Naba
MF veteraan
- 7 feb 2004
- 2.343
- 1
Het is woensdag 22 april en ik sta samen met diverse andere motorrijders en automobilisten bij het station van DB Autozug In Düsseldorf. Om een uur of 16:00 wordt er begonnen met het laden van de trein: meeste auto's bovenin, de motoren onderin. De motoren worden met 4 riemen vastgezet en er komen ook wielblokken voor en achter het wiel:
Als eenmaal alles goed vastzit en de coupés verdeeld zijn vertrekt de trein richting Narbonne in Zuid-Frankrijk. De aankomst is gepland om 10:00 uur. En tot die tijd praat je wat met je reisgenoten, je drinkt wat in de restauratie en geniet van het uitzicht.
Donderdag 23 april
Na een nachtje slapend reizen en een eenvoudig doch smakelijk ontbijt aan boord van de trein komen we aan in Narbonne. Het lossen duurt wat lang (of heb ik zoveel zin om te gaan rijden? ) en rond 11:15 zit ik weer te zadel. We kunnen beginnen! Vanuit Narbonne ga ik richting Perpignan en ik neem lukraak een afrit van de snelweg en alsnel verandert het uitzicht van een saaie snelweg naar dit:
Dit weekje zit ik bij Motorstop Helder, een bed and breakfast in de midden van de Pyreneëen. Als ik de snelste weg zou nemen ben ik er zo maar na een flinke rit door de omgeving sta ik om 15:00 voor deur. Na een kennismaking met Jan en Ina Helder, gaat de bagage de kamer in en ik probeer een paar tips uit van Jan. Hij raadt me de Gorges de Dalamus aan, een dorpje verderop. En nondeju, wat is het mooi:
Deze weg is letterlijk uitgehakt in de rotsen. Als je te hard tegen het muurtje aanrijdt donder je zo het ravijn van tientallen meters in.....
De eerste indruk van de Pyreneëen? Overdonderend!
Vrijdag 24 april
Na het ontbijt slinger ik het been over de motor voor een flinke toer Spanje in. De eerste hogere cols komen al snel:
En even later kom ik in een bizarre situatie terecht: terwijl wintersporters over de hellingen omlaag komen, ga ik over een kurkdroge weg die door de sneeuw slingert juist omhoog:
En om precies te zijn, deze weg ligt nog in Frankrijk en is de toegangsweg naar:
Daarom wordt deze zo goed onderhouden. Dat moet ook wel want het zeeniveau bevindt zich een heel stuk onder me:
Vanaf hier gaat het een heel stuk omlaag maar ik verwonder me vooral over Andorra. Het is klein, zit vol met agenten en is vooral een commercieel ingesteld belastingparadijs. Volgens de kaart is de weg naar Ordino leuk en dat is zeker waar: perfect asfalt, prachtige uitzichten en zo goed als geen verkeer. Heerlijk! En voor goedkope motorspullen moet je ook hier zijn, zolang je maar niet Spanje inrijdt...... Aan de Spaanse kant staan namelijk woest-kijkend douaniers en bijna iedere auto wordt aan de kant gezet en gecontroleerd. Dat ze daarmee een file veroorzaken die half Andorra plat legt interesseert ze niet. Terwijl ik met norse knik wordt gesommeerd Spanje in te rijden hoor ik om me heen verwoede gesprekken van allerlei mensen die hun Andorrese aankopen rechtvaardigen. Brrrrr. Snel door! Ik zak af naar de N260, een lange geweldige weg. Alleen het stukje wat ik te pakken heb is saai. Door de Tunnel van Cadi ga ik richting Berga en dat is een stuk beter en de weg BV4241 richting de Coll de Jou is super. Wederom, perfect asfalt, prachtige uitzichten en niemand op de weg!
Nu ga ik langzaam maar zeker naar het noorden. Ik kan verstandig zijn en naar Motorstop Helder teruggaan maar ik kom wederom een bordje tegen naar de N260 maar nu de andere kant op richting Sort. En dit stukje is wel boeiend: 50 km van super asfalt en uitzichten, bla bla, jullie weten het nu wel
Na afloop de TDM850 aftanken voor geen euro per liter en over deze weg weer terug
Allemaal leuk en aardig maar hierdoor ben ik uiteindelijk te ver Spanje ingezworven. De zon gaat onder in de bergen terwijl ik me terug spoed, en ik zit mezelf uit te foeteren: ik heb geen telefoonnummer van het hotel bij me dus ik kan niet bellen dat ik later ben.......Ik geniet nog even van het uitzicht:
Uiteindelijk kom ik pas rond 22:00 aanzetten.....
Maar wat een geweldige rit!
Zaterdag 25 april
Spanje is prima bevallen, dus we gaan weer terug. Deze keer naar de Costa Brava, via de N114 naar het begin van de N260.
Wederom een prachtige rit en om precies te zijn ga ik naar het Cap de Creus naar het natuurreservaat. Je kan merken dat het weekend is, er zit daadwerkelijk af en toe wat verkeer in de weg. Het uitzicht over de Middellandse Zee is super:
En ook de cafe con leche in Sellva del Mar wordt naar binnengewerkt met een schilderachtig uitzicht:
Terwijl ik afdalend richting Roses zit ik te mijmeren over hoe mooi het hier allemaal is, zie ik twee driftig zwaaiende mannen op de weg staan. Er ligt een witte Honda Shadow in de berm met een beduusd kijkende Spanjaard ernaast. Een schuivertje en de heren zagen het vanuit de auto gebeuren, de politie is al gebeld. Met het slachtoffer lijkt het mee te vallen, toch blijf ik nog even rondhangen. Totdat er een Spaanse Harleyrijder komt aanrijden en hij met veel bombarie zich met alles begint te bemoeien. Hele verhalen in het Spaans wat wel en niet te doen.....mooi moment om wederom te vertrekken, de schade valt mee en no hablo Espanol. Ondanks dit akkefietje weer een schitterende dag.
Zondag 26 april
Tot nu toe is het weer prima geweest maar vandaag regent het. Jan heeft tijd om even mee te rijden en we gaan naar een kleine lokale markt. De markt is wel aardig maar ook hier regent het. Na een koffie gaat Jan weer terug en ik rijd door naar het reserveplan voor slecht weer, namelijk de cité van Carcassonne. Dit is een kleine stad die in de Middeleeuwen is gefortificeerd, in feite een klein dorp wat binnen een kasteel ligt. En het is erg indrukwekkend:
Ik dwaal hier de hele dag rond, drink sloten koffie en ben diep onder de indruk van de omvang en de verhalen over dit bouwwerk. Deze dag dus niet eens zoveel op de motor gezeten maar even goed schitterend en zeer interessant.
Maandag 27 april
Voor deze dag heb ik geen uitgewerkt plan. Ik rij op goed geluk wat rond en passeer Chateau Queribus.......
........en diverse prachtige plaatsjes.......
Op de terugweg volg ik de Vallei van de Rebenty en ik kom hier een serie van kleine krappe tunneltjes tegen:
Ik moet er niet aan denken om deze tunneltjes met een auto te moeten nemen: een tegenligger en je bent in het beste geval een half uur aan het steggelen....... Maar ook hier weer, geen verkeer, gewoon een dag lang heerlijk eenzaam rondzwerven
Dinsdag 28 april
Na twee dagen Frankrijk is Spanje weer aan de beurt. Deze keer geen kust of verre rit, nee ik wil alleen twee colletjes rijden die me wel leuk lijken. Nadat ik een koffie drink in Spanje, waarbij ik in de gaten wordt gehouden door diverse vale gieren boven me (donder op maffe beesten!) begin ik aan de eerste col, de Collada de Toses.
Het valt me trouwens op dat de meeste col´s hier vrij geleidelijk naar boven en beneden gaan: er zijn dus geen of weinig echt steile hellingen en haarspeldbochten. Maar het is uitdagend genoeg om hier rond te rijden:
Op het einde van deze col begint het zachtjes te regenen en de rest van de dag blijft dat helaas zo. Totdat ik de Coll d´Ares op ga: het regent steeds harder en op het moment dat ik op de regen begin te schelden begint het te hagelen. Stik.
Een mooie dag met een nat einde.....
Woensdag 29 april
Alweer de laatste dag dat ik kan rondtoeren in deze prachtige bergstreek.
Wederom geen echte plannen dus rondtoeren maar.
Eerst naar de Franse Col de Jou:
De weg hiernaartoe is smal en met slecht asfalt. Nee, ik heb echt liever de Spaanse Coll de Jau in plaats van deze. Aan de andere kant blijkt ook nog dat de col dicht is wegens wegwerkzaamheden....
Ik ga door richting Aix Les Thermes maar helaas de meeste andere cols die wil rijden zijn nog dicht. Dat is het risico van zo vroeg in het jaar de bergen in te gaan:
Na wat rondgekeken te hebben kom ik de col de Lers tegen die open schijnt te zijn. Totdat ik daadwerkelijk op de col sta:
Net als ik door wil gaan komt mij een sneeuwschuiver tegemoet waar de sneeuw en ijs nog van af vallen. De zeer besliste `non` van de chauffeur op de vraag of ik door kan rijden dwingt mij om de TDM om te draaien en weer terug te gaan. Omdat zoveel colletjes dicht zijn, besluit om maar vals te spelen en de weg naar een van de skipistes te nemen. Een gouden greep, de weg is mooi en sneeuwvrij. Bovenop geniet ik van het uitzicht:
Donderdag 30 april
Het is weer voorbij. Een week lang van alleen maar eten slapen en motorrijden door een schitterende omgeving. Na 2800 km dwars door en over deze schitterende streek is het de hoogste tijd. Ik was nog van plan om de Franse Alpen in te gaan maar toch maar niet. Met alle afgesloten colletjes van gisteren wil ik niet weer tegen die bordjes aanlopen in de Alpen. Die Franse Alpen komen nog wel aan de beurt. Na het ontbijt en afscheid vertrek ik om 09:30 uit Caudies de Fenoudies. Na 14 uur lang stug 130 km per uur rijden met de nodige pauzes ben ik midden in de nacht thuis. Het was geweldig!
Als eenmaal alles goed vastzit en de coupés verdeeld zijn vertrekt de trein richting Narbonne in Zuid-Frankrijk. De aankomst is gepland om 10:00 uur. En tot die tijd praat je wat met je reisgenoten, je drinkt wat in de restauratie en geniet van het uitzicht.
Donderdag 23 april
Na een nachtje slapend reizen en een eenvoudig doch smakelijk ontbijt aan boord van de trein komen we aan in Narbonne. Het lossen duurt wat lang (of heb ik zoveel zin om te gaan rijden? ) en rond 11:15 zit ik weer te zadel. We kunnen beginnen! Vanuit Narbonne ga ik richting Perpignan en ik neem lukraak een afrit van de snelweg en alsnel verandert het uitzicht van een saaie snelweg naar dit:
Dit weekje zit ik bij Motorstop Helder, een bed and breakfast in de midden van de Pyreneëen. Als ik de snelste weg zou nemen ben ik er zo maar na een flinke rit door de omgeving sta ik om 15:00 voor deur. Na een kennismaking met Jan en Ina Helder, gaat de bagage de kamer in en ik probeer een paar tips uit van Jan. Hij raadt me de Gorges de Dalamus aan, een dorpje verderop. En nondeju, wat is het mooi:
Deze weg is letterlijk uitgehakt in de rotsen. Als je te hard tegen het muurtje aanrijdt donder je zo het ravijn van tientallen meters in.....
De eerste indruk van de Pyreneëen? Overdonderend!
Vrijdag 24 april
Na het ontbijt slinger ik het been over de motor voor een flinke toer Spanje in. De eerste hogere cols komen al snel:
En even later kom ik in een bizarre situatie terecht: terwijl wintersporters over de hellingen omlaag komen, ga ik over een kurkdroge weg die door de sneeuw slingert juist omhoog:
En om precies te zijn, deze weg ligt nog in Frankrijk en is de toegangsweg naar:
Daarom wordt deze zo goed onderhouden. Dat moet ook wel want het zeeniveau bevindt zich een heel stuk onder me:
Vanaf hier gaat het een heel stuk omlaag maar ik verwonder me vooral over Andorra. Het is klein, zit vol met agenten en is vooral een commercieel ingesteld belastingparadijs. Volgens de kaart is de weg naar Ordino leuk en dat is zeker waar: perfect asfalt, prachtige uitzichten en zo goed als geen verkeer. Heerlijk! En voor goedkope motorspullen moet je ook hier zijn, zolang je maar niet Spanje inrijdt...... Aan de Spaanse kant staan namelijk woest-kijkend douaniers en bijna iedere auto wordt aan de kant gezet en gecontroleerd. Dat ze daarmee een file veroorzaken die half Andorra plat legt interesseert ze niet. Terwijl ik met norse knik wordt gesommeerd Spanje in te rijden hoor ik om me heen verwoede gesprekken van allerlei mensen die hun Andorrese aankopen rechtvaardigen. Brrrrr. Snel door! Ik zak af naar de N260, een lange geweldige weg. Alleen het stukje wat ik te pakken heb is saai. Door de Tunnel van Cadi ga ik richting Berga en dat is een stuk beter en de weg BV4241 richting de Coll de Jou is super. Wederom, perfect asfalt, prachtige uitzichten en niemand op de weg!
Nu ga ik langzaam maar zeker naar het noorden. Ik kan verstandig zijn en naar Motorstop Helder teruggaan maar ik kom wederom een bordje tegen naar de N260 maar nu de andere kant op richting Sort. En dit stukje is wel boeiend: 50 km van super asfalt en uitzichten, bla bla, jullie weten het nu wel
Na afloop de TDM850 aftanken voor geen euro per liter en over deze weg weer terug
Allemaal leuk en aardig maar hierdoor ben ik uiteindelijk te ver Spanje ingezworven. De zon gaat onder in de bergen terwijl ik me terug spoed, en ik zit mezelf uit te foeteren: ik heb geen telefoonnummer van het hotel bij me dus ik kan niet bellen dat ik later ben.......Ik geniet nog even van het uitzicht:
Uiteindelijk kom ik pas rond 22:00 aanzetten.....
Maar wat een geweldige rit!
Zaterdag 25 april
Spanje is prima bevallen, dus we gaan weer terug. Deze keer naar de Costa Brava, via de N114 naar het begin van de N260.
Wederom een prachtige rit en om precies te zijn ga ik naar het Cap de Creus naar het natuurreservaat. Je kan merken dat het weekend is, er zit daadwerkelijk af en toe wat verkeer in de weg. Het uitzicht over de Middellandse Zee is super:
En ook de cafe con leche in Sellva del Mar wordt naar binnengewerkt met een schilderachtig uitzicht:
Terwijl ik afdalend richting Roses zit ik te mijmeren over hoe mooi het hier allemaal is, zie ik twee driftig zwaaiende mannen op de weg staan. Er ligt een witte Honda Shadow in de berm met een beduusd kijkende Spanjaard ernaast. Een schuivertje en de heren zagen het vanuit de auto gebeuren, de politie is al gebeld. Met het slachtoffer lijkt het mee te vallen, toch blijf ik nog even rondhangen. Totdat er een Spaanse Harleyrijder komt aanrijden en hij met veel bombarie zich met alles begint te bemoeien. Hele verhalen in het Spaans wat wel en niet te doen.....mooi moment om wederom te vertrekken, de schade valt mee en no hablo Espanol. Ondanks dit akkefietje weer een schitterende dag.
Zondag 26 april
Tot nu toe is het weer prima geweest maar vandaag regent het. Jan heeft tijd om even mee te rijden en we gaan naar een kleine lokale markt. De markt is wel aardig maar ook hier regent het. Na een koffie gaat Jan weer terug en ik rijd door naar het reserveplan voor slecht weer, namelijk de cité van Carcassonne. Dit is een kleine stad die in de Middeleeuwen is gefortificeerd, in feite een klein dorp wat binnen een kasteel ligt. En het is erg indrukwekkend:
Ik dwaal hier de hele dag rond, drink sloten koffie en ben diep onder de indruk van de omvang en de verhalen over dit bouwwerk. Deze dag dus niet eens zoveel op de motor gezeten maar even goed schitterend en zeer interessant.
Maandag 27 april
Voor deze dag heb ik geen uitgewerkt plan. Ik rij op goed geluk wat rond en passeer Chateau Queribus.......
........en diverse prachtige plaatsjes.......
Op de terugweg volg ik de Vallei van de Rebenty en ik kom hier een serie van kleine krappe tunneltjes tegen:
Ik moet er niet aan denken om deze tunneltjes met een auto te moeten nemen: een tegenligger en je bent in het beste geval een half uur aan het steggelen....... Maar ook hier weer, geen verkeer, gewoon een dag lang heerlijk eenzaam rondzwerven
Dinsdag 28 april
Na twee dagen Frankrijk is Spanje weer aan de beurt. Deze keer geen kust of verre rit, nee ik wil alleen twee colletjes rijden die me wel leuk lijken. Nadat ik een koffie drink in Spanje, waarbij ik in de gaten wordt gehouden door diverse vale gieren boven me (donder op maffe beesten!) begin ik aan de eerste col, de Collada de Toses.
Het valt me trouwens op dat de meeste col´s hier vrij geleidelijk naar boven en beneden gaan: er zijn dus geen of weinig echt steile hellingen en haarspeldbochten. Maar het is uitdagend genoeg om hier rond te rijden:
Op het einde van deze col begint het zachtjes te regenen en de rest van de dag blijft dat helaas zo. Totdat ik de Coll d´Ares op ga: het regent steeds harder en op het moment dat ik op de regen begin te schelden begint het te hagelen. Stik.
Een mooie dag met een nat einde.....
Woensdag 29 april
Alweer de laatste dag dat ik kan rondtoeren in deze prachtige bergstreek.
Wederom geen echte plannen dus rondtoeren maar.
Eerst naar de Franse Col de Jou:
De weg hiernaartoe is smal en met slecht asfalt. Nee, ik heb echt liever de Spaanse Coll de Jau in plaats van deze. Aan de andere kant blijkt ook nog dat de col dicht is wegens wegwerkzaamheden....
Ik ga door richting Aix Les Thermes maar helaas de meeste andere cols die wil rijden zijn nog dicht. Dat is het risico van zo vroeg in het jaar de bergen in te gaan:
Na wat rondgekeken te hebben kom ik de col de Lers tegen die open schijnt te zijn. Totdat ik daadwerkelijk op de col sta:
Net als ik door wil gaan komt mij een sneeuwschuiver tegemoet waar de sneeuw en ijs nog van af vallen. De zeer besliste `non` van de chauffeur op de vraag of ik door kan rijden dwingt mij om de TDM om te draaien en weer terug te gaan. Omdat zoveel colletjes dicht zijn, besluit om maar vals te spelen en de weg naar een van de skipistes te nemen. Een gouden greep, de weg is mooi en sneeuwvrij. Bovenop geniet ik van het uitzicht:
Donderdag 30 april
Het is weer voorbij. Een week lang van alleen maar eten slapen en motorrijden door een schitterende omgeving. Na 2800 km dwars door en over deze schitterende streek is het de hoogste tijd. Ik was nog van plan om de Franse Alpen in te gaan maar toch maar niet. Met alle afgesloten colletjes van gisteren wil ik niet weer tegen die bordjes aanlopen in de Alpen. Die Franse Alpen komen nog wel aan de beurt. Na het ontbijt en afscheid vertrek ik om 09:30 uit Caudies de Fenoudies. Na 14 uur lang stug 130 km per uur rijden met de nodige pauzes ben ik midden in de nacht thuis. Het was geweldig!
Laatst bewerkt: