Rikuo
1935-1960
Naar
foto-bijdrage van
TEAMHERONSUZUKI
Deze geschiedenis begint niet in Japan, doch in de USA.
Mede door de sedert 1917 goede exportresultaten van Indian, de concurrent van Harley-Davidson durfde H-D het in 1924 aan om een 2e export naar Japan te starten. Dit ondanks een mislukte start in 1922 middels de firma Nippon Jodoshe K.K., welke door Charles Cable, zijdens Harley-Davidson was uitgezocht. De import in Japan werd vanaf 1924 uitgevoerd door de firma Sankyo Seiyaku Pharmaceutical Company (een firma voor fabricage van medicinale apparatuur). Richard A. Child, een fanatieke Harley-rijder was verantwoordelijk voor het ontslag van Cable en de overgang naar Sankyo. Vermeldenswaardig is ook dat Child altijd zelfstandige was en nimmer een arbeidsverhouding met Harley had.
Mede door de geslaagde doorstart werd Child algemeen directeur bij Sankyo en het duurde niet lang en het Japanse Leger, in het bijzonder de marine en politie werden, mede door het goede verkoopnet van Sankyo, in grote getale voorzien van Harley's. Werden in de beginjaren volledige motorfietsen geïmporteerd. Vanaf 1929 werden, als gevolg van de gigantische devaluatie van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de Japanse Yen, om invoerrechten te sparen de Harley's in onderdelen ingevoerd. De assemblage gebeurde bij Sankyo Seiyaku. De assemblage betrof nagenoeg uitsluitend de H-D 1200VL zijklepper. Daarenboven kregen deze motoren nog een additioneel kenteken: VFE. Deze afkorting stond voor “Vehicle of Far East”.
Door de Japanse assemblage kon de Harley weer terrein goedmaken ten opzichte van andere Japanse merken. Desondanks bleef de Harley vrij duur. Ook bij Harley in de USA liep als gevolg van de recessie de productie hard achteruit. In 1932 wist Child het bestuur van Harley te bewegen de licenties aan Japan te verkopen. Met de blauwdrukken en mallen van 350, 500, 750 en 1200cc modellen in bezit, de hulp van verkoopleider Harry Devine van Harley en een niet kleine financiële injectie van Sankyo Seiyaku stichtte Child een motorfabriek in de plaats Shinagawa. Deze dochteronderneming van Sankyo Seiyaku kreeg de naam Sankyo Nainenki. Gestart werd met de licentieproductie van de H-D 1200VL en de H-D 750R.
De samenwerking tussen Sankyo Nainenki en Child stopte in 1935 toen Child de overname van de licenties van de met vele kinderziekten bekendstaande H-D Knucklehead probeerde door te duwen. Child startte daarop een eigen verkoopfirma genaamd Nichiman Harley-Davidson Sales inTokyo. Vanaf dat moment voelde Sankyo zich niet maar aan de naam Harley-Davidson gebonden. De naam Rikuo was geboren. Over Child valt nog te vermelden dat deze in 1937 met een gouden handdruk door de Japanse regering indringend werd verzocht Japan te verlaten.
De naam Rikuo is een samenvoeging van 2 symbolen uit het Japanse Kangi-schrift.
Het eerste symbool uitgesproken als “Riku” betekent land en het tweede symbool uitgesproken als “Oh” betekent Koning. De totale betekenis is derhalve te lezen als Koning van het Land. Vermeldenswaardig is dat ik mij uit de beginjaren 70 nog een folder herinner van Harley-Davidson met de slogan: „Harley, King of the Road“. Wie kopieert nu wie?
Op basis van de H-D 1200VL verscheen in 1937 onder leiding van chef-ingenieur Sakurai van Kuro Hagane, een eerste eigen ontwikkeling, weliswaar met een onveranderd motorblok, genaamd 97. Opvallend waren het zeer zware frame en en een grotere voorvork. De grondspeling was duidelijk groter geworden. Het model was onmiskenbaar, samen met het door Sakurai ontwikkelde zijspan ontwikkeld voor de oorlogsvoering. In 1937 werd als gevolg van een gigantisch order van het Japanse leger een deel van de productie ondergebracht bij de firma's Jidosha en Mazda (juist, ja de autofirma).
Nagenoeg alle motorfietsen van Rikuo werden in de aanloop naar de oorlog verkocht aan het leger en de politie. Tijdens de oorlog mocht in het geheel geen Rikuo aan de normale consument verkocht worden. Alles diende de mobilisering te wijken. Nagenoeg de gehele productie van Rikuo's tijdens de Tweede Wereldoorlog had drie wielen, zij het als zijspancombinatie of als zogenaamde service-car de 750RD. Momenteel zou je trike zeggen.
Alle modellen hadden een achteruit-versnelling. Naast de motorenproductie maakte Sankyo Nainenki tijdens de oorlog ook torpedo's. Ten gunste van de torpedofabricage werd in 1941 de motorfietsproductie stilgelegd.
Na de oorlog lag de infrastructuur van Japan kompleet in puin. De roep naar goedkoop transport (twee- en driewielers met motor) was gigantisch. Mede door dit gegeven werd door Sankyo de productie in 1947 van Rikuo weer ter hand genomen. Na een productie van een minimale productie van 300 motorfietsen werd de naam Rikuo alsmede alle mallen en montageapparatuur in 1950 overgenomen door Showa Aircraft.
De aandrijving van het zijspanwiel kon bijgeschakeld worden
Daar Japan verliezer was, mochten zij in de na-oorlogse jaren geen oorlogtuig meer fabriceren. Showa Aircraft had een lege fabriek en een grote groep gekwalificeerd personeel echter geen werk. Zij zagen er wel brood in. Sankyo heeft ondanks de verkoop van Rikuo nog een korte tijd motorfietsen geproduceerd en wel onder de naam Sankyo.
Onder Showa vlag werd in 1950 de Rikuo 1200VFD met springervoorvork, alsmede de zijspan-uitvoering 1200VFD-LTS gelanceerd. In 1952 ziet een 750RO met zijklepmotor het daglicht. Deze wordt in 1953 afgelost door de 750RQ met aluminium cilinderkoppen en een hydraulische voorvork (gelijk aan de H-D Hydra Glide uit 1948). Een nieuw model 750RT met kompleet aluminium motorbloken dry-sump smering werd vanaf 1954 gebouwd. Een kopie van de H-D Duo Glide genaamd 750RX werd zonder de noodzakelijke licenties vanaf 1955 geproduceerd. In het begin kon Rikuo zich op de Japanse markt door de goede kwaliteit goed handhaven. Zij waren zelfs beter als de Harley's die op dat moment in de USA werden gebouwd.
Doch uiteindelijk bleek de dure Rikuo te duur voor de naar goedkoop transport zoekende Japanner. Ook de overgang naar de zogenaamde Baby-modellen, genaamd Glory met 250 (F en FB) en 350cc (A, AB en AC) konden het tij niet meer keren. Alle Glory-modellen waren kopieën van BMW mono-modellen. Of Rikuo (Showa) hiervoor licenties had heb ik niet kunnen vinden.
Andere motorfietsproducenten, soms niet groter als een garagebox konden veel goedkoper produceren. De parallel-twin zou in die jaren de Japanse markt definitief overnemen. Eind 1958 stopte de productie van onderdelen. Uit de bestaande voorraad konden tot 1960 nog een paar nieuwe Rikuo's gemaakt worden voordat de poorten in 1960 definitief sloten. Sankyo Seiyaku Pharmaceutical Company is ondertussen gefuseerd met de toenmalige concurrent Daichii en is weer terug bij de oorsprong waar zij goed in waren: de productie van machines en preparaten voor medicinaal gebruik. Website:
www.daiichi-sankyo.nl
Showa Aircraft bestaat heden ten dage ook nog. Zij bauwen echter geen vliegtuigen meer , doch bedrijfsauto's en pakwagens gespecialiseerd voor gebruik op vliegvelden. Website:
www.showa-aircraft.co.jp