Een verslag "vers van de pers", als dankjewel voor alle advies dat op het forum te vinden is, en wellicht als inspiratie en vermaak voor al wie nog reizen gaat: deze week kwamen we terug van een rondreis door Noorwegen. Van fjord naar her.
Voorbereiding
Patrick en ik rijden, racen en reizen al jaren samen met onze motoren. Wat begon met ritjes over lokale dijken en circuitdagen op Assen of in Frankijk, is inmiddels veranderd in reismaten voor motorweekenden naar Luxemburg of de Eifel. Tot zover redelijk standaardverhaal. Hij, alleenstaand, gaat wel vaker weg en bezocht de Noordkaap al eens; ik, met gezin, ken Noorwegen eigenlijk alleen van een lang weekend in Oslo. Mijn motorinteresse naar het land bleef beperkt tot een vage bekendheid met termen als Trollstigen en de Atlantic Road. Over land is het een lange, saaie route om er te komen, en daar houd ik niet zo van.
Maar toen Holland Norway Lines de aansluitingEemshaven Emden - Kristiansand aankondigden, verscheen er ineens een interessante optie. In de late ochtend thuis wegrijden; eten en relaxen en slapen op een cruiseschip; en de volgende ochtend op Noorse grond staan? Dat geeft een lui mens opties! Er werd een plan gesmeed. We zouden ongeveer een week in Noorwegen zijn. Het is wat aan de krappe kant, maar nog redelijk te verkopen naar de vrouw die met twee jonge kinderen thuisblijft. Ik wil die Atlantic Road dan wel eens zien die zo vaak op de Noorse "must see"-lijsten verschijnt; de Trollstigen en Geiranger zijn min of meer verplichte nummers voor motorvikingen; en Patrick zet ook nog wat mooie nummertjes op de wensenlijst.
Ik kondig een eerste versie van ons plan hier aan, win advies in bij de forumexpert voor Noorwegen @AdjevE, neem wat adviezen in acht en sla andere adviezen in de wind. We bouwen een route, boeken hotels met keukens voor ontbijt en evt. avondeten, boeken de overtocht (in het Noors!); we kopen nog wat motorspullen en zijn dan klaar om te gaan. De ervaren reizigers zouden wellicht via Denemarken rijden, en/of kamperen, en/of zich laten leiden door de waan en het weer van de dag, maar wij kiezen voor een strak programma.
De paklijst: SW Motech zadeltassen met gewone kleding aan de ene kant en motorkleding aan de andere kant; een tanktas met primaire levensbehoeften (zonnebril, water, oordoppen en credit card); een SW Motech Drybag met elektronica en een paar schoenen.
Dag 0: aan boord
Na een halfjaar voorpret is het zover, de reis begint. We rijden van Nijmegen naar Emden, om daar in no-time aan boord te raken van de MS Romantika. Het is een kleine drie uur rijden over saaie snelwegen, en we regenen stevig nat. Het zij zo, aan boord drogen we op met een biertje op het achterdek. De motoren werden vakkundig vastgezet, de kajuit volstaat, we gaan de zee op! We staren naar de Waddeneilanden, boorplatforms, de bingo in de 'Starlight Palace', de taxfree winkeltjes. 't Zal allemaal wel, het belangrijkste is dat we de volgende ochtend met een stralende zon weer aan land kunnen. In Kristiansand!
De motoren staan stevig vast; wij genieten op het dek van een biertje. Drank is in Noorwegen trouwens, zoals voor velen bekend, peperduur: reken op een tientje per glas. Het is geen goedkoop land.
Dag 1: Sprookachtig rijden
Kristiansand > Setesdal > Suleskarvegen > Lysevegen > Lysebotn (route)
Rond elven laden de ruim duizend passagiers uit. Dagjesmensen wandelen naar het centrum van Kristiansand, dakkoffers en campers sjokken het wegennet op en tientallen motoren schieten alle kanten op. Met prachtig weer maken we kennis met het zuiden van Noorwegen: de druilerige Duitse haven is omgetoverd in een prachtig landschap met bergen, fjorden en bosrijke gebieden zo ver het oog strekt. De middagroute van vandaag is relatief kort (ruim 200km, ongeveer drieënhalf uur rijtijd) en leidt vanuit Kristiansand langs de Otra door het Setesdal. Dat dal volgen we in noordelijke richting tot de Suleskarvegen en de Lysevegen. Zodra we deze bergwegen oprijden, de hoogte in, verandert het landschap razendsnel in een prachtig, schijnbaar desolaat gebied. Het stuurwerk is genieten, het uitzicht meteen fantastisch, wat is het hier mooi! We worden welkom geheten door schapen op de weg, door watervallen, en door het laatste stukje van de route van vandaag: de 27 (zevenentwintig!) hairpins naar Lysebotn.
Het piepkleine plaatsje ligt tussen de bergen verscholen, aan het einde van het Lysefjord, bekend van onder andere de Preikestolen. Een sprookjesachtige plek waar ik persoonlijk geen genoeg van kan krijgen. We eten en overnachten hier, maken foto's aan de kade en wandelen een kort rondje. De Preikestolen is niet voor ons en ook de veerboot door het Lysefjord slaan we (helaas) over: past niet in het programma. In plaats daarvan rijden we in de avond die hairpins nog eens op en neer, om te genieten van zowel dat stuurwerk als de vergezichten. De start van onze roadtrip pakt op deze manier geweldig uit.
Op de bergwegen pas je niet alleen op voor de bochten, maar ook voor de loslopende schapen. De weg is in de zomer van hun, jij bent slechts te gast.
Uitzicht op Lysebotn vanaf de Oygardstol. Links het fjord, de kaai en ons hotel; rechts de hairpins naar beneden. Halverwege de afdaling neem je een tunnel mee van een kilometer, en een flinke waterval. Het is dag één en eigenlijk zou je hier al nooit meer weg willen.
Dag 2: Pas op voor de schapen
Lysebotn > Lysevegen > Suleskarvegen > Roldalsfjellet > Roldal > Odda (route)
We ontbijten op deze idyllische plek en laden weer op voor vertrek. De enige manier om hier over land te komen, was over die prachtige bergwegen. Er zit dus niks anders op dan die vandaag in tegenovergestelde richting te rijden, een laatste cadeau van deze locatie. In plaats van een lange kustroute over Stavanger en Bergen rijden we een kortere route door het binnenland richting Odda. De 270 kilometer lange route is goed voor ongeveer vier uur rijtijd. Tel er je pauzes, je lunch, je tankstops, je fotomomenten bij op en je bent zo weer een dag onderweg. Vergis je niet: snelwegen zijn deze dagen een wereldvreemd begrip. Haast alles gaat over lange, meanderende doorgaande wegen waar de koerssnelheid ergens tussen de 60 en 100 kilometer per uur ligt. Eindeloos lekker sturen dus!
Na een lunch in Hovden passeren we een toffe staafkerk in Roldal, de dubbele Latefossen watervallen, en de Roldalsfjellet bergweg. Die bergweg stuurt heerlijk, en doordat de doorgaande weg (de Roldalstunnel) er vlak langs ligt, is er nauwelijks ander verkeer. Van die lange tunnels hebben ze er nogal wat in Noorwegen trouwens: ruim vijfhonderd tunnels maken het haast onmogelijk om ze te missen tijdens je verblijf.
Ook vandaag hebben we mooi weer. Het eindpunt, Odda, is een dorp tussen een meer en fjord in. De waterval die de twee verbindt, loopt van het hotel naar het centrum, dwars door het plaatsje heen. We eten goed in het centrum en genieten van een biertje op het terras van het hotel. We zien de donkere wolken en de weersvoorspellingen. Na twee fantastische dagen is het morgen uit met de pret: we hebben ons regenpak niet voor niets meegenomen.
De Suleskarvegen, waar we regelmatig velden vol met steenmannetjes tegenkomen.
De staafkerk in Roldal; de Latefoss waterval en Odda. Die waterval ligt vlak aan de doorgaande weg. Het voordeel is dat je er meteen "bent", het nadeel is dat dat ook voor alle andere voorbijgangers geldt.
Dag 3: Regen en tunnels
Odda > Hardangerfjord > Boyabreen > Utvik > Stryn (gereden route; mooiweerroute)
Vandaag rijden we grotendeels door de regen, met slechts een paar droge stukken. Zowel in tijd als in kilometers is het onze langste route: 360 kilometer over ongeveer zesenhalf uur. Het is een kwestie van regenkleding en doorzetten. Twee meevallers: het regent niet hard, en we spenderen ruim zestig kilometers in tunnels. Genoeg tijd om op te drogen dus. En "een paar droge stukken" bestaan op zo'n lange dag nog steeds uit uren aan rijplezier met mooi weer. Wat achteraf gezien de natste dag was, levert zo nog steeds een fijn gevoel.
Eén van die tunnels waar we ons door laten leiden is de Laerdalstunnel, met ongeveer 25 kilometer de langste tunnel ter wereld. We maken dankbaar gebruik van het dak boven ons hoofd, hoewel we hierdoor wel de (schijnbaar) mooie Aurlandsfjellet bergroute missen. Aan stuurwerk en mooie routes komen we deze vakantie geen tekort, dus we kiezen graag voor de droge ondergrondse wereld. Daarnaast is die ervaring ook wel bijzonder, zoals de oversteek van het Hardangerfjord. We rijden een lange tunnel in, die uitkomt op een grote brug over het fjord, om daarna aan de overkant direct de volgende lange tunnel in te duiken. En rotondes in tunnels? Verklaar de Noren maar voor gek, ze flikken dat gewoon.
We pakken onze eerste veerboot van de rondtocht. Kenteken scannen en afrekenen, de overtocht is zo gepiept. In de middag pauzeren we bij de Boyabreen gletsjer. Wat deze bijzonder maakt, is dat je zo gemakkelijk zo dichtbij komt: vanaf de doorgaande weg rijd je in een minuut praktisch tot de voet van het gevaarte. Zoals zo ongeveer overal in Noorwegen is het onmogelijk om hier lelijke foto's te maken.
Via een uitkijkpunt bij Utvik rijden we langs fjorden en meren naar Stryn. Tegen die tijd regent het weer, maar we verblijven in een prima hotel. Avondeten, bijkomen, dit is een avond om de tocht tot nu toe te overdenken. Morgen hebben we grootse plannen met beroemde trekpleisters.
Boyabreen gletsjer. De wolken verraden hoe een groot deel van de dag verliep. Zelfs dan hoef je geen medelijden met ons te hebben.
Dag 4: Met het hoofd in de wolken
Stryn > Strynefjellsvegen > Geiranger > Gudbrandsjuvet > Trollstigen > Molde (route)
"This is it", het hoogtepunt van de reis. De Geiranger en vooral de Trollstigen zijn beroemde begrippen, en vandaag staan zij op het menu. Een dag van uiteindelijk zo'n 250 kilometer klinkt helemaal niet ver in onze oren, maar gaat je toch gauw zo'n vijf uur rijtijd kosten. Je krijgt er wel wat voor terug...
Zo'n kwartier na vertrek staan we alweer stil. Het land houdt maar niet op, het is hier zo ongelofelijk mooi. Het Oppstrynsvatnet is een meer zoals zoveel andere meren. We zijn nét weg bij het hotel. We hebben nog zoveel moois te gaan. Eigenlijk is er, voor Noorse begrippen, niks opmerkelijks aan. Je kunt het prima rijdend aanschouwen. Ik kan het toch niet laten. Soms moet je gewoon. Stop, stap af en geniet. Ijsgroen water, een wolkendek dat speelt met de bergen, ik ben verliefd. Zo'n stop kost je misschien maar twee minuten, maar of ik dat gevoel ooit ga vergeten? Ik hoop van niet.
We zijn op weg naar de Gamle Strynefjellsvegen. Het is één van de Scenic Routes die we rijden. Een trip door Noorwegen plannen doe je zo: je kijkt waar je heen wil, en je kijkt welke scenic routes er in de buurt liggen. Dan zorg je ervoor dat die in je route terechtkomen. Meer hoef je eigenlijk niet te doen. Van de Strynefjellsvegen weet ik niet heel veel, behalve dat het eerste stuk blijkbaar prima begaanbaar is, maar dat een groot deel onverhard is. Ons plan is dan ook om het verharde stuk te rijden en dan "door te steken" richting Geiranger. Dat verharde stukje rijden we in lichte regen: in combinatie met haarspeldbochten vind ik dat persoonlijk nog wel spannend. Eenmaal bij een uitkijkpunt stoppen we even. Ook hier geldt: het is zo vreselijk mooi. We rijden inmiddels in de hoogte, en het ijs op de bergen ligt op meters van de weg. Mijn Nederlandse brein snapt sneeuw in augustus niet zo goed, dus mijn idee dat het dan ook wel koud zou moeten zijn kan de prullenbak in. Dat er ergens sneeuw of ijs ligt, wil niet zeggen dat het geen 20 graden is. Oftewel: de regen is opgehouden, de temperatuur is aangenaam, het is een fijne dag.
Terwijl we hier staan, op deze mooie plek, kijken we naar de wolken en de route. Ja, verderop schijnt het asfalt op te houden. Dus dit is een mooie plek om te keren. Dan zien we een groepje motorrijders ons tegemoet komen. Vijf motoren, tourfietsen maar ook sportievere varianten, zwaaien vrolijk. Wacht eens even? Als zij daar net vandaan komen...? Dan kunnen wij dat toch zeker ook wel? We overleggen even. De Geiranger en Trollstigen liggen nog in het vooruitschiet. Maar je hebt geen idee hoe het daar is, en het is hier droog, nu. Dus ga je voor een avontuurtje, of kies je voor zekerheid? Die zekerheden doen we al genoeg - elke avond een warm hotel, elke ochtend een ontbijt, elke route in de navigatie. We rijden door, we gaan ervoor.
Het asfalt loopt nog even door, en gaat dan inderdaad over in, tja, wat is het, een soort gravelweg. Maar wel één die met elke motor probleemloos te rijden is. De snelheid gaat iets omlaag, maar die maakt dat we makkelijker kunnen genieten. Want de Gamle Strynefjellsvegen (grofvertaald "Oude Stryne Bergweg"), het is een godsverlaten machtig mooie plek. Een onherbergzaam gebied, en voor mij persoonlijk het hoogtepunt van de reis. Het is een 130 jaar oude weg, met stenen bruggetjes en keien als wegwijzers. Kampeerders maken er hun bestemming van, en dat snap ik wel. De uitgestrekte hoogvlakte van bergen, meren, rotsen, weer en wind, in de rijke zomerse kleuren: hier wil ik zijn. En dan te bedenken dat we dit bijna hadden overgeslagen.
We stoppen niet. De zandweg loopt weer over in asfalt, en deze one-night-stand van een weg gaat over in de Geiranger. Hier gaat het er vlotter aan toe. De bergroute biedt volop vergezichten, boze bergen die over de meren heen lijken te hangen, hairpins en heerlijk sturen. Het is nog niet heel druk als we er zijn, maar dat verandert naarmate we het plaatsje zelf treffen. Daar komen cruiseschepen aan wal, en met een cruiseschip natuurlijk ook duizenden toeristen tegelijk. Gezien de kracht van de uitzichten hier kun je het niemand kwalijk nemen. We racen vanaf nu met toerbussen, maar dat neem je voor lief.
We stoppen heel even bij de Gudbrandsjuvet, een woeste waterval die zich dwars door de rotsen splijt. Omdat er ook nog drie bussen aan het uitladen zijn, maken we er geen lange halte van. Verderop ligt de Trollstigen.
We rijden letterlijk door de wolken, maar houden het gelukkig nagenoeg droog. Het uitzichtpunt bovenaan de Trollstigen belooft een grandioze blik op de haarspeldbochten naar beneden, op de grote waterval en op de vallei. Ik neem dat voor waarheid aan, want het wolkendek beperkt het zicht tot honderd meter. Precies genoeg om de eerste bocht, bovenaan dit gebergte, aan te wijzen. Maar verder? Geen idee wat mij te wachten staat. Totdat we het gaan rijden, want ik rijd de wolken uit, en dan doemt het landschap wél op. Een adembenemende ervaring. De krappe hairpins zijn hier wel populair: diezelfde zomerdrukte waar sommige Oostenrijkse en Italiaanse passen om bekendstaan, reikt ook tot hier. En tóch is het genieten.
Het is nog een goede twee uur rijden naar het hotel in Molde. We volgen drie fjorden via een ferry, brug en tunnel: de dag zit erop.
Gamle Strynefjellsvegen. Je hóeft 'm niet te rijden en je hóeft niet van dit landschap te houden. Ik doe het wel voor ons beiden.
Voorbereiding
Patrick en ik rijden, racen en reizen al jaren samen met onze motoren. Wat begon met ritjes over lokale dijken en circuitdagen op Assen of in Frankijk, is inmiddels veranderd in reismaten voor motorweekenden naar Luxemburg of de Eifel. Tot zover redelijk standaardverhaal. Hij, alleenstaand, gaat wel vaker weg en bezocht de Noordkaap al eens; ik, met gezin, ken Noorwegen eigenlijk alleen van een lang weekend in Oslo. Mijn motorinteresse naar het land bleef beperkt tot een vage bekendheid met termen als Trollstigen en de Atlantic Road. Over land is het een lange, saaie route om er te komen, en daar houd ik niet zo van.
Maar toen Holland Norway Lines de aansluiting
Ik kondig een eerste versie van ons plan hier aan, win advies in bij de forumexpert voor Noorwegen @AdjevE, neem wat adviezen in acht en sla andere adviezen in de wind. We bouwen een route, boeken hotels met keukens voor ontbijt en evt. avondeten, boeken de overtocht (in het Noors!); we kopen nog wat motorspullen en zijn dan klaar om te gaan. De ervaren reizigers zouden wellicht via Denemarken rijden, en/of kamperen, en/of zich laten leiden door de waan en het weer van de dag, maar wij kiezen voor een strak programma.
De paklijst: SW Motech zadeltassen met gewone kleding aan de ene kant en motorkleding aan de andere kant; een tanktas met primaire levensbehoeften (zonnebril, water, oordoppen en credit card); een SW Motech Drybag met elektronica en een paar schoenen.
Dag 0: aan boord
Na een halfjaar voorpret is het zover, de reis begint. We rijden van Nijmegen naar Emden, om daar in no-time aan boord te raken van de MS Romantika. Het is een kleine drie uur rijden over saaie snelwegen, en we regenen stevig nat. Het zij zo, aan boord drogen we op met een biertje op het achterdek. De motoren werden vakkundig vastgezet, de kajuit volstaat, we gaan de zee op! We staren naar de Waddeneilanden, boorplatforms, de bingo in de 'Starlight Palace', de taxfree winkeltjes. 't Zal allemaal wel, het belangrijkste is dat we de volgende ochtend met een stralende zon weer aan land kunnen. In Kristiansand!
De motoren staan stevig vast; wij genieten op het dek van een biertje. Drank is in Noorwegen trouwens, zoals voor velen bekend, peperduur: reken op een tientje per glas. Het is geen goedkoop land.
Dag 1: Sprookachtig rijden
Kristiansand > Setesdal > Suleskarvegen > Lysevegen > Lysebotn (route)
Rond elven laden de ruim duizend passagiers uit. Dagjesmensen wandelen naar het centrum van Kristiansand, dakkoffers en campers sjokken het wegennet op en tientallen motoren schieten alle kanten op. Met prachtig weer maken we kennis met het zuiden van Noorwegen: de druilerige Duitse haven is omgetoverd in een prachtig landschap met bergen, fjorden en bosrijke gebieden zo ver het oog strekt. De middagroute van vandaag is relatief kort (ruim 200km, ongeveer drieënhalf uur rijtijd) en leidt vanuit Kristiansand langs de Otra door het Setesdal. Dat dal volgen we in noordelijke richting tot de Suleskarvegen en de Lysevegen. Zodra we deze bergwegen oprijden, de hoogte in, verandert het landschap razendsnel in een prachtig, schijnbaar desolaat gebied. Het stuurwerk is genieten, het uitzicht meteen fantastisch, wat is het hier mooi! We worden welkom geheten door schapen op de weg, door watervallen, en door het laatste stukje van de route van vandaag: de 27 (zevenentwintig!) hairpins naar Lysebotn.
Het piepkleine plaatsje ligt tussen de bergen verscholen, aan het einde van het Lysefjord, bekend van onder andere de Preikestolen. Een sprookjesachtige plek waar ik persoonlijk geen genoeg van kan krijgen. We eten en overnachten hier, maken foto's aan de kade en wandelen een kort rondje. De Preikestolen is niet voor ons en ook de veerboot door het Lysefjord slaan we (helaas) over: past niet in het programma. In plaats daarvan rijden we in de avond die hairpins nog eens op en neer, om te genieten van zowel dat stuurwerk als de vergezichten. De start van onze roadtrip pakt op deze manier geweldig uit.
Op de bergwegen pas je niet alleen op voor de bochten, maar ook voor de loslopende schapen. De weg is in de zomer van hun, jij bent slechts te gast.
Uitzicht op Lysebotn vanaf de Oygardstol. Links het fjord, de kaai en ons hotel; rechts de hairpins naar beneden. Halverwege de afdaling neem je een tunnel mee van een kilometer, en een flinke waterval. Het is dag één en eigenlijk zou je hier al nooit meer weg willen.
Dag 2: Pas op voor de schapen
Lysebotn > Lysevegen > Suleskarvegen > Roldalsfjellet > Roldal > Odda (route)
We ontbijten op deze idyllische plek en laden weer op voor vertrek. De enige manier om hier over land te komen, was over die prachtige bergwegen. Er zit dus niks anders op dan die vandaag in tegenovergestelde richting te rijden, een laatste cadeau van deze locatie. In plaats van een lange kustroute over Stavanger en Bergen rijden we een kortere route door het binnenland richting Odda. De 270 kilometer lange route is goed voor ongeveer vier uur rijtijd. Tel er je pauzes, je lunch, je tankstops, je fotomomenten bij op en je bent zo weer een dag onderweg. Vergis je niet: snelwegen zijn deze dagen een wereldvreemd begrip. Haast alles gaat over lange, meanderende doorgaande wegen waar de koerssnelheid ergens tussen de 60 en 100 kilometer per uur ligt. Eindeloos lekker sturen dus!
Na een lunch in Hovden passeren we een toffe staafkerk in Roldal, de dubbele Latefossen watervallen, en de Roldalsfjellet bergweg. Die bergweg stuurt heerlijk, en doordat de doorgaande weg (de Roldalstunnel) er vlak langs ligt, is er nauwelijks ander verkeer. Van die lange tunnels hebben ze er nogal wat in Noorwegen trouwens: ruim vijfhonderd tunnels maken het haast onmogelijk om ze te missen tijdens je verblijf.
Ook vandaag hebben we mooi weer. Het eindpunt, Odda, is een dorp tussen een meer en fjord in. De waterval die de twee verbindt, loopt van het hotel naar het centrum, dwars door het plaatsje heen. We eten goed in het centrum en genieten van een biertje op het terras van het hotel. We zien de donkere wolken en de weersvoorspellingen. Na twee fantastische dagen is het morgen uit met de pret: we hebben ons regenpak niet voor niets meegenomen.
De Suleskarvegen, waar we regelmatig velden vol met steenmannetjes tegenkomen.
De staafkerk in Roldal; de Latefoss waterval en Odda. Die waterval ligt vlak aan de doorgaande weg. Het voordeel is dat je er meteen "bent", het nadeel is dat dat ook voor alle andere voorbijgangers geldt.
Dag 3: Regen en tunnels
Odda > Hardangerfjord > Boyabreen > Utvik > Stryn (gereden route; mooiweerroute)
Vandaag rijden we grotendeels door de regen, met slechts een paar droge stukken. Zowel in tijd als in kilometers is het onze langste route: 360 kilometer over ongeveer zesenhalf uur. Het is een kwestie van regenkleding en doorzetten. Twee meevallers: het regent niet hard, en we spenderen ruim zestig kilometers in tunnels. Genoeg tijd om op te drogen dus. En "een paar droge stukken" bestaan op zo'n lange dag nog steeds uit uren aan rijplezier met mooi weer. Wat achteraf gezien de natste dag was, levert zo nog steeds een fijn gevoel.
Eén van die tunnels waar we ons door laten leiden is de Laerdalstunnel, met ongeveer 25 kilometer de langste tunnel ter wereld. We maken dankbaar gebruik van het dak boven ons hoofd, hoewel we hierdoor wel de (schijnbaar) mooie Aurlandsfjellet bergroute missen. Aan stuurwerk en mooie routes komen we deze vakantie geen tekort, dus we kiezen graag voor de droge ondergrondse wereld. Daarnaast is die ervaring ook wel bijzonder, zoals de oversteek van het Hardangerfjord. We rijden een lange tunnel in, die uitkomt op een grote brug over het fjord, om daarna aan de overkant direct de volgende lange tunnel in te duiken. En rotondes in tunnels? Verklaar de Noren maar voor gek, ze flikken dat gewoon.
We pakken onze eerste veerboot van de rondtocht. Kenteken scannen en afrekenen, de overtocht is zo gepiept. In de middag pauzeren we bij de Boyabreen gletsjer. Wat deze bijzonder maakt, is dat je zo gemakkelijk zo dichtbij komt: vanaf de doorgaande weg rijd je in een minuut praktisch tot de voet van het gevaarte. Zoals zo ongeveer overal in Noorwegen is het onmogelijk om hier lelijke foto's te maken.
Via een uitkijkpunt bij Utvik rijden we langs fjorden en meren naar Stryn. Tegen die tijd regent het weer, maar we verblijven in een prima hotel. Avondeten, bijkomen, dit is een avond om de tocht tot nu toe te overdenken. Morgen hebben we grootse plannen met beroemde trekpleisters.
Boyabreen gletsjer. De wolken verraden hoe een groot deel van de dag verliep. Zelfs dan hoef je geen medelijden met ons te hebben.
Dag 4: Met het hoofd in de wolken
Stryn > Strynefjellsvegen > Geiranger > Gudbrandsjuvet > Trollstigen > Molde (route)
"This is it", het hoogtepunt van de reis. De Geiranger en vooral de Trollstigen zijn beroemde begrippen, en vandaag staan zij op het menu. Een dag van uiteindelijk zo'n 250 kilometer klinkt helemaal niet ver in onze oren, maar gaat je toch gauw zo'n vijf uur rijtijd kosten. Je krijgt er wel wat voor terug...
Zo'n kwartier na vertrek staan we alweer stil. Het land houdt maar niet op, het is hier zo ongelofelijk mooi. Het Oppstrynsvatnet is een meer zoals zoveel andere meren. We zijn nét weg bij het hotel. We hebben nog zoveel moois te gaan. Eigenlijk is er, voor Noorse begrippen, niks opmerkelijks aan. Je kunt het prima rijdend aanschouwen. Ik kan het toch niet laten. Soms moet je gewoon. Stop, stap af en geniet. Ijsgroen water, een wolkendek dat speelt met de bergen, ik ben verliefd. Zo'n stop kost je misschien maar twee minuten, maar of ik dat gevoel ooit ga vergeten? Ik hoop van niet.
We zijn op weg naar de Gamle Strynefjellsvegen. Het is één van de Scenic Routes die we rijden. Een trip door Noorwegen plannen doe je zo: je kijkt waar je heen wil, en je kijkt welke scenic routes er in de buurt liggen. Dan zorg je ervoor dat die in je route terechtkomen. Meer hoef je eigenlijk niet te doen. Van de Strynefjellsvegen weet ik niet heel veel, behalve dat het eerste stuk blijkbaar prima begaanbaar is, maar dat een groot deel onverhard is. Ons plan is dan ook om het verharde stuk te rijden en dan "door te steken" richting Geiranger. Dat verharde stukje rijden we in lichte regen: in combinatie met haarspeldbochten vind ik dat persoonlijk nog wel spannend. Eenmaal bij een uitkijkpunt stoppen we even. Ook hier geldt: het is zo vreselijk mooi. We rijden inmiddels in de hoogte, en het ijs op de bergen ligt op meters van de weg. Mijn Nederlandse brein snapt sneeuw in augustus niet zo goed, dus mijn idee dat het dan ook wel koud zou moeten zijn kan de prullenbak in. Dat er ergens sneeuw of ijs ligt, wil niet zeggen dat het geen 20 graden is. Oftewel: de regen is opgehouden, de temperatuur is aangenaam, het is een fijne dag.
Terwijl we hier staan, op deze mooie plek, kijken we naar de wolken en de route. Ja, verderop schijnt het asfalt op te houden. Dus dit is een mooie plek om te keren. Dan zien we een groepje motorrijders ons tegemoet komen. Vijf motoren, tourfietsen maar ook sportievere varianten, zwaaien vrolijk. Wacht eens even? Als zij daar net vandaan komen...? Dan kunnen wij dat toch zeker ook wel? We overleggen even. De Geiranger en Trollstigen liggen nog in het vooruitschiet. Maar je hebt geen idee hoe het daar is, en het is hier droog, nu. Dus ga je voor een avontuurtje, of kies je voor zekerheid? Die zekerheden doen we al genoeg - elke avond een warm hotel, elke ochtend een ontbijt, elke route in de navigatie. We rijden door, we gaan ervoor.
Het asfalt loopt nog even door, en gaat dan inderdaad over in, tja, wat is het, een soort gravelweg. Maar wel één die met elke motor probleemloos te rijden is. De snelheid gaat iets omlaag, maar die maakt dat we makkelijker kunnen genieten. Want de Gamle Strynefjellsvegen (grofvertaald "Oude Stryne Bergweg"), het is een godsverlaten machtig mooie plek. Een onherbergzaam gebied, en voor mij persoonlijk het hoogtepunt van de reis. Het is een 130 jaar oude weg, met stenen bruggetjes en keien als wegwijzers. Kampeerders maken er hun bestemming van, en dat snap ik wel. De uitgestrekte hoogvlakte van bergen, meren, rotsen, weer en wind, in de rijke zomerse kleuren: hier wil ik zijn. En dan te bedenken dat we dit bijna hadden overgeslagen.
We stoppen niet. De zandweg loopt weer over in asfalt, en deze one-night-stand van een weg gaat over in de Geiranger. Hier gaat het er vlotter aan toe. De bergroute biedt volop vergezichten, boze bergen die over de meren heen lijken te hangen, hairpins en heerlijk sturen. Het is nog niet heel druk als we er zijn, maar dat verandert naarmate we het plaatsje zelf treffen. Daar komen cruiseschepen aan wal, en met een cruiseschip natuurlijk ook duizenden toeristen tegelijk. Gezien de kracht van de uitzichten hier kun je het niemand kwalijk nemen. We racen vanaf nu met toerbussen, maar dat neem je voor lief.
We stoppen heel even bij de Gudbrandsjuvet, een woeste waterval die zich dwars door de rotsen splijt. Omdat er ook nog drie bussen aan het uitladen zijn, maken we er geen lange halte van. Verderop ligt de Trollstigen.
We rijden letterlijk door de wolken, maar houden het gelukkig nagenoeg droog. Het uitzichtpunt bovenaan de Trollstigen belooft een grandioze blik op de haarspeldbochten naar beneden, op de grote waterval en op de vallei. Ik neem dat voor waarheid aan, want het wolkendek beperkt het zicht tot honderd meter. Precies genoeg om de eerste bocht, bovenaan dit gebergte, aan te wijzen. Maar verder? Geen idee wat mij te wachten staat. Totdat we het gaan rijden, want ik rijd de wolken uit, en dan doemt het landschap wél op. Een adembenemende ervaring. De krappe hairpins zijn hier wel populair: diezelfde zomerdrukte waar sommige Oostenrijkse en Italiaanse passen om bekendstaan, reikt ook tot hier. En tóch is het genieten.
Het is nog een goede twee uur rijden naar het hotel in Molde. We volgen drie fjorden via een ferry, brug en tunnel: de dag zit erop.
Gamle Strynefjellsvegen. Je hóeft 'm niet te rijden en je hóeft niet van dit landschap te houden. Ik doe het wel voor ons beiden.
Bijlagen
Laatst bewerkt: