Dit is een voor mobiel geoptimaliseerde pagina die snel laadt. Als je de volledige pagina wilt laden, klik dan hier.

Reisverslag 2019: Rondje Balkan tot in Griekenland

Het is mij al verschillende keren opgevallen dat jullie steeds schrijven over een paspoort , afstempelen.
Volgens een officiële website van de FOD België kan ik reizen in Albanië, Montenegro en Bosnië-Herzegovina met onze elektronische identiteitskaart .
En om toch maar zeker te zijn heb ik ook gemaild naar ons eigen gemeentebestuur met die vraag of een i d goed genoeg is.
Het antwoord op die vraag was ja met een link naar dezelfde website die ik toen heb bezocht.
Hebben jullie geen elektronische identiteitskaart en moeten jullie het doen met een paspoort ?
 
Leuke verhalen en mooie foto's.
Top !
 

ID-kaart heb je in NL wel maar ik heb zelf alleen een paspoort. Op deze site van de NL overheid staat naar welke landen wij kunnen reizen met een ID-kaart:

Ik heb mijn paspoort even bekeken. Beide keren Servië hebben ze gestempeld, beide keren Montenegro, 2 van de 3x Bosnië. Albanië niet, terwijl onze ID-kaart volgens bovenstaande site daar juist niet geldig zou zijn.

Ik zou me er niet te druk om maken, als de overheid zegt dat het kan dan zal het wel kloppen. Je bent vast niet de eerste Belg die daar heen gaat met een ID-kaart.
 
Bedankt allemaal voor de complimenten. Helaas de komende dagen even geen tijd voor een vervolg.
 
Hoi Frazer ,ook sterk,op camping in Mlini gestaan alleen 55 jaar geleden,de camping van jouw is een andere,ben er 5 weken geleden nog geweest.
@vogezen ik heb een paspoort,overal geldig.
 
Toch raar,bij ons werd overal naar de groene kaart gevraagd eerder nog dan paspoort.
 
Hehe , heb dit frazer topic in één ruk bijgelezen koste me een dikke 2 u , lekker leesvoer moet ik zeggen . Frazer maak ééns wat meer een foto van je tentenkamp wanneer je op de campings staat.
 
Dat zijn inderdaad de fotos die de motorvakantie sfeer laat zien..vaste prik mijn vakanties even foto van het plekje maken. leuk verhaal Frazer.
 
Hehe , heb dit frazer topic in één ruk bijgelezen koste me een dikke 2 u , lekker leesvoer moet ik zeggen . Frazer maak ééns wat meer een foto van je tentenkamp wanneer je op de campings staat.

Ik dacht juist dat zulke foto's niet zoveel zouden toevoegen maar ik zal er wat meer bij doen de volgende keer.
 
Excuus dat de update wat langer duurde, maar ik was even een weekje inspiratie voor mijn volgende reisverslag aan het opdoen. Het was dus voor een goed doel

Dag 14, zaterdag 20 april 2019. Gereden: 190km, Totaal: 3433


Ik ben redelijk vroeg wakker dus ik loop alvast naar de bakker voor verse broodjes. Dan weer rustig ontbijten in de zon. Alles weer inpakken en klaar maken voor vertrek. Snel ben ik zoals gewoonlijk niet, maar ik heb ook geen haast. Ik sta nog even met de andere motorrijders te kletsen en we wensen elkaar een goede reis. Ze gaan naar het noorden en ik naar het zuiden, anders was het leuk geweest een dagje samen op te rijden.

10:30 uur ben ik klaar voor vertrek. Het was even lekker om een dagje niks te doen, alle kleding is weer schoon en de motor weer klaar voor de volgende twee weken. Gisteren vanaf het bootje zag ik een baai verderop een aantal enorme vervallen hotels. Gisteravond zat ik even op google te kijken wat het precies is en waarom het vervallen is. Het ligt namelijk op een prachtige plek en zo dichtbij Dubrovnik zou je zeggen dat er aan toeristen geen gebrek is. Het blijkt te gaan om een hotelcomplex wat, toen Kroatië nog deel van Joegoslavië was, werd gebruikt als vakantieoord voor hoge militairen en hun gezinnen. Tijdens de oorlog, toen de uiteen valling van Joegoslavië nabij was heeft het leger het complex verlaten en dit zelf gebombardeerd, mogelijk om te voorkomen dat het in (in hun ogen) verkeerde handen zou komen. Het is dusdanig beschadigd dat renovatie geen optie meer was. Het complex is vrij toegankelijk, dus ik besluit nog even die kant op te rijden.

Het ziet er bizar uit, enorme hotelcomplexen maar dan totaal vervallen. Waar een complex als dit in Nederland of een ander West-Europees land zou zijn gesloopt, of mimimaal door grote hekken zou zijn afgesloten, is het hier gewoon toegankelijk. Geen hek of beveiliging te zien. Ik struin een klein uurtje rond op het enorme complex. 5 grote hotels en meerdere villa’s boden plek aan ruim 2000 gasten. Je kunt overal rondlopen, als je maar oplet voor scherpe uitstekende delen, gaten in de vloer en heel veel losliggend puin. Na het bombardement is alles achtergelaten, en later is alles wat nog van enige waarde was door omwonenden meegenomen. Na de oorlog was er tekort aan alles, en letterlijk alles wat nog waarde had is weg. Tot aan de natuurstenen vloertegels en vloerbedekking aan toe. Sindsdien is het complex overgeleverd aan de elementen en aan graffitikunstenaars, zwervers, zwerfhonden en katten, nieuwsgierige toeristen en urbex-fotografen. Het is leuk om hier even rond te lopen, en voor liefhebbers van urban-exploring is het helemaal een walhalla. Berichten op internet uit 2016 spreken trouwens al van sloop op korte termijn, maar anno 2019 staat alles er nog steeds.








Na een uurtje stap ik weer op en ga ik richting de grens met Montenegro. Net voor die ik die bereik maak ik bij het tankstation mijn laatste Kroatische kuna’s op. Omdat ik gisteren in Bosnië ook net heb getankt gaat er niet veel meer in, maar de rest maak ik op aan wat te eten en wat blikjes drinken.

De grensovergang is druk, de drukste die ik tot nu toe heb gehad. Maar het is dan ook zaterdag en erg mooi weer, dus veel mensen gaan erop uit. Een stukje voor me staat een andere motorrijder die ook netjes in de rij blijft staan, dus volg ik nog even zijn voorbeeld. Ik weet niet hoe ze het hier vinden als ik langs de hele rij naar voren ga, ik heb er weinig aan om de grenswachten over de zeik te helpen. Na wat aarzeling zowel bij mij als bij de andere motorrijder gaan we toch samen langs de rij, en dat blijkt maar goed ook want dit had nog wel een paar uur geduurd. Een stukje voor de grenspost voegen we toch maar weer in, om het niet al te asociaal te laten lijken. Achter me duikt een groepje Kroatische motorrijders op, dikke Harleys, brede gasten en types waarmee je liever geen ruzie hebt. Ze hebben wat moeite om door de file te komen met die brede motoren, maar ze komen ons nog voorbij. Dan sluit ik ook maar weer aan, alle beetjes helpen. Een Oostenrijkse camperbestuurder is het er duidelijk niet mee eens en gooit vlak voor een van de Harleys zijn deur open zodat niemand meer tussen de rij door komt. Dat eindigt nog net niet in een matpartij en hij doet wijselijk zijn deur maar weer dicht. Gezien meerdere scheldpartijen en middelvingers uit de andere auto’s zijn meer mensen het er niet mee eens, maar na wat klooien door de smalle rijen staan we nagenoeg vooraan. Ja inderdaad, onder dekking van wat brede bikers durf ik ook wel. Al met al kost het me meer dan een half uur voor ik de grens over ben, maar alle auto’s staan er nog wel een paar uurtjes.

Nog geen 5 kilometer over de grens stuit ik op wegwerkzaamheden en zo’n stoplicht wat om en om verkeer doorlaat. Ik sta zeker 10 minuten in de brandende zon te wachten terwijl er nauwelijks tegenliggers langskomen. Ik begin redelijk geïrriteerd te raken, tot het stoplicht eindelijk op groen springt. Terwijl ik eindelijk door mag komt er opeens toch een hele stroom tegenliggers aan, lekker geregeld allemaal.

Al snel na de grens bereik de Baai van Kotor, die ik helemaal rond rij. De omgeving is mooi, maar het rijden gaat niet lekker vandaag. Ik kom gewoon niet in mijn ritme. Eerst het oponthoud bij de grens, daarna de werkzaamheden, en nu de drukte rond de baai. Het bevalt me gewoon even niet zo. De hele baai blijft bijna aaneengesloten bebouwde kom. Ben je net het ene dorp uit, ga je het volgende alweer in. Maximumsnelheid is continue maar 40 of 50, en dat schiet gewoon niet op. Zo kom ik voor mijn gevoel een paar uur lang niet boven de 50km/u. Het is niet dat ik haast heb maar het rijdt gewoon niet fijn. Net voor Kotor vind ik eindelijk een plekje waar het even niet bebouwd is, zodat ik aan het water even kan zitten om een broodje te eten. Ik twijfel nog even om het water in te duiken. De temperatuur is er wel naar, maar de rotsen zijn scherp en glad en overal ligt zwerfvuil en glas, dus ik zie er toch maar vanaf.







Pas als ik Kotor voorbij ben en de doorgaande weg zich afsplitst worden de weggetjes rustiger en smaller, en dat staat me meer aan. Dit vind ik dus eigenlijk het leukste stukje tot nu toe. Achteraf gezien had ik vanaf de andere kant van de baai beter de veerpont kunnen nemen, maar als je alles van tevoren weet is er ook niks aan. Ik volg de kustweg weer verder naar het zuiden. Achteraf gezien had ik ook de klim naar de berg Lovcen moeten maken, dan had ik een mooi uitzicht over de baai van Kotor gehad, maar dat heb je als je je niet helemaal inleest in waar je heen gaat. Maakt niet uit, ik wil voor Durmitor toch ook nog een keer deze kant op.

Ik blijf de kust volgen tot Ulcinj, het einde van de Jadranska Magistrala en ook van Montenegro. De grens met Albanië is nabij. Ik kan kiezen uit de campings Miami Beach, Safari Beach en Tropicana Beach. Lekker originele namen allemaal, maar het belooft heel wat. Ik kies voor Miami Beach. Het staat een beetje onduidelijk aangegeven, maar net als ik wil omkeren om dan maar naar een van de anderen te gaan zie ik toch nog een bordje staan. Van een afstandje schat ik eerst even in of het wat is, ik heb toch keuze genoeg hier. Maar ik zie nog wat andere kampeerders, waaronder een motorrijder, dus dat is een goed teken. De camping ligt aan de kust, en ze hebben zowaar een groot en breed zandstrand hier, dat zie je niet vaak langs de Middellandse zeekust. Eerst even de tent opzetten, en daarna even op het strand kijken. Helaas staat er een stevige wind, waardoor het niet uitnodigend is om te gaan zwemmen, dus ik hou het bij een wandelingetje. Van de strandtenten is er nog helemaal niets open, dus het blijft bij een zak instant-pasta voor vanavond.

De rest van de avond maar een beetje hangen en een filmpje op Netflix. De andere motorrijder loop ik steeds mis, en hij ligt al vroeg in zijn tent dus ik krijg hem nog niet te spreken. Ik zoek ook een beetje op tijd mijn bed op, het was niet echt mijn dag vandaag. Eerst nog even douchen in het ietwat primitieve toiletgebouw. Het water spuit ongeveer overal uit behalve uit de douchekop, en het loopt overal heen behalve in het putje, maar het is lekker warm. Buiten het hokje loopt een hele stroom van mijn douchewater naar de buitendeur van het toiletgebouw, maar daar kan ik ook weinig aan doen.

 
Laatst bewerkt:
We mochten even wachten maar het is de moeite waard! Leest lekker weg hoor.
 
Dag 15, zondag 21 april 2019. Gereden: 299, Totaal: 3722


Het zonnetje schijnt en het is lekker weer. Dit keer kom ik de andere motorrijder wel tegen, een Duitser op een XT1200. Hij is niet zo erg spraakzaam, dus dit contact levert weinig oponthoud op. Volgens hem en volgens de campingeigenaresse is het water uit de kraan te drinken, dus ik gooi de camelbak weer tot de rand vol. Ik pak mijn spullen, en ben om 09:30 uur klaar voor vertrek. Eerst even op zoek naar een pinautomaat, want van de Engelse motorrijders in Dubrovnik begreep ik dat je in Albanië nauwelijks pinautomaten hebt, maar dat ze wel overal contante euro’s accepteren. Ik heb nog wel iets achter de hand, maar als ik er ook van moet tanken dan heb ik wel wat extra nodig. De geldautomaat geeft me een briefje van 100, wat moet ik daar nou weer mee? Dan door naar de pomp, tank vol en de brandstoffles van mijn brander weer vol. 12 euro, en gelukkig accepteren ze mijn briefje van 100. Paar tientjes in mijn portemonnee en de rest stop ik weg in een andere zak, je weet nooit wat voor corrupte agenten ik nog tegen ga komen.


Vanaf Ulcinj is het nog ongeveer een half uurtje naar de grens met Albanië. Eerst wat wegwerkzaamheden, en daarna een vers geasfalteerde racebaan. Het ligt er echt net een paar dagen, strepen staan er nog niet eens op. Een heel mooi stuk, en niet alleen vanwege het asfalt. Net voor de grens haal ik in een winkeltje alvast wat broodjes voor onderweg, je kan het maar vast hebben. Bij de grensovergang zie ik de motorrijder van de camping al staan, ik ging iets eerder weg maar hij heeft blijkbaar niet getankt. Hij staat in de smalle voetgangers doorgang, dus ik rij alle auto’s voorbij en volg zijn voorbeeld. Eindelijk hebben ze hier aan de grens eens wat aan samenwerking gedaan. In plaats van de uitreis uit het ene land, dan een stukje niemandsland en dan de inreis van het andere land (waardoor je tussendoor dus steeds je paspoort weer moet opruimen en opnieuw moet wachten voor de volgende grens), zitten de controleurs van beide landen hier gewoon tegenover elkaar aan een bureau. Eerst een stempel van de een, dan een stempel van de ander en klaar.





Geen idee wat ik moet verwachten van Albanië, dit is een van de landen waarbij ik me eigenlijk niet echt een voorstelling heb kunnen maken, dus we gaan het beleven. Ik zak nog een stukje af naar het zuiden, langs Shkodër en Lezhe en dan steek ik dwars af naar de grens met Macedonië. Ik weet dat er in het noorden van Albanië nog hele mooie en hoge berggebieden liggen, maar ik verwacht daar dezelfde situaties als in Durmitor, veel te veel sneeuw. Ik ga het dus niet eens proberen.


Aanvankelijk zijn de wegen nog best goed, maar na mijn lunchstop ergens langs de weg wordt het slechter. Veel verzakte wegen en gaten in het asfalt. Zodra je ook maar een beetje afwijkt van de doorgaande wegen houdt het asfalt al snel op en wordt het gravel, zand of modder. Toch vind ik het nog best te doen. Vaak is een heel traject gewoon slecht, het is niet dat je zomaar wordt verrast door een gat in de weg. De hele weg is zo, dus je rijdt toch al niet hard. Niemand gaat hard, dus je kunt rustig om de gaten heen slingeren, dat doet iedereen. Met de motor is het eigenlijk allemaal makkelijker omdat je maar een spoor nodig hebt. Het verkeer gaat er allemaal nog behoorlijk beschaafd aan toe, iedereen houdt wel rekening met elkaar. En het is overduidelijk, als je geen Mercedes rijdt hoor je er niet bij hier. 80% van de auto’s zijn Mercedes. Ouwe troep meestal, maar wel Mercedes. Ook heel veel autosloperijen langs de weg, elk dorp heeft er wel een paar. En zwerfvuil, overal waar je kijkt.




Halverwege de middag volgt een heel slecht traject. Heel veel gaten en kuilen, heel slecht. Daarna een stuk werkzaamheden met kilometers lang freesvakken. Groot en klein, en soms over de hele breedte van de weg. Dat is echt opletten, want de randen zijn scherp dus daar wil je niet te hard overheen knallen. Dat doet natuurlijk ook niemand, dus ik ga rustig met het verkeer mee. Ook hier heb ik met de motor makkelijker dan de auto’s, omdat ik overal veel makkelijk tussendoor kan slingeren. Veel auto’s laten me dus voorbij.



Tegen het eind van de middag kom ik aan de grens met Macedonië. Eindpunt voor vandaag is het Ohridmeer. Wel aan de kant van Albanië, maar vanuit het noorden moet je dan eerst een stuk door Macedonië. De grenswacht is denk ik nieuw en wordt ingewerkt. Ze kijkt naar mijn paspoort alsof het een paspoort van Disneyland is. Nederland heeft ze overduidelijk nog nooit van gehoord, laat staan dat ze weet waar het ligt. Je zou verwachten dat een grenswacht toch minimaal wat kennis van Europa heeft, maar dat valt blijkbaar tegen. Na heel veel moeilijk kijken en een uitleg van de mentor die er achter staat krijg ik een stempel en mag ik door.




Het eerste wat ik van Macedonië zie is een brandende vuilnisbelt en verder veranderd er weinig. De wegen lijken iets beter, maar het is nog steeds een bende met overal zwerfvuil. Na ongeveer een uur min of meer parallel aan de grens te hebben gereden sta ik weer aan de grensovergang met Albanië. Ik ben de grens zo over, en rij het laatste half uurtje langs het Ohridmeer. Het uitzicht over het meer met de besneeuwde bergen van Macedonië aan de overkant is geweldig. Iets voor Pogradec kies ik een camping langs het meer, met hetzelfde prachtige uitzicht.




Ik word heel vriendelijk ontvangen door de eigenaresse die ook nog eens prima Engels spreekt. Er staat slechts één andere camper, dus er is plek zat. Als ik wil kan ik hier ook wat eten, forel van de bbq. Dat rook al fantastisch toen ik de camping op kwam rijden, dus daar hoef ik niet lang over na te denken. Eerst even de tent opzetten en genieten van de geweldige omgeving.




Er is niet echt een restaurant, maar ze hebben een soort tent die wordt gebruikt als keuken, en een terrasje er omheen. Uit een bassin met forellen wordt er een gevangen, een kopje kleiner gemaakt en op de bbq gelegd. Ik krijg een uitgebreide tafel met eten, salade, kaas, brood, friet, natuurlijk de forel en een karaf rode wijn. Het ziet er geweldig uit en zo smaakt het ook, heerlijk. Helaas is het met het ondergaan van de zon een beetje frisjes geworden en waait het behoorlijk, maar verder heb ik niets te klagen. Nog een bakkie koffie toe, en het feest is compleet. En dat allemaal voor 15 euro, inclusief de overnachting op de camping. Ik geef wat extra, want dat was het zeker waard. In tegenstelling tot gisteren, toen was het niet helemaal mijn dag, was vandaag weer top.

 
Dag 16, Maandag 22 april 2019. Gereden: 231, Totaal: 3963


Het zonnetje doet zijn best, maar het is erg heiig, de bergen aan de overkant van het meer kan ik nauwelijks zien. Gelukkig warmt het wel redelijk op zodat ik lekker in het waterige zonnetje kan ontbijten. Ik hou toch altijd het meest van de ochtenden, zeker met een lekker zonnetje erbij. Nieuwe dag, rustig opstarten en ontbijten met een bakje koffie. Daardoor ben ik in de ochtend nooit snel weg, maar daar geniet ik juist van. In de avond ben je toch vaak moe van een dag rijden, gaat de zon weer onder. Dan pak ik liever in de ochtend wat extra tijd, zo ook vandaag. Op het trappetje naar het water zit ik over het meer te kijken terwijl de koffie naast me pruttelt, wat is kamperen toch mooi! Ondanks dat het water erg koud is kan ik het toch niet laten om een duik te nemen. Duik is eigenlijk een groot woord, want het duurt vrij lang voor het water wat dieper wordt, en zo ver ga ik niet lopen want dan zijn mijn voeten al afgestorven. Veel meer dan er snel even in plonzen is het niet, en daarna lekker in het zonnetje opdrogen natuurlijk. Dan nog even snel douchen, spullen pakken en klaarmaken voor vertrek. Het is 10 uur, ik ben niet eens ontevreden over de tijd.




Eerst even de tank vol gooien, dan kunnen we weer even vooruit. Ze hebben hier nog overal pompbediendes, en voor de zekerheid vraag ik vooraf even of ik kan pinnen of met euro’s kan betalen. Pinnen niet, euro’s wel. Voor 2100 Albanese Lek zit de tank vol, wat hij omrekent naar 18 euro. Als ik het snel even omreken is het nog een vrij eerlijke deal. Wisselgeld krijg ik wel in Lek. Ik was eigenlijk van plan om vandaag Albanië alweer uit te rijden, maar tot nu toe bevalt het me hier zo goed dat ik nog een extra dagje blijf. Vandaag probeer ik wat meer het binnenland in te gaan, eens kijken hoe het echte Albanië eruit ziet. Ik heb gisteravond een route gemaakt die echt over de kleine weggetjes gaat dus ik ben benieuwd wat ik ga aantreffen. Eerst nog een stukje over een doorgaande weg, en daarna over een kleine en waarschijnlijk onverharde bergpas.


Het onverharde stuk begint prima, een brede gravelweg die met elke motor makkelijk te rijden zou zijn. De Garmin kent de weg ook gewoon als een bestaande route, dus tot zo ver is het goed te doen. Het uitzicht over de omliggende besneeuwde bergen is geweldig, en ik passeer nog wat wandelaars en een herder met een kudde schapen. Naarmate ik hoger komt wordt het pad slechter en slechter. Eigenlijk had ik meteen al moeten omkeren, maar het bloed kruipt dan toch waar het niet gaan kan. Het is nu kurkdroog, maar door de regen zijn diepe geulen in het pad uitgesleten. Dit soort technische paden liggen me altijd juist en daar geniet ik ook het meest van, daarom keer ik niet om. Het probleem in dit geval is dat de motor door de bagage aan de achterkant gewoon te zwaar beladen, en de voorkant daardoor te licht wordt. Normaal als ik offroadritjes doe ga ik veel lichter bepakt en geen koffers maar tassen. Nu was ik niet van plan echt ingewikkelde paden te gaan rijden, maar als ik er eenmaal ben kan ik het toch niet laten.




Door de bepakking heb ik weinig druk op de voorkant, en dat merk ik als ik wat steiler omhoog en over stenen of bulten rij. Soms ben ik de voorkant bijna kwijt en een aantal keer kan ik de motor nog net houden. Ook dit was een moment geweest om terug te gaan, maar dat zit gewoon niet zo in me. Even verder krijg ik weer een paar diepe geulen, en dan gebeurt wat er al een tijdje aan zit te komen. Ik geef een beetje gas bij om uit de geul te komen, druk op het voorwiel is weg en voor ik het weet staat het stuur dwars en gaat het voorwiel de geul weer in. Evenwicht is weg en ik zet mijn voet wel neer, maar door de diepe geul is er onder mijn voet alleen maar lucht. Dan verlies ik het toch echt van de zwaartekracht en gaat het hele spul tegen de vlakte. Niet echt een probleem, is wel vaker gebeurd. Het enige wat in dat soort situaties altijd door mijn hoofd gaat is dat ik bang ben dat er benzine over de hete uitlaat lekt en het spul in de fik vliegt. Ik ruik wel benzine, de tank ik zit ook nokkie vol, maar er loopt op het eerste gezicht niks uit dus het zal allemaal wel meevallen.




Eerst maar eens een foto, en de GoPro even opstellen om de bergingsactie op beeld te zetten. Dan de bagagerol en de rechter koffer eraf. De linker koffer kan er niet af, want daar ligt een motor op. Zelf sta ik ook in de geul en de motor ligt over het zwaartepunt heen, dus het kost me nog aardig wat moeite om hem weer op te tillen, maar het lukt. Met de motor op de wielen kan ik nog niks, want ik sta te laag om op te kunnen stappen en op de standaard zetten kan ook niet. Doordat alleen de linker koffer er nu nog aanhangt wil de motor maar al te graag weer omvallen. Er zit niks anders op dan de motor op de andere kant te leggen zodat de koffer er af kan. Met mijn lichaam als contragewicht laat ik hem voorzichtig zakken en leg hem op de andere kant. Dan kan ook de linker koffer eraf, die door een flinke deuk wel een beetje aan inhoud heeft ingeleverd. Dan trek ik de motor weer in een positie dat ik hem makkelijk kan optillen en zet hem weer op de wielen. Geen schade verder, en het is starten en lopen. Zonder bagage rij ik een meter of 50 verder de heuvel op tot ik weer een vlak stukje heb gevonden waar ik hem kan neerzetten. Dan weer een voor een de koffers ophalen, alles weer opladen en dan even uitpuffen. Het is warm en ik zweet me kapot. Ik check even de inhoud van de koffer, want precies bij die deuk staan wat flesjes met olijfolie, kookbenzine, shampoo en zonnebrand. Als er eentje is geplet of lek is zie ik dat liever nu meteen dan vanavond als alles zich al door de koffer heeft verspreid. Gelukkig is alles nog heel. Ik ben nog geen minuut klaar als er van boven een auto komt aanrijden, zal je altijd zien, kon die geen 10 minuten eerder langskomen? Het is een oude Landcruiser, tot de top gevuld met brandhout. Engels spreekt de bestuurder niet, maar met handen en voeten vraag ik hem of het pad verder te doen is. Verder naar boven is “good” naar beneden is “no good”. Dat laatste had ik zelf ook al ontdekt, maar als ik goed begrijp is de rest van het pad omhoog goed te doen.






Gedeeltelijk klopt het wel, maar ik kom nog wel een aantal flink slechte stukken tegen. Ik had ook verwacht dat ik al bijna op het hoogste punt en dus op de helft was, maar dat valt nog vies tegen. Het is allemaal flink ploeteren en zweten, maar de rest van de route hou ik de glimmende kant weer netjes boven. Alles loopt goed af, en na ongeveer 1,5 uur kom ik weer in de (soort van) bewoonde wereld. Ik schrik me nog kapot als er 2 boerderijhonden wild blaffend achter me aan stormen. Ik heb het niet op honden, en zeker niet als ze tot mijn middel komen en niet in vrede lijken te komen. Ik probeer voor ze uit te rijden, maar door de krappe haarspeldbochten in de nog steeds onverharde weg kan ik geen snelheid maken, en bovendien spelen de honden vals door de bochten af te snijden. Gelukkig deinzen ze terug als ik een goed repertoire Nederlandse scheldwoorden op ze loslaat. Ze blijven me blaffend volgen, maar als ik weer een schreeuw geef nemen ze weer wat afstand, tot ze het uiteindelijk voor gezien houden. Om eerlijk te zijn ben ik dit keer best opgelucht als ik uiteindelijk in een dorpje uitkom en weer asfalt onder de bandjes heb.




Ik vervolg mijn weg over de SH75 in de richting van de grens met Griekenland. Het is een prachtige weg, het asfalt is redelijk goed en de uitzichten zijn geweldig. Echt genieten vandaag! Het is door mijn onverharde uitstapje al halverwege de middag als ik toch wel trek begin te krijgen. Ik heb vandaag nog niet echt winkels gezien, dus ik stop bij een leuk restaurantje om wat te eten. Een mooie plek en zowel binnen als buiten erg sfeervol ingericht. Ik twijfel tussen een aantal maaltijdsalades, en de eigenaar stelt voor dat hij zelf een samenstelling van verschillende keuzes maakt. Klinkt als een goed idee, en dat blijkt het ook te zijn!



Met meer dan genoeg te hebben gegeten stap ik weer op en geniet verder van de SH75. Vanaf het dorpje Leskovik wordt de weg slecht, heel erg slecht. De omgeving is nog steeds geweldig, maar de weg is echt verschrikkelijk. Het is een en al gaten en kuilen en op veel stukken kom ik niet eens boven de 20km/u. Pas als de weg zich na ongeveer 25km samenvoegt met de SH80 begint het wegdek weer ergens op te lijken. Het laatste half uurtje loopt weer over een redelijk goed wegdek, en nog altijd door een prachtige omgeving. Iets na 6 uur kom ik aan op de camping die ik gisteravond bij het maken van de route heb uitgekozen. Het is een kleine en primitieve boerencamping, maar wel heel leuk. De gastvrouw verontschuldigt zich wel 10x dat er geen wifi is en dat haar Engels niet zo goed is, wat nog best wel meevalt. Ik ben de enige kampeerder van vannacht en ze wil van alles weten, waar ik vandaan kom, wat ik doe, wat ik vind van Albanië en nog veel meer. Ze vertelt trots dat haar dochter studeert in Tirana. Ze heeft een hond, een paar katten en een geit die reageert op zijn naam en komt als je hem roept, heel grappig.




Ik zet snel de tent neer en stap dan weer op de motor, eten kan nog wel even wachten want ik zit nog vol van de lunch. Ik zag gisteren op Tripadvisor dat er vlakbij de camping een gebied met thermale bronnen is, dus daar wil ik wel even kijken. Helaas is het nog vroeg in het seizoen en wordt het om 20:00 uur al donker dus ik moet een beetje opschieten. In het dorpje haal ik voor het eerst deze reis een paar flesjes drinkwater, want ik vertrouw het hier niet helemaal. Tot nu toe dronk ik overal gewoon uit de kraan en dat ging goed, maar hier vond ik het kraanwater niet zo heel lekker ruiken. Een paar kilometer de bergen in kom ik bij het bronnengebied, waar ze in de rotsen verschillende kleine zwembaden hebben gemaakt zodat je in de thermale bronnen kan zwemmen. Een prachtige oude brug op de achtergrond. Het is gewoon openbaar en gratis, dus je kan er zo terecht. De laatste twee bezoekers vertrekken net, en hun kampvuurtje smeult nog wat na. In de omliggende struiken zoek ik eerst nog wat brandhout zodat ik het vuur nog een beetje kan opstoken. Het water ruikt een beetje zwavelachtig en doet me denken aan IJsland waar je dit ook overal had. Het is naar schatting een graad of 30, dus lekker om even te zwemmen. Zwembroek heb ik wel bij me, maar waarom zou ik die naar zwavel laten stinken als ik hier toch alleen ben, zonder kan ook wel. Ik wissel af tussen twee baden die dicht bij elkaar liggen. Er schijnen er verder in het bos nog meer te liggen, maar dat geloof ik wel. Helaas begint het wat te spatten dus ik leg mijn kleding even onder een tafeltje wat er staat. Ik las dat de locals zich insmeren met modder uit de bronnen, zou helend moeten zijn. Als een goed toerist betaamd pas ik me aan de locals aan en neem ik een modderbad. Baadt het niet dan schaadt het ook vast niet. Na een uurtje begint het te schemeren en wordt het tijd om te vertrekken. Ik stook het vuurtje nog een beetje op om op te drogen en hijs me daarna weer in motorpak. Geweldig dit, ik had graag nog wat langer gebleven maar het wordt snel donker en verlichting is hier totaal niet.





In een kwartiertje ben ik weer op de camping en gaat het spatten langzaam over in echt regenen. Koken doe ik dus noodgedwongen in de tent. De campinghond blijft continue naast mijn tent liggen en waakt over me. Als hij buiten het terrein wat zwerfhonden opmerkt gaat hij er wild blaffend en grommend op af om ze weg te jagen, en komt daarna weer terug. Dat gaat zo nog een paar keer door. Af en toe schrik ik me kapot omdat hij plotseling als een wilde tekeer gaat en naar het hek rent. Als het wat harder gaat regenen gaat hij bij het toiletgebouw onder een afdakje liggen maar hij houdt alles in de gaten. Zodra het regenen wat minder wordt komt hij weer bij me liggen. Leuk beest, ook al heb ik het niet op honden.

 
Laatst bewerkt:
Dag 17, dinsdag 23 april 2019. Gereden: 386, Totaal 4349


Ik ben vroeg wakker en de hond ligt nog steeds naast de tent. Vannacht hoorde ik hem zelfs af en toe snurken. Het is pas 6 uur, maar ik heb vandaag weer een lange dag voor de boeg. Het is toch wel het plan om in Griekenland te komen vandaag, maar ik wil ook de Llogara-pas nog even meepakken. Dat is nog best een eindje rijden vandaag, bijna 400 kilometer. Omdat ik toch vroeg wakker ben start ik ook alvast maar op, dan win ik vandaag alvast een uurtje, want dat raak ik straks over de grens in Griekenland weer kwijt. Door de regen van gisteren is het erg vochtig en klam, maar voor alsnog is het droog. Alles past nog prima in de gedeukte koffer, dus ik laat het lekker zo. Hij is best “mooi” gedeukt dus met het juiste gereedschap is hij nog best netjes uit te deuken verwacht ik. Ik ga hier niet lopen klooien en misschien meer schade aanrichten, dat komt thuis wel.




Als ik bijna klaar ben voor vertrek komt de eigenaresse van de camping nog een kopje thee met bergkruiden en een koekje brengen. Super lief dit. Het is erg primitief hier en ze woont zelf in een hokje wat niet groter is dan een zeecontainer, waarvan de helft ook nog eens is ingericht als barretje voor de gasten. Het toiletgebouw is nog groter. Hoe mensen hier ondanks de geringe middelen die ze hebben er toch het beste van maken, onwijs gastvrij zijn en super trots dat je hun land bezoekt, ik vind het geweldig om te zien. En ze lijken tevreden met wat ze hebben. Kunnen wij het westen nog een hoop van leren. Ik vind het prachtig, aandoenlijk bijna. Ik moet 3 euro voor de overnachting betalen, en het kost me nog een hoop moeite voor ze ermee akkoord gaat dat ik de 2 euro wisselgeld niet wil hebben. De hond is in geen velden of wegen meer te bekennen dus kan ik niet bedanken voor de wacht.


Half 9 ben ik weg Ik ga eerst richting Vlore, een redelijk grote plaats aan de kust. De wegen zijn goed en worden steeds beter. In de eerste 1,5 uur leg ik 100km af, dus dat zegt genoeg. Ik rij zelfs een kilometer of 25 over een gloednieuwe soort van snelweg langs de kust. Het weer lijkt wel een beetje omgeslagen. Het is droog maar het is ontzettend nevelig. Er lijkt wel smog in de lucht te hangen, wat eigenlijk niet kan omdat het wel hard waait. Het stof brandt zelfs in mijn neus en ogen. Later lees ik dat heel Europa last heeft van Saharazand, dus daar hou ik het maar op. Ik volg de kust naar de Llogara pas. Als ik op de beklimming van de pas een vrachtwagen wil inhalen blokkeert hij me de weg door ook naar links te sturen. Even ben ik geïrriteerd, maar dan zie ik even verderop een enorm gat over de hele breedte van de weg, waar ik waarschijnlijk vol doorheen was gevlogen als ik hem had ingehaald. Zodra we het gat gepasseerd zijn geeft hij me alle ruimte. Een local die blijkbaar wist dat het gat er aan kwam. Bedankt!


Het is leuk rijden op de pas, maar het waait enorm hard. Net voor de top staan een paar Duitse motorrijders waarvan een motor zelfs is omgewaaid. Ze hebben hem net weer overeind maar durven niet over de pashoogte. Dat lijkt me dan weer wat overdreven, dus ik ga door naar de top. De wind jaagt er over, maar gelukkig kan ik mijn motor achter een muurtje parkeren. In een van de restaurantjes doe ik een bakkie, maar het is niet echt gezellig en de wind waait door alle gaten en kieren naar binnen waardoor het ook niet echt warm is binnen. Ik ben dus zo weer weg. Helaas is er weinig uitzicht omdat het stoffig en bewolkt is, heel raar weer. De afdaling gaat prima, zoals verwacht waait de wind het hardst op de top en valt het daarna wel weer mee.





Ik volg de kustweg verder naar het stadje Sarande. De weg is geweldig, er is geen meter recht. Er zit ook redelijk wat hoogteverschil in, zo rij je weer op zeeniveau en dan weer op 100 meter hoogte, en het slingert maar door. Heerlijk! De middag schiet al aardig op, en in Sarande zoek ik een tentje om wat te eten. Eigenlijk heb ik gewoon trek in een vette burger, en een burgertent heb ik gelukkig zo gevonden. Ik sta nog even te kletsen met de man achter de balie en vraag of het normaal is dat het hier zo hard waait, maar dat blijkt wel regelmatig voor te komen. Met de buik weer vol scoor ik in een naastgelegen souvenirshop nog een sticker voor op de koffer, en dan kan ik weer verder.


Voor ik richting grens ga, ga ik nog een stukje het binnenland in. Ik wil nog een bezoekje brengen aan de Syri i Kalter, een zoetwaterbron een stukje verderop. In het Engels ook wel Blue Eye genoemd, naar zijn heldere blauwe kleur. De bron is naar schatting meer dan 50 meter diep, maar de exacte diepte is niet bekend. Per seconde komt er maar liefst 6 kuub prachtig helder water naar boven. Het is een prachtig stukje natuur. Ik vind dit soort natuurverschijnselen altijd wel fascinerend om te zien. Iets minder fascinerend vind ik dan weer dat er op nog geen 100 meter van de bron alweer afval op de bodem van het riviertje ligt. Natuurbeheer is duidelijk niet prio 1 in dit deel van Europa.






Na dit uitstapje ga ik weer terug naar Sarande en pak ik de kustweg weer op, nog minder dan een uurtje naar de grens met Griekenland. Als ik Albanië uit wil krijg ik een stortvloed aan vragen, waar ik vandaan kom, welke route, waarom, hoe lang en wat er allemaal in mijn bagage zit. Waar lijkt het op, kampeeruitrusting misschien? Mijn antwoorden zijn blijkbaar niet overtuigend genoeg en ik moet de rij uit voor een extra controle van mijn bagage door de Douane. Slaat nergens op, want uitgerekend hier moet al mijn bagage open. Het is een prachtig land, maar ik zou niet weten wat ik in vredesnaam uit Albanië mee zou moeten smokkelen. Volgens mij vinden ze het voornamelijk interessant, want alle foute auto’s die ik juist zou controleren laten ze door. Ik laat door korte en geïrriteerde antwoorden duidelijk blijken dat ik hier helemaal geen zin in heb, maar toch moet de boel open. Dan probeer ik het op een andere manier, als ze mijn tijd hier staan te verdoen dan ga ik hun tijd ook verdoen. Op mijn dooie gemakje maak ik alle spanbandjes van mijn tas los, zoek zogenaamd mijn koffersleutels, en begin daarna de inhoud van mijn koffer keurig netjes op de tafel uit te stallen. Dat heeft effect, want de Douanier heeft door dat ik hier uitgebreid de tijd voor ga nemen. Hij is er al snel klaar mee, dus ik mag alles weer inpakken. Ik vind het eigenlijk wel humor, dus ik begin alles weer uiterst gestructureerd in te pakken. Dan maak ik de andere koffer open en begin opnieuw met uitstallen. Dat hoefde niet, wist ik ook wel. Dan weer minutieus de spanbandjes vastmaken en de motor rustig de loods uit duwen. Ik heb tijd zat. Dan word ik weer terug de rij voor de paspoortcontrole ingestuurd, daar heb ik net ook al staan wachten en daar ligt mijn paspoort ook nog. Dan moet de bestelbus voor me ook uit de rij voor een extra controle. Hij gooit hem zonder te kijken in zijn achteruit en ik val buiten het zicht van zijn spiegels. Dan word ik bijna achteruit platgereden, want zo snel step ik natuurlijk niet achteruit. Bovendien draait mijn motor niet, dus ik kan ook niet toeteren. Veel schreeuwen dan maar, en dat heeft effect. Eenmaal bij de balie wordt me weer gevraagd naar mijn papieren. Als ik antwoord dat die al een kwartier voor haar neus liggen word ik eerst nog een tijdje wazig aangekeken, maar als ik naar mijn paspoort op haar bureau wijs snapt ze het opeens. Ik krijg het hele spul weer terug en kan het niet laten de uitlaat onder de overkapping nog even flink te laten knallen. Dan ben ik er weg van, en meld ik me een stukje verder bij de Griekse balie. Daar ben ik als EU onderdaan zo door, ze kijken niet eens echt naar mijn documenten.





Nog een klein uurtje naar de camping die ik heb uitgekozen. Morgen wil ik een rustdagje houden, dus ik heb gezocht naar een mooie camping om een dag extra te blijven maar die niet te ver vanaf de grens ligt. De dag is al lang genoeg. Langs Igoemenitsa, waar het een komen en gaan is van ferry’s naar verschillende Griekse eilanden en naar Italië. Door het uurtje tijdsverschil is het al 19:00 uur als ik aankom op camping Elena’s Beach in Plataria. Het ziet eruit als een prima camping en ik word heel vriendelijk ontvangen. Alle plaatsen aan het water zijn al bezet en het is nog best druk, voornamelijk doorreizigers naar de ferry's waarschijnlijk. Een rij verder is wat meer plek en heb ik nog steeds zicht op zee, prima dus. Ook sta ik wat meer uit de wind, want er staat nog steeds een stevige wind vanuit zee. Ik heb een mooi hoekje voor mezelf.


Als de tent staat ga ik het restaurant wat eten. De campingeigenaar is een hele vriendelijke vent en de sfeer is goed. Ik kies voor een stoofschotel met natuurlijk een Griekse salade. Erg lekker allemaal! Omdat ik al vrij laat aankwam schiet de avond al aardig op. In het restaurant blijf ik nog even zitten om wat te internetten voordat ik niet te laat mijn bed op zoek. Ik wilde eerst nog even douchen, maar er kwam alleen maar koud water uit de kranen, dan morgen maar.



Dag 18, woensdag 24 april 2019. Gereden: 0, Totaal 4349


Vandaag ga ik doen wat ik eigenlijk nooit heb gedaan, niks. Mijn route vooraf stond niet vast, maar ik had me voorgenomen dat als ik Griekenland zou halen dan een dagje strandvakantie wel verdiend was. Ik heb nog 1,5 week te gaan voor ik weer thuis moet zijn, dus veel verder dan dit zal ik niet gaan. Vandaag dus eerst maar eens rustdag. Ik blijf wel vaker een extra nachtje staan, maar altijd heb ik dan wel een plan om iets te gaan doen. Vandaag geen plannen.


Het is lekker weer, de zon schijnt maar het waait nog steeds flink. Het is ook nog steeds erg nevelig in de lucht en de zon is daardoor niet zo heel sterk. Vind ik eigenlijk ook niet zo erg, de temperatuur is prima. Om 9 uur gaat het restaurant open en ga ik eerst maar eens vers brood halen. Dan even rustig ontbijten en daarna douchen, dit keer wel met warm water. Ik denk dat ik gisteren niet lang genoeg heb gewacht, want het duurt gewoon erg lang voor het water warm wordt. Veel van de andere kampeerders vertrekken weer, vermoedelijk naar de ferry's.




De ochtend vul ik verder met een beetje luieren en de was doen. Ik eet nog wat op de camping en loop daarna even langs de zee naar het dorpje Plataria. In het dorp is niet erg veel te beleven. Van de terrasjes zijn de meesten nog dicht, maar het toeristenseizoen is dan ook nog niet echt begonnen. Ik had gehoopt hier wat boodschappen te kunnen doen, maar er is alleen een kleine buurtsuper en de keuze is wel heel erg beperkt. Dan nog maar een keer in het restaurant eten vanavond. Op een van de terrasjes die wel open zijn doe ik nog even een bakkie, maar echt sfeervol is het in een vrijwel uitgestorven dorp niet.


Terug op de camping ga ik een middagje op het strand hangen. Het zeewater is nog niet echt op temperatuur, maar het is nog net te doen. Een paar minuutjes zwemmen gaat wel en na bijna 2,5 week langs de kust rijden moet het er toch een keer van komen. Op het strand kijk ik een film op Netflix en daarna duik ik nog even het water in. Dan is het wel weer mooi geweest en ga ik even afspoelen onder de douche. Ook nog even de motor nalopen, beetje olie bijvullen, controleren of alles nog vast zit en de banden checken. Alles nog prima in orde.




Voor het eten schuif ik weer aan het restaurant, Moussaka dit keer. Ook vandaag is het eten weer erg goed, prima restaurant dit. Bakkie toe, en verder een beetje rondhangen. Prima dagje, niet zo mijn ding om helemaal niks te doen, maar voor een dagje is het wel vol te houden.
 
Laatst bewerkt:
mooie trip zo. Albanie is in de 17 jaar dat ik er niet geweest ben dus niks verandert zo te lezen. Oude mercedessen, troep, ruig, slechte wegen, vriendelijk, tevreden met wat ze hebben en het land uit is een drama. De bagage van de hele groep uit ons aftandse busje moest er uit na veer Durres-Trieste, waarna er een hond een poosje overheen werd gestuurd.
 
Mooie foto's.