heeft iets die bout losgeduwd tijdens val. Lang verhaal kort: remvloeistof bijgevuld, £20 betaald en nog wat staan praten. De man maakt ook lange reizen op de motor en dus was mij direct helpen vanzelfsprekend voor hem. Dikke thumbs up voor deze BMW dealer in de middle of nowhere. Voor wie er ooit in de buurt is en hulp nodig heeft: Mid Wales Motorrad - Independent BMW Motorcycle Specialists . Check it out !
Vanaf Llanwrtyd Wells rijden we terug naar het Uilennest voor lunch. Het is echt bikers kost: croque monsieurs /tosties, hamburger, worst, chips, veel ketchup en van die rare Engelse bruine saus. Alles vers uit de vriezer of een plastieken zakje. Geen sla of ander groenvoer. Kan je niet invriezen en doen ze dus niet aan. ’t Was toch lekker.
De rest van de dag doorkruisen we het Brecon Beacons Nationaal park, een uitermate prettig gebied voor motorrijders. Snelle bochten, hier en daar de occasionele haarspeldbocht, glad asfalt en weidse uitzichten. Het weer had zonniger gekund en de mist bovenop de heuvels geeft het een -let op: woordspeling!- mistiek karakter. Ik geniet.
Laat in de middag arriveren we bij de camping in Llandovery en neem ik afscheid van Bob. Zo’n rit met een local biedt zeker een meerwaarde, je komt op plekken waar je anders voorbij rijdt. The Owls Nest bijvoorbeeld, zou ik niet geweest zijn. Het lag niet op mijn weg, bovendien zie je het niet vanaf de weg: het een hek bij de ingang staat in grote letters “Gym”. Dat is op een motorreis wel het laatste waar ik zou stoppen.
(Foto Google Maps)
Op de camping word ik hartelijk ontvangen door een Zuid-Afrikaans koppel dat tijdens de zomermaanden als warden (opzichter) op de camping werkt. De rest van het jaar zwerven ze rond met hun camper. Ze sturen me naar het motorenveld.
Tentje opgezet en iets later arriveren Simon en Hazel op de motor. Ze zijn ook op rondreis. En nog wat later arriveert er een Duitse TET rijder. Gisteren vanuit Bremen vertrokken en bij aankomst in Wales gelijk de aan de TET begonnen. Hij staat nu zeiknat te vloeken naast zijn motor. Ondanks zijn vermoeidheid was hij toch nog een steile, gladde helling opgereden. Zoals hij het beschreef leek het meer op het beklimmen van een waterval. Motor gleed weg, het manneke erachteraan en beiden pardoes het water in. Op zulke momenten komt de samenhorigheid onder bikers naar boven. Geen troostende armen om hem heen, wel een blikje bier in de handen geduwd, want: first things first ! Zijn tent moest hij natuurlijk wel zelf opzetten. ’s Avonds gaan we samen in het dorp gaan eten.
We lopen via de Waterloostraat, wat in het Welsh leest als: Stryd y Bont. Als ik dat door Google translate haal blijkt het Brugstraat te betekenen. Rare jongens, die Welshmen. En dan zien we plots een regenboog vanaf zijn zijkant. Dat had ik nog nooit gezien. Theoretisch zouden we dus vlakbij die pot met goud moeten staan. Het blijft bij de theorie, ’t zal voor een andere keer zijn.
De volgende dag rijd ik opnieuw naar Herbert’s Quarry, een verlaten kalkgroeve in Brecon Beacons. Ik wou het absoluut zien, had die van tevoren al aangekruist op mijn kaart, en het was de moeite waard. Ik voel me weer eens alleen op de wereld: niemand te zien en een panorama om u tegen te zeggen. Ik loop wat rond en bekijk de oude kalkovens. De groeve is zo’n 200 jaar oud en sloot halverwege vorige eeuw (ik vind dat nog steeds raar klinken: ineens is dat de eeuw waarin ik geboren ben, tot een aantal jaren geleden ging het bij “halverwege vorige eeuw” over mijn overgrootvader ).
Werken in deze afgelegen steengroeve was niet voor watjes. De arbeiders vertrokken op zondag te voet van huis met genoeg eten bij zich om de week door te komen. Koken deden ze op warme sintels uit de ovens. Op vrijdag keerden ze terug. Werken van 9 tot 5 zat er niet in, het was opstaan en aan ’t werk tot het weer tijd was om te slapen. Erg gezond was het overigens ook niet.
Maar, ze hadden wel een prachtig uitzicht !
Op een stapel stenen zie ik een bos verse bloemen liggen. Die moeten daar gelegd zijn door de vrouw met twee hondjes die ik zonet tegenkwam. Jammer dat ze nu al te ver is, ik had wel willen weten waarom. Mijn fantasie neemt het weer over: onder de stenen zou best een hoopje as of een urne kunnen liggen. Een onlangs overleden opa die hier ooit werkte?
Dat raakt me op de een of andere manier en ik blijf er even bij stilstaan. Het is hier zo stil en rustgevend. Gedachten over leven en dood zwerven door mijn hoofd, op een niet onaangename manier. Het leven is kort, besluit ik, je kan er maar beter het beste van maken. En daar ben ik volop mee bezig. Een onverwacht en ingetogen meditatie momentje. Ssstt….
Een kwartier later sta ik weer bij het informatie bord en leer dat de uitgegraven kalksteen in kalkovens werd gebrand, waardoor ongebluste kalk ontstond. Plaatselijke boeren kwamen naar de groeven om brokken van die ongebluste kalk te kopen. Die werden met paard en kar vervoerd, wat tot nogal wat ongelukken leidde op de weg naar beneden. Schijfremmen bestonden nog niet zal ik maar zeggen.
De boeren plaatsten stapels ongebluste kalk op hun akkers en wachtten dan op de regen. De kalk reageerde met het regenwater wat gepaard ging met warmteafgifte. Uiteindelijk vallen de brokken uiteen in poeder en kon de nu gebluste kalk worden ingeploegd. Weer iets geleerd. Verder werd (en wordt) de ongeblust kalk na “blussen” met water gebruikt als bindmiddel voor mortel.
Milieunormen bestonden nog niet en (giftig?) afval werd iets verderop geloosd. Het ligt er nog steeds, en er groeit niks op. Het is een goudkleurige versteende smurrie die wat verderop een riviertje moet ingelopen zijn. Dat het er nog ligt doet vermoeden dat het niet giftig (meer) is. Anders zouden er toch waarschuwingsborden staan, neem ik aan.
Het is keihard en heeft een mooie geribbelde structuur, alsof het gestold metaal is. Ik ben dat eigenlijk vergeten te checken, bedenk ik me achteraf.
Ik tuf de rest van de dag met een grote glimlach op mijn gezicht door dit prachtige natuurpark en ontdek nog wat kleine weggetjes en ergens een verlaten kasteel. Zeker een van de hoogtepunten van mijn reis. Een aanrader !
Terug op de camping in Llandovery wordt het nog gezellig met Hazel en Simon. Onze Duitse vriend is er niet bij. Die heeft vanochtend besloten dat de Welse TET niks voor hem is, te moeilijk zei hij. We konden hem er niet van overtuigen dat het met een wat minder heroïsche dadendrang best wel haalbaar is. Al boter aan de galg. Kort na het ontbijt pakte hij in en wendde de steven huiswaarts. Toch jammer dat door één tegenvaller zijn hele reis in het water viel. We zijn het er met zijn drieën over eens dat hij nog jong is en dat het wel goedkomt met hem. Of niet, maar daar zitten wij niet mee.
We koken samen een kampeerprutje dat we wegspoelen met enkele lokale biertjes en zoeken vroeg de slaapzakken op. Morgen naar Snowdonia !