Welke primaire gelijkstroomweerstand Bobine TCI

PeterBoom

Die hard MF'er
3 aug 2014
927
29
Maarheeze
Wat geld als regel voor gelijkstroom weesrtand van de primaire wikkeling van een Bobine.
Ik heb van een puntjes ontsteking een TCI erop gezet. Maar wat geeft hierbij een goed vonk?
 
Ik had meer kennis van je verwacht Rob gezien je commentaar altijd
Omdat je met de zelfde schakel spanning werkt .
Ik wist het heus wel... Een TCI neemt feitelijk de functie van de puntjes over, het ontsteektijdstip wordt stabieler en de curve wordt strakker maar verder verandert er niks, als je er een CDI op zet krijgt de bobine een veeeel hogere spanning, dan moet je inderdaad andere bobines plaatsen... Het ging er niet om dat ik het niet wist maar ik wou dat @jaap43 gewoon zijn raad toelichtte
 
Laatst bewerkt:
Hmmm, en toch hebben ouwe Gsen met puntjes en ouwe GSen met elektronische ontsteking verschillende bobines.
De exacte waardes weet ik na zoveel jaar nadat i het gedaan heb niet meer maar bobines wisselen was toch echt nodig in dit specifieke geval.
Ik weet wel dat Dynatec bobines die je met elektronische ontsteking gebruikt 3 Ohm zijn.
 
Bij een contactpunten ontsteking heeft de bobine altijd een hogere weerstand waarde.
Immers U=IxR.
Met contactpunten wil je geen stroom schakelen van 6A of meer. Dus ook met een TCI niet.
 
Daarbij zijn de contactpunten een vrij krakkemikkige schakelaar. De transistor schakelt veel sneller en beter en kan ook korter spanning zetten op de bobine en daarom hebben die bobines als ik het goed heb, but correct me if I'm wrong, een lagere gelijkstroomweerstand.

En hoe sneller de spanning naar nul loopt in de primaire wikkeling, hoe groter de puls in de secundaire wikkeling.

Heb ik het goed Rob? Mag ik nu blijven?
 
Sorry dat ik nu pas weer reageer, Fijn dat jullie zo massaal (met humor) reageren.
Ik zit namelijk te twijfelen aan 2de-hands bobines en daarvan de kabel te vervangen, maar ik twijfel omdat er inderdaad - volgens Robinjo- verschillen zitten.
Wat ik heb kunnen speuren is dat in manuals 4 ohm primair is, maar bij puntjes 15k secundair en bij TCI 30k., dat laatste kan ik alleen niet uithalen of dat met bougiedoppen is van 5 a 10k....., dus @Robinjo als je nog kan spitten in je gegevens , graag!

Wat ook kan natuurlijk is dit:
Japparts voorbeeld
Maar daar hebben ze dus 3 en 5 Ohm, geen 4 Ohm.....
Stromen en Vermogen Bobines.PNG

Ik heb maar een gemiddelde spanning aangenomen van 13,8 , de laadspanning van een gs is echter hoger (14,3) maar er is ook weer een spanningsval van 0,5 Volt? over de transistor. Met die spanningsval over de transisitor (verlies ) zat ik dus te denken aan een lagere ohmige bobine (3). Of denk ik nu verkeerd?

Het zal wel niet heel veel vermogen uitmaken gezien de dwell 180 graden is en de vonk verdeelt over 2 bougies
en hier heb je dus nog zo'n leuk tabbeltje:
Stromen en Vermogen Bobines per Bougie.PNG

Maar gezien het schakelen door puntjes of TCI als een wisselstroom effect leidt , en je dan met inductieve wisselstroomweerstanden te maken krijg, wordt dit dus een heel complex verhaal , dus vraag ik me af of iemand dit ooit berekend of voorbeelden van heeft?

Volgens mij maak ik het weer te ingewikkeld.....
 
Ow Dadday, daarvoor ga je me donder geven, dit was even een tussenvraag vanuit dit:
Lastige GS1000
Ik ben al een jaar bezig om dat probleem te tackelen , heb toch wel een paar machines in de tussentijd weer lopend gemaakt en verkocht.
Maar deze wil echt niet.
Als het de bobines niet zijn, zit het hem toch zeker in de kop, dwz kromme kleppen of slechte klepveren.
 
Toch weer eens het verschil tussen de verschillende vormen van ontstekingsmodules behandelen.
1 - puntjes ontsteking. De puntjes schakelen de volle stroom door de bobine en kunnen daardoor inbranden. Dat is te voorkomen door parallel aan de punten een condensator te plaatsen die ook nog eens voor de opgewekte primaire inductiespanning een kortsluiting vormt waardoor je een hogere secundaire inductiespanning krijgt.
2 - TCI. Transistor/Thyristor ontsteking. Hierbij zorgt een halfgeleider voor het afschakelen van de stroom en is de condensator op de print geplaatst. Voorbeeld hiervan zijn de Velleman kastjes. De punten of opnemers schakelen nu alleen nog maar een hele lage stroom.
3 - CDI. Bij dit type wordt door een intern of extern opgewekte hoogspanning een condensator opgeladen die op het ontstekingsmoment door een thyristor op de bobine wordt gezet. Dit is maar een korte puls.

Bij 1 en 2 vloeit nog steeds gedurende een bepaalde tijd de volle stroom door de bobine, vandaar de betrekkelijk hoge weerstandswaarde van 3 tot 6 Ohm. Bij 3 is de stroom maar heel kort aanwezig en kan de weerstand heel laag zijn, < 1 Ohm. Deze lage waarde heeft ook het voordeel dat het magnetische veld zeer snel het maximum bereikt waardoor de secundaire inductiespanning een hoge waarde bereiken kan.

De CDI ontsteking en de varianten daarop zijn ontworpen omdat bij 1 en 2 er een grens aan het toerental ligt om het maximum magnetisch veld te ontwikkelen.
 
Terug
Bovenaan Onderaan