Dag 5.
Woensdag, 20 september
Beuil – St. Disdier en Devoluy
La Neyrette
Accueil - La Neyrette - Hôtel Restaurant
369 km.
We zitten inmiddels op dag vijf van de acht dagen die we hebben. We moeten dus langzamerhand naar het Noorden. Maar niet meteen, want de zuidelijkste lus hebben we nog niet gehad. Een ding is zeker, aan het einde van de dag zullen we een stuk noordelijker uit moeten komen om het allemaal haalbaar te maken. Maar goed. Dat komt later wel.
Eerst duik ik de kast in om te douchen. Het is een 80x80 douche en houdt niet over. Als je je haar uit wil wassen zit je met je ellebogen direct tegen de wandjes. Ik kan niet zo best tegen weinig ruimte. Mijn geduld raakt dan wel een keer op. Het afdrogen is nog hopelozer. Half afgedroogd stommel ik de kamer maar in om me daar verder af te drogen. Vervolgens schiet ik weer in mijn motorpak. Ik trek een andere thermobroek aan. Een kortere. Moet kunnen. Het is nog wel een tikkie fris buiten.
De vorst is aan de grond geweest en in het dal dat nog in de schaduw ligt, is een wit laagje vorst op het gras zichtbaar. We hebben de motoren in de garage staan. We wisselen even van gedachten wat er normaal gesproken in staat. We komen beiden tot de conclusie dat het een sportwagentje moet zijn. Die stootblokjes zullen ervoor zorgen dat de auto niet met de neus of achterkant het betonnen muurtje raakt.
Mooi.. tijd om richting het ontbijt te lopen. Croissantjes! Lekker. Vleeswaren (zo’n enorme worst waar je zelf een zo dun mogelijk plakje af moet zagen). Kaas die je normaal gesproken bij de borrel vindt, en dus nu ook maar een hoekje van afsnijdt, alleen al om te proeven wat het is. Koffie, jus, geen eitje, stokbrood, jammetjes.. prima. We ontbijten lekker rustig en genieten ook van het tweede bakkie koffie. Het is ook lekker om even rustig aan te doen. En al doen we rustig aan. We zitten elke dag voor negen uur ’s ochtends “no stress” op de motor.
Voor negenen zetten we de motor ook al weer aan de kant omdat we het niet kunnen laten een foto te maken van wel een heel leuk gemaakte hooi-rol met beschildering. Een klein erg rose varkentje. De mensen in de auto die we vlak daarvoor hadden ingehaald zwaaien lachend naar ons. Gelukkig wat gevoel voor humor. Dan rijden we door naar de Gorges de Cians.
Prachtig mooi rood gesteente. Poortjes, rode wanden, een rivier die er langsloopt. Je snapt het. We stoppen al weer. Het is ook te leuk om aan voorbij te rijden. Ondertussen film ik er ook een kort stukje van. Weer op toeristische snelheid zeg maar.
We vervolgen onze koers en een uurtje later vinden we bij Sigale ook zo’n prachtige passage tussen de rotsen door. De clue d’Aiglun. Het is echt mooi. De afwisseling met de voorgaande dagen had niet groter kunnen zijn. Caroline geeft aan dit echt mooier te vinden. Daar snap ik wel wat van.
Dat hele zuidelijke stuk in Zuid Frankrijk boven Nice is echt geweldig rijden. Geen wonder dat de rallye van Monte Carlo in die regio rondcrossed. Ik weet nog wel veel meer leuke stukken met korte bochten en muurtjes naast de weg. Maar de tijd ontbreekt simpelweg. Ik zou hier ook wel een drie-daags rondje met heel veel diversiteit kunnen fabriceren. Inmiddels is de ochtendkou weg. De zon doet zijn werk en staat er lustig op los te schijnen.
Tijd voor mij om de voering uit mijn jas te halen. Het fleecetruitje laat ik nog even aan. Alleen dat duurt niet lang. De eerst volgende stop die we hebben gaat ook de fleece uit en rij ik met t-shirtje met mijn jas. Heerlijk! Dat voelt aan als zomer. De liner laat ik wel in de broek zitten. Ik heb er eerlijk gezegd geen last van.
De weg vervolgt via Clue de Saint Auban. Alweer zo’n heel mooi stuk door de rotsen heen. Het is een prachtige omgeving. Geen hooggebergte maar middelhoog. We rijden door de garrigue, het ruikt typisch Provencaals. De geur van thijm, dennenbomen en lavendel maakt het plaatje compleet. We rijden over smalle weggetjes door heuvels en olijfgaarden. Soms zien we agaves, soms pijnbomen. Het doet heerlijk mediterraan aan.
De Col des Félines is een mooi smal zonnig pad en loopt hoog over de berg in de richting van Entrevaux. Dat dorp zelf ligt er weer zo idyllisch bij. Een mooie toegangsbrug (Porte Royale) ontsluit het dorp en ommuurde trappen leiden naar de vesting. De geschiedenis nalezend hebben ze daar bijzonder zwarte tijden gekend, en ook tijden van enorme voorspoed.
Tegen een uur of 12 zijn we bij de Gorges de Daluis en zien daar twee motorrijders (duits stel) dat pauzeert. Aangezien er picnipbankjes zijn haken we aan. Gezellig overigens. Hij rijdt een KTM en rijdt met maten ook meer offroad, maar nu zijn ze samen op weg en pauzeerden ook hier midden in de Gorges de Daluis. We smeren stokbrood en beleggingen het met rauwe ham en kaas. Een glaasje jus erbij. Heerlijk in het zonnetje genieten van de prachtige omgeving. We hebben het zicht op een tunnel aan de overkant van de bocht waarin we zitten. Motoren hoor je van verre aankomen. Na de Gorges de Daluis is het weer tijd voor een iets hogere pas. De Col des Champs.
Die had ik ook nog nooit gereden en daar kijk ik wel naar uit. We zien beneden aan de weg wel een bord staan, maar wat het met die borden vaak is, is dat er zoveel tekst op staat dat dat rijdend niet allemaal te lezen is en dat we denken…. We zien wel en gas op de lolly.
De weg naar boven is weer prachtig. Het naseizoen is spectaculair qua kleur. In dat opzicht kan het niet beter. En het aantal verkeersdeelnemers is steeds minimaal te noemen. We komen maar sporadisch iemand tegen. Eigenlijk geldt dat voor de afgelopen vijf dagen al. Het enige dat je als nadeel kan noemen is het risico op slecht weer. Dat is deze periode groter.
De bergwanden zijn mooi antracietgrijs en het ziet er spectaculair uit. De temperatuur blijft heerlijk. We stoppen even om foto’s te maken. Kijken wat in het rond en stappen weer op. Dan komen we bij wegwerkzaamheden uit… oh ja, dat bord beneden daar stond wat op..
We rijden door en we hebben ontzettend veel mazzel. De mannen van de weg zitten lekker in de schaduw te lunchen en Caroline en ik zwaaien vrolijk terwijl we over het nog praktisch natte nieuwe asfalt rijden. Caro zie ik een klein spoortje trekken en ik waarschuw even dat het echt nog erg recent is. Helaas ken ik de ervaring uit zeer directe omgeving van supernat asfalt waar je tot de velg in zakt. Stukjes zijn ook zonder asfalt, stukjes zijn met veel puin op de weg, maar al met al hebben we dus ontzettend veel mazzel dat we er langs komen. Onderweg zwaaien we ook nog naar mensen die vanaf de andere kant komen dat het allemaal wel wil. Dus duim omhoog en knikken. Uiteindelijk zijn we helemaal beneden en kijken we nog eens achter kom wat er beneden op het bord staat. En dan blijkt dat we echt een enorme mazzel hebben gehad. De pas is dicht.. behalve tussen 12.30 en 13.30 uur (oid). En we hebben gewoon enorm veel mazzel dat ze wat uitloop hadden met de lunch… We zijn wel op tijd naar boven gereden maar waren zeg eens 10 minuten na sluiting bij het opgebroken gedeelte. Kortom, daar zwijnden we even mooi tussendoor. Nu vraag ik me wel af of degenen naar wie wij zo mooi zwaaiden van “het kan” ook door mocht rijden. Op de weg naar beneden komen we trouwens ook nog langs een punt waar bijzonder veel gieren in de lucht cirkelen. Daar mag ik altijd graag naar kijken. Ze maken gebruik van de thermiek en ik vind ze altijd machtig. Een foto ervan maken lukt met mijn camera niet. Maar da’s niet erg. Ik heb ze vaker van (heel) dichtbij gezien.
De weg vervolgt weer en we zetten koers richting Entraunes en vervolgens in de richting van het Lac de Serre-Poncon. Dat meer komt tot mijn verrassing echt binnen notime in het vizier terwijl ik dacht dat dat nog 3 kwartier zou duren. Raar he… dat je er soms zo naast kan zitten.
Er komt nog een mooi colletje aan. De col de Pontis. En dan ben je weer blij dat je de krappe hairpins toch regelmatig oefend bij Fuchshofen of Brodenbach. Maar het is leuk!! Wat een kek pasje is dat. Warm, mooi uitzicht over het meer. En we hebben het weer reuze naar onze zin. Dat meer ben je op deze manier niet snel voorbij. Aan de rand van het meer stoppen we even in Savines Les Lacs bij een tentje bij de rotonde (lang leve google earth: Restaurant Le Relais Fleuri). Lekker in het t-shirt, in het zonnetje. Heerlijk is dat zeg. Chill, chill… knetterhard colaatje erin voor de suikers. En tijd om te overleggen. Eigenlijk valt het allemaal wel mee, want we zitten op 1 lijn.
We skippen een deel van de route om tijd te winnen.
Wat laten we vallen:
De Parpaillon (kost bruut veel tijd, en de ondergrond is twijfelachtig na de afgelopen dagen met sneeuw op hoogte), Col de la Cayolle, Col de Moutieres, Col des Fourches, Col de la Bonnette.
Daarmee winnen we een heel eind, en dat geeft ruimte op het laatst. Daarbij hebben we in de voorgaande dagen al zoveel hooggebergte gereden dan we ook ontzettend genieten van het soort stuurweggetjes dat het lagere gebergte met zich meebrengt. En dat krijgen we ook nog in de Vercors. Alternatief zou zijn dat dat deel sneuvelt. En daarbij… last but nog least. Vorig jaar was ik een dag geveld door het Noro-virus. En toen heb ik bij La Neyrette dat geweldige diner en die wijnkaart gewoon misgelopen en kon ik knagen op een laf sla-blaadje. This is my revenge…
Snel checken we wel even of er nog kamers zijn. Er zijn er nog 5 over, dus we kunnen een gokje wagen door niet te reserveren. Maar dat doen we toch.. just to be sure, en we kunnen altijd kosteloos cancelen mocht het aan de orde zijn.
We pikken de route weer op aan de andere kant van het Lac de Serre-Poncon. Terwijl we over de brug rijden zien we in de navi blauw aan beide kanten. Het is ook best een groot meer. Dan volgt er al rap weer een colletje, Col de la Sentinelle. Aardig ding, niet heel bijzonder moet ik zeggen maar dat kan op een gegeven moment ook niet meer. We roepen al 40 keer per dag, mooi he… we blijven bezig.
We krijgen nog even een wat grotere stad op ons pad. Gap. We moeten er even doorheen. Na zoveel niets, en kleine weggetjes is ook dat wel weer aardig moet ik zeggen. Beetje mensen en winkels kijken etc. Maar goed, tegen de tijd dat je dat wel hebt gezien en je begint te ergeren aan verkeerslichten die op rood staan ben je er ook weer doorheen. Precies goed dus. En wat doen we, jawel.. weer een colletje. De Col de Manse. Niet hoog gelegen en wat meer doorgaand. Dat is ook wel wat we een beetje nodig hebben om op tijd voor de jacuzzi aan te komen in Saint Disdier. Daarbij is de afwisseling qua landschap steeds erg mooi.
Dit keer rijden we langs weilanden, een struisvogelfarm waarvan we de struisvogels net niet zien (mijn zoontje noemde ze vroeger truigoochel en in mijn hoofd is dat blijven hangen). De mais staat overal nog op de land, de zonnebloemen staan uitgedroogd met het hoofd naar beneden te hangen alsof ze de zomer hebben opgegeven, maar nog steeds is het prachtig weer. Mooie blauwe lucht. Heerlijk. Geen voering, geen fleece… gewoon een shirtje met korte mouwen en de jas erover heen met de ritsen deels open.
De laatste maar niet de minste col de we vandaag over komen is de Col de Noyer. In mijn herinnering ging hij alleen door het bos, maar dat klopt niet. Hij rijdt wel grotendeels door het bos, maar bovenop rij je langs de bergwand. Het is geen brede pas, maar in landschappelijk opzicht erg mooi. Daarbij, geen hond op de weg, af en toe een eekhoorn. En heel af en toe een platte eekhoorn. Ik druk de camera af en toe maar weer eens aan. Ik begin er aan te wennen om zo af en toe een kort stukje film te maken. Het zal me benieuwen wat daar uiteindelijk van terecht komt. Ik kan het niet ter plekke terugkijken om te zien hoe de kwaliteit is. Enerzijds jammer, anderzijds, heb ik daar ook helemaal geen zin in om daar tijd aan te besteden. Nadat we de col de Noyer over zijn dalen we af en komen we in het dal van Saint Disdier en Devoluy uit. We herkennen het hotel direct en draaien het royale parkeerterrein op. Jeetje, wat een rust. Dat is een tegenstelling met vorig jaar.
We lopen naar binnen en ik herken de eigenaar nog van vorig jaar. Hij heeft onze reservering niet gezien omdat hij niet de hele dag achter de computer zit. In overleg cancelen we onze reservering bij booking (hoeft hij er niet aan af te dragen) en we krijgen de sleutel van een kamer. Dit jaar hebben we een hele royale kamer, met een aparte mini-living erbij. Heel handig om de motorpakken breed uit te stallen. We halen de bagage van de motor en ik neem het restantje kaas en de snijplank mee. We moeten even voorkomen dat we omvallen van de honger, want we gaan eerst rustig de sauna in en later pas eten.
Dus ik snij rustig even een stuk kaas in blokjes terwijl we ons organiseren. Action Cam en communicaties sets aan de laders. Badjassen aan. En we zetten koers naar beneden, lopen de lange gang door en toetsen de code in van de spa. Heerlijk! We hebben er zin in.
We prutsen een tijdje om de sauna aan de praat te krijgen en als we niet helemaal zeker weten of het is gelukt dan lopen we naar buiten om de jacuzzi open te slaan.
Ha! Lekker warm water. En zo lig je dan, achterover in de bubbels en het sop, terwijl je kijkt naar de staalblauwe lucht en de bergwand terwijl de zon lange schaduwen werpt op de omgeving. Het is niet anders dan idyllisch. Caro checkt even of de sauna op temperatuur is en aan de houding waarop ze terugloopt kan ik al zien dat het prima is. De jacuzzi sla ik dicht (brrr… best fris buiten in je bikini).
De sauna is niet heet maar de gloeispiralen geven een lekkere warmte op je rug. En het zit prima. Ik verlaat als eerste de sauna om te douchen en zwem nog even een beetje. Zwemmen vind ik heerlijk. Dan verlaat Caro de sauna ook. Als we schoon gedouched zijn en droog lopen we weer richting de kamer. We schieten de gewone kleren weer aan en dan koersen we richting het diner.
Zowaar, er zitten meer mensen. Een aantal overnachten ook in het hotel, maar er lijken ook wat eters van buiten te zitten. Ik heb er echt zin in. We kiezen een menu. En ik ga voor het überfoute maar een van mijn guilty pleasures.. foie gras. Sorry, ik kan het niet laten, en ik weet dat het zo fout is als maar kan. Maar ik knijp zelf even een oogje toe.
We hebben er een fles wijn bij uitgezocht en ik laat het me heerlijk smaken. Als hoofdgerecht kiest Caro weer een Pièce de Boeuf Grillée (medium) en ik kies een Pièce d’agneau du Col du Festre. Het is genieten geblazen. Tuurlijk komt er ook nog een dessert. Voor Caro een Meringue Glacee, en ik kies een carpaccio van ananas met wat ijs. Heerlijk! Erg laat maken we het wederom niet. Na zo’n dag buiten sturen gaat ’s avonds het lampje langzaam uit. Maar dat is prima. Goed leven, goed genieten en goed slapen.
Tot morgen!