Ritje door de Franse Alpen

Coffee

Die hard MF'er
1 jul 2011
432
1
ZuidVeen
Zaterdag 2 augustus. ’14.

Eindelijk is het dan zover: we gaan!

Weken geleden hebben we het plan gesmeed om naar Italie op vakantie te gaan. Ik wilde graag de Route des Grandes Alpes rijden en wel op mijn stalen ros; een Blauwe Blackbird uit 2000. Echter bij het vertellen van mijn plan ging het al mis: Mijn vriendin wilde wel graag mee, maar had geen zin om al die tijd achterop te zitten. Althans, niet op de Bird. Ze voegde er nog mompelend achteraan: “…als je nou een BMW RT had…” Goed, je begrijpt: de stemming was gezet…. :P
Toen mijn ouders over mijn plannen ons dilemma hoorden, nodigden ze mijn vriendin uit om met hen op vakantie te gaan. Zij gingen naar Italie, naar Gran Paradiso om precies te zijn. Iets met bergen en k(r)amperen. Vanaf daar, ons ‘Basecamp’ vlakbij Aosta, kon ik prima aan de RdgA beginnen en zij konden een meerdaagse tocht door de Alpen voorbereiden. Win-win: wel met goed gezelschap op vakantie, maar toch ook de drukte kunnen ontvluchten om alleen en in mijn uppie ook een meerdaagse tocht te gaan maken. Namelijk effe lekker gassen in de Franse Alpen.
Het idee werd door alle belanghebbenden goed gekeurd en bijgeschaafd: Mijn vader en ik zouden op de motor (hij op een BMW RT, ik op de Bird) naar Aosta rijden en mijn vriendin zou met de auto gaan en mijn moeder meenemen. Sterker, zij zouden vooruit rijden om voor ons, de mannen, de tent op te zetten en het eten vast te prepareren. Ideaal! :D
Tijdens de voorbereidingen had ik de ketting al vervangen, vloeistoffen en andere slijtagedelen gecontroleerd en vervangen waar nodig. Ook mijn banden waren bijna aan vervangen toe, maar mijn vriendin riep nog: Om ze nu te gaan vervangen is zonde, want voor die resterende 1500 km zet je ze straks ook niet weer terug op de brommer. Je rijd ze eerst maar op en dan pas vervangen. Ik hoor het haar nog zó zeggen. Ze kon echter niet vermoeden dat ze later spijt kreeg van die opmerking. :P
Enfin: zaterdag ochtend, 08:30 en de Blauwe Beemer van mijn pa draait keurig op de afgesproken tijd bij ons de parkeerplaats op. De afspraak is even snel een bak koffie naar binnen en gaan. Vandaag staat maar liefst 650 km op de planning, dus we konden de tijd nog goed gebruiken. Mijn moeder komt vlak na mijn vader en moet de auto aan de weg parkeren, want een zeker iemand heeft zijn slagschip op de parkeerplaats gezet. Koffie gaat naar binnen, laatste bagage wordt vast gezet, deur op slot en gaan! De vrouwen rijden vandaag, op Zwarte Zaterdag, Linea Recta naar Straatsburg, waar ons eerste kampement zal worden opgezet. Wij zullen de snelweg volgen tot Luik en vanaf daar via de Ardennen en Luxemburg richting Straatsburg rijden.
Het weerbericht was gunstig, maar niet perfect: zonnig en warm, met in de middag kans op een (onweers)bui. Een buitje overleven we riepen we in koor, maar hadden voor de zekerheid toch maar even de regenkleding uit onze ‘volgauto’ gehaald en in onze bagage gestopt. Pa had immers ruimte genoeg, in die koffers van hem. :*

Zodra we van de snelweg af reden begonnen de bochten en dus het plezier. Het weer was nog steeds goed (lees: snik heet in zwart leer) en zolang we nog door de bossen van Oost-Belgie reden was er nog niet zoveel aan de hand. Op een gegeven moment moesten we van de Navi links af, en midden in het dorpje veranderde de weg van erbarmelijk slecht naar uitmuntend wegdek. 300 meter later reden we bovenop een heuvel en konden we van-hier-tot-ginds kijken. Dat vroeg om een stop om even van de omgeving te genieten. Wij even wat druifjes aan het eten merk ik aan het smsje van Vodafone dat we inmiddels in Luxemburg zijn beland. Dat verklaarde ook gelijk de plotse overgang van wegdek. Luxemburg is een verademing wat rijden betreft: mooie goed overzichtelijke wegen met mooie bochten en beter dan goed asfalt. Als kers op de taart was de weg he-le-maal leeg. Met andere woorden: ik kon de Bird even de vleugels geven. Moest alleen af en toe wachten op die Dikke Duitser die het simpelweg niet kon bijhouden. Later op de vakantie bleek dat dat niet zo zeer aan de chauffeur lag, of aan het type. Zelfs een K1300S kon niet wegrijden. Niet bergop, maar ook niet bergaf. Mijn conclusie is duidelijk. BMW’s zijn traag. :+
Even verderop moest ik wachten op mijn vader die in zijn eigen woorden ‘rustig van de omgeving aan het genieten was’ en toen viel mij op dat daar in de verte, in de richting van waar wij heen moeten, de wolken zich verder en verder aan het ontwikkelen waren. Ik zat een beetje te mijmeren over of dat nou juist wel of niet op de route lag, en ik vergat helemaal om rechts van me te kijken. Mijn vader kwam naast me staan en riep nog (met zijn vizier dicht) “”ai wahr eus!!”” Toen hij zijn vizier had opengeklapt kwam er een schoorvoetend lachje en herhaalde hij zijn zin: “Kijk daar eens!!” en hij wees naar rechtsvoor. Op nog geen 600 meter kwam, het echt met bakken naar beneden. We zagen zelf kleine riviertjes vormen op de weg. Dus ik meteen starten en weg want in die ene seconde dat ik ervoor nodig had om te herkennen wat ik zag, besefte ik me ook gelijk dat die bak met water met een enorme snelheid op ons afkwam en als we niet heeel snel maakten dat we weg kwamen wij bijna letterlijk van onze Stalen Rossen afgespoeld zouden worden. We reden dus snel verder maar kwamen er achter dat onze weg (net nog buiten zicht veld) niet naar links ging, maar juist naar rechts. TomTom gaf aan dat we over 3 kilometer pas af konden slaan en zoals ik ergens anders heb gelezen; Terug is geen optie. We moesten immers nog 300 kilometer. Dus we baalden een beetje en zetten ons schrap op onze ijzers. Regenkleding zat nog in de koffers van de BMW en als we die aan zouden trekken zouden we al doorweekt zijn voor we die koffer goed en wel open hadden, zó hard regende het. De regen was inmiddels zó dichtbij dat we de druppels konden zien en de geur konden ruiken; inmiddels op een 100, 150 meter afstand inmiddels weer rechtsvoor. Op 2 uur, zeg maar . Vlák voor we echt de regen in zouden rijden zag ik nog een pijl op mijn schermpje. Die pijl wees (gelukkig) naar links en we sloegen braaf en opgelucht links af. Ik was nog nooit zo blij met een afslag als toen op dat moment. Wist ik veel wat er nog komen zou…
Omdat de tijd ondertussen toch wel een beetje begon te tikken had ik een aantal route punten verwijderd en de ‘snelle’ modus ingesteld. We zouden nu tot aan de noordelijke Vogezen alleen maar over de hoofdwegen gaan i.p.v. over de kleine landweggetjes. Helaas leidde dat ook dwars door de grote steden met alle stoplichten van dien. In Saarbrücken was één of ander festijn bezig en we zeiden nog tegen elkaar dat we beter hier hadden kunnen af spreken met de dames, want hier was het ten minste gezellig. Stilstaand voor een stoplicht (gelukkig was de zon inmiddels verstopt achter de wolken) gebaarden we beiden dat we wel trek kregen en besloten we snel een mooie parkeerplaats op te zoeken voor een broodje en wat drinken. Die gelegenheid deed zich voor bovenop een heuvel met volledig uitzicht rondom. Sorry. Bijna volledig uitzicht rondom. Het zicht naar boven was inmiddels belemmerd en we reden al geruime tijd onder een dik wolkendek dat zich uitstrekte zover we konden zien. Gelukkig waren het geen regen wolken: zover we konden zien was het overal bewolkt en droog. Behalve daar ginds, in het zuid-oosten. Daar, ongeveer ter hoogte van Straatsburg…  Maar ach, we gaven de moed niet op, want we hadden al een keer geluk gehad vandaag en waren helemaal droog gebleven, dus we hadden nog geen reden om ons helemaal in regenkleding te hullen. Optimistisch als we waren startten we de motoren weer om vervolgens gelijk weer uit te zetten.. “Laten we eerst maar onze rommel opruimen en motorkleding weer aantrekken” was het devies dat we elkaar gaven en lachend stemden we daar mee in.
Wat volgde was een mooie weg door de Vogezen met leuke bochten door mooie bossen en langs mooie beekjes. Genietend van de rit keken we toch steeds vaker naar boven want de lucht werd inmiddels steeds donkerder en dreigender. Toen we uiteindelijk de Vogezen uit reden en uitkeken over de Rijnvlakte zagen we op een paar kilometer afstand een regenbui hangen waar we toch van onder de indruk waren. De vorige bui was heftig, maar dit was er één van een andere categorie. De wolk was niet zwart, maar zee-groen, en daaronder viel zo veel water naar beneden dat diezelfde kleur zich tot aan de grond strekte. Een kenmerk van een vlakte is dat er geen heuvels zijn (echt waar!  ) en dus dat de wegen ook recht zijn. Je raadt het al, onze weg liep regelrecht de bui in. Toch een beetje geïmponeerd door de kleur ben ik maar even gestopt en heb mijn regenpak aangetrokken, want hoe ik ook keek, we waren nog maar 10 km van de camping verwijderd, maar die camping lag wel precies áchter die bui en daar leek geen ontkomen meer aan.
Vlak voor de spetters onze vizieren zouden schoonspoelen van alle vliegen die we onderweg hadden opgepikt, meldde TomTom zich weer en vond dat we linksaf moesten slaan, een autoweg op. Zo gezegd, zo gedaan, we waren immers allang blij dat we niet die bui in reden. Nog voor dat we enigszins op een fatsoenlijke snelheid zaten boog de weg zich af naar rechts en voor we het goed en wel doorhadden reden we nu op een autoweg, op redelijke snelheid weer récht op die stortbui af. Ik hoor mezelf nog denken: goed, het zij zo. Met mijn regenpak aan kon me toch weinig gebeuren enkel dat Birdie flink gewassen zou worden en dat was op zich ook geen overbodige luxe. Ik begon als soort van schietgebedje al van de nood een deugd te maken want ach, nat worden zou ik toch. Ik dacht niet dat mijn regenpak zóveel water tegen kan houden. De kleur van de wolk was in de tussentijd niet veranderd maar was wel dichterbij gekomen, dus vanuit mijn perspectief nóg groter en nóg dreigender. Op dat moment, dat ik net klaar was met mijn schietgebedjes en mentale voorbereiding op de zondvloed boog de autoweg zich weer af, ditmaal gingen we naar links. Ik vertrouwde er helemaal niks van en was me nog steeds aan het voorbereiden op natte sokken, toen we de weg mochten verlaten en verder naar links afbogen: de bui lag nu bijna achter ons. Niet veel later zag ik een bordje met de naam van onze camping aan het begin van een boerenlandweggetje. Dat weggetje zou ons op zijn beurt ook weer verder van de bui leiden dus verwachtingsvol sloegen we weer links af. Ondanks dat het navigatiesysteem hevig protesteerde vervolgden wij dapper onze weg en konden inmiddels de bui in onze spiegels zien. Na 4 kilometer sloegen we weer rechtsaf en vanaf daar zagen we de camping al. Rijdend langs de camping zagen we dat de planning klopte en dat onze vrouwen prima kunnen navigeren én tenten kunnen bouwen; De dames stonden naast de tent ons toe te juichen. Op 50 meter naast de tent was een meertje, 50 meter de andere kant op was een pizzeria en daar verkochten ze ook een lokaal biertje.
Moe, gepijnigd maar vooral droog en tevreden zetten we de motoren naast de tent en keken we tevreden terug op de dag.
Tijdens de pizza proostten we op de tocht, want die was meer dan goed verlopen en was een fantastisch begin van onze vakantie.


...to be continued...
 
Thnx... Had stukje getiept in Word met foto's en al, maar dat werkte dus niet met copy/paste... Zal straks wat anders proberen.
 
Dag 2

Werd gewekt door de zon in combinatie met wat gestommel in of naast de tent. Als ik het nu terug haal, kan het ook de rits zijn geweest. De enorme hoeveelheid muggen lagen namelijk buiten de tent op de loer, te wachten tot ze een kans zagen om naar binnen te stormen, dus de tent moest snel dicht. Het waren zoveel muggen dat alleen bij de opening van de Primark in NL het drukker was, maar het scheelde niet veel.


Eenmaal buiten de tent en naar de WC geweest kwam ik erachter dat ik prins-heerlijk heb geslapen op dat luchtbed en de pijn in mijn rug was geheel verdwenen. Opgewekt begin ik dus koffie te zetten terwijl mijn vriendin een bult fruit uit de koelbox tovert waar we thuis een volle week mee konden doen en ik me maar afvragen waarom ik geen bier mee mocht nemen... Het argument daarvoor was: dat hebben ze 'daar' ook wel, maar het eigenlijke argument was schijnbaar dat de koelbox al vol zat met gezonde(re) dingen. Misschien was het een stille hint?


Tijdens het ontbijt met meer fruit dan ik nodig achtte ["maar het moet op!"] betrok de lucht steeds meer en meer en in het westen begon het zelfs al te regenen. Gealarmeerd door de eerste druppels hebben we in no-time ons vredige en 'zoetsappige' ontbijt verstoord en de tent ingepakt. We gingen hier zo in op dat mijn vader en ik vergeten waren dat we zelf ook nog een flinke trip voor de boeg hadden en we hebben de dames dus geholpen tot we alle vier klaar waren voor vertrek. Een blik op de klok leerde mij dat het inmiddels al half 12 was; hoog tijd om te vertrekken!


De rit van vandaag zou ons via de Grande Ballon d'Alsace, (een deel van) Route des Crêtes, dwars de Jura over, Meer van Geneve en weer terug de Jura over met als eindbestemming Chezerie-Forens. Geen idee waarom we daarheen gingen, maar iemand zei dat dat een leuk plaatsje was met een mooie camping en wij zijn de beroerdste niet om dat even te controleren. "nog 530 km te gaan" meldde het display toen ik de navi opstartte. "Oei, da's nog best veel" dacht ik nog, niet wetend wat de dag ons nog brengen zou.
We vertrokken in zuidelijke richting, rijkelijk laat maar vol frisse moed. Fris ook omdat het gewoon koud was en er veel vocht in de lucht zat. Hoeveel, konden we op dat moment nog niet weten...


We reden over grote wegen tot Sélestat, vanaf daar bogen we af naar rechts, richting het westen en direct de Vogezen in. Het is eigenlijk heel typisch dat je eigenlijk overal en altijd wel Nederlanders tegenkomt, de meeste kom je tegen in campers of kleine SUV met een grote caravan erachter. Op zich is dat nog niet zo raar of vervelend, wat wél vervelend is, is dat ze altijd te langzaam rijden en niet anticiperen op de rest van het verkeer. Dat betekend dus dat als je aan het begin van een helemooie weg achter zo'n duppert komt te zitten, je zeker weet dat de coureur van dat vehicel er geen seconde aan zal denken om iets in te houden, of een beetje rechts te rijden zodat een motorrijder er makkelijk langs kan. Nee, in tegendeel: ze houden zelfs liever gewoon het midden van de weg aan, en ik begrijp niet waarom: jaloezie? egoïsme? arrogantie? Of hebben ze het gewoon werkelijk niet door? En dat laatste is misshcien nog wel het ergste van allemaal. Toen we dus vlak na Sélestatt de Vogezen in reden stuitten we dus ook op zo'n weg-piraat. Ik kwam er nog wel redelijk langs, maar mijn vader heeft een iets minder snelle motor en heeft ook 'defensief'rijden wat hoger in het vaandel staan dan ik en heeft toch een flinke tijd achter die pummel gereden. Intussen was ik al in vol galop van de bochten aan het genieten want elk nadeel heeft z'n voordeel: als je zo'n langzaam voertuig uiteindelijk voorbij bent, is de weg daarvoor lekker leeg, dus: "Gas op de zuugers en goan!"


Helaas hadden we vandaag niet het geluk van gister, want in plaats van de buien net te ontwijken, reden we steeds een nieuwe weer in. Ik werk helemaal gek van mij regenjas aan/uit trekken. Omdat de regen dus maar bleef vallen en daarmee de wegen dus steeds nat en glad waren moesten we wat rustiger rijden dan normaal. Op zich staat rustiger rijden gelijk aan meer van de omgeving genieten, maar dat zat er vandaag ook niet in, want alles was grijs en bewolkt. De TomTom gaf aan dat we om 23:00 uur op de plaats van bestemming zouden komen en dat was toch lichtelijk laat…. Dus op een gegeven moment maar aan de navi gevraagd wat de snelste weg naar de camping was, want de dag was al ver gevorderd en we moesten nog zeker de helft. Na de herberekening kwamen we om 19:00 uur aan op de ontmoetingsplek. Dat was al een stuk schappelijker vonden we.
Bij het eerste de beste tankstation even getankt, koffie en een broodje want we gingen kilometers maken: waterdichte handschoenen aan, waterdicht vest ónder mijn jas, honger en dorst gestild en gaan. Op zich gebeurde er niet bijster veel bijzonders meer op de rest van die tocht, maar toch staat mij nog wel iets indrukwekkends bij. We zaten op de grote weg, recht-toe, recht-aan en de Navi meldde dat we van de grote weg af moesten om zo een hoek af te snijden. Ondertussen was ik al zo moe en koud dat ik geen zin meer had om het apparaatje tegen te spreken dus ik deed maar braaf wat mij verteld werd en sloeg rechts af. Inmiddels was de zon weer gaan schijnen en alleen ver voor ons konden we nog wat wolken zien. Als we ons echter hadden omgedraaid, hadden we ook gezien dat er schuin achter ons nog een beste donderwolk hing, maar dat deden we niet, dus wisten we het ook niet. Affijn, wij rijden een dorpje in, en weer uit en voor we het doorhadden reden we het bos in. Ergens in dat bos in een hele mooie bocht zag ik kans om af te wateren dus ik parkeer mijn fiets en doe mijn best. Net als ik mijn handschoenen weer aan trek, wilden de weergoden ons nog iets vertellen en het hele bos wordt wit-verlicht om nog in diezelfde seconde dramatisch te worden bijgestaan door een enorme knal (hoorde een flits, zag een knal :+ ) en gelijk daarna begonnen ze daarboven ook af te wateren. Ik weet het nog steeds niet zeker, maar ik vermoed dat ‘ze daarboven’ mij wilden vertellen dat wat ik kan, zij óók kunnen, maar dan beter.


Snel reden we weer verder en achteraf gezien was dit het mooiste stukje van de hele dag. Ook het dal dat we naar beneden reden om bij de camping te komen met die hele mooie weg langs de berghelling, kon ons niet (meer) bekoren. Niet in de laatste plaats omdat ze lang de hele strekke, maar vooral in de bochten, vers grind hadden gestrooid. We waren al koud, moe en ik had nog meer last van mijn rug dan gister had en moesten we de laatste kilometers ook nog voorzichtig doen. Dit waren de zwaarste laatste loodjes, allertijden. Blij dat we er waren!


Het kwam tot onze verbazing dat de tent nog niet stond en de dames nog niet waren gearriveerd, en het kwam als een geschenk uit de hemel, dat er in dat dorpje met 5 boerderijen, een hotel aanwezig was dat ook nog kamers beschikbaar had. Zo gezegd en zo gedaan en voor we het wisten waren de dames ook gearriveerd en konden we na een hele warme douche heerlijk aanschuiven. 2 biertjes later lagen we keurig op één oor. Te moe om het gezellig of laat te maken.

Door de regen geen foto’s gemaakt die dag. Hierna wel, dus vanaf ‘morgen’ zal ik plaatjes toevoegen.
 
Laatst bewerkt:
Door de regen geen foto’s gemaakt die dag. Hierna wel, dus vanaf ‘morgen’ zal ik plaatjes toevoegen.

Die plaatjes kun je achteraf ook nog wel toevoegen :Y Gewoon even op het potloodje klikken links bovenaan je bericht ;)

Maar het leest leuk weg. Doet mij herinneren aan een tripje naar Monaco een paar jaar geleden. Praktisch dezelfde route en ook geen dag droog gebleven :')
 
Laatst bewerkt:
Dag 3.

Heerlijk geslapen, rug klachten weer weg en na het ontbijt even naar buiten gelopen om het weer te checken.
De warme stralen van de zon komen nog niet hier beneden in het dal, maar daar boven op de berghelling schijnen ze al naar hartenlust. De hemel kleurt mooi blauw, met af en toe wat wits in de vorm van een wolk, maar vooral de temperatuur was meer dan aangenaam.

full


De spullen weer verzameld, op de fiets gebonden, Birdie de schuur uit gemanoeuvreerd, even gewacht to die ouwe van me ook zo ver was en toen de motor weer aan geslingerd. (gelukkig gaat dat tegenwoordig electrisch :P ). De route ging verder: op richting Cogné, vlakbij Aosta. Om daar vanaf hier te komen moesten we de D991 volgen wat op zich ook nog wel zonder navigatie kon, want feitelijk is dat het enige weggetje het dal uit, richting Bellegard sur Valserine. Gelukkig ging het bergafwaarts, want door de misére van gister was ik ‘vergeten’ om nog even te tanken, 10 km terug, en ondertussen was mijn reserve lampje al gaan branden maar volgens het schermpje moest ik nog 20 km tot de eerste de beste pomp. Dat ik dankzij mijn lege tank wat rustiger reed bleek goed uit te komen want ik was even vergeten dat ze de hele weg hadden volgestort met nieuw, losliggend kies. Ondanks de steeds warmer wordende lucht, het rustige glooiende weggetje door de Jura, werd het dus toch nog wat spannend en met samengeknepen billetjes zijn we rustig de vallei uit gereden. Verzekerd van genoeg bochten onderweg hebben we maar ‘genoten van de omgeving’ en reden we gebroederlijk samen naar beneden. :+

Bij het tankstationnetje van de SuperMarche moesten we even wachten en we konden toen al vast stellen dat het al warm was in onze zwarte pakken. Een heel verschil met gister en ik kon in de gelukkige uitdrukking van mijn vader herkennen wat ik zelf ook ervoer: warmte! Dat beloofde nog wat! :D

Na het tanken zetten we koers naar Annecy, eerst over de D1508, toen de D909 richting La Clusaz, La Giettaz en Bourg St Maurice. Vanaf hier werd ons ‘parcour’ al aangegeven als onderdeel van de Route des Grandes Alpes, dus nu kon de pret écht beginnen! :D
Tijdens een kopje koffie en een broodje heb ik mijn vader nog even een keer extra uitgelegd dat als ik er rap van doorging, hij zich geen zorgen zou hoeven te maken. Ik zou op strategische punten wachten, zodat het toch een beetje leek opdat we samen onderweg zouden zijn. Bijvoorbeeld boven op een pas, als we van de huidige weg af zouden buigen, een weg met een ander nummer op… zoiets. Het grote voordeel van rijden in de bergen is dat er niet zoveel noemenswaardige afslagen zijn, dus dat hield in dat ik lekker door kon knallen zonder al te veel stil te staan. .Althans… Het was maandag 4 augustus, dus tout – La France was op vakantie en schijnbaar huren ze allemaal van die gemotoriseerde caravans. Mijn lieve hemel wat waren er daaar veel van en tot overmaat van ramp reden ze nog vervelender dan die wielrenners hier op een dijk… Goed, ik hoefde geen rekening te houden met achterop komend verkeer, (of achterop rakende BMW’s) want door een samenspel van mijn lef en de spec’s vant mijn hel-blauw-supersonisch-monster-op-twee-wielen kon ik toch steeds redelijk snel die witte sliert van campers inhalen en had ik toch ook wel weer veel kilometers van spektakel voor mijn neus. Geen grind, geen regen, geen fietsers, en als ik die Fransozen voorbij was ging het gas er rijkelijk op om te kijken tot hoever ik de inmiddels bijna kale banden kon af schuren. Op één moment was het nog een beetje schrikken, want ik hing lekker in een scherpe bocht naar links ging ik een beetje te hard dus ik moest bij sturen en voreg me heel even af of ik het wel ging halen… Vervolgens hoor ik een schrapend geluid onder de motor vandaan komen en ik schrok me helemaal leip! “zie je wel sukkel! Daar ga je!” vervolgens deed ik niet heel veel speciaals, enkel een beetje gas bij want dat leek mij het beste om te doen, op dat moment..

Gelukkig liet mijn intuïtie mij niet in de steek en voor ik het wist reed ik weer recht en moest ik alweer afremmen voor de volgende bocht. Deze bocht heb ik maar even wat rustiger gepakt en vervolgens tot de conclusie te komen dat ik in de vorige bocht niks meer heb gedaan dan de slijtstaafjes een beetje bijgeslepen: De stepjes op de grond! Achteraf was dit een kleine mijlpaal, maar op dat moment vond ik het een beetje spannend, zeker ook omdat ik daar niet mee bezig was. Enfin. Ik word weer een paar dagen minder oud, maar heb er wel een ervaring bij. :D
Veel tijd had ik niet om deze schrik te verwerken want ondanks dat ik rustig verder reed, hoorde ik toch een raar kloppend geluid van rechts van me, en het werd snel sterker. Nog voordat ik weer een bocht naar links had werd me duidelijk wat het was: Er vloog een Helikopter vlak boven me, want ze waren bezig met een demonstratie of oefening, zo bleek. Verder op hadden ze eea afgezet en er stonden hordes met mensen te koekeloeren. Misschien hadden ze dit wel aangekondigd, maar mijn Frans reikt niet veel verder dan mijn Blackbird lang is dus dat zal ik wel gemist hebben…
Na al deze nieuwe ervaringen reed ik weer vol goede moed verder en voor ik het wist stond ik boven op Col de Aravis en stapte af om even te wachten op mijn vader. Toen hij aankwam stond ik daar, met mijn helm aan de spiegel, om me heen te kijken naar de markt die daar bezig was. Mijn vader zette zijn helm af en vroeg aan mij of ik het naar mijn zin had gehad. Nog voor ik kon antwoorden gaf hij al te kennen dat antwoorden niet nodig was, want ik had een grijns van oor tot oor. Na een fotootje zijn we maar snel weer verder gereden, want het plezier lonkte.
We reden “rustig” naar beneden en nu kwam ik er achter dat ik niet alleen sneller reed dan die witte gevaarten die ze campers noemen, maar ook een groepje Duitsers met dikke GS’en moesten het ontgelden. Beneden aan de pas weer even wachten op pa en toen snel richting Col de Roselend, op weg richting Bourg st Maurice. Bij Bourg’ zouden we wat gaan eten en naast dat ik momenteel heel druk was met plezier hebben kreeg ik ondertussen toch ook wel een beetje trek dus dat spoorde me aan om nog iets sneller te rijden. Ëénmaal boven aan de pas kwam ik er achter dat het voor mij echt letterlijk geen ene moer uitmaakt om sneller te rijden; ik moest immers toch steeds wachten tot mijn vader arriveerde…

full

full



In Bourg konden we niet echt een leuk tentje vinden om te lunchen, dus we besloten dat maar onderweg te doen. Halverwege de helling hebben we een parkeerplaatsje gezocht, gevonden , en ondanks het bordje “vrboden te parkeren’ hebben we er heerlijk gezeten in het frisse gras. Stokbroodje ging prima naar binnen en nog even genieten van het uitzicht en weer verder, want we hadden afgesproken met de dames boven op de Col du Piccolo st Bernard om daar koffie te drinken. Boven kwamen we bijna tegelijk aan en na het beloofde kopje met bijbehorende Crepe au chocolate zijn we weer snel verder gereden om op tijd in Cogne aan te komen. Ook bij het afdalen van deze pas heb ik meerdere motoren moeten/kunnen inhalen behalve één. Er was een Italiaan die mij met zijn GS geheel zoek reed. Ik deed echt mijn best, maar kon hem in al die hairpin’s écht niet bijhouden. Onderaan toen ik even aan het wachten was op mijn vader (het begon al een bekend ritueel te worden) bleek dat ik toch wel redelijk snel naar beneden was gereden want ik heb werkelijk waar 5 minuten gewacht op die andere BMW; die van mijn pa.
full





Nu was het enkel nog wat kilometers over de grote weg, en over 60 km zouden we bij de camping zijn. Na die leuke pas van net was dit enorm saai en toen we uiteindelijk weer rechtsaf gingen en via wat scherpe en onoverzichtelijke bochten een vallei binnen reden werd ik langzaam weer wakker. De camping zou aan het einde van deze weg zijn dus verdwalen kon niet. Ik zwaaide mijn vader symbolisch gedag en gaf mijn blauwe reisgenoot de sporen. Door al het gooi en smijtwerk was ik even helemaal vergeten dat mijn achterband inmiddels toch écht wel aan vervanging toe was en enthousiast als een jonge hond knalde ik steeds sneller de vallei in. Autos en campers werden ingehaald alsof ze stil stonden en in de bochten werd er toch wel wat gretig met mijn pols gedraaid. In één van die bochten werd ik weer even tot de orde geroepen door mijn achterband die protesteerde en mij waarschuwde door een stapje op zij te zetten. In plaats van rustiger te gaan rijden spoorde mij dit juist aan om de band optimaal te gebruiken en ik probeerde wat rustiger te kijken tot hoever ik precies kon gaan. Nog best ver, schijnbaar.

full

full




Ëénmaal boven waren de banden écht warm, maar ook écht kaal. Achteraf gezien, was het maar goed dat ik er was!
 
verder nog leuke dingen gezien meegemaakt onderweg ?

Franse Alpen staan bekend om prachtige ongerepte natuur
 
Laatst bewerkt:
Terug
Bovenaan Onderaan