Zoals iedereen weet moet je de motor langzaam inrijden zodoende dat de onderdelen op elkaar zijn ingespeeld. Echter vroeg ik me daarnet het volgende af en dit is dus algemeen bedoeld en gaat niet op voor motorblokken voorzien met een slijtvaste laag (Nikasil).
Als de cilinder pas gehoond is dan is de cilinderwand nog wat ruw tengevolge van de bewerking. Wanneer de cilinder, zuiger en zuigerveren worden gemonteerd is de afdichting tussen cilinderwand en zuigerveren nog niet optimaal. Machines zijn ook eenmaal onderhevig aan slijtage Als we de motor vervolgens langzaam gaan inrijden dan wordt de cilinderwand door de nog inperfecte zuigerveren geschraapt waarbij er ijzerdelen van zowel de cilinderwand en de zuiger loskomen.
Bij dit inrijden wordt het oppervlak van de cilinderwand door de olie \"gepolijst\" waarbij de zuigerveren perfect de ruimte afsluiten en waarbij de wrijving tussen cilinderwand en zuigerveren verminderd is. Minder wrijving is meer plezier
En nu dan het punt waar ik net aan zit te denken:
Tengevolge van de massatraagheid van de zuiger, drijfstang en krukas zal de drijfstang verlengt worden in het BDP en kleiner worden in het ODP. De mate van verlenging is afhankelijk van het aantal toeren. Als de motor langzaam wordt ingereden dan is de verlenging minimaal en zal er een randje ontstaan in de cilinderwand waardoor er vermogensverlies op zal treden. Dit laatste is natuurlijk niet wenselijk.
En dit is dan meteen de stelling met een vraag.
Een motor moet je de eerste kilometers met een fluwelen hand inrijden (eerst goed warm rijden natuurlijk en wisselende toerentallen) en daarna periodiek alles van de motor vragen zodat de verlenging maximaal is en dus ook een groter gedeelte van de cilinderwand wordt geschraapt en er geen randvorming optreedt. Maar dan vraag ik mij af hoe het zit met de levensduur.
Als de cilinder pas gehoond is dan is de cilinderwand nog wat ruw tengevolge van de bewerking. Wanneer de cilinder, zuiger en zuigerveren worden gemonteerd is de afdichting tussen cilinderwand en zuigerveren nog niet optimaal. Machines zijn ook eenmaal onderhevig aan slijtage Als we de motor vervolgens langzaam gaan inrijden dan wordt de cilinderwand door de nog inperfecte zuigerveren geschraapt waarbij er ijzerdelen van zowel de cilinderwand en de zuiger loskomen.
Bij dit inrijden wordt het oppervlak van de cilinderwand door de olie \"gepolijst\" waarbij de zuigerveren perfect de ruimte afsluiten en waarbij de wrijving tussen cilinderwand en zuigerveren verminderd is. Minder wrijving is meer plezier
En nu dan het punt waar ik net aan zit te denken:
Tengevolge van de massatraagheid van de zuiger, drijfstang en krukas zal de drijfstang verlengt worden in het BDP en kleiner worden in het ODP. De mate van verlenging is afhankelijk van het aantal toeren. Als de motor langzaam wordt ingereden dan is de verlenging minimaal en zal er een randje ontstaan in de cilinderwand waardoor er vermogensverlies op zal treden. Dit laatste is natuurlijk niet wenselijk.
En dit is dan meteen de stelling met een vraag.
Een motor moet je de eerste kilometers met een fluwelen hand inrijden (eerst goed warm rijden natuurlijk en wisselende toerentallen) en daarna periodiek alles van de motor vragen zodat de verlenging maximaal is en dus ook een groter gedeelte van de cilinderwand wordt geschraapt en er geen randvorming optreedt. Maar dan vraag ik mij af hoe het zit met de levensduur.