Het tweede weekend van juli stond voor mij weer in het teken van het Stella Alpina treffen op de Col du Sommeiller. Voor mij alweer de vijfde keer op rij, en ook dit keer weer samen met mijn collega Jelmer die voor de derde keer meegaat. Het wagenpark bestaat net als voorgaande jaren weer uit de Tenere 660 en de Super Tenere 1200. Ieder jaar proberen we het toch weer net even anders te doen zodat we niet elke keer dezelfde routes rijden. Dit keer hebben we ten opzichte van vorig jaar nog één dagje extra vrij genomen, waardoor we in totaal 8 dagen de tijd hebben.
Woensdag 10 juli 2019
Het meeste staat al ingepakt klaar, alleen slaapzak en matje nog even oprollen en inpakken, dat doe ik altijd als laatst. Als ik tijdens het ontbijten nog even het nieuws kijk wordt de Touretappe van vandaag doorgesproken, en de plaatsen die genoemd worden komen me allemaal iets te bekend voor. Fuck, de Vogezen, precies waar ik vanmiddag doorheen wil. Totaal geen rekening gehouden met de Tour. Hoe dan ook, we zien wel. Ze starten vandaag om 13:15 uur in St. Die, en ik verwacht niet dat wij daar om die tijd al zijn. Misschien valt het mee dus. De tassen aan de motor, alles goed vastsnoeren, en dan ben ik klaar voor vertrek. De A8 begint zoals altijd rond deze tijd met file, maar gelukkig kan ik snel richting de rustigere ring Noord, in plaats van naar de drukke Coentunnel. Rond half 9 ben ik bij Jelmer, doen we nog snel een bakkie en stappen we op. Nog even langs de pinautomaat om wat geld te halen om de pot te vullen, en om 9 uur zijn we er dan echt klaar voor. Helaas heb ik een aantal dagen terug mijn rechter duim gekneusd, en met rijden heb ik daar best wat last van. Hopen dat het de komende dagen wat afneemt!
We hebben verbazend genoeg geen last van files, dus het afrijden van de hele A2 voorloopt soepel. Om 11 uur zetten we alweer voet aan de grond bij het laatste tankstation voor de grens met België. We rusten even een kwartiertje, eten een broodje en gaan dan weer verder. Tanken doe we zo in Luik wel, dat scheelt al snel zo’n 40 cent per liter. Zo gezegd zo gedaan, en bij de eerste pomp na het binnenrijden van het centrum van Luik gooien we de tank weer vol.
Dan gaan we weer vrolijk verder het centrum door en de snelweg weer op. Het is stralend weer, en ter hoogte van de parkeerplaats waar we vorig jaar in doorwaaipak stonden te schuilen voor een enorme hoosbui kijken we elkaar nog even aan. Hopelijk blijft ons dat dit jaar bespaard. Overigens heb ik dit jaar gekozen voor mijn gewone textielpak en blijft het doorwaai thuis. De voorspellingen zijn op zich goed, maar de temperaturen niet zo erg hoog. Wederom gaat alles voorspoedig, de grens over naar Luxemburg, en stoppen we weer bij het laatste tankstation voor de grens. De tank is nog niet leeg, maar we zijn tenslotte Nederlanders dus de kans op een paar goedkope liters benzine laten we ons natuurlijk niet voorbij gaan. Het is inmiddels rond 13:00 uur, dus we doen gelijk een bakkie en een broodje in het warme zonnetje.
Nog een stukje snelweg tot Metz, en dan gaan we er af om binnendoor verder naar Saint Die des Vosges te gaan. Tot we op de hoogte van Nancy zijn is er nog niet al te veel aan, we hadden ook tot Nancy over de snelweg kunnen gaan maar ik was wel even klaar met de snelweg. Pas na 15:00 uur komen we langs St. Die, en het toercircus inmiddels vertrokken. Op de borden staat wel dat de wegen tot 15:00 uur afgesloten zouden zijn, dus het lijkt erop dat we net geluk hebben gehad.
Dan door naar Sainte Marie Aux Mines voordat het echt leuk begint te worden. We steken door naar Le Bonhomme, en dan richting Col de la Schlucht voor de Route des Crêtes. Het is heerlijk rijden en de saaie snelwegkilometers van vanochtend zijn we snel weer vergeten. Natuurlijk moet je een selectie maken als je op doorreis bent, maar eigenlijk zit je hier op elke weg wel goed. Het is inmiddels half 6 als we aan het begin van de Route des Crêtes nog even de klim naar de Hohneck maken. We genieten even van het uitzicht op de twee na hoogste berg van de Vogezen, en we besluiten hier in het restaurantje gelijk wat te gaan eten. Helaas vinden we op de kaart helemaal geen avondmaaltijden, en als we er naar vragen blijkt dat ze over een kwartiertje ook al dicht gaan. Dan maar even snel een colaatje en weer verder.
De volgende restaurantjes die we tegenkomen zijn of dicht, of de dinerkaart is pas vanaf 19:00 uur en daar gaan we niet op wachten. We vervolgen de route Des Crêtes en proberen het nog eens bij Le Markstein. Daar hebben we meer geluk. Van alle moeilijke Franse gerechten op de kaart klinkt spaghetti bolognese het meest vertrouwd, dus daar houden we het bij. Makkelijk en snel, dan kunnen we snel weer door. Ondertussen zoeken we op de app even naar een camping, en ook een tankstation is op korte termijn wel noodzakelijk want het einde van de Luxemburgse peut komt in zicht.
Morgen komt de toer hier voorbij, en rondom Le Markstein staat elke vrije centimeter gras vol tentjes en campers. Als we weer doorrijden is het dus even opletten, want overal lopen mensen over de weg of zitten in de berm te BBQ’en. We rijden verder langs de Grand Ballon en richting Cernay. Het is inmiddels weer heerlijk rustig op de weg, dus we trekken het laatste stukje lekker sportief door. In Cernay gooien we de tank weer vol en hebben we een camping uitgekozen. De receptie is zowaar nog open en we kunnen voor morgen zelfs nog broodjes bestellen. De camping is verder vrij basic en de toiletgebouwen wat verouderd, maar voor 15 euro per nacht voor ons beiden is het ook niet duur.
Als de tentjes staan zetten we nog even een bak koffie, want eten hebben we natuurlijk al gedaan. Dan lopen we nog even een klein rondje door de omgeving, want ik vind het ook op doorreis wel leuk om te zien in wat voor omgeving je staat. Rondom de camping zit een grote Ooievaarskolonie, we tellen er zeker meer dan 30. Overal op huizen en in bomen zie (en hoor) je de Ooievaars in hun nesten zitten.
Veel meer is er in de directe omgeving niet te doen, dus na een helaas niet al te warme douche zoeken we ons bed op. We hebben er zo’n 750km opzitten, waarvan een deel binnendoor. De afgelopen nacht was niet al te lang, dus het was best een vermoeiende dag.
Donderdag 11 juli 2019
We hebben de wekker om 7 uur en pakken alvast de eerste spullen in. Vanaf 8 uur kunnen we de broodjes afhalen en ontbijten we lekker in de zon. Om 9 uur exact zijn we klaar voor vertrek. We hebben gisteren al getankt dus wel kunnen gelijk op pad. Vind ik altijd wel prettig, dan hoef je niet meteen op zoek te gaan naar een pomp.
We beginnen met een stuk Route Nationale naar Belfort, Montbéliard en Pontarlier. Vooral het stuk naar Pontarlier is saai en het schiet totaal niet op. Je gaat zowat van het ene dorp naar het andere dus je moet continue van het gas af. Om een beetje op te schieten ga je ongemerkt steeds harder door de dorpjes heen, maar dat is natuurlijk eigenlijk niet de bedoeling. Na een van de dorpjes waar ik me realiseerde dat ik bijna 95 in plaats van 70 reed, schieten 2 motorrijders van de Gendarmerie achter ons de weg op. Dat gaat geld kosten ben ik bang. De blauwe lampen gaan aan, de ene haalt ons in en de andere blijft achter ons. Eigenlijk ben ik al bezig een stopplek te zoeken, maar dan geeft de voorste motorrijder gas en haalt de paar auto’s voor ons ook in. De achterste volgt even later ook, en een paar auto’s voor ons wordt er een uit de rij geplukt. Daar komen we goed mee weg.
Net voorbij Pontarlier stoppen we langs het Lac Saint-Point bij het terrasje van een camping voor een bakkie met een warme wafel en pakken we even een half uurtje rust. Dan stappen we weer op en naderen we de bergen van de Jura. Op het stuk van Les Rousses naar Gex kunnen de remmen weer los en knallen we heerlijk in de rondte. Het is rustig, dus we kunnen lekker doorrijden. Traditioneel stoppen we even op het uitkijkpunt over het Lac Léman voor een foto, de echte bergen komen in zicht!. We lunchen met wat koekrepen en krentenbollen die we nog van huis mee hadden.
Het stuk tussen Gex en Annecy is gewoon niet leuk, maar je moet er even doorheen. Of via het drukke Geneve, of een stuk omrijden waar ook geen zak aan is. We gaan door Geneve. Het is een uurtje afzien, maar uiteindelijk naderen we Annecy. Het drukke centrum laten we snel achter ons en we rijden langs het meer naar “ons” strandje bij Sévrier. We trekken snel het warme motorpak uit en de zwembroek aan voor een duik in het heerlijk heldere water van het meer van Annecy. Het is altijd een leuke en lekkere afwisseling tijdens het motorrijden en je bent weer helemaal opgefrist. Even opdrogen in de zon, en dan (dat is even wat minder) het warme motorpak weer aan.
We stappen weer op en slaan meteen af naar de Col de Leschaux. De drukte laat je hier meteen achter je. Borden geven aan dat de weg is afgesloten, maar op maps zag ik dat je er via een andere route ook wel omheen kan. Dat blijkt te kloppen, al zijn we natuurlijk niet de enige die dat ontdekt hebben. We sluiten aan achter een rijtje auto’s, omdat voor ons net een boer zijn koeien van het ene naar het andere weiland aan het brengen is. De hele weg ligt vol met koeienstrond en we kunnen niks anders dan stapvoets volgen. We halen de rij auto’s voor ons wel voorzichtig in, dan rijden we tenminste vooraan als de koeien weg zijn. Dan slaan de koeien af het weiland in, en kunnen wij er vandoor. Over de Col de Leschaux naar de Col de Frêne. Nog niet echt spectaculair, maar een leuke opwarmer voor het echte werk van de komende dagen.
Dan weer een stukje RN naar La Chambre, waar we doorsteken naar de Col du Glandon. Dit is weer het echte werk. We sturen heerlijk omhoog naar de pashoogte en stoppen natuurlijk even voor wat foto’s. Het is inmiddels alweer 7 uur geweest, dus het is heerlijk rustig. Natuurlijk kunnen we het ook niet laten om vanaf de Glandon nog de 3 kilometer naar de verderop liggende Croix de Fer te nemen. Je kunt hem al zien liggen. Wat is het heerlijk om weer in de echte bergen te zijn! Na wat foto’s keren we weer om, langs de Glandon en dalen af naar Le Bourg d’Oisans. Om 20:00 uur stoppen we op camping La Cascade. We melden ons bij de receptie, bestellen broodjes en zetten snel de tentjes op.
Het restaurant is open tot 21:00 uur, dus om 20:30 uur lopen we eerst maar eens die kant op. Terwijl hij volgens de campinginformatie open zou moeten zijn zit alles potdicht, en ook bij de receptie zit inmiddels niemand meer. Dat is even jammer. We zijn moe en hebben totaal geen zin meer om naar het dorp te lopen. We twijfelen nog even om de motor te pakken, maar we hebben net onze pakken uit en hebben eigenlijk ook helemaal geen zin om alles weer aan te trekken. Dan kiezen we maar voor ons noodrantsoen, zakken spaghetteria. Pasta Pesto, 10 minuten koken en klaar. Het moet maar, en is eigenlijk best te eten. Daarna nog een bakkie en de inwendige mens is weer tevreden. Terwijl het begint te schemeren kijken we nog even bij de waterval achter de camping, maar eigenlijk is het al iets te donker. Dan nog maar even bij de tent hangen, douchen en naar bed.
Woensdag 10 juli 2019
Het meeste staat al ingepakt klaar, alleen slaapzak en matje nog even oprollen en inpakken, dat doe ik altijd als laatst. Als ik tijdens het ontbijten nog even het nieuws kijk wordt de Touretappe van vandaag doorgesproken, en de plaatsen die genoemd worden komen me allemaal iets te bekend voor. Fuck, de Vogezen, precies waar ik vanmiddag doorheen wil. Totaal geen rekening gehouden met de Tour. Hoe dan ook, we zien wel. Ze starten vandaag om 13:15 uur in St. Die, en ik verwacht niet dat wij daar om die tijd al zijn. Misschien valt het mee dus. De tassen aan de motor, alles goed vastsnoeren, en dan ben ik klaar voor vertrek. De A8 begint zoals altijd rond deze tijd met file, maar gelukkig kan ik snel richting de rustigere ring Noord, in plaats van naar de drukke Coentunnel. Rond half 9 ben ik bij Jelmer, doen we nog snel een bakkie en stappen we op. Nog even langs de pinautomaat om wat geld te halen om de pot te vullen, en om 9 uur zijn we er dan echt klaar voor. Helaas heb ik een aantal dagen terug mijn rechter duim gekneusd, en met rijden heb ik daar best wat last van. Hopen dat het de komende dagen wat afneemt!
We hebben verbazend genoeg geen last van files, dus het afrijden van de hele A2 voorloopt soepel. Om 11 uur zetten we alweer voet aan de grond bij het laatste tankstation voor de grens met België. We rusten even een kwartiertje, eten een broodje en gaan dan weer verder. Tanken doe we zo in Luik wel, dat scheelt al snel zo’n 40 cent per liter. Zo gezegd zo gedaan, en bij de eerste pomp na het binnenrijden van het centrum van Luik gooien we de tank weer vol.
Dan gaan we weer vrolijk verder het centrum door en de snelweg weer op. Het is stralend weer, en ter hoogte van de parkeerplaats waar we vorig jaar in doorwaaipak stonden te schuilen voor een enorme hoosbui kijken we elkaar nog even aan. Hopelijk blijft ons dat dit jaar bespaard. Overigens heb ik dit jaar gekozen voor mijn gewone textielpak en blijft het doorwaai thuis. De voorspellingen zijn op zich goed, maar de temperaturen niet zo erg hoog. Wederom gaat alles voorspoedig, de grens over naar Luxemburg, en stoppen we weer bij het laatste tankstation voor de grens. De tank is nog niet leeg, maar we zijn tenslotte Nederlanders dus de kans op een paar goedkope liters benzine laten we ons natuurlijk niet voorbij gaan. Het is inmiddels rond 13:00 uur, dus we doen gelijk een bakkie en een broodje in het warme zonnetje.
Nog een stukje snelweg tot Metz, en dan gaan we er af om binnendoor verder naar Saint Die des Vosges te gaan. Tot we op de hoogte van Nancy zijn is er nog niet al te veel aan, we hadden ook tot Nancy over de snelweg kunnen gaan maar ik was wel even klaar met de snelweg. Pas na 15:00 uur komen we langs St. Die, en het toercircus inmiddels vertrokken. Op de borden staat wel dat de wegen tot 15:00 uur afgesloten zouden zijn, dus het lijkt erop dat we net geluk hebben gehad.
Dan door naar Sainte Marie Aux Mines voordat het echt leuk begint te worden. We steken door naar Le Bonhomme, en dan richting Col de la Schlucht voor de Route des Crêtes. Het is heerlijk rijden en de saaie snelwegkilometers van vanochtend zijn we snel weer vergeten. Natuurlijk moet je een selectie maken als je op doorreis bent, maar eigenlijk zit je hier op elke weg wel goed. Het is inmiddels half 6 als we aan het begin van de Route des Crêtes nog even de klim naar de Hohneck maken. We genieten even van het uitzicht op de twee na hoogste berg van de Vogezen, en we besluiten hier in het restaurantje gelijk wat te gaan eten. Helaas vinden we op de kaart helemaal geen avondmaaltijden, en als we er naar vragen blijkt dat ze over een kwartiertje ook al dicht gaan. Dan maar even snel een colaatje en weer verder.
De volgende restaurantjes die we tegenkomen zijn of dicht, of de dinerkaart is pas vanaf 19:00 uur en daar gaan we niet op wachten. We vervolgen de route Des Crêtes en proberen het nog eens bij Le Markstein. Daar hebben we meer geluk. Van alle moeilijke Franse gerechten op de kaart klinkt spaghetti bolognese het meest vertrouwd, dus daar houden we het bij. Makkelijk en snel, dan kunnen we snel weer door. Ondertussen zoeken we op de app even naar een camping, en ook een tankstation is op korte termijn wel noodzakelijk want het einde van de Luxemburgse peut komt in zicht.
Morgen komt de toer hier voorbij, en rondom Le Markstein staat elke vrije centimeter gras vol tentjes en campers. Als we weer doorrijden is het dus even opletten, want overal lopen mensen over de weg of zitten in de berm te BBQ’en. We rijden verder langs de Grand Ballon en richting Cernay. Het is inmiddels weer heerlijk rustig op de weg, dus we trekken het laatste stukje lekker sportief door. In Cernay gooien we de tank weer vol en hebben we een camping uitgekozen. De receptie is zowaar nog open en we kunnen voor morgen zelfs nog broodjes bestellen. De camping is verder vrij basic en de toiletgebouwen wat verouderd, maar voor 15 euro per nacht voor ons beiden is het ook niet duur.
Als de tentjes staan zetten we nog even een bak koffie, want eten hebben we natuurlijk al gedaan. Dan lopen we nog even een klein rondje door de omgeving, want ik vind het ook op doorreis wel leuk om te zien in wat voor omgeving je staat. Rondom de camping zit een grote Ooievaarskolonie, we tellen er zeker meer dan 30. Overal op huizen en in bomen zie (en hoor) je de Ooievaars in hun nesten zitten.
Veel meer is er in de directe omgeving niet te doen, dus na een helaas niet al te warme douche zoeken we ons bed op. We hebben er zo’n 750km opzitten, waarvan een deel binnendoor. De afgelopen nacht was niet al te lang, dus het was best een vermoeiende dag.
Donderdag 11 juli 2019
We hebben de wekker om 7 uur en pakken alvast de eerste spullen in. Vanaf 8 uur kunnen we de broodjes afhalen en ontbijten we lekker in de zon. Om 9 uur exact zijn we klaar voor vertrek. We hebben gisteren al getankt dus wel kunnen gelijk op pad. Vind ik altijd wel prettig, dan hoef je niet meteen op zoek te gaan naar een pomp.
We beginnen met een stuk Route Nationale naar Belfort, Montbéliard en Pontarlier. Vooral het stuk naar Pontarlier is saai en het schiet totaal niet op. Je gaat zowat van het ene dorp naar het andere dus je moet continue van het gas af. Om een beetje op te schieten ga je ongemerkt steeds harder door de dorpjes heen, maar dat is natuurlijk eigenlijk niet de bedoeling. Na een van de dorpjes waar ik me realiseerde dat ik bijna 95 in plaats van 70 reed, schieten 2 motorrijders van de Gendarmerie achter ons de weg op. Dat gaat geld kosten ben ik bang. De blauwe lampen gaan aan, de ene haalt ons in en de andere blijft achter ons. Eigenlijk ben ik al bezig een stopplek te zoeken, maar dan geeft de voorste motorrijder gas en haalt de paar auto’s voor ons ook in. De achterste volgt even later ook, en een paar auto’s voor ons wordt er een uit de rij geplukt. Daar komen we goed mee weg.
Net voorbij Pontarlier stoppen we langs het Lac Saint-Point bij het terrasje van een camping voor een bakkie met een warme wafel en pakken we even een half uurtje rust. Dan stappen we weer op en naderen we de bergen van de Jura. Op het stuk van Les Rousses naar Gex kunnen de remmen weer los en knallen we heerlijk in de rondte. Het is rustig, dus we kunnen lekker doorrijden. Traditioneel stoppen we even op het uitkijkpunt over het Lac Léman voor een foto, de echte bergen komen in zicht!. We lunchen met wat koekrepen en krentenbollen die we nog van huis mee hadden.
Het stuk tussen Gex en Annecy is gewoon niet leuk, maar je moet er even doorheen. Of via het drukke Geneve, of een stuk omrijden waar ook geen zak aan is. We gaan door Geneve. Het is een uurtje afzien, maar uiteindelijk naderen we Annecy. Het drukke centrum laten we snel achter ons en we rijden langs het meer naar “ons” strandje bij Sévrier. We trekken snel het warme motorpak uit en de zwembroek aan voor een duik in het heerlijk heldere water van het meer van Annecy. Het is altijd een leuke en lekkere afwisseling tijdens het motorrijden en je bent weer helemaal opgefrist. Even opdrogen in de zon, en dan (dat is even wat minder) het warme motorpak weer aan.
We stappen weer op en slaan meteen af naar de Col de Leschaux. De drukte laat je hier meteen achter je. Borden geven aan dat de weg is afgesloten, maar op maps zag ik dat je er via een andere route ook wel omheen kan. Dat blijkt te kloppen, al zijn we natuurlijk niet de enige die dat ontdekt hebben. We sluiten aan achter een rijtje auto’s, omdat voor ons net een boer zijn koeien van het ene naar het andere weiland aan het brengen is. De hele weg ligt vol met koeienstrond en we kunnen niks anders dan stapvoets volgen. We halen de rij auto’s voor ons wel voorzichtig in, dan rijden we tenminste vooraan als de koeien weg zijn. Dan slaan de koeien af het weiland in, en kunnen wij er vandoor. Over de Col de Leschaux naar de Col de Frêne. Nog niet echt spectaculair, maar een leuke opwarmer voor het echte werk van de komende dagen.
Dan weer een stukje RN naar La Chambre, waar we doorsteken naar de Col du Glandon. Dit is weer het echte werk. We sturen heerlijk omhoog naar de pashoogte en stoppen natuurlijk even voor wat foto’s. Het is inmiddels alweer 7 uur geweest, dus het is heerlijk rustig. Natuurlijk kunnen we het ook niet laten om vanaf de Glandon nog de 3 kilometer naar de verderop liggende Croix de Fer te nemen. Je kunt hem al zien liggen. Wat is het heerlijk om weer in de echte bergen te zijn! Na wat foto’s keren we weer om, langs de Glandon en dalen af naar Le Bourg d’Oisans. Om 20:00 uur stoppen we op camping La Cascade. We melden ons bij de receptie, bestellen broodjes en zetten snel de tentjes op.
Het restaurant is open tot 21:00 uur, dus om 20:30 uur lopen we eerst maar eens die kant op. Terwijl hij volgens de campinginformatie open zou moeten zijn zit alles potdicht, en ook bij de receptie zit inmiddels niemand meer. Dat is even jammer. We zijn moe en hebben totaal geen zin meer om naar het dorp te lopen. We twijfelen nog even om de motor te pakken, maar we hebben net onze pakken uit en hebben eigenlijk ook helemaal geen zin om alles weer aan te trekken. Dan kiezen we maar voor ons noodrantsoen, zakken spaghetteria. Pasta Pesto, 10 minuten koken en klaar. Het moet maar, en is eigenlijk best te eten. Daarna nog een bakkie en de inwendige mens is weer tevreden. Terwijl het begint te schemeren kijken we nog even bij de waterval achter de camping, maar eigenlijk is het al iets te donker. Dan nog maar even bij de tent hangen, douchen en naar bed.