Wielbasis, balhoofdhoek, naloop

buikschuiver

Die hard MF'er
12 feb 2003
940
1
Nijverdal
Ik zou de voorvork 2cm korter zou willen hebben m.b.v. het voorspannen v/d voorvorkpoten. Hierdoor kan tevens de achterzijde weer meer gespannen worden, om het balans tussen voor en achterzijde te behouden. Met als eindresultaat dat de motor meer op zijn neus rust & een strakkere vering heeft.

Maar hierbij heb ik dus wielbasis, balhoofdhoek & naloop gewijzigd. Is het mogelijk om met de ene wijzeging de ander op te vangen, zodat het stuurgedrag constant is? m.a.w. als ik de ene 2* groter maken dan kan de ander 2* kleiner worden gemaakt. & Zo nee wat is dan wel het onderlinge verband?
 
Hoho, bij jouw baksteen op straat ligt de bus los op de veer. Dat is wezenlijk anders dan een spanmoer die een veer opspant.

Je kunt beter illustreren dat er een sterke lijmklem om de veer zit die hem een beetje opspant.

Zodra de steen er op ligt doet de spanning van de klem er niet toe voor de veerlengte.

Oeps verkeerde knopje.
 
Laatst bewerkt:
Ah what the* ik heb ook maar even getekend. *D

Volgens mij zit het dus zo. Even haastig gedacht op de vroege ochtend.

[afbeelding]

Nu heb je zelf het bewijs voor mijn stelling geleverd. Want al je goed kijk bij de onderste 2 afbeelding heb je bij een gelijk verplaatsing v/d motor een grotere belasting gekregen.
full
 
ook een progressive veer maak je niet stugger door hem meer voorspanning te geven.

Een progressieve veer beschikt over windingen met verschillende veerconstanten C.
Als je de voorspanning opvoert druk je de windingen met de laagste C "in" waarna de windingen met de hogere "C" overblijven. Je hebt dan wel degelijk het slappe gedeelte weggenomen en daarmee je veerafstelling stugger gemaakt.
 
Nee, jij kan geen grafiek lezen. ;) De ratio van de belasting is gelijk.

De verplaatsing begint op een ander punt in feite.

Doet anders nog geen greintje afbreuk aan mijn stelling ik beweer dat de X & de Y verhouding, is veranderd & dat is totaal wat anders dan grafiekshellings hoek. Overigens is niet de verplaatsing maar de belasting op een ander punt begonnen
 
Laatst bewerkt:
Een progressieve veer beschikt over windingen met verschillende veerconstanten C.
Als je de voorspanning opvoert druk je de windingen met de laagste C "in" waarna de windingen met de hogere "C" overblijven. Je hebt dan wel degelijk het slappe gedeelte weggenomen en daarmee je veerafstelling stugger gemaakt.

Zucht,

en weer iemand die er geen zak van begrijpt.................



Vertel mij nou 's waar je in dit verhaal de spanning opvoert...door de stelschroeven op de voorvork aan te draaien? door de stelringen op de schokbreker achter aan te draaien?

TENZIJ JE NIET SPONTAAN 25 KG BENT AANGEKOMEN BLIJFT DE BELASTING VOLKOMEN GELIJK, EN AANGEZIEN DE VEEREIGENSCHAPPEN OOK NIET VERANDERD ZIJN BLIJFT DUS OOK DE SPANNING IN DE VEER GELIJK.

Maar ik schei er mee uit, dit is een aspect van motorrijden wat de meesten toch niet (willen) snappen dus wat schiet ik er verder mee op.

Toedeloe. :W
 
Zucht,

en weer iemand die er geen zak van begrijpt.................



Vertel mij nou 's waar je in dit verhaal de spanning opvoert...door de stelschroeven op de voorvork aan te draaien? door de stelringen op de schokbreker achter aan te draaien?

TENZIJ JE NIET SPONTAAN 25 KG BENT AANGEKOMEN BLIJFT DE BELASTING VOLKOMEN GELIJK, EN AANGEZIEN DE VEEREIGENSCHAPPEN OOK NIET VERANDERD ZIJN BLIJFT DUS OOK DE SPANNING IN DE VEER GELIJK.

Maar ik schei er mee uit, dit is een aspect van motorrijden wat de meesten toch niet (willen) snappen dus wat schiet ik er verder mee op.

Toedeloe. :W
:^
 
Zucht,

en weer iemand die er geen zak van begrijpt.................

Vertel mij nou 's waar je in dit verhaal de spanning opvoert...door de stelschroeven op de voorvork aan te draaien? door de stelringen op de schokbreker achter aan te draaien?

TENZIJ JE NIET SPONTAAN 25 KG BENT AANGEKOMEN BLIJFT DE BELASTING VOLKOMEN GELIJK, EN AANGEZIEN DE VEEREIGENSCHAPPEN OOK NIET VERANDERD ZIJN BLIJFT DUS OOK DE SPANNING IN DE VEER GELIJK.

Maar ik schei er mee uit, dit is een aspect van motorrijden wat de meesten toch niet (willen) snappen dus wat schiet ik er verder mee op.


Toedeloe. :W

Zuchten is gezond. *O* Ik doe dat ook als ik weer iets tegenkomen van mensen die er geen zak van snappen hoe import en invoerrechten werken.

Toedeloe :W
 
Laatst bewerkt:
Geometrie en gyroscopie

De geometrie van een motor bepaalt voor een groot deel het gedrag tijdens het rijden. De gyroscopische precessiekracht wordt via de telescoopvork doorgegeven naar het frame, waar deze het balhoofd naar een kant dwingt.

De balhoofdshoek en de naloop zijn bepalend voor het gedrag van je motor. Hoe groter de balhoofdshoek, des te groter wordt de naloop.

Naloop is de afstand tussen de hartlijn van het balhoofd en het hart van het voorwiel, horizontaal gemeten vanaf de grond. Hoe groter deze afstand, des te sterker de neiging van de motor om rechtdoor te gaan.

Dus kun je gebrek aan gyroscopische krachten (bijv. bij kleine wielen) compenseren door je naloop groter te maken. Daarom kun je met een racemotor fantastisch manoeuvreren en rijdt een ‘chopper’ met verlengde voorvork het liefst alleen maar rechtdoor.


Hoe groter je naloop, hoe stabieler je motor bij lage snelheden. Hoe groter de snelheid (en dus belasting), hoe onstabieler de motorfiets echter wordt.

Een grote naloop is heerlijk tijdens het cruisen, maar maakt de motor dus minder bochtgewillig.
Een meer steile voorvorkhoek zorgt ook voor een kortere afstand tussen het balhoofd en de as van het voorwiel, waardoor de motorrijder meer controle heeft in snelle bochten, maar een te steile voorvorkhoek kan de stabiliteit van een motor op een rechte weg nadelig beïnvloeden, want ook niet bedoelde stuurbewegingen worden direct doorgegeven, waardoor het voorwiel nog wel eens wil gaan klapperen.

Tijdens het remmen neemt de voorvorkhoek af doordat de motor in meer of mindere mate in zijn vering duikt.

Het stuur is bevestigd aan het balhoofd. Dat is zo ongeveer het punt waar beide vorkpoten, samen met de stuurstang, aan het frame van de motor vastzitten.

De voorvorken wijzen niet recht naar beneden vanaf het balhoofd, maar staan in een hoek. Zonder deze hoek (meestal 30°) zou het voorwiel bij punt A de grond raken.

Kijk naar het plaatje.



Stel je voor dat het wiel in plaats van naar rechts naar je toe gericht staat. (Het frame van de motor nog steeds naar rechts).

Je realiseert je dat het loopvlak dat B was voordat het wiel draaide, nou dicht bij C' zit. Met andere woorden: het feit dat je wiel in de voorvork hangt, zorgt ervoor dat een gedeelte van je stuurinput in een verplaatsing van het loopvlak van het wiel omgezet wordt (daarom wordt het sturen langzamer - hoe groter de hoek, hoe langzamer het wordt).


Waar de rode diagonale lijn C' de band raakt is hoger dan waar B de band raakt. Dit laat zien dat een gevolg van draaien is dat je voorkant daadwerkelijk lager wordt als gevolg van de geometrie van je voorvorken. De afstand tussen waar B en C (niet C') de grond raken wordt bepaald door de voorvorkhoek, de offset (afstand tussen de hartlijn door de voorvorkpoten en hartlijn door de balhoofdspen) en de radius van de band.

Sommige motoren hebben de spil van het voorwiel of boven, of onder de voorvorken in plaats van precies in het midden. Deze verschillen hebben als doel het effect van de offset groter of kleiner te maken om de naloop groter of kleiner te maken.


De stabiliteit van je motor op snelheid hangt af van de lengte van de naloop.
Elke kantel van het wiel krijgt hulp van de zwaartekracht bij zijn pogingen het contactoppervlak in het juiste spoor te voeren.

Zwaartekracht probeert namelijk de voorkant te verlagen. De spilas van je vorken loopt langs C, niet C', en dat is achter de massa van de voorkant.

Daarom speelt zwaartekracht zelfs een grotere rol in de draai van het wiel dan je zou denken. Hoe langer je wielbasis (hartafstand tussen voor- en achterwiel), hoe lager je zwaartepunt, denk maar aan een verlengde Harley.

Een Harley gaat prima rechtdoor, maar om zichzelf in een bocht onder het zwaartepunt uit te rijden is een stuk moeilijker. Het sturen wordt moeilijker omdat het gedeelte in contact met de weg een stuk verder van het zwaartepunt ligt.

Hoe hoger het zwaartepunt, hoe groter de hellingskracht, hoe moeilijker een motor in de bocht in balans kan worden gehouden. De rijder en passagier zijn vaak de belangrijkste redenen voor een hoog zwaartepunt (reden om af te vallen?...).

Als de motor naar een kant overhelt, stuurt het voorwiel automatisch naar die kant en de motor zal zijn wielen snel weer onder het zwaartepunt brengen.

Dit is te danken aan gyroscopische krachten en de eigenschappen en hoek van je voorvork. De stabiliteit van je motor heeft alles te maken met de lengte van de naloop. En dat gyroscopische krachten geen noodzaak zijn voor tegensturen moge na het lezen van dit artikel duidelijk zijn...

Let op: dit artikel is in het geheel niet van toepassing op tweewielaangedreven motoren (Parijs-Dakar 2005).
full
 
Een progressieve veer beschikt over windingen met verschillende veerconstanten C.
Als je de voorspanning opvoert druk je de windingen met de laagste C "in" waarna de windingen met de hogere "C" overblijven. Je hebt dan wel degelijk het slappe gedeelte weggenomen en daarmee je veerafstelling stugger gemaakt.

Dat is ook waar ik de mist in ging. Je kunt het slappe gedeelte niet wegnemen zolang er nog negatieve veerweg bestaat.
 
Dat is ook waar ik de mist in ging. Je kunt het slappe gedeelte niet wegnemen zolang er nog negatieve veerweg bestaat.

Bedankt, dat had ik inderdaad over het hoofd gezien. Wellicht dat het ergens in het topic staat maar ik heb het niet volledig gelezen. Hier heb ik meer aan dan een onnozele reactie als: "je snapt er geen zak van".
 
Terug
Bovenaan Onderaan