David_ZZR
MF veteraan
De Australië trip zat er al bijna een half jaar op dus het was weer tijd om eens goed op vakantie te gaan. Niks geks maar gewoon lekker dik 3 weken toeren in Europa op de Strom. Arno had het eerste gedeelte van de route uitgepuzzeld en zou daarna naar huis vertrekken en Bas zou dan aanhaken , om net zoals vorig jaar, met mij de rest van de door mij geplande route te rijden.
Dag 1: Vrijdag 11 juli 2014 – Gelijk zondigen
Het jaarlijkse Midzomerweekend van Motorvision zou dit jaar weer lekker ouderwets bij baton Rouge in de Ardennen gehouden worden. Dit was het begin van mijn vakantie en hier is het altijd erg gezellig.
Na alle zooi weer aan mijn motor bevestigd te hebben reed ik zwaar bepakt (2 zijkoffers gevuld met veel te veel kleding, 1 grote bagagerol vol met mijn campeermeuk, 1 kleine bagagerol met meuk die ik niet wil gebruiken zoals extra olie en een regenpak en een tanktas met mijn cameraspulletjes) naar het verzamelpunt in Tilburg. Mijn planning was om gedurende deze trip geen snelweg te pakken. Echter de oude Bredaseweg was dicht dus moest ik wel 5 hele kilometers van Gilze tot aan Tilburg over de snelweg rijden. Helaas, maar ik was wel op tijd bij de Mac.
Vanaf Tilburg tot aan Baton Rouge was het gelukkig geheel binnendoor. Een leuke route om de vakantie te beginnen met bekende en minder bekende stukken door het Limburgse landschap, zo de Ardennen in. Hier hoorde ik ineens wat rammelen aan mijn motor. Mijn kettingbeschermer was losgebroken van mijn motor. Met behulp van Dallie en een berg tie-raps werd deze weer bevestigd en konden we de rit naar Baton Rouge weer vervolgen.
Dag 2: Zaterdag 12 juli – Een lekker rondje
Voor vandaag stond het klassieke rondje Luxemburg gepland. Iets na vertrek begon mijn Strom te rammelen. Een van de moertjes of boutjes van mijn “kloontje” was losgetrild en moest aangedraaid worden. Ik had natuurlijk alle mogelijk denkbare imbussleutels bij, behalve de juiste. Gelukkig was ik niet de enige met een gereedschapskist aan boord dus de boel werd weer aangedraaid en we konden weer verder.
Mijn nieuwe Zumo interpreteerde de route iets anders dan gepland en zo zaten we plots weer offroad. Voor mijn Strom geen probleem maar de RC8 van Hanne was hier niet echt op gebouwd. Voor hem was dit echter geen probleem en we vervolgden de route weer gewoon.
Lunchen deden we ouderwets bij Café du Pont in Vianden. De rest van de route was redelijk gesneden koek bestaande uit klassiekertjes zoals Wiltz-Kautenbach en het dal van de Sûr. Erg bekend terrein maar nog steeds schitterend mooi.
De Barbecue ’s avonds was weer heerlijk met meer dan genoeg van het best denkbare vlees. Ondanks de vele pogingen wilde het kampvuur niet echt branden. Dat mocht de gezelligheid aan de bar niet drukken.
Dag 3: Zondag 13 juli – Hilversum III en een potje voetbal
Vandaag zou er veel regen gaan vallen. Echter je krijgt wat je verdiend. Het bleef dus droog tot onze aankomt in St. Maurice sur Moselle bij Jan en Ria. De route vanaf Vielsalm hadden we een klein beetje aan moeten passen omdat we anders wat wielrenners tegen zouden komen op onze route, inclusief de duizenden supporters van de Tour de France. Hier hadden we geen zin in maar de route die we reden was toch buitengewoon mooi. Eenmaal aangekomen bij La Vieille Colonie begon het te regenen.
De rest van de herberg bleek afgehuurd te zijn door een meisjeskoor. Ik zat dus gelijk met “Tussen het geratel van machines door klonk in de confectie een mooi meisjeskoor, dromend van de prins van... weet ik veel, die ze zou ontvoeren naar zijn luchtkasteel” in mijn kop. Dit werd echter snel vervangen door Frank Boeijen toen ik mijn eerste Kronenbourg aangereikt kreeg van Ria.
We kregen een heerlijke maaltijd en sloten de avond af met het kijken naar een potje voetbal op tv (iets met WK finale ofzo…).
Dag 4: Maandag 14 juli – Eindelijk weer camperen
Na een goed ontbijt bij la Vieile Colonie, waarbij we de resterende bammetjes mee konden nemen als lunch, was het buiten eindelijk droog geworden. Even tanken in een dorp verderop en we konden de dag eindelijk goed beginnen met de Ballon d’Alsace. Een erg bekend pasje maar wel o zo lekker.
Onderaan de pas werden we al opgewacht door de nodige tour de France fanaten. Nee, wij wilden geen tour zien we, wilden juist de andere kant uit als de rest van de menigte. Dit ging erg goed en al snel zaten we in de Gorges de Dessoubre. Hierop volgde de Gorges de Doubs. Een lekkere brede blèrweg met leuke bochten die goed opschoot en zowaar nog steeds droog.
Na een mooie rit door de Jura kwamen we aan op Camping de Georennes in Champrofier. Hier was niks te eten te krijgen (gelukkig wel koud bier en veel te dure wijn) dus moesten we een dorpje verderop bij een barretje een sandwich halen. Voor de rest was alles dicht. Waar in Nederland alle horeca profiteert van een nationale feestdag gaat heel Frankrijk op zijn luie gat zitten niks doen. Op de camping dronken we nog wat biertjes en een veel te dure fles wijn en erg op tijd lagen we in bed.
Dag 5: Dinsdag 15 juli – Lekker stuiteren
De tentjes waren weer ingepakt en vandaag zouden we de Alpen in gaan. Via de Gorges de Fier, welke ik na alle andere mooie Gorges die ik al eerder gezien had redelijk saai vond, reden we naar de Alpen. We hadden nog niet ontbeten dus in een van de eerste dorpjes stopten we om te ontbijten. Koffie haalden we bij het lokale barretje en broodjes bij de bakker. In Frankrijk de normaalste zaak dat je zelf meegebracht eten nuttigt bij een gekochte kop koffie op een terras. Aangezien het redelijk fris was had ik ’s ochtends mijn binnenvoering nog in mijn pak zitten. Tijdens deze pauze werd deze er dus gelijk uitgehaald. Het was eindelijk zomer!
Mijn Zumo interpreteerde een route weer eens niet zoals gepland en we reden langs het meer van Annecy. Wel mooi, maar veel te druk en we hadden hier al eerder gereden.
Via de Col de Forclaz reden we naar het Cormet de Roselend. Eenmaal boven lunchten we met een van de mooist denkbare uitzichten op het meer. Het stukje kaastaart met salade ging er ook goed in.
Deze keer reden we niet over de Cormet de Roselend zelf maar via de Cormet des Arèches. Eerst over de stuwdam en daarna over het onverharde pad. Dit stond op de to do list van de vakantie. Onverhard en erg mooi, maar ik stuiterde weg op mijn strom en begon te vrezen voor alle andere onverharde passen die zouden volgen.
De pas was redelijk vermoeiend wat ook weer invloed had op mijn humeur. Ik kon niet echt meer genieten van het toetje van de dag, de Col d’Iséran. Op weg naar beneden stopten we even om wat foto’s te maken en mijn humeur was door een klein wandelingetje naar een waterval weer een stuk beter. Gewoon even van de motor af…. En het eind van de route was toch in zicht.
Eenmaal in Lanslebourg aangekomen werd er gelijk getankt zodat we de volgende dag met een volle tank op pad konden gaan. Ook deed Arno wat boodschapjes zodat we op de camping zelf pasta konden maken. Dit deed Arno dus terwijl ik lekker zat te lezen. De pasta smaakte heerlijk! Als een van de eersten op de camping besloten we te gaan slapen.
Dag 6: Woensdag 16 juli – Viva Italia
Na een ontbijtje op de camping bleek mijn strom niet de enige te zijn met de gebruikelijke kuren. Vandaag was het de beurt aan de GS van Arno met een kapotte lamp. Toch wel makkelijk als die het zou doen met de onverlichte tunnels die we in de planning hadden. Bij het tankstation waar we de dag ervoor getankt hadden wist Arno een lamp te scoren en deze was op de GS 800 een stuk makkelijker te vervangen als op de 1200 die hij hiervoor had.
Mont Cenis was weer geweldig mooi en op de weg naar beneden stopten we weer bij het eerste koffieverkopende tentje dat we tegenkwamen. Een dubbele espresso is hier dus echte en dubbele espresso en geen dubbel bakkie koffie. Stijf van de cafeine stapten w e weer op de motor op weg naar de volgende must do van de vakantie. De Colle delle Finestre.
De oprit naar de col lag weggestopt in een achterafstraatje wat ik al vreemd vond. Het grote waarschuwingsbord verbaasde me nog meer. Echter de pas was open dus reden we omhoog. Gelijk was alles superstijl en vreselijk smal. Na een 55 tal haarspeldbochtjes hield het smalle geasfalteerde weggetje op en begon het onverharde gedeelte van de pas. Even afzien weer maar zo vreselijk mooi! Bovenop bij het fort rusten we even uit, maakte ik wat foto’s en reden we weer omlaag via de verharde kant Frankrijk in. De Assieta kamstrasse was jammer genoeg gesloten op woensdag. Deze blijft dus op de to do list staan voor een volgend jaar.
Als toetje van de dag hadden we vandaag de Izoard. Een mooie verharde pas welke, in de berm, geheel gevuld was met campers van tour de France fans. Hier hadden we weinig last van. Eenmaal bergafwaarts begon het plots heel hard te regenen. Zo snel als de regen begon, zo snel was deze ook weer afgelopen.
Eenmaal in Guillestre kozen we niet voor de toeristische gezinscamping, maar voor de iets rustigere camping ernaast. Ik zweette inmiddels weg door mijn regenoverjasje en was blij dat ik deze uit kon trekken. Na het opzetten van de tentjes reden we het dorp in om wat boodschapjes te doen en de maaltijdsalade die ik in elkaar wist te zetten smaakte goed.
En toen begon het weer te regenen waardoor we heel vroeg in bed lagen. Niet erg want de etappe voor de volgende dag zou de Parpaillon bevatten welke best heftig zou zijn.
Dag 1: Vrijdag 11 juli 2014 – Gelijk zondigen
Het jaarlijkse Midzomerweekend van Motorvision zou dit jaar weer lekker ouderwets bij baton Rouge in de Ardennen gehouden worden. Dit was het begin van mijn vakantie en hier is het altijd erg gezellig.
Na alle zooi weer aan mijn motor bevestigd te hebben reed ik zwaar bepakt (2 zijkoffers gevuld met veel te veel kleding, 1 grote bagagerol vol met mijn campeermeuk, 1 kleine bagagerol met meuk die ik niet wil gebruiken zoals extra olie en een regenpak en een tanktas met mijn cameraspulletjes) naar het verzamelpunt in Tilburg. Mijn planning was om gedurende deze trip geen snelweg te pakken. Echter de oude Bredaseweg was dicht dus moest ik wel 5 hele kilometers van Gilze tot aan Tilburg over de snelweg rijden. Helaas, maar ik was wel op tijd bij de Mac.
Vanaf Tilburg tot aan Baton Rouge was het gelukkig geheel binnendoor. Een leuke route om de vakantie te beginnen met bekende en minder bekende stukken door het Limburgse landschap, zo de Ardennen in. Hier hoorde ik ineens wat rammelen aan mijn motor. Mijn kettingbeschermer was losgebroken van mijn motor. Met behulp van Dallie en een berg tie-raps werd deze weer bevestigd en konden we de rit naar Baton Rouge weer vervolgen.
Dag 2: Zaterdag 12 juli – Een lekker rondje
Voor vandaag stond het klassieke rondje Luxemburg gepland. Iets na vertrek begon mijn Strom te rammelen. Een van de moertjes of boutjes van mijn “kloontje” was losgetrild en moest aangedraaid worden. Ik had natuurlijk alle mogelijk denkbare imbussleutels bij, behalve de juiste. Gelukkig was ik niet de enige met een gereedschapskist aan boord dus de boel werd weer aangedraaid en we konden weer verder.
Mijn nieuwe Zumo interpreteerde de route iets anders dan gepland en zo zaten we plots weer offroad. Voor mijn Strom geen probleem maar de RC8 van Hanne was hier niet echt op gebouwd. Voor hem was dit echter geen probleem en we vervolgden de route weer gewoon.
Lunchen deden we ouderwets bij Café du Pont in Vianden. De rest van de route was redelijk gesneden koek bestaande uit klassiekertjes zoals Wiltz-Kautenbach en het dal van de Sûr. Erg bekend terrein maar nog steeds schitterend mooi.
De Barbecue ’s avonds was weer heerlijk met meer dan genoeg van het best denkbare vlees. Ondanks de vele pogingen wilde het kampvuur niet echt branden. Dat mocht de gezelligheid aan de bar niet drukken.
Dag 3: Zondag 13 juli – Hilversum III en een potje voetbal
Vandaag zou er veel regen gaan vallen. Echter je krijgt wat je verdiend. Het bleef dus droog tot onze aankomt in St. Maurice sur Moselle bij Jan en Ria. De route vanaf Vielsalm hadden we een klein beetje aan moeten passen omdat we anders wat wielrenners tegen zouden komen op onze route, inclusief de duizenden supporters van de Tour de France. Hier hadden we geen zin in maar de route die we reden was toch buitengewoon mooi. Eenmaal aangekomen bij La Vieille Colonie begon het te regenen.
De rest van de herberg bleek afgehuurd te zijn door een meisjeskoor. Ik zat dus gelijk met “Tussen het geratel van machines door klonk in de confectie een mooi meisjeskoor, dromend van de prins van... weet ik veel, die ze zou ontvoeren naar zijn luchtkasteel” in mijn kop. Dit werd echter snel vervangen door Frank Boeijen toen ik mijn eerste Kronenbourg aangereikt kreeg van Ria.
We kregen een heerlijke maaltijd en sloten de avond af met het kijken naar een potje voetbal op tv (iets met WK finale ofzo…).
Dag 4: Maandag 14 juli – Eindelijk weer camperen
Na een goed ontbijt bij la Vieile Colonie, waarbij we de resterende bammetjes mee konden nemen als lunch, was het buiten eindelijk droog geworden. Even tanken in een dorp verderop en we konden de dag eindelijk goed beginnen met de Ballon d’Alsace. Een erg bekend pasje maar wel o zo lekker.
Onderaan de pas werden we al opgewacht door de nodige tour de France fanaten. Nee, wij wilden geen tour zien we, wilden juist de andere kant uit als de rest van de menigte. Dit ging erg goed en al snel zaten we in de Gorges de Dessoubre. Hierop volgde de Gorges de Doubs. Een lekkere brede blèrweg met leuke bochten die goed opschoot en zowaar nog steeds droog.
Na een mooie rit door de Jura kwamen we aan op Camping de Georennes in Champrofier. Hier was niks te eten te krijgen (gelukkig wel koud bier en veel te dure wijn) dus moesten we een dorpje verderop bij een barretje een sandwich halen. Voor de rest was alles dicht. Waar in Nederland alle horeca profiteert van een nationale feestdag gaat heel Frankrijk op zijn luie gat zitten niks doen. Op de camping dronken we nog wat biertjes en een veel te dure fles wijn en erg op tijd lagen we in bed.
Dag 5: Dinsdag 15 juli – Lekker stuiteren
De tentjes waren weer ingepakt en vandaag zouden we de Alpen in gaan. Via de Gorges de Fier, welke ik na alle andere mooie Gorges die ik al eerder gezien had redelijk saai vond, reden we naar de Alpen. We hadden nog niet ontbeten dus in een van de eerste dorpjes stopten we om te ontbijten. Koffie haalden we bij het lokale barretje en broodjes bij de bakker. In Frankrijk de normaalste zaak dat je zelf meegebracht eten nuttigt bij een gekochte kop koffie op een terras. Aangezien het redelijk fris was had ik ’s ochtends mijn binnenvoering nog in mijn pak zitten. Tijdens deze pauze werd deze er dus gelijk uitgehaald. Het was eindelijk zomer!
Mijn Zumo interpreteerde een route weer eens niet zoals gepland en we reden langs het meer van Annecy. Wel mooi, maar veel te druk en we hadden hier al eerder gereden.
Via de Col de Forclaz reden we naar het Cormet de Roselend. Eenmaal boven lunchten we met een van de mooist denkbare uitzichten op het meer. Het stukje kaastaart met salade ging er ook goed in.
Deze keer reden we niet over de Cormet de Roselend zelf maar via de Cormet des Arèches. Eerst over de stuwdam en daarna over het onverharde pad. Dit stond op de to do list van de vakantie. Onverhard en erg mooi, maar ik stuiterde weg op mijn strom en begon te vrezen voor alle andere onverharde passen die zouden volgen.
De pas was redelijk vermoeiend wat ook weer invloed had op mijn humeur. Ik kon niet echt meer genieten van het toetje van de dag, de Col d’Iséran. Op weg naar beneden stopten we even om wat foto’s te maken en mijn humeur was door een klein wandelingetje naar een waterval weer een stuk beter. Gewoon even van de motor af…. En het eind van de route was toch in zicht.
Eenmaal in Lanslebourg aangekomen werd er gelijk getankt zodat we de volgende dag met een volle tank op pad konden gaan. Ook deed Arno wat boodschapjes zodat we op de camping zelf pasta konden maken. Dit deed Arno dus terwijl ik lekker zat te lezen. De pasta smaakte heerlijk! Als een van de eersten op de camping besloten we te gaan slapen.
Dag 6: Woensdag 16 juli – Viva Italia
Na een ontbijtje op de camping bleek mijn strom niet de enige te zijn met de gebruikelijke kuren. Vandaag was het de beurt aan de GS van Arno met een kapotte lamp. Toch wel makkelijk als die het zou doen met de onverlichte tunnels die we in de planning hadden. Bij het tankstation waar we de dag ervoor getankt hadden wist Arno een lamp te scoren en deze was op de GS 800 een stuk makkelijker te vervangen als op de 1200 die hij hiervoor had.
Mont Cenis was weer geweldig mooi en op de weg naar beneden stopten we weer bij het eerste koffieverkopende tentje dat we tegenkwamen. Een dubbele espresso is hier dus echte en dubbele espresso en geen dubbel bakkie koffie. Stijf van de cafeine stapten w e weer op de motor op weg naar de volgende must do van de vakantie. De Colle delle Finestre.
De oprit naar de col lag weggestopt in een achterafstraatje wat ik al vreemd vond. Het grote waarschuwingsbord verbaasde me nog meer. Echter de pas was open dus reden we omhoog. Gelijk was alles superstijl en vreselijk smal. Na een 55 tal haarspeldbochtjes hield het smalle geasfalteerde weggetje op en begon het onverharde gedeelte van de pas. Even afzien weer maar zo vreselijk mooi! Bovenop bij het fort rusten we even uit, maakte ik wat foto’s en reden we weer omlaag via de verharde kant Frankrijk in. De Assieta kamstrasse was jammer genoeg gesloten op woensdag. Deze blijft dus op de to do list staan voor een volgend jaar.
Als toetje van de dag hadden we vandaag de Izoard. Een mooie verharde pas welke, in de berm, geheel gevuld was met campers van tour de France fans. Hier hadden we weinig last van. Eenmaal bergafwaarts begon het plots heel hard te regenen. Zo snel als de regen begon, zo snel was deze ook weer afgelopen.
Eenmaal in Guillestre kozen we niet voor de toeristische gezinscamping, maar voor de iets rustigere camping ernaast. Ik zweette inmiddels weg door mijn regenoverjasje en was blij dat ik deze uit kon trekken. Na het opzetten van de tentjes reden we het dorp in om wat boodschapjes te doen en de maaltijdsalade die ik in elkaar wist te zetten smaakte goed.
En toen begon het weer te regenen waardoor we heel vroeg in bed lagen. Niet erg want de etappe voor de volgende dag zou de Parpaillon bevatten welke best heftig zou zijn.