Zijspan huren

:^



Iedere ervaren zijspanrijder en zeker iedere solorijder die wel eens met een zijspancombinatie gereden heeft weet dat de behandeling van een combinatie een rijtechniek vergt die op vele punten - om niet te zeggen geheel - afwijkt van het rijden op een solomachine. Goed zijspanrijden vereist een grondige en voor de meeste rijders ook langdurige oefening, want aan het rijden op drie wielen zijn wel een aantal moeilijkheden verbonden. Wil men kunnen zeggen dat het zijspanrijden in al zijn vormen geen geheimen meer heeft, dan moeten er duizenden kilometers onder de wielen zijn doorgegaan. Er is echter geen enkele reden waarom men die aparte rijtechniek niet onder de knie zou kunnen krijgen.

Het merendeel van de motorrijders realiseert zich niet voldoende dat men bij het sturen van een solomotor in een bocht aan de tegenovergestelde richting van het stuur trekt als de bocht die men neemt. Deze bij een solomotor automatisch uitgevoerde handeling is de kern van de problemen die de beginnende zijspanrijder zal ondervinden. Want trek je op een combo het stuur naar rechts, dan ga je ook naar rechts. Na het eerste begin, waarbij het sturen met een zijspan in alle opzichten vreemd aandoet, wen je echter al spoedig en denk je al na een paar honderd kilometer dat je het doorhebt. Nu begint het pas gevaarlijk te worden! Je bent geneigd meer risico te nemen.

Toch dien je nog steeds voorzichtig te werk te gaan: niet te snel en bij iedere bocht of kruising de snelheid terugbrengen. Om en nabij de eerste duizend kilometer ben je nog een gevaar voor jezelf en anderen. Je hebt lang genoeg gereden om met de uiteenlopende effecten die zijn opgetreden vertrouwd te raken en onder normale omstandigheden kan je weinig of niets meer gebeuren. Maar wanneer zich plotseling een situatie voordoet waarin alleen een bliksemsnelle reactie de zaak nog kan redden, dan bestaat nog een grote kans dat je reageert zoals je op je solomotor gewend was. Het zijspanrijden is immers nog geen tweede natuur geworden.

Het begin
In tegenstelling tot een automobilist zien we de breedte van de combinatie niet. We 'voelen' als het ware de verdikking aan de zijkant van het geheel en bij parkeren kunnen we opzij kijken en op de centimeter nauwkeurig manoeuvreren. Maar rijden we op een smalle dijkweg met tegenliggers, dan moeten we blindelings de breedte van het span aanvoelen. We beginnen daarom met op een stille weg het rechtuit rijden te oefenen.

De reactie op gas geven is dat de bak de neiging heeft om iets achter te blijven. Dat corrigeer je door iets naar links te sturen. Bij het remmen heeft de bak de neiging om door te hollen. Deze reacties voelt men na verloop van tijd niet meer; je gaat automatisch tegensturen om de zaak recht te houden. Overigens zullen combinaties met een geremd zijspanwiel hier minder last van hebben. Wanneer we nu in een rechterbocht wat gas bijgeven, zal de motor om het zijspan heen willen rijden. Door de massatraagheid blijft het zijspan aanvankelijk wat achter (hetzelfde effect als bij optrekken) en zo maak je automatisch een rechterbocht zonder dat je aan het stuur hoeft te trekken. Wanneer we met wat vaart op een linkerbocht aankomen en vervolgens de rem intrappen, zal het zijspan juist weer willen doorhollen, waarbij de combinatie vanzelf een bocht naar links zal beschrijven. Ook nu hoeven we nauwelijks kracht op het stuur uit te oefenen. Deze effecten helpen ons de eerste kilometers wat betreft het nemen van bochten. Hebben we dit onder de knie, dan kunnen we rustig het verkeer in gaan, want dat is immers de beste leermeester. Gas geven in een rechterbocht en remmen in een linker kan ons alleen maar het begin van de bochtentechniek leren, want deze hulpmiddelen hebben alleen bij matige snelheid enige merkbare uitwerking. Willen we werkelijk vlot met een combo rijden, dan worden er nog meer vaardigheden verlangd. Nadat we een poosje betrekkelijk langzaam op drie wielen hebben gereden, willen we het tempo eens opvoeren. Om te beginnen doen we dat natuurlijk op stille rechte stukken weg en daarna gaan we ook eens bochten met een hogere snelheid nemen. Kies hiervoor een flauwe bocht uit. M naargelang de snelheid groter wordt (zonder de zaak te overdrijven) en de bocht scherper, zullen we merken dat we wel degelijk krachtig aan het stuur moeten trekken om het span de hoek om te krijgen. De reacties op gas geven in een rechter- en op remmen in een linkerbocht zijn bij hogere snelheid zo kiem dat we er bijna geen profijt meer van hebben en er is nu een zekere mate van lichaamskracht op het stuur nodig om het spul op de goede weghelft te houden. Dit is in het begin zondermeer vermoeiend en na een aantal uren rijden kan men afwisselend trekken of duwen aan de andere stuurhelft.

Een linkerbocht door
Doordat hij het gevoel heeft dat hem weinig of niets meer kan gebeuren, heeft de beginner de neiging om een linkerbocht al direct met behoorlijke snelheid te nemen. Gezien de grote voorloop van het zijspanwiel is dit ook goed mogelijk. Men dient nu spoedig het slippen van de combinatie te leren en dat kan het beste door bewust het slippen in de hand te werken. Je hebt daar een tamelijk scherpe linkerbocht voor nodig, natuurlijk weer op een stille weg en met een wegdek waarop het niet moeilijk is een Slip te forceren. Deze bocht wordt eerst rustig en beheerst genomen om het verloop ervan te leren kennen. Beetje bij beetje voer je nu de snelheid op totdat de achterband iets begint te piepen. Met dezelfde snelheid probeer je nu de bocht te nemen zonder dat de band protesteert. Dit moet geleerd worden om de banden zoveel mogelijk te sparen en gebeurt door de stuuruitslag zo geleidelijk en soepel mogelijk te laten verlopen. Je zult merken dat enige oefening al snel succes oplevert en je bent toe aan de volgende oefening. Je rijdt weer met dezelfde snelheid aan op de bocht. Maar nu laat je het voorwiel in de bocht recht staan om daarna met een snelle beweging het stuur naar links te wenden. Na het gepiep zal op het gladde of rulle wegdek het achterwiel dan naar rechts wegslippen en komt de combinatie iets om in de richting van het verloop van de bocht. Dit omkomen van het zijspan moet stap voor stap geoefend worden op het gladde wegdek. Het is van groot belang te weten wanneer de combinatie achter in een slip raakt. Na veel oefenen en vooral door de latere rijpraktijk wordt het mogelijk om dit slippen zo beheerst te laten verlopen dat men als het ware tevoren kan bepalen hoeveel centimeter men de zaak aan de achterkant kan laten glijden. Het is duidelijk van hoeveel belang deze slipbeheersing kan zijn in noodgevallen. Voor de beginneling die nachtmerries krijgt van slippende combo's die met nog geen tien paarden in bedwang zijn te krijgen: dat valt erg mee, want door het voorwiel weer in de oorspronkelijke richting te sturen houdt het slippen onmiddellijk op. Het is dan ook beter uit de buurt van bomen of stoepranden te blijven. Deze slipperij is niet de normale rijpraktijk; het gaat erom de mogelijkheden te kennen om in noodgevallen het span in de hand te houden Slechts wanneer je in een bocht steeds de drie wieler laat slippen met een zo groot mogelijk~ snelheid - gas wijdopen dus - is het gevaar van omslaan over de as gevormd door voor en spanwiel niet denkbeeldig. En vandaar dat bij zijspanraces de bakkenist als een slingeraap rondspringt om de wielen op de grond te houden. Schiet het gewicht verplaatsen tekort om de combo voor omslaan te behoeden, dan kan men beter het schip verlaten voordat men misschien de hele zaak bovenop zich krijgt.

De rechterbocht
In tegenstelling tot de linkerbocht zal de beginner voor de rechterbocht meer respect hebben, omdat hij de meest verschrikkelijke verhalen gehoord heeft over omhoogkomende zijspannen. Maar ook hier valt de werkelijkheid reuze mee, vooral als er systematisch geoefend is. Voordat je het oefenterrein weer opzoekt is het verstandig wat ballast in de bak te leggen, bijvoorbeeld een zandzak van een kilo of 40. Het nut daarvan wordt snel duidelijk. Wanneer we bij de oude vertrouwde bocht aankomen, beginnen we van voren af aan. In een langzaam tempo naderen we de rechterbocht, geven wat gas bij en, zoals in het begin van onze ervaringen, loopt de zaak als vanzelf de bocht om. Daarna gaan we de snelheid wat opvoeren en merken we dat we er met wat gas alleen niet komen. Er zal stevig aan de rechter stuurhelft getrokken moeten worden om het span goed de hoek om te krijgen. We verhogen geleidelijk het tempo, trekken wat meer aan het stuur en zullen op een bepaald moment merken dat de achterband de neiging krijgt te gaan piepen. De meeste zijspancombinaties zullen bovendien de neiging hebben aan de achterkant iets om te slippen, zoals in een linkerbocht. Zodra we de band horen piepen of iets van slippen merken, doen we het gas niet verder open, maar handhaven we de snelheid om hier goed op ingesteld te raken. Ging alles goed, dan halen we de ballast uit de bak. En dan komt het! We gaan nu met opzet de bak omhoog laten komen. Het is namelijk absoluut nodig te ondervinden wat voor gevoel het geeft als men naast zich de bak omhoog ziet komen. Het zal straks in de rijpraktijk meermalen voorkomen dat je te snel op een rechterbocht aankomt of dat de bocht scherper verloopt dan je dacht of kon waarnemen. En als dan de bak omhoog komt, moet je weten hoe je daarop moet reageren. We kunnen zeker niet zeggen een goede zijspanrijder te zijn als we ook niet eens onder moeilijke omstandigheden met een omhoogkomende bak hebben geworsteld en door onze ervaring tijdig en afdoende hebben weten af te wenden. Zonder ballast gaan we dus weer de rechterbocht in, maar voorlopig weer met een kalm gangetje. Dankzij de zandzak hebben we de bocht al sneller doorlopen en weten dus enigszins waar we aan toe zijn. Wanneer we nu de snelheid verhogen, merken we dat de bak de neiging krijgt omhoog te komen. Het gebeurt weliswaar langzaam, maar als je dat voor de eerste keer meemaakt, schrik je toch behoorlijk. In de schrik wordt het gashandel stevig dichtgedraaid, waarna het zijspan vanzelf naar beneden valt. De bak zal niet ver omhoog gekomen zijn omdat de snelheid die deze reactie opriep niet hoog genoeg was. Met dezelfde snelheid - en geen streep meer - gaan we nu een poosje oefenen. Het is beter de bak twintig keer langzaam omhoog te laten komen dan een keer te snel. Je moet je goed instellen op het moment van omhoog komen en het aanvoelen van het gebeuren. Nu gaan we de snelheid iets opvoeren. Het is dan niet meer voldoende om door gas terugnemen de bak omlaag te krijgen; er moet tevens stevig geremd worden. Het gaat erom de snelheid zoveel mogelijk te verminderen zodat de middelpuntvliedende kracht die het omhoog komen veroorzaakt geringer wordt, waardoor het derde wiel weer op straat komt. Hoofdzaak is dat we gewend raken aan deze reactie. Het kan ook nuttig zijn om rechtuit rijdend bewust de bak omhoog te dwingen, door even de combinatie naar rechts te wippen, en een poosje omhoog te houden. Scherp sturend en zorgvuldig de snelheid regelend kunnen we zo ettelijke meters afleggen en weten we wat het is met een in de lucht zwevende bak te rijden. Anders is het wanneer we veel te snel op eenscherpe bocht, of met lage snelheid op een verkeerd beoordeelde bocht, aan komen. Dan komt het zijspan plotseling omhoog. Het enige redmiddel - en dit woord is niet overdreven - is zo sterk mogelijk te remmen. Meestal zal de bak al in het eerste deel van de bocht omhoog komen. Dit gebeurt omdat we met een naar verhouding te hoge snelheid in een te scherpe bocht zijn beland. Net als bij wedstrijden kan ook de normale rijder hier nut hebben van het verplaatsen van zijn lichaamsgewicht. Tenminste, als je ervan houdt snelle bochten te draaien. Het naar rechts hellen van het lichaam in een rechterbocht heeft alleen zin wanneer dit gebeurt voordat de bocht genomen wordt. Een bak die omhoog komt kan men niet meer omlaag dwingen door achteraf het gewicht naar rechts te verplaatsen. De beweging van het verplaatsen moet voltooid zijn voordat men in het scherpste deel van de bocht stuurt.

Stuurdemper
Bij het wegrijden zal bijna iedere zijspancombinatie met het stuur gaan slaan, een verschijnsel dat boven een bepaalde snelheid weer verdwijnt. In het begin schrik je ervan en in een poging het slaan te stoppen zal je in het stuur gaan knijpen. Hierdoor versterk je de beweging echter en een gevolg kan zijn dat het span onbestuurbaar wordt. Daarom is het in het begin raadzaam de stuurdemper vast te zetten en kan je, wanneer je de veelzijdige reacties van de combinatie onder de knie hebt, de demper gerust losser zetten. Begint het stuur te slaan, dan dien je die beweging losjes in de armen op te vangen. Het verschijnsel zal dan snel verdwijnen. Maar let op: een te vast aangedraaide stuurdemper gaat vloeiend sturen tegen. Een gevolg kan zijn dat men een bocht eerder zal insturen, waardoor de combinatie aan de achterzijde sneller kan uitbreken. Ook de armspieren zullen het zwaar te verduren krijgen op lange vakantietochten in de bergen met een volgepakt zijspan.

Doe het in het begin rustig aan, neem geen onnodige risico's oeps

contact or comments?
jaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaa,mooi. :+
 
Wat doe je daar lang over dan 8-)

Volgens mij weet de TS nu wel wat hij aangehaald heeft _O-
 
Laatst bewerkt:
Wat doe je daar lang over dan 8-)

Volgens mij weet de TS nu wel wat hij aangehaald heeft _O-


En zo worden alle potentiele toekomstige (?) zijspanrijders vakkundig door het heerschende schorriemorrie bot terecht gewezen....
...tot zover promotie van onze hobby. Blijft lastig... -O-

Maar aan alle zijspan te huur zoekende figuren wil ik wel kwijt, tis nie persoonlijk nie, echt nie 8-)
 
En zo worden alle potentiele toekomstige (?) zijspanrijders vakkundig door het heerschende schorriemorrie bot terecht gewezen....
...tot zover promotie van onze hobby. Blijft lastig... -O-

-O-
TS-en van dit soort topics laten zich idd ook zelden meer zien..

Maar aan alle zijspan te huur zoekende figuren wil ik wel kwijt, tis nie persoonlijk nie, echt nie 8-)

:^
 
Laatst bewerkt:
Hey jongens, ik wil geen zijspan huren, maar het lijkt me wel heel mooi om te leren zijspan rijden. Een vriend van mijn vader verschijnt hier wekelijks met een oude Liberator met een zijspan eraan en da's prachtig spul.

Maar mijn vraag is: Hoe en waar hebben jullie allemaal leren rijden?
 
Zo uit mijn hoofd, zijspaninstructeurs:

Theo Koops in Assen
Jan Knol in Staphorst
Rob Teffer in Lelystad
Ad van Gils in Breda
Stewart Baker in Breda

Bespreek een morgen of een dag en je bent verslaafd :Y
 
Alleen voor al dit soort vragen zou er een sticky op poten moeten worden gezet.
Dan is het meteen voor iedereen duidelijk wat ons zo blij maakt met het zij wieltje ;)
 
:^Idd, al een paar dznd km. onder de banden gehad, en nog voelde ik een 'gezonde spanning' tijdens de lange linker bochten, bergje af, naar Viande toe :+

Hoezoe eigenlijk? Linkerbocht kan je toch zo hard door raggen als je wilt?
Dat boggie langs dat muurtje idd al vaak genomen. Die haarspeld daar vlak voor kan je ook zo lekker doorheen driften.
 
Laatst bewerkt:
Hoezoe eigenlijk? Linkerbocht kan je toch zo hard door raggen als je wilt?

Als je dat wil dan kan dat zeker. :j

Toevoeging:
Maar als je voor de eerste maal in je leven op een zijspan een hele lange linker bocht ziet, hellend naar beneden, en je ziet het einde niet. Dan mag jij daar van mij zo hard door heen gaan als je wilt. Maar ik doe dan effe pas op de plaats, ik hoef niks te bewijzen (behalve dan bewijzen aan mijn dochtertjes dat papa weer ongeschonden van een ritje terug kan komen)



Het enige hellende vlak wat wij hier hebben is de oprit van de Zeelandbrug :')
 
Laatst bewerkt:
Hoezoe eigenlijk? Linkerbocht kan je toch zo hard door raggen als je wilt?.

Goed opletten aankomende zijspanrijderts! Dit zijn de vragen waarom een les / instructie zo belangrijk is.
Wie weet het antwoord?

Foto-LTNYNWYS-G.jpg
 
Flink gas in linker bocht -> verlies grip -> ongecontroleerde drift -> kontje tegen iets dat harder was dan de bak..


Zoiets ?

Met dank aan uitgebreide instructie gecontroleerd achterwaarts de vangrail in laten glijden.
Impact was uiteindelijk niet heel hard. Schrikken was het wel. :Y

Enne, gecontroleerde drift in de zin van vol blokken en zorgen dat je blijft glijden, je wilt niet dat je tijdens het glijden plotseling weer gript krijgt :X .
Ik had gelukkig de ruimte om dat te doen.

Goede antwoord is: afhankelijk van het span: gewichtverdeling tussen motor en bak. Zwaartepunt, dat soort dingen.

Zelfs bij spannen die op het oog hetzelfde zijn kunnen dus grote verschillen optreden.
Mijn eerste Busa met Speed2000 kon ik idd zoals JFJ zegt vol doorhalen.
Mijn tweede Busa was voorzien van een GT2001, deze is zwaarder en hoger met als gevolg dat het achterwiel dus weldegelijk grip verloor in linke bochten met dit resultaat.

Geheel tegen mijn verwachting in kan ik mijn huidige GSA wel weer vol, voller, volst doorhalen.... *O*
 
Laatst bewerkt:
Misschien een zijspan waar je met z'n tweeen in kan, en een ervaren zijspanrijder als chauffeur?
Je kan het ook anders doen: op een VRO cursus moesten we de amazonezit proberen op de motor, en dat ging prima. En dat kan ook in een lange bruidsjurk. Of ze moet trouwen in een mooi wit leren pak. Dat lijkt me eigenlijk veel mooier dan een lange jurk. Dat pak heeft ze dan later ook nog wat aan.
 
Dat kan met een auto ook gebeuren.
Mijn auto glijdt meestal over de voorwielen weg. Van het zijspan heb ik in een scherpe linkerbocht eens het achterwiel opgetild, dan gebeuren er toch heel andere dingen. Dat heeft niets met driften te maken. Dat is puur geometrie. En ik kan je vertellen, het is heel raar rijden op een zijspan- en een voorwiel, waarbij de krachten zich alleen maar willen versterken. Het spul wil dan alleen maar scherper naar links, tot de neus van de bak op de grond staat.
Nee, een linker bocht is veel gevaarlijker als een rechter.
 
Misschien moet je aan de voorkant van de zijspan ook een wiel maken, voor de stabiliteit? en dat wiel moet dan wel meesturen met het voorwiel.
 
Terug
Bovenaan Onderaan