Reisverslag 2023: 4 maanden door Canada&Alaska

Frazer

Happy Misfit
Donateur
4 apr 2007
10.706
17.107
Koog aan de Zaan
Ik heb al een hoop prachtige motorreizen kunnen en mogen maken, maar al jaren loop ik met het idee om eens echt lang weg te gaan. Door de reisbeperkingen van de afgelopen jaren kwam het er niet van, maar begin vorig jaar besloot ik dat 2023 toch echt het jaar moest worden.

Omdat ik vrijwel alle landen van Europa inmiddels wel heb afgevinkt wilde ik het al jaren wat verderop zoeken. Er staat nog genoeg op mijn lijstje, maar al snel viel de keuze op Canada en Alaska. Ik heb familie in Canada die ik heel graag een keer wil bezoeken, en daarnaast voel ik me ook altijd aangetrokken tot het hoge noorden. Waarom precies weet ik niet, maar als ik in het noorden van Scandinavië ben heb ik ook altijd een beetje het gevoel dat ik daar hoor. Ik hou nou eenmaal van de uitgestrektheid, de rust en ruimte, de weersextremen, en de mentaliteit, zelfredzaamheid en natuurbesef van de mensen boven de poolcirkel. Het heeft me jaren geleden gegrepen, en nooit meer losgelaten.

Op mijn werk heb ik al jaren een verlofspaarregeling, de mogelijkheid om veel over te werken en vrije dagen op te sparen, en daarbij ook het geluk van een welwillende werkgever. Ik wilde er in de eerste instantie ook wat onbetaald verlof bij opnemen, maar juist doordat ik deze reis een paar jaar heb moeten uitstellen had ik de mogelijkheid om nog wat extra dagen bij elkaar te schrapen. Zo kwam ik inclusief mijn vakantiedagen van dit jaar op een totaal van 4 maanden. Dat moest maar genoeg zijn, en doordat ik dan gewoon wordt doorbetaald hoef ik me financieel ook niet al te druk te maken. Eind 2022 heb ik het op het werk maar eens voorzichtig gebracht, en ik kreeg gelukkig alle medewerking. De periode heb ik vastgezet op half mei tot half september, het aftellen kon beginnen!

De voorbereiding:

Natuurlijk was het plan om deze reis met de motor te maken, en daar was dan ook gelijk de eerste uitdaging. Voor 4 maanden een motor huren is onbetaalbaar, dus dat was sowieso geen optie. Een motor kopen ligt in Canada ook wat lastiger, want je kunt geen voertuigen op je naam zetten als je er niet woont. Er zijn wel opties als je een werkvisum hebt, maar dat vraagt ook weer een hoop geregel. In de VS zijn ze wat makkelijker, dat was eventueel een optie geweest, maar 4 maanden is dan eigenlijk net weer een beetje aan de korte kant. Je moet op zoek naar een motor, hopen dat je snel iets tegenkomt wat aan je eisen voldoet en technisch ook nog een beetje in orde is, en voor het einde van je reis moet je hem ook weer zien te verkopen. Daar moet je niet te lang mee wachten, want anders blijf je er mee zitten. Een hoop regelwerk wat eigenlijk alleen goed werkt als je geen tijdsdruk hebt of als je ter plaatse contacten hebt die het voor je kunnen doen. 4 maanden is lang, maar je wil ook geen weken kwijt zijn met de aankoop en verkoop van een motor, en de kans lopen dat je onderweg meer bij een dealer staat dan dat je aan het rijden bent. En het belangrijkste van alles, eigenlijk maak je zo’n reis toch sowieso het liefst op je eigen motor? Ik hoefde er dus niet heel lang over na te denken, mijn eigen motor gaat mee die kant op!

In tegenstelling tot auto’s en campers heb je voor een motor naast het vervoer per schip ook de optie van het vliegtuig. Beide opties hebben zo hun voor en nadelen. Per schip is goedkoper, maar het duurt veel langer, en je bent gebonden aan de havens waar zo’n rederij op vaart. Het kan gunstig zijn als je met meerdere mensen een container kan huren, maar omdat ik alleen ga was dat ook niet echt een optie. De meeste reizigers die voertuigen naar Canada verschepen doen dat naar Halifax, maar dit ligt helemaal aan de oostkust, en ik wil vooral naar de westkust. Mijn familie woont daar, en ik wil ook naar Alaska. Canada is enorm, en van kust naar kust is een verschil van zo’n 5000km. Dat overbrug je dus ook niet zomaar even. Verschepen naar Vancouver aan de westkust is weer veel duurder, omdat deze route veel langer is. Voor mij viel de keuze dus al snel op het vliegtuig. Ja het is duurder, maar het verschil is kleiner dan je zou denken. Bovendien is het veel sneller, je kan in principe vliegen op iedere grote luchthaven, en je bent redelijk zeker dat je motor ook echt op de afgesproken tijd op de afgesproken plaats staat.

Er zijn uiteraard meerdere bedrijven die het vervoer voor je kunnen doen, maar ik ben terecht gekomen bij Motorcycle Express. Dit is een bedrijf dat zich met name concentreert op het vervoer van motoren tussen Europa en Canada. Ieder jaar komen ze met een flink aantal reisroutes en de daarbij behorende prijzen, en je kiest eigenlijk simpelweg de route en prijs die het beste bij je past. Niet iedere vliegmaatschappij vervoert zomaar motoren, waardoor vertrekken vanaf Amsterdam geen optie was. Vanuit Nederland zijn Parijs en Frankfurt de dichtstbijzijnde opties. Omdat de afstand naar Parijs of Frankfurt voor mij vrijwel gelijk is was het simpelweg kiezen voor de goedkoopste optie, en dat was Parijs. Niet dat het heel veel scheelt, maar alle beetjes helpen.

De volgende keuze was de bestemming, en dat werd Calgary. Mijn eerste gedachte was Vancouver, maar deze vlucht was duurder dan die naar Calgary, en bovendien was de vlucht naar Calgary rechtstreeks en die naar Vancouver met een tussenstop. Mijn familie woont zo’n beetje verspreid tussen Calgary en Vancouver, dus daarvoor maakte het weinig uit. Calgary dus, sneller en iets goedkoper dan Vancouver. Met het kiezen van de route kies je indirect ook de maatschappij, want niet iedere maatschappij heeft dezelfde routes in het assortiment. Voor mij werd het de Canadese maatschappij Westjet, die alleen in de zomermaanden op Parijs vliegt. Groot voordeel is dat je motor bij Westjet gewoon in een passagiersvliegtuig gaat, dus je hebt de optie om zelf op dezelfde vlucht mee te gaan. Het is geen verplichting, maar natuurlijk wel zo makkelijk. De motor wordt overigens niet ingekrat, hij komt op een speciale pallet te staan. Daarom hoef je hem dus ook niet uit elkaar te halen, en zelfs de koffers kunnen er gewoon aan blijven. Enige eisen, de accu moet worden afgekoppeld, en er mag niet meer dan 1 gallon (=3,8 liter) benzine in de tank zitten. Het duurde gelukkig nog even, maar ook voor de terugweg heb ik gekozen voor Calgary-Parijs. Zelfde maatschappij, wel zo makkelijk.

Veruit de meest gestelde vraag is natuurlijk, wat kost zo’n geintje? De heenweg was $2800, en de terugweg $1800. Waarom dat verschilt weet ik ook niet, want het is exact dezelfde route en maatschappij. Samen met nog wat luchtvaart Tax en andere bijkomende kosten kwam het geheel zo ongeveer uit op $5000. Amerikaanse dollars, dat was op dat moment zo’n €4500,- Dat is exclusief mijn eigen ticket. Die kosten zijn uiteraard afhankelijk van hoe lang van tevoren je boekt. Ik heb gekozen voor de heenvlucht op maandag 15 mei, en de terugvlucht op vrijdag 8 september.

Omdat je Europese motorvoertuigenverzekering in Canada en de VS niet geldig is moest ik een extra verzekering afsluiten. Hiervoor betaalde ik ook nog eens iets van 600 dollar voor 4 maanden. Meer dan het dubbele van wat ik in Nederland voor een heel jaar betaal, maar verzekeringen zijn nou eenmaal duur daar. Het verdere papierwerk was eigenlijk niet meer dan een Esta voor Canada en de VS. Kost een paar dollar maar je moet het hebben om de grens over te komen. Als EU-onderdaan mag je 6 maanden visumvrij in Canada verblijven, en in de VS maximaal 3 maanden. Omdat ik daar niet overheen ga hoef ik voor mijn verblijf verder niks te regelen. Tot zo ver het administratieve voorwerk.

Ik schat dat ik in 4 maanden tijd zo’n 20.000 kilometer zal rijden, dus ik wil de motor natuurlijk in topconditie mee hebben. Nou is hij pas 3 jaar oud dus technisch gezien maak ik me niet zo veel zorgen. Iets eerder dan het schema voorschrijft heb ik de kleppen laten stellen, want anders had dat er ergens halverwege de reis gemoeten. Alle vloeistoffen zijn natuurlijk vervangen, nieuwe ketting en tandwielen, nieuwe remblokken en een nieuwe voorband. De achterband stond ook wel in de planning, maar door een fabricagefout bleek er een hoogteslinger in mijn nieuwe achterband te zitten, een nieuwe was niet op voorraad en een andere bestelling zou waarschijnlijk niet op tijd komen. Noodgedwongen is de oude achterband er weer opgegaan, maar die was gelukkig nog wel voor zo’n 75% goed. Ook een nieuwe band had het waarschijnlijk niet de hele reis volgehouden, dus ergens moet er toch een nieuwe op. Tot slot heb ik voor de zekerheid de balhoofdlagers nog vervangen, want die begon ik ook wel een beetje te voelen.

IMG_5013.jpg


De oude remblokken zijn nog zo’n 50% en gaan mee als reserve. Daarbij ook een oliefilter, 2 binnenbanden, nieuwe rem- en koppelingsgreep, koppelingskabel en wat klein spul zoals boutjes en moertjes. Natuurlijk gereedschap, bandenlichters, plakkers, kleine compressor, wat reservezekeringen, en dan moet het maar goed zijn. Ze hebben daar ook wel motorzaken, maar niet op elke hoek van de straat, dus ik wil zoveel mogelijk in staat zijn om eventuele problemen zelf op te lossen. Alle reservedelen, compressor en wat los spul wat ik hoop niet nodig te hebben gaan in 2 tasjes die voor aan de valbeugels komen te hangen. Met een beetje passen en meten zou het nog wel in de koffers passen, maar dan heb je het iedere dag in je handen terwijl je het niet nodig hebt. Nu zit het voor in de tasjes, die zolang alles goed gaat in principe dicht kunnen blijven. Onder de radiateur hangen de bandenlichters, die ik hopelijk ook niet nodig ga hebben.

Vorig jaar heb ik al een grotere Acerbis tank op de motor gezet, waardoor ik 23 liter in plaats van 16 mee kan nemen. De actieradius is hierdoor minimaal 500 kilometer, dus dat zou ruim voldoende moeten zijn. Op de Garmin heb ik Openstreetmaps kaarten van Canada en Alaska gezet, ik ben benieuwd of het werkt. Voor de zekerheid heb ik ook nog een oude telefoon bij me, mocht de Garmin niet werken dan kan ik altijd nog met de telefoon navigeren. Verder heb ik trouwens nauwelijks iets voorbereid, geen routes, geen slaapplaatsen. Ik heb wel globaal in gedachten waar ik heen wil, maar routes heb ik niet voorbereid. De familie (mijn oom&tante en twee nichtjes en een neef met hun gezinnen) weet dat ik kom, maar de exacte datum hebben we nog niet afgesproken. Het zal wel redelijk in het begin van de reis zijn, en op de terugweg eventueel nog een keer. We zien wel hoe het loopt.

Omdat niet alles uit mijn reguliere kampeeruitrusting zomaar in een vliegtuig mee mag, heb ik daar wat kleine aanpassingen in moeten doen. Zo heb ik besloten om mijn Coleman benzinebrander thuis te laten, want die krijg ik door het vaste tankje nooit helemaal 100% leeg. Je vraagt je af wat dat uitmaakt als je ook bijna 4 liter benzine in je tank hebt, maar zo makkelijk ligt het niet. Ik heb al diverse verhalen gehoord van mensen die hun brander mochten inleveren, en daar vind ik hem toch net even te duur voor. In plaats van de Coleman neem ik een MSR benzinebrander mee, zo’n brander die je aan een losse fles schroeft. Deze had ik al liggen, dus hoefde ik niet speciaal te kopen. De brander zelf heb ik zo ver mogelijk uit elkaar gehaald en alle onderdelen door de koffers verspreid. De fles uitgebreid gespoeld en daarna met een flinke dosis deodorant lekker fris gemaakt. In het ergste geval nemen ze de fles in en moet ik daar een nieuwe voor halen, maar dat zien we dan wel. Voor de koffie, of om even snel water te koken heb ik ook nog een klein gasbrandertje mee, dat werkt wat makkelijker dan de MSR brander. De MSR moet je eerst oppompen en voorverwarmen, en dat kost bij elkaar zowat meer tijd dan het koffiezetten zelf. Ook past de Bialetti net niet helemaal lekker op de MSR. Voor het gemak dus een klein opvouwbaar gaspitje, zonder gas natuurlijk, maar dat halen we daar wel. Ook etenswaren en verbruiksartikelen zoals shampoo, zonnebrand en muggenspray haal ik daar wel. Ook moest er voor 4 maanden medicatie mee, waar ik voor de zekerheid bij de huisarts maar een verklaring voor heb laten opstellen. Niet dat het nou zo heel bijzonder is, maar voor 4 maanden pillen in je koffer kan misschien vragen opwerpen.

Een week of 3 voor vertrek ontvang ik alle definitieve documenten voor het vervoer van de motor. Omdat ik vanaf Parijs vlieg moet ik natuurlijk eerst die kant op, maar dat is in een paar uurtjes prima te doen. Ik vlieg op maandag 15 mei in de middag, en ik was er vanuit gegaan dat ik de motor op zondagmiddag wel zou kunnen inleveren. Op zo’n grote internationale luchthaven als Charles de Gaulle kan dat toch wel in het weekend? Niet dus, zo blijkt als ik alles doorlees. Als je vliegt op maandag moet je de motor al op vrijdag inleveren. Daar had ik niet op gerekend, het was handig geweest als ze dat vooraf even hadden gemeld. Aan de andere kant, ik had het zelf ook kunnen vragen. Tot zover mijn plannen om in het weekend rustig die kant op te rijden.

Op de valreep kon ik de donderdag en vrijdag voor vertrek toch nog vrij nemen. Op donderdag alle laatste voorbereidingen treffen, en dan rij ik op vrijdagochtend naar Parijs. Om 14:00 uur heb ik een afspraak bij de vrachtafhandelaar, dus als ik op tijd vertrek moet dat makkelijk lukken. Omdat ik na het inleveren van de motor natuurlijk geen vervoer meer heb, en het voor 2 dagen ook niet echt de moeite is om te proberen op een andere manier thuis te komen, blijf ik het weekend noodgedwongen in Parijs. Het is niet helemaal wat ik in de planning had, maar er zijn slechtere plekken om een weekend te moeten verblijven. Voor 3 nachten heb ik een hotel vlakbij het vliegveld geboekt. De eerste extra kostenpost, maar veel keus heb ik niet.

Het weekend voor vertrek komen de nieuwe banden er op, (ik breng altijd losse velgen), maar als ik op zondag even een klein rondje rij merk ik een enorme trilling in de achterband. Een paar keer leeg laten lopen en opnieuw oppompen geeft geen verbetering. Helaas heb ik niet eerder dan donderdag de tijd om terug te gaan.

Op donderdag wordt de band er tot 2x toe afgehaald en opnieuw opgelegd, maar het probleem blijft. Op het balanceerapparaat zie je al meteen dat er een dikke hoogteslinger in zit. Een nieuwe band is niet op voorraad, en omdat ik op vrijdag vertrek is bestellen ook geen optie meer. Gelukkig heb ik thuis nog een zelfde band liggen, die nog voor meer dan de helft goed is. Er zit niks anders op dan die maar te monteren. Ik heb er niet aan gedacht om deze gelijk mee te nemen, maar monteren lukt me zelf wel. Bij het monteren blijkt ook nog eens dat het ventiel van de binnenband is gescheurd, misschien door mij of misschien door het 3x monteren en demonteren van de band, ik weet het niet. Hoe dan ook, ik wil niet nu al mijn reserve binnenband voor onderweg gebruiken, dus rij ik nog even snel naar een motorzaakje om de hoek voor een nieuwe. Alles bij elkaar kost het me de halve donderdag, niet helemaal de gedroomde voorbereiding, maar het probleem is opgelost. Als laatste pak ik alle spullen definitief in. Klaar lag het allemaal al, maar omdat ik natuurlijk ook nog een heel weekend in Parijs zit moet ik ook daar nog wat spullen voor apart houden. Morgen de puntjes op de I, en dan gaat het echt beginnen!


Dag 1, Vrijdag 12 mei 2023. Gereden: 517, Totaal: 517km

Nadat de achterband van de motor gisteren toch nog voor wat problemen en stress zorgde heb ik alles toch op tijd af gekregen. De laatste nacht voor vertrek is normaal gesproken nooit echt goed, maar dit keer heb ik boven verwachting goed geslapen. Om 5 uur gaat de wekker, want rond 6 uur wil ik vertrekken. Ik pak nog wat laatste spullen in, en maak de motor en alle bagage klaar voor vertrek. Ik loop nog een laatste inspectierondje door het huis, alles uit, opgeruimd en afgesloten. De buurvrouw houdt een oogje in het zeil en mijn broertje komt het eens in de paar weken een keer checken, maar verder staat het 4 maanden leeg.

Iets over zessen trek ik de deur dan toch echt achter me dicht en is de reis begonnen! Een beetje spannend wel, vooral de vliegreis en het transport van de motor, het is toch een hele onderneming. Ik hou helemaal niet van vliegen, dus ik zie best een beetje op tegen de vlucht. Als ik over een paar dagen eerst maar eens met het hele spul in Canada ben, dan kan ik pas echt opgelucht ademhalen.

Toen ik vanmorgen wakker werd hoorde ik het nog regenen, maar inmiddels is het gelukkig droog. Het maakt in kilometers en tijd weinig uit of ik over Rotterdam, of over Utrecht naar Breda ga, maar over Rotterdam vind ik altijd wat prettiger rijden. Hoewel ik redelijk goed heb geslapen voel ik me moe, slap en ik heb het koud. Toch een beetje stress en spanning denk ik. Ik gun het mezelf niet om te stoppen, dus de pomp op de A13 rij ik voorbij. Ik ben nog geen uur onderweg, niet zeuren. Terwijl ik voorbij rij vraag ik me af voor wie ik me nou groot zit te houden? Bij Rotterdam-Airport neem ik dus toch de afrit en stop om mijn donsjasje aan te trekken. Het is een graad of 12 maar ik sta te rillen van de kou. Ik prop gelijk even een ontbijtkoekreep naar binnen, en ga dan snel weer door.

Ik heb het dan misschien iets minder koud, maar ik kom nog steeds voor geen meter in mijn ritme. Nog geen uur later maak ik bij Hazeldonk alweer de volgende stop. Een dubbele espresso, en dan snel de grens over. Nederland, tot over 4 maanden!

Ik ben nog geen 5 minuten de grens over als het begint te regenen, en als ik de voorspelling moet geloven gaat dat voorlopig ook niet stoppen. Het maakt het humeur er in ieder geval niet beter op. Los van een korte file bij Antwerpen gaat het door België verder redelijk vlotjes, en om een uur of 9 maak ik kort voor de Franse grens nog een stop. Wederom een dubbele espresso, een croissantje en een broodje. Het weer laat zich niet van z’n beste kant zien en het liefst zou ik nog even blijven zitten, maar er is nog meer te doen vandaag.

IMG_5062.JPG

IMG_5061.JPG


Voorbij Lille ga ik de péage op, en kom ik eindelijk ook wat beter in mijn ritme. Met nog iets meer dan 100 kilometer tot Parijs moet ik tanken, maar omdat er maximaal 1 gallon benzine in de tank mag zitten als ik de motor straks inlever gooi ik er niet te veel in. Ik tank 4 liter, dat moet wel genoeg zijn. Nu ik toch bij de pomp sta neem ik meteen nog maar een bakkie, en ga dan door voor het laatste stukje. Het laatste half uurtje is het zelfs droog, en kan mijn pak nog even lekker droog waaien. Daar ben ik wel blij mee, want ik wil mijn broek straks in de motorkoffer stoppen, en dat is natuurlijk niet lekker als hij nat is.

Iets na 12 uur kom ik aan in Roissy-en-France, vlakbij het vliegveld Charles de Gaulle waar ik straks de motor moet inleveren. Ik heb een afspraak om 2 uur vanmiddag, dus ik ben ruim op tijd. Ik rij eerst even langs het adres waar ik de motor moet afgeven, dan hoef ik straks niet meer te zoeken. Het is maar een klein stukje naar het hotel wat ik voor de komende 3 nachten heb geboekt en gelukkig kan ik al vanaf 12 uur inchecken. Ik breng eerst mijn tas naar de kamer, want die gaat mee als ruimbagage. Dan check ik nog een laatste keer of ik alle papieren voor het transport compleet heb, en of er niks meer in de koffers zit wat ik de komende dagen nog nodig heb. Mijn motorbroek is gelukkig droog, dus die prop ik in de koffer. Mijn jas hou ik maandag in het vliegtuig gewoon aan, en ook mijn helm gaat mee als handbagage.

Om 13:45 uur ben ik weer op het adres waar ik de afspraak voor het inleveren van de motor heb. Ik word geholpen door een aardige man die zowaar Engels spreekt en alle papieren al voor me in orde gemaakt heeft. Van de hele stapel papieren die ik vooraf moest invullen, in kleur uitprinten en in tweevoud moest meenemen heeft hij er precies geen één nodig. Ik hoef alleen een paar handtekeningen te zetten en €150,- aan afhandelingskosten en luchtvaarttax te betalen.

Als de hele papierwinkel rond is moet ik een andere medewerker volgen naar de loods waar de motor klaar voor transport wordt gemaakt. Het is ongeveer 5 minuten rijden naar de vrachtterminal die grenst aan de luchthaven. Buiten koppel ik de accu los, en volgens het voorschrift tape ik de polen en aansluitingen in. De motor mag maximaal 1,55 meter hoog zijn, dus ik moet het ruitje eraf halen en de aansluiting van de Garmin omlaag zetten. De enige andere eis is maximaal 1 gallon (=3,8 liter) benzine in de tank. Het is natuurlijk nooit precies te controleren, maar hij is zo goed als leeg.

Het is chaotisch in de terminal, heftrucks scheuren in het rond en niemand spreekt Engels. De medewerker die ik vanaf het kantoor moest volgen geeft me ook geen al te best vertrouwen. Ook hij spreekt zo goed als geen Engels en hij komt niet echt over alsof hij precies weet wat de bedoeling is. Er wordt niet gecheckt hoeveel benzine er in de tank zit, niet of de accu wel is afgekoppeld, en ook de sleutels van de motor, die volgens de papieren bij de motor moeten blijven, hoeven ze niet te hebben. De bagage wordt niet gecheckt, eigenlijk checken ze helemaal niks. Er komt alleen een label met de bestemming op, wat zo slecht wordt vastgeplakt dat het er volgens mij bij de eerste windvlaag al af ligt. Ik trek er zelf voor de zekerheid nog maar een tyrap omheen. Het geeft allemaal niet echt veel vertrouwen. De term "met de Franse slag" komt weer duidelijk tot zijn recht. Ik ben een beetje opgelucht als er nog een andere motorrijder verschijnt. Hij is ook Frans maar spreekt gelukkig wel Engels, dus kan een beetje vertalen. Hoewel zijn motor naar Montreal moet en die van mij naar Calgary geeft het me toch net een iets zekerder gevoel dat die van mij niet de enige is. We staan nog een tijd te wachten, het is me niet duidelijk waarop precies, maar na een half uur komt iemand die de motor checkt op schades, en dan is de administratie rond. In de documentatie staat dat ik er ook bij moet zijn als de motor wordt opgeladen en door de X-Ray gaat, maar niks van dat alles. Ik moet hem gewoon hier achterlaten, in een chaotische terminal. Op hoop van zegen.

IMG_5064.JPG


IMG_5065.JPG


Hoewel het niet ver is, is de medewerker van het kantoor wel zo vriendelijk om me even met de auto naar mijn hotel te brengen. Om 16:00 uur ben ik weer terug op de kamer. Had dat nou niet op maandagochtend gekund? Het was een kort nachtje, dus ik ga eerst even douchen en op bed liggen. Om 7 uur loop ik even het dorp in voor een paar boodschappen voor de komende dagen. Naast de supermarkt zit een sushitent, waar ik een Pokebowl haal en meeneem naar de kamer. De rest van de avond lig ik nog een beetje te Netflixen, en ik begin aan mijn reisverslag. Nieuw voor dit jaar is dat ik mijn verslag bij ga houden op Polarsteps, dan kunnen familie en vrienden het thuis ook volgen. Voordeel is dat ik het bij thuiskomst dan ook gelijk over kan zetten naar MF.
 
Dag 2, Zaterdag 13 mei. Gereden: 0

Omdat ik de motor al op vrijdag af moest geven maar pas op maandag vlieg zit ik noodgedwongen 2 dagen in Parijs. Nou is een stadsbezoek niet echt mijn ding, maar er zijn slechtere plekken dan Parijs. Ik vind het ook wel leuk om hier weer eens te zijn, want dat is al zeker 25 jaar geleden. In het dorp haal ik eerst nog een ontbijtje, en om 9 uur ga ik met de shuttlebus van het hotel naar het vliegveld. Het vliegveld Charles de Gaulle ligt nog wel een flink stuk van het centrum van Parijs, dus ik moet met de metro naar het centrum. Tenminste, dat is het plan. Door een storing vertrekken er al een half uur geen metro’s richting het centrum, dus het perron staat al lekker vol. De omroepberichten zijn gelukkig alleen maar in het Frans, net als de tekst op de informatieborden. Wat verwacht je ook op de 2e luchthaven van Europa.

Ik heb geen idee waarop het wachten is, en aan alle andere toeristen om me heen te zien ben ik niet de enige. Ondertussen raakt het perron voller en voller, en de roltrap blijft maar mensen aanvoeren. Na ongeveer een uur komt er dan eindelijk een trein, en duikt iedereen er in. Ik weet niet hoe, maar zowaar heb ik een zitplaats. Na ongeveer een kwartier wachten zonder een meter te hebben gereden wordt er weer iets in het Frans omgeroepen. Gelukkig weet iemand te vertalen dat deze trein niet naar het centrum gaat, maar slechts tot een of andere buitenwijk. Net zo snel als iedereen er zat zijn de meesten er ook weer uit. Na wederom wachten op het perron komt er een andere trein, en duikt iedereen daar weer in. Na ook hier een tijdje in te hebben gezeten komt er een medewerker vertellen dat we er toch weer uit moeten. Een soort stoelendans met treinen dus. 3x scheepsrecht, door naar trein nummer 3. Deze gaat gelukkig wel, maar inmiddels heeft half Parijs zich er al in gepropt, dus sta ik in het gangpad.

Op ieder station waar we langs komen staat het natuurlijk ook vol, want dit is de eerste trein in ongeveer 1,5 uur. Het blijkt dat als je denkt dat er echt niemand meer bij kan, het toch kan. Wel met ruzie en een hoop geschreeuw tot gevolg trouwens. 45 minuten als haringen in een ton, omvallen kan in ieder geval niet. Genieten. Al met al is het de treinreis van m'n leven, ik ga ook eens een stad in.

Op station Notre-Dame stap ik uit en kijk ik eerst even bij de kerk. Wat er nog van over is tenminste. Daarna een stukje wandelen langs de Seine, langs het Louvre door het park naar het Place de la Concorde. Over de Champs Elysees naar de Arc de Triomphe, daarna natuurlijk naar de Eiffeltoren, en weer terug naar Place de la Concorde. Leuk om het allemaal weer eens te zien, maar kijken vanaf buiten is genoeg voor mij. Veel te druk, en te duur ook trouwens. Tussendoor even zitten in een van de mooie parken, mensen kijken en veel te dure koffie drinken. Het is prachtig weer en de sfeer is gemoedelijk. Het is echt wel een mooie stad met veel mooie gebouwen en parken. Iets na 19:00 uur vind ik het wel mooi geweest, het begint een beetje te spatten en onweer is onderweg, ik moet nog 3 kwartier met de metro en ik weet ook niet zeker tot hoe laat de shuttlebus terug naar het hotel gaat. Ik ben er ook wel klaar mee, want alles ligt behoorlijk ver uit elkaar dus ik heb een flink stuk gelopen. Om 20:45 uur ben ik weer in het hotel, en ga ik in het restaurant wat eten. Na het eten ga ik lekker naar de kamer, laat ik het bad vol lopen en lig ik te netflixen tot het water te koud wordt. Ik bekijk morgen even of ik nog een keer de stad in ga. Ik heb natuurlijk nog lang niet alles gezien, maar zo blij maak je me nou ook weer niet met een stad. Aan de andere kant, ik ben hier toch en wat moet ik anders doen?

IMG_5070.JPG


IMG_5071.JPG


IMG_5074.JPG


IMG_5077.JPG


IMG_5083.JPG



Dag 3, Zondag 14 mei. Gereden: 0

Ik heb even getwijfeld, maar rond een uur of 10 besluit ik toch maar om de stad in te gaan. Heel de dag in het hotel hangen is ook niks aan en verder is er in de omgeving weinig te doen. Zonder treinstoringen werkt het OV prima, en omdat het zondag is slaat de metro de meeste tussenliggende stations over. Het gaat dus lekker vlot vandaag, en rustig. Op Gare du Nord stap ik over op een andere lijn en ga door naar de Père-Lachaise, de grootste begraafplaats in Parijs waar een hoop beroemdheden liggen. Ik vind begraafplaatsen altijd wel iets moois hebben, maar dit is vooral oude zooi. Heel veel slecht, niet onderhouden of al ingestorte monumenten. Het zal wel de charme zijn, maar ik vind het niks. Voor zover je al vrolijk kan worden van een begraafplaats ben ik hier vrij snel klaar mee.

IMG_5095.JPG


IMG_5096.JPG


Vanaf Père Lachaise pak ik de metro naar Montmartre, want de Sacré-Coeur heb ik gisteren nog niet afgevinkt. Het is behoorlijk druk, en doordat het zonnetje inmiddels is doorgebroken ook lekker warm. Na een kijkje in de kathedraal, en natuurlijk een kaarsje te hebben aangestoken, ga ik nog even kijken bovenop de koepel. Een stuk rustiger en goedkoper dan de Eiffeltoren, maar met ongeveer hetzelfde uitzicht. Ik heb verder eigenlijk niks waar ik nog heen wil, maar het is ook een beetje vroeg om nu al terug te gaan. Het is een flinke wandeling, maar ik ga lopend richting de Seine. Morgen kan ik de hele dag zitten.

IMG_5098.JPG


IMG_5104.JPG


IMG_5106.JPG


Na een uurtje lopen stop ik in het park tussen het Louvre en het Place de la Concorde om daar nog een uurtje te zitten, wat drinken en te mensen kijken. Het is een groot park en veel Parijzenaren genieten van het mooie weer. Het is relaxt hier en de sfeer is gemoedelijk. Aan het eind van de middag loop ik in 20 minuten naar het station bij de Notre-Dame. Er zijn wel stations dichterbij, maar daar heb ik gelijk de goede lijn die rechtstreeks naar Charles de Gaulle gaat. Weer slaat hij een hoop stations over, dus het gaat lekker vlot. Om toch nog een kleine teleurstelling in te bouwen hebben ze het eindpunt van de trein, CdG terminal 2, ook maar geschrapt en gaat hij niet verder dan terminal 3. Op Schiphol niet zo'n ramp, alleen CdG is bizar groot. Het laatste stukje moet ik dus met de Airport Shuttle, want de hotelbussen vertrekken vanaf terminal 2. Daar moet ik nog een kwartiertje wachten op "mijn" hotelbus, en dan nog 10 minuutjes naar het hotel. Snel wat te eten scoren en dan naar de kamer. Schoenen uit en pootjes omhoog, even bijkomen. Laatste nacht Parijs, morgen de grote oversteek.

IMG_5110.JPG


IMG_5111.JPG


IMG_5113.JPG


IMG_5114.JPG




Dag 4, Maandag 15 mei. Gereden: 0

Mijn vlucht gaat pas om half 3 vanmiddag, dus ik doe het vanochtend nog even rustig aan. Bij de bakker in het dorp haal ik een ontbijtje en gelijk een broodje voor vanmiddag. Ik mag tot 11 uur op de kamer blijven, dus iets voor die tijd check ik uit en stap ik weer op de pendelbus naar het vliegveld.

Volgens mijn boardingkaart moet ik naar Terminal 2G, maar eenmaal daar aangekomen staat mijn vlucht niet op het bord. Online check ik alle vluchten, en blijk ik naar 2F te moeten. Je zou zeggen dat die er vlak naast ligt, maar nee. Weer een flink stuk lopen, niet normaal wat is het groot hier.

De incheck van de bagage gaat snel, en ook de security ben ik zo door. De paspoortcontrole duurt wel even, maar dan kan ik door naar shuttlebus die me naar de vertrekterminal brengt. Alleen de tocht over het vliegveld is al een reis op zich, maar gelukkig gaat alles soepel. Eenmaal bij de gate blijkt dat het toestel met vertraging binnen komt, dus we moeten nog wat langer wachten. Het maakt me niet zo heel veel uit, want als ik een beetje naar buiten zit te staren zie ik in de verte een pallet met daarop mijn motor! Hij is er, dat is alvast een hele zorg minder.

IMG_5116.JPG


IMG_5117.JPG


IMG_5120.JPG


Het duurt allemaal even, want het vliegtuig moet natuurlijk eerst nog uitgeladen worden, maar dan kan ik vanaf de gate zien dat mijn motor wordt ingeladen. Terwijl ik sta te kijken en wat foto’s maak komt er een aardige mevrouw van Westjet die vraagt of het mijn motor is die wordt ingeladen. Ze is de eindverantwoordelijke voor het laden en lossen van het vliegtuig. We staan een paar minuutjes te praten, en dan gaat ze weer verder met haar werk.

Een kwartiertje later komt ze weer terug, en laat me op haar telefoon een foto van mijn motor in het vrachtruim zien. Die heeft ze even via de loadmaster geregeld, heel gaaf! Via Airdrop stuurt ze me de foto, die kan in het plakboek!

KVAW9732.JPG


De vertraging is uiteindelijk bijna een uur, maar dan kunnen we het vliegtuig in. Ik zit helaas in het midden van een rij van 3, maar het is niet anders. Vliegen is bepaald niet mijn hobby, of ik het nou echt eng vind weet ik niet, maar ik krijg er gewoon stress van. Ik doe het ook zo weinig mogelijk en het is alweer jaren geleden dat ik voor het laatst in zo’n ding zat.

De vlucht verloopt op zich prima. Het zal mijn hobby niet worden, maar het is te doen. Het is alleen jammer dat ik me totaal niet kan concentreren, ik heb een boekje, een telefoon vol podcasts en films, en het entertainmentsysteem in de hoofdsteun is vrij uitgebreid, maar na een paar minuten lezen, luisteren of kijken heb ik al geen idee meer waar het over gaat. Ik ben altijd wel een beetje jaloers op mensen die gewoon een hele vlucht slapen of films kijken, ik kan dat echt niet.

Na een uur vertraging, 9,5 uur vliegen en nog ruim een half uur in het vliegtuig wachten omdat de gate nog niet vrij is, ben ik dan toch echt aangekomen in Calgary. Voor het eerst in mijn leven Canadese grond onder mijn voeten! Het is altijd weer een opluchting als je ook je bagage van de band ziet komen, en omdat ik in Parijs heb gezien dat de motor aan boord ging weet ik zeker dat alles hier is, dat kan niet meer fout gaan.

Op een computerzuil moet ik mijn paspoort invoeren en een aantal vragen beantwoorden. Eentje daarvan is: heb je andere zaken dan de regulier ingecheckte ruimbagage bij je? Omdat mijn motor in het zelfde vliegtuig stond en dat in ieder geval voor mij niet bepaald regulier is, vink maar ja aan. Dat is voor de computer genoeg reden om me door te sturen naar een medewerker, en daar kan ik de molen in. Ik krijg eerst een kruisverhoor, en dan wordt alle ruimbagage doorzocht. Waarom is me niet geheel duidelijk, maar ik werk uiteraard netjes mee. Volgens mij weten ze zelf ook niet helemaal wat ze ermee aan moeten, dus er komt een supervisor bij die het hele verhaal nog eens aan hoort. Wat ik kom doen, waar ik allemaal heen ga, waarom ik alleen ben, of ik het niet gevaarlijk vind om alleen rond te reizen en te kamperen, en nog 100 vragen. Aanvankelijk zijn ze vrij nors en serieus, maar uiteindelijk komen de dames een beetje los en eindigt het gesprek een soort van vrolijk. Ik krijg een document met wat stempels die ik kennelijk nodig heb voor de motor, en dan mag ik het land in.

IMG_5131.JPG


Het is inmiddels 19:00 uur lokale tijd, maar gevoelsmatig is het voor mij 3 uur ’s nachts als ik de terminal uit kom. Ik voel me trouwens nog verrassend fit, maar dat komt waarschijnlijk omdat het nog licht is. En niet alleen licht, met 27 graden ook behoorlijk warm. Omdat ik niet zeker weet hoe lang het duurt voor ik de motor kan ophalen, en of ze op dit moment van de dag überhaupt nog open zijn stel ik dat wel uit tot morgen. Ik ben nu ook wel toe aan een beetje rust. Ik doe een belletje naar het hotel, en ze sturen de shuttle mijn kant op.

Het is maar een klein stukje naar het hotel, wat ik met name heb gekozen omdat het op loopafstand van de vrachtloods waar ik de motor moet ophalen is. De kamer is prima, en vooral het bed ziet er goed uit. Het is natuurlijk verleidelijk om er gelijk in te duiken, maar Jetlag-technisch is dat niet het beste idee. Er is een klein zwembad, dus even zwemmen is een goede manier om de slaap weg te houden. Na het zwemmen loop ik nog een klein rondje buiten, maar omdat het hotel op een industrieterrein ligt is er weinig te beleven. Dan nog maar even een half uurtje netflixen, douchen en tegen een uur of 11 naar bed.

IMG_5137.JPG


IMG_5138.JPG
 
Laatst bewerkt:
Dag 5, Dinsdag 16 mei. Gereden: 164, Totaal: 682km

Ik heb als een blok geslapen, maar dat is niet zo gek na 24 uur wakker te zijn geweest. Toch voelde ik me eigenlijk prima en niet eens heel moe. Ik eet een broodje op de kamer, en dan wordt het tijd om mijn reisgenoot te gaan ophalen. Eenmaal buiten zie ik een flink andere wereld dan gisteren. Het waait hard, en de wind heeft een dikke deken van smog, veroorzaakt door de bosbranden rond Edmonton, deze kant op geblazen. Het ruikt naar rook, alsof je naast een kampvuur zit, en het prikt in mijn ogen en longen. Niet echt fijn, maar ik zal het ermee moeten doen.

Met m’n helm onder mijn arm loop ik in een half uurtje richting de vrachtterminal. Ze zijn heel vriendelijk in het hotel, en als ik de shuttle had gevraagd hadden ze me waarschijnlijk zelfs wel gebracht, maar nadat ik gisteren ruim 11 uur heb gezeten kan wat beweging geen kwaad. Onderweg pin ik bij een tankstation de eerste Canadese dollars, want het schijnt dat je in de terminal alleen contant kan betalen.

In mijn documentatie staat dat ik hier in de terminal ook nog Douaneformulieren moet invullen, maar het formulier wat ik gisteren bij aankomst heb gehad is blijkbaar voldoende. Heb ik niet voor niks een uur zitten wachten. Twee handtekeningen, een rekening van 200 dollar voor tax en afhandelingskosten (die ik trouwens wel gewoon kon pinnen), en na letterlijk nog geen 5 minuten sta ik weer buiten. Een paar meter verderop gaat er een roldeur open, en daar staat hij!

IMG_5141.JPG


Alleen even de accu aansluiten, het ruitje er weer op, en met één druk op de knop komt hij weer tot leven. De eerste Canadese meters gaan naar de pomp, waar ik er 22,5 liter in gooi. Niet slecht op een tank van 23 liter, ik had niet verwacht dat hij zo leeg zou zijn.

Met een volle tank rij ik naar het hotel, waar ik al mijn bagage nog heb liggen. Ik knoop alle bagage weer op de motor, doe nog een bakkie, en laat via de wifi van het hotel aan het thuisfront weten dat het nu echt gaat beginnen!

IMG_5144.JPG


Voordat ik echt op pad ga moet ik eerst nog even het centrum van Calgary in, want ik moet wat dingen halen die niet mee mochten in het vliegtuig. De eerste stop wordt een motorzaak voor een bus kettingspray. Spuitbussen mogen niet in het vliegtuig, en door de regen op de heenweg is de ketting wel weer toe aan een likje vet. Natuurlijk loop ik nog een rondje, want dat moet gewoon even in een motorzaak. Volgende stap is de M.E.C., de Mountain Equipment Company. Een grote buitensportwinkel waar ik met gemak een paar uurtjes rond had kunnen lopen. Kookbenzine, gas, Deet, zonnebrand en bearspray, laat de Grizzly’s maar komen!

Eigenlijk ben ik er hierna wel klaar mee, want het is heet, het stinkt naar rook en ik wil eigenlijk gewoon die stad uit, maar ik moet alleen nog even snel boodschappen doen. Zo snel gaat dat niet in een grote supermarkt die je niet kent, maar uiteindelijk werk ik ook het laatste deel van het boodschappenlijstje af. Eten voor vanavond, brood, batterijen, douchegel en een potje pindakaas. Er mist nog één ding, een aansteker. Na 10 rondjes door de winkel vraag ik maar een medewerker, die me uitlegt dat je aanstekers en lucifers hier niet in de supermarkt kan kopen, dat is niet toegestaan. Handig. Ik had nog wel meer dingen nodig, maar omdat de bagage nog niet helemaal lekker is georganiseerd kan ik niet zo veel meenemen. De rest komt morgen wel. Tot slot haal ik nog een broodje en soepje in het kleine restaurantje in de winkel, en na deze late lunch ben ik er dan echt klaar voor!

Mijn eerste echte stop wordt het Banff nationaal park, op ongeveer 150 kilometer hier vandaan. Daar wil ik een paar dagen blijven, even acclimatiseren. Helaas kom ik eerst in de beginnende avondspits van Calgary terecht. Het is druk, de verkeerslichten duren eeuwig en of het hier gebruikelijk is om met de motor naar voren te kruipen weet ik nog niet. Ik zie in ieder geval niemand het doen, dus ik sluit ook maar netjes aan. Maar hoe dan ook, ik rij gewoon in Canada, op mijn eigen motor!

Buiten de stad wordt het gelukkig snel rustiger, en kan ik eindelijk wat rijwind pakken. Mijn eerste indruk is wel dat de wegen niet al te best zijn, er ligt erg veel zand en fijn grind. Misschien strooien ze daarmee in de winter? Geen fijne ondergrond voor de motor in ieder geval. Het is even wennen aan het verkeer dat net even anders loopt dan in Europa. Zo mag je net als in de VS door rood als je rechtsaf slaat, en hangen de verkeerslichten aan de overkant van de kruising. Zo schiet ik een paar keer bijna de stopstreep voorbij, omdat het blijkbaar een soort automatisme is om tot aan de verkeerslichten op te rijden. In tegenstelling tot de VS worden de snelheden en afstanden in Canada ook gewoon in kilometers per uur aangegeven, dus dat scheelt in ieder geval omrekenen.

Na ongeveer 1,5 uur rijden kom ik aan het in het Banff nationaal park. Bij de ingang moet ik eerst een toegangspas kopen. Omdat de pas geldig is voor alle nationale parken in Canada koop ik een jaarkaart, die kost ongeveer hetzelfde als 7x een dagkaart, dus dat haal ik er wel uit. Op de camping in Banff meld ik me aan voor 3 nachten. Banff is waarschijnlijk de meest bezochte plek in Canada, dus de camping is enorm. Hij is verdeelt in allemaal aparte velden, dus het formaat valt eigenlijk niet eens echt op. De camping is pas sinds 2 weken weer open voor het nieuwe seizoen, en de meeste velden zijn zelfs nog dicht. Door de smog is er helaas weinig te zien van de omgeving, maar het schijnt bergachtig te zijn.

IMG_5150.JPG


Voor het eerst deze reis zet ik mijn tentje weer op, heerlijk! Leuk die hotels, en echt wel makkelijk natuurlijk, maar het geeft mij geen vakantiegevoel. Na het eten bedenk ik me dat ik vanmiddag in de supermarkt het belangrijkste ben vergeten, koffie! Gelukkig heb ik uit het hotel een paar zakjes oploskoffie achterover gedrukt, dus ik heb tenminste iets. Na het afwassen en opruimen van alle etenswaren in een bearbox loop ik maar eens een rondje over de camping. Op het deel waar ik sta staan voornamelijk tenten, maar verderop vooral RV’s. Mega trailers en campers zo groot als bussen die ook nog naar alle kanten uitschuiven, bizar. Onderweg spot ik nog een aantal Elk’s, of Wapiti’s in het Nederlands. Ze zien er uit als de edelherten die we hier hebben, maar dan een flink stuk groter. Waarschijnlijk lopen ze hier elke dag, want ze zijn totaal niet schuw.

IMG_5151.JPG


IMG_5157.JPG


IMG_5158.JPG


Terug bij de tent is het inmiddels een uur of 10, en aangezien mijn biologische klok nog niet helemaal is gewend aan de nieuwe tijdszone ben ik toch wel behoorlijk moe. Na een snelle douche kruip ik lekker mijn slaapzak in. Wat ik morgen ga doen weet ik nog niet helemaal, ik blijf in ieder geval nog hier op de camping staan. Als de smog er morgen nog hangt heeft het ook weinig zin om de bergen in te gaan om te wandelen. Ik hoorde net van de buren dat ze vanmorgen vanuit Jasper nationaal park deze kant op zijn gevlucht omdat de smog daar nog veel erger was, dus dan valt het hier blijkbaar nog mee. Misschien draait de wind en wordt het beter, we zullen zien. Ik denk dat ik morgen maar even een rondje met de motor ga rijden, de omgeving een beetje verkennen. In ieder geval koffie scoren, want die zakjes oploskoffie ben ik wel klaar mee.

Dag 6, Woensdag 17 mei. Gereden: 88, Totaal: 770km.

Ik heb heerlijk geslapen in mijn tentje, maar ik besef me nog niet echt dat ik nu echt in Canada ben. Ik moet ook nog even wennen aan het idee dat ik bijna 4 maanden de tijd heb, dus dat ik echt alle tijd van de wereld heb. Om er meteen een beetje in te komen heb ik vandaag weinig gepland en start ik rustig op. Om te beginnen wandel ik naar de bearbox om mijn ontbijtspullen op te halen. Bearboxen zijn een soort kluisjes met een beer-proof sluiting om je etenswaren in op te bergen. Vanwege de beren wordt er sterk afgeraden om etenswaren in je tent te bewaren, dus daar zal ik de komende dagen even goed aan moeten wennen. Ook wordt er flink op gehamerd dat je je kampeerplek opgeruimd en schoon moet houden, geen afval of kookgerei met etensresten. Ik wil nog wel eens lui zijn en de afwas laten staan tot de volgende dag, maar dat is hier niet zo’n goed idee. Waar ik vorig jaar langs de Transfăgărăşan in Roemenië nog op een camping stond die vanwege de beren helemaal was omheind met schrikdraad, hier kunnen ze gewoon in en uit lopen.

De smog hangt er nog, waardoor de zon ook niet lekker doorkomt. De temperatuur blijft dus een beetje steken rond een graad of 18, maar de voorspelling voor de komende dagen is dat het in ieder geval droog blijft. Om een uur of 10 stap ik maar eens op de motor om de omgeving te verkennen. Ik begin in het dorpje Banff, de naamgever van het nationale park. Behalve een vrij toeristisch centrum stelt het verder weinig voor, groot is het in ieder geval niet. Na een rondje door het dorp maak ik een ronde langs het Lake Minnewanka. De smog lijkt iets minder dan gisteren en soms is er zelfs een glimpje blauwe lucht te zien. Toch is het boven het meer nog goed zichtbaar, net alsof er een mistbank boven hangt.

IMG_5160.JPG


IMG_5163.JPG


IMG_5165.JPG


Aan het einde van de ochtend rij ik nog even terug naar Banff, om in de supermarkt wat boodschappen te halen. Koffie natuurlijk, en eten voor de komende dagen. Wat me al snel duidelijk wordt, goedkoop is het hier bepaald niet. Nou is de Canadese dollar maar 0,61 eurocent waard, dus van de prijzen gaat er nog zo’n 40% af, maar dan nog is het flink aan de prijs.

Met boodschappen voor een paar dagen in de koffer rij ik terug naar de camping, en eet ik gelijk maar even een broodje. Na het eten ga ik nog een keer terug naar Banff om even in het centrum te kijken. Het centrum is voetgangersgebied, en ik had vanmorgen weinig zin om daar in mijn motorpak rond te lopen. Vanaf de camping gaat een gratis pendelbus naar het dorp, dus kan ik de motor laten staan en in mijn makkelijke kloffie die kant op. Omdat het nog vroeg in het seizoen is vertrekt de pendelbus helaas alleen vanaf het begin van de camping. In de zomer maakt hij nog 2 stops op de camping zelf, maar in het voorseizoen helaas niet. Op zich niet zo’n probleem, alleen is de camping zo groot dat het vanaf mijn plek nog ruim 20 minuten lopen naar de ingang is.

Ik stap uit bij het museum over het nationale park, maar helaas sta ik voor een dichte deur. Gesloten op woensdag. Ik loop verder maar een rondje door het centrum, bekijk wat outdoorwinkels, souvenirwinkeltjes, en bij een hippe koffiezaak drink ik een dubbele espresso voor de prijs van een zes-dubbele.

Rond een uur of 6 stap ik weer in de bus en ga terug naar de camping. Weer 20 minuten lopen naar de tent, en dan snel wat te eten maken. Na het eten dus gelijk afwassen en de boel netjes opruimen. Nadat ik ook nog een bakkie heb gezet stap ik nog een keer op de motor en rij ik naar de Banff Upper Hotsprings, een thermaal zwembad. Zo vroeg in het seizoen is het nog heerlijk rustig, er zitten nog geen 20 personen in het bad. Het water is behoorlijk heet, en af en toe moet ik er echt even uit om een beetje af te koelen.

Na een uurtje hou ik het voor gezien, en ga ik weer richting kleedruimte. Daar raak ik aan de praat met een Duits stel, tenminste ik dacht dat het een stel was, maar ze hebben elkaar ook pas vandaag in een hostel in Banff leren kennen. Hij is ook pas kort en Canada en wil een jaar gaan rondtrekken met een oud busje wat hij in Vancouver heeft gekocht. Het kan dus blijkbaar wel als je hier niet woonachtig bent. Zij is juist op de terugweg en vliegt over een paar dagen weer terug naar Duitsland.

Op de terugweg maak ik in het dorp nog een stopje bij de McDonalds, niet om te eten maar voor de wifi. Ik wil kijken of ik hier in Canada in een simkaart kan kopen in plaats van een eigen (behoorlijk prijzige) buiten-EU bundel aan te schaffen. Tot ik dat heb gedaan moet ik het nog even zonder internet stellen en ben ik afhankelijk van wifi. Dat is er op de camping niet, dus moet ik even het dorp in. Eerst upload ik mijn eigen Polarsteps verslag, en dan lees ik nog even verder. Maanden gelezen zag ik hier op M-F een bericht van @Sphyrnidus met daarin een Polarsteps linkje voor de reis die hij samen met zijn vrouw gaat maken. Helemaal van Argentinië naar Canada. Ik heb het vooral gevolgd om te kijken of ik er wat tips uit kon halen, niet wetende dat we precies tegelijk in dezelfde regio zouden zijn. Ze zijn al maanden onderweg, en toevallig vandaag Canada ingereden. Ze schrijven dat ze de komende dagen richting Banff willen rijden en vragen zich af of de smog daar ook zo erg is. Ik stuur ze even een berichtje dat ik op het moment in Banff zit, en dat de smog hier inderdaad ook behoorlijk aanwezig is. Misschien zijn ze van plan ook nog deze richting op te komen. We zullen zien. In het donker rij ik terug naar de camping, waar ik meteen mijn bed in duik.
 
Dag 7, Donderdag 18 mei. Gereden: 0

Ook vandaag start ik weer lekker op het gemakje op. Met de smog lijkt het een stapje beter te zijn dan gisteren, dus besluit ik vandaag toch te gaan wandelen. Het uitzicht zal niet fantastisch zijn, maar ik ga hier ook niet zitten wachten tot het helemaal weg is. Nadat ik mijn plek weer onberispelijk heb achter gelaten wandel ik naar de pendelbus. Deze gaat behalve naar het dorp ook naar de parkeerplaats van de Upper Hotsprings waar ik gisteravond was. Hier begint ook de wandeling naar de top van Sulphur Mountain, dus die wil ik vandaag gaan maken. Gewapend met de bearspray ga ik op pad.

Het pad is niet moeilijk, maar het gaat wel pittig steil omhoog. Je begint op 1751 meter hoogte, en klimt in 5,3 kilometer naar 2452 meter hoogte. Een klim van ruim 700 meter dus. De contouren van de bergen om me heen zijn zichtbaar, maar daar is alles ook wel mee gezegd. Een echte beloning krijg ik op de top dus niet, maar toch leuk om weer in de bergen te zijn.

IMG_5173.JPG


IMG_5171.JPG


IMG_5179.JPG


IMG_5181.JPG


IMG_5180.JPG


IMG_5185.JPG


Nadat ik een tijdje op het uitzichtpunt heb gestaan wandel ik terug naar het iets lager gelegen kabelbaanstation. Op het terras drink ik even wat, en dan neem ik de kabelbaan terug naar beneden. Genoeg gelopen voor vandaag.

IMG_5175.JPG


Met de pendelbus ga ik terug naar Banff en ga ik langs bij een telefoonwinkel even buiten het centrum. De mevrouw laat me wat opties voor een simkaart zien, maar data blijkt hier ook behoorlijk prijzig te zijn. Zoveel scheelt het niet eens als ik gewoon bij mijn Nederlandse provider een extra bundel afsluit, dus doe ik dat maar.

Via het dorp loop ik naar de bushalte aan de andere kant van de winkelstraat. Onderweg probeer ik nog een Canadese specialiteit, Beavertails. Het is een soort platte donut in de vorm van de staart van een bever en belegd met zoetigheid naar keuze. Ik ben wel van de zoetigheid, en ga voor de kaneelsuiker met citroen, heerlijk!

IMG_5190.JPG


IMG_5192.JPG


Terug op de camping rust ik even uit van de wandeling, maak wat te eten en zet een bakje koffie. Na het afwassen en opruimen loop ik nog een klein rondje, en lijkt het er toch op dat de bergen stukje bij beetje meer zichtbaar worden. Dat biedt goede hoop voor morgen!

IMG_5194.JPG
 
Heerlijk om te lezen en wat een feest der herkenning. Je zat in Calgary in hetzelfde hotel als mij!

Gaaf dat je in mei bent gegaan en wat is Banff heerlijk rustig zeg! Ik was er in september en zelfs toen nog best druk, maar ook nog last van rook gehad. Toen begon het wel wat te minderen maar van wat ik gezien heb moet het in die maanden dat jij bent gegaan echt extreem geweest zijn.
 
Dag 5, Dinsdag 16 mei. Gereden: 164, Totaal: 682km

Ik heb als een blok geslapen, maar dat is niet zo gek na 24 uur wakker te zijn geweest. Toch voelde ik me eigenlijk prima en niet eens heel moe. Ik eet een broodje op de kamer, en dan wordt het tijd om mijn reisgenoot te gaan ophalen. Eenmaal buiten zie ik een flink andere wereld dan gisteren. Het waait hard, en de wind heeft een dikke deken van smog, veroorzaakt door de bosbranden rond Edmonton, deze kant op geblazen. Het ruikt naar rook, alsof je naast een kampvuur zit, en het prikt in mijn ogen en longen. Niet echt fijn, maar ik zal het ermee moeten doen.

Met m’n helm onder mijn arm loop ik in een half uurtje richting de vrachtterminal. Ze zijn heel vriendelijk in het hotel, en als ik de shuttle had gevraagd hadden ze me waarschijnlijk zelfs wel gebracht, maar nadat ik gisteren ruim 11 uur heb gezeten kan wat beweging geen kwaad. Onderweg pin ik bij een tankstation de eerste Canadese dollars, want het schijnt dat je in de terminal alleen contant kan betalen.

In mijn documentatie staat dat ik hier in de terminal ook nog Douaneformulieren moet invullen, maar het formulier wat ik gisteren bij aankomst heb gehad is blijkbaar voldoende. Heb ik niet voor niks een uur zitten wachten. Twee handtekeningen, een rekening van 200 dollar voor tax en afhandelingskosten (die ik trouwens wel gewoon kon pinnen), en na letterlijk nog geen 5 minuten sta ik weer buiten. Een paar meter verderop gaat er een roldeur open, en daar staat hij!

Bekijk bijlage 1961810

Alleen even de accu aansluiten, het ruitje er weer op, en met één druk op de knop komt hij weer tot leven. De eerste Canadese meters gaan naar de pomp, waar ik er 22,5 liter in gooi. Niet slecht op een tank van 23 liter, ik had niet verwacht dat hij zo leeg zou zijn.

Met een volle tank rij ik naar het hotel, waar ik al mijn bagage nog heb liggen. Ik knoop alle bagage weer op de motor, doe nog een bakkie, en laat via de wifi van het hotel aan het thuisfront weten dat het nu echt gaat beginnen!

Bekijk bijlage 1961811

Voordat ik echt op pad ga moet ik eerst nog even het centrum van Calgary in, want ik moet wat dingen halen die niet mee mochten in het vliegtuig. De eerste stop wordt een motorzaak voor een bus kettingspray. Spuitbussen mogen niet in het vliegtuig, en door de regen op de heenweg is de ketting wel weer toe aan een likje vet. Natuurlijk loop ik nog een rondje, want dat moet gewoon even in een motorzaak. Volgende stap is de M.E.C., de Mountain Equipment Company. Een grote buitensportwinkel waar ik met gemak een paar uurtjes rond had kunnen lopen. Kookbenzine, gas, Deet, zonnebrand en bearspray, laat de Grizzly’s maar komen!

Eigenlijk ben ik er hierna wel klaar mee, want het is heet, het stinkt naar rook en ik wil eigenlijk gewoon die stad uit, maar ik moet alleen nog even snel boodschappen doen. Zo snel gaat dat niet in een grote supermarkt die je niet kent, maar uiteindelijk werk ik ook het laatste deel van het boodschappenlijstje af. Eten voor vanavond, brood, batterijen, douchegel en een potje pindakaas. Er mist nog één ding, een aansteker. Na 10 rondjes door de winkel vraag ik maar een medewerker, die me uitlegt dat je aanstekers en lucifers hier niet in de supermarkt kan kopen, dat is niet toegestaan. Handig. Ik had nog wel meer dingen nodig, maar omdat de bagage nog niet helemaal lekker is georganiseerd kan ik niet zo veel meenemen. De rest komt morgen wel. Tot slot haal ik nog een broodje en soepje in het kleine restaurantje in de winkel, en na deze late lunch ben ik er dan echt klaar voor!

Mijn eerste echte stop wordt het Banff nationaal park, op ongeveer 150 kilometer hier vandaan. Daar wil ik een paar dagen blijven, even acclimatiseren. Helaas kom ik eerst in de beginnende avondspits van Calgary terecht. Het is druk, de verkeerslichten duren eeuwig en of het hier gebruikelijk is om met de motor naar voren te kruipen weet ik nog niet. Ik zie in ieder geval niemand het doen, dus ik sluit ook maar netjes aan. Maar hoe dan ook, ik rij gewoon in Canada, op mijn eigen motor!

Buiten de stad wordt het gelukkig snel rustiger, en kan ik eindelijk wat rijwind pakken. Mijn eerste indruk is wel dat de wegen niet al te best zijn, er ligt erg veel zand en fijn grind. Misschien strooien ze daarmee in de winter? Geen fijne ondergrond voor de motor in ieder geval. Het is even wennen aan het verkeer dat net even anders loopt dan in Europa. Zo mag je net als in de VS door rood als je rechtsaf slaat, en hangen de verkeerslichten aan de overkant van de kruising. Zo schiet ik een paar keer bijna de stopstreep voorbij, omdat het blijkbaar een soort automatisme is om tot aan de verkeerslichten op te rijden. In tegenstelling tot de VS worden de snelheden en afstanden in Canada ook gewoon in kilometers per uur aangegeven, dus dat scheelt in ieder geval omrekenen.

Na ongeveer 1,5 uur rijden kom ik aan het in het Banff nationaal park. Bij de ingang moet ik eerst een toegangspas kopen. Omdat de pas geldig is voor alle nationale parken in Canada koop ik een jaarkaart, die kost ongeveer hetzelfde als 7x een dagkaart, dus dat haal ik er wel uit. Op de camping in Banff meld ik me aan voor 3 nachten. Banff is waarschijnlijk de meest bezochte plek in Canada, dus de camping is enorm. Hij is verdeelt in allemaal aparte velden, dus het formaat valt eigenlijk niet eens echt op. De camping is pas sinds 2 weken weer open voor het nieuwe seizoen, en de meeste velden zijn zelfs nog dicht. Door de smog is er helaas weinig te zien van de omgeving, maar het schijnt bergachtig te zijn.

Bekijk bijlage 1961814

Voor het eerst deze reis zet ik mijn tentje weer op, heerlijk! Leuk die hotels, en echt wel makkelijk natuurlijk, maar het geeft mij geen vakantiegevoel. Na het eten bedenk ik me dat ik vanmiddag in de supermarkt het belangrijkste ben vergeten, koffie! Gelukkig heb ik uit het hotel een paar zakjes oploskoffie achterover gedrukt, dus ik heb tenminste iets. Na het afwassen en opruimen van alle etenswaren in een bearbox loop ik maar eens een rondje over de camping. Op het deel waar ik sta staan voornamelijk tenten, maar verderop vooral RV’s. Mega trailers en campers zo groot als bussen die ook nog naar alle kanten uitschuiven, bizar. Onderweg spot ik nog een aantal Elk’s, of Wapiti’s in het Nederlands. Ze zien er uit als de edelherten die we hier hebben, maar dan een flink stuk groter. Waarschijnlijk lopen ze hier elke dag, want ze zijn totaal niet schuw.

Bekijk bijlage 1961815

Bekijk bijlage 1961817

Bekijk bijlage 1961818

Terug bij de tent is het inmiddels een uur of 10, en aangezien mijn biologische klok nog niet helemaal is gewend aan de nieuwe tijdszone ben ik toch wel behoorlijk moe. Na een snelle douche kruip ik lekker mijn slaapzak in. Wat ik morgen ga doen weet ik nog niet helemaal, ik blijf in ieder geval nog hier op de camping staan. Als de smog er morgen nog hangt heeft het ook weinig zin om de bergen in te gaan om te wandelen. Ik hoorde net van de buren dat ze vanmorgen vanuit Jasper nationaal park deze kant op zijn gevlucht omdat de smog daar nog veel erger was, dus dan valt het hier blijkbaar nog mee. Misschien draait de wind en wordt het beter, we zullen zien. Ik denk dat ik morgen maar even een rondje met de motor ga rijden, de omgeving een beetje verkennen. In ieder geval koffie scoren, want die zakjes oploskoffie ben ik wel klaar mee.

Dag 6, Woensdag 17 mei. Gereden: 88, Totaal: 770km.

Ik heb heerlijk geslapen in mijn tentje, maar ik besef me nog niet echt dat ik nu echt in Canada ben. Ik moet ook nog even wennen aan het idee dat ik bijna 4 maanden de tijd heb, dus dat ik echt alle tijd van de wereld heb. Om er meteen een beetje in te komen heb ik vandaag weinig gepland en start ik rustig op. Om te beginnen wandel ik naar de bearbox om mijn ontbijtspullen op te halen. Bearboxen zijn een soort kluisjes met een beer-proof sluiting om je etenswaren in op te bergen. Vanwege de beren wordt er sterk afgeraden om etenswaren in je tent te bewaren, dus daar zal ik de komende dagen even goed aan moeten wennen. Ook wordt er flink op gehamerd dat je je kampeerplek opgeruimd en schoon moet houden, geen afval of kookgerei met etensresten. Ik wil nog wel eens lui zijn en de afwas laten staan tot de volgende dag, maar dat is hier niet zo’n goed idee. Waar ik vorig jaar langs de Transfăgărăşan in Roemenië nog op een camping stond die vanwege de beren helemaal was omheind met schrikdraad, hier kunnen ze gewoon in en uit lopen.

De smog hangt er nog, waardoor de zon ook niet lekker doorkomt. De temperatuur blijft dus een beetje steken rond een graad of 18, maar de voorspelling voor de komende dagen is dat het in ieder geval droog blijft. Om een uur of 10 stap ik maar eens op de motor om de omgeving te verkennen. Ik begin in het dorpje Banff, de naamgever van het nationale park. Behalve een vrij toeristisch centrum stelt het verder weinig voor, groot is het in ieder geval niet. Na een rondje door het dorp maak ik een ronde langs het Lake Minnewanka. De smog lijkt iets minder dan gisteren en soms is er zelfs een glimpje blauwe lucht te zien. Toch is het boven het meer nog goed zichtbaar, net alsof er een mistbank boven hangt.

Bekijk bijlage 1961822

Bekijk bijlage 1961823

Bekijk bijlage 1961824

Aan het einde van de ochtend rij ik nog even terug naar Banff, om in de supermarkt wat boodschappen te halen. Koffie natuurlijk, en eten voor de komende dagen. Wat me al snel duidelijk wordt, goedkoop is het hier bepaald niet. Nou is de Canadese dollar maar 0,61 eurocent waard, dus van de prijzen gaat er nog zo’n 40% af, maar dan nog is het flink aan de prijs.

Met boodschappen voor een paar dagen in de koffer rij ik terug naar de camping, en eet ik gelijk maar even een broodje. Na het eten ga ik nog een keer terug naar Banff om even in het centrum te kijken. Het centrum is voetgangersgebied, en ik had vanmorgen weinig zin om daar in mijn motorpak rond te lopen. Vanaf de camping gaat een gratis pendelbus naar het dorp, dus kan ik de motor laten staan en in mijn makkelijke kloffie die kant op. Omdat het nog vroeg in het seizoen is vertrekt de pendelbus helaas alleen vanaf het begin van de camping. In de zomer maakt hij nog 2 stops op de camping zelf, maar in het voorseizoen helaas niet. Op zich niet zo’n probleem, alleen is de camping zo groot dat het vanaf mijn plek nog ruim 20 minuten lopen naar de ingang is.

Ik stap uit bij het museum over het nationale park, maar helaas sta ik voor een dichte deur. Gesloten op woensdag. Ik loop verder maar een rondje door het centrum, bekijk wat outdoorwinkels, souvenirwinkeltjes, en bij een hippe koffiezaak drink ik een dubbele espresso voor de prijs van een zes-dubbele.

Rond een uur of 6 stap ik weer in de bus en ga terug naar de camping. Weer 20 minuten lopen naar de tent, en dan snel wat te eten maken. Na het eten dus gelijk afwassen en de boel netjes opruimen. Nadat ik ook nog een bakkie heb gezet stap ik nog een keer op de motor en rij ik naar de Banff Upper Hotsprings, een thermaal zwembad. Zo vroeg in het seizoen is het nog heerlijk rustig, er zitten nog geen 20 personen in het bad. Het water is behoorlijk heet, en af en toe moet ik er echt even uit om een beetje af te koelen.

Na een uurtje hou ik het voor gezien, en ga ik weer richting kleedruimte. Daar raak ik aan de praat met een Duits stel, tenminste ik dacht dat het een stel was, maar ze hebben elkaar ook pas vandaag in een hostel in Banff leren kennen. Hij is ook pas kort en Canada en wil een jaar gaan rondtrekken met een oud busje wat hij in Vancouver heeft gekocht. Het kan dus blijkbaar wel als je hier niet woonachtig bent. Zij is juist op de terugweg en vliegt over een paar dagen weer terug naar Duitsland.

Op de terugweg maak ik in het dorp nog een stopje bij de McDonalds, niet om te eten maar voor de wifi. Ik wil kijken of ik hier in Canada in een simkaart kan kopen in plaats van een eigen (behoorlijk prijzige) buiten-EU bundel aan te schaffen. Tot ik dat heb gedaan moet ik het nog even zonder internet stellen en ben ik afhankelijk van wifi. Dat is er op de camping niet, dus moet ik even het dorp in. Eerst upload ik mijn eigen Polarsteps verslag, en dan lees ik nog even verder. Maanden gelezen zag ik hier op M-F een bericht van @Sphyrnidus met daarin een Polarsteps linkje voor de reis die hij samen met zijn vrouw gaat maken. Helemaal van Argentinië naar Canada. Ik heb het vooral gevolgd om te kijken of ik er wat tips uit kon halen, niet wetende dat we precies tegelijk in dezelfde regio zouden zijn. Ze zijn al maanden onderweg, en toevallig vandaag Canada ingereden. Ze schrijven dat ze de komende dagen richting Banff willen rijden en vragen zich af of de smog daar ook zo erg is. Ik stuur ze even een berichtje dat ik op het moment in Banff zit, en dat de smog hier inderdaad ook behoorlijk aanwezig is. Misschien zijn ze van plan ook nog deze richting op te komen. We zullen zien. In het donker rij ik terug naar de camping, waar ik meteen mijn bed in duik.
 
Heerlijk om te lezen en wat een feest der herkenning. Je zat in Calgary in hetzelfde hotel als mij!

Gaaf dat je in mei bent gegaan en wat is Banff heerlijk rustig zeg! Ik was er in september en zelfs toen nog best druk, maar ook nog last van rook gehad. Toen begon het wel wat te minderen maar van wat ik gezien heb moet het in die maanden dat jij bent gegaan echt extreem geweest zijn.
De branden waren extreem, maar steeds niet op de plekken waar ik was. Soms een dagje smog, maar echt last heb ik er niet van gehad. Alleen op Vancouver Island heb ik echt een stuk moeten schrappen omdat het afgesloten was. Helemaal op het einde, zo eind augustus of begin september, ben ik er wel een keer dichtbij geweest, toen kon ik het vuur echt op de hellingen zien. Ook gehoord dat er wegen waren afgesloten waar ik een week of 2 daarvoor nog gewoon doorheen kon. Meer geluk dan wijsheid, maar ik ben overal een beetje tussendoor gereden.
 
Leuk deze ga ik volgen! Heel herkenbaar ook. Zoals jij door de supermarkt liep op zoek naar een aansteker zocht ik naar bier. Dat was toch wel een cultuurshock hoor ;)

Heel interessant ook om te zien hoe het met luchtvracht geregeld is. Daar ga ik nog eens naar kijken voor andere bestemmingen. Wij hebben in 2009 de XT660Z en MT-03 via Zeebrugge naar Halifax verscheept en via Seattle weer terug naar Zeebrugge. Heb jij jouw 660 nog ?

Ik ben benieuwd naar het vervolg!
 
Ik volg ook!
Wat een fantastische reis! Ken de omgeving van campervakanties maar met de motor moet het een hele andere beleving zijn.
Ben erg benieuwd naar je avonturen in Alaska.
 
Heb jij jouw 660 nog ?
Ja die heb ik ook nog, staat inmiddels op 120.000 km. Ik moet wel eerlijk zeggen dat ik er dit jaar echt extreem weinig mee gereden heb. Ik heb het niet gecheckt, maar ik denk nog geen 1500km. Ik had er eind september nog een tripje Vogezen mee in de planning staan, maar daar kwam helaas wat tussen. Volgend jaar maar weer eens wat vaker pakken!
 
Dag 8, Vrijdag 19 mei. Gereden: 129, Totaal: 900km.

Gisteren leek het al beter te gaan met de smog, maar vannacht is er echt een flinke stap gemaakt. Het is nog een beetje heiig, maar ik kan eindelijk zien hoe mooi het hier is! Na een rustig ontbijtje en natuurlijk een bakje koffie pak ik alles weer in, breek ik de tent af, en ga ik weer op pad. Zelfs voordat ik de camping af ben word ik al getrakteerd op een fantastisch uitzicht!

IMG_5195.JPG


IMG_5196.JPG


IMG_5200.JPG


Ik rij nog een keer naar Banff, want ik wil het museum wat gisteren gesloten was toch nog wel even bekijken. Het is een mooi museum met een enorme collectie aan opgezette dieren, reptielen en insecten die allemaal in het park voorkomen. Sommige exemplaren zijn al meer dan 100 jaar oud. Het is niet al te groot, maar zeker de moeite om even mee te pakken. Ik loop ook nog even een klein stukje door het dorp. Daar waar je in de zomer over de hoofden kan lopen is het nu nog heerlijk rustig. Het winkelstraatje is pas deze week weer omgetoverd tot voetgangersgebied waar alleen de bus doorheen mag, en ze zijn druk bezig om overal de terrasjes op te bouwen. Laat de zomer maar komen!

IMG_5203.JPG


IMG_5207.JPG



De etappe van vandaag is niet al te groot, dus ik heb alle tijd. Ik ga richting het welbekende Lake Louise, maar voor ik zover ben maak ik nog de nodige stops. Wat is het ontzettend mooi hier, echt prachtig. Ik heb flink wat aanspraak onderweg, ik kan bijna nergens stoppen of mijn Nederlandse kentekenplaat trekt als een magneet mensen aan. Veel mensen hier hebben ergens in de familie wel een link met Nederland, of kennen mensen die gedeeltelijk Nederlands zijn. Ze vinden het allemaal prachtig dat ik hier helemaal heen gekomen ben.

Met stip de drie meest gestelde vragen:
Is het niet vreselijk duur om de motor mee te nemen? Ja ;)
Is het nou Holland of The Netherlands? Vind ik niet zo belangrijk eigenlijk, en ik heb ook vrij weinig zin om het uit te leggen.
Ben je soms de broer van Itchy Boots? Nee. Echt iedereen die ook maar iets met motoren heeft begint er over, ze heeft genoeg fans hier.

IMG_5208.JPG


IMG_5209.JPG

IMG_5212.JPG


Na een kilometer of 80 kom ik aan bij het Lake Louise. Morgen wil ik hier terugkomen om een stuk te wandelen, maar je weet nooit hoe het loopt met die smog. Nu is het zicht redelijk goed, dus ga ik vast even kijken. Als de wind draait kan die smog zomaar weer opkomen, dus mocht het weer verslechteren dan heb ik het in ieder geval al goed gezien. Ik kom er toch langs, en met de motor kan je bijna voor de ingang parkeren. Er ligt nog volop ijs op het meer, en in de bermen soms nog wat sneeuw. En dat bij 27 graden, want nu de zon niet meer wordt geblokkeerd door de smog is het gelijk flink opgewarmd. Ik kijk even bij het meer en maak wat foto’s, maar ik blijf niet al te lang want morgen kom ik weer terug.

IMG_5215.JPG


Omdat ik weinig zin heb om op de drukke camping bij het Lake Louise te staan rij ik nog een stukje verder door. Ik stop niet al te laat, want aankomende maandag is het Victoria Day, een Nationale feestdag in Canada. De Canadezen hebben dus een lang weekend, en ik begrijp dat ze er dan massaal op uittrekken. Ik heb geen idee hoe druk het zo vroeg in het seizoen op de campings gaat worden, maar voor de zekerheid wacht ik niet al te lang met het zoeken van een plekje.

Ik stop op Kicking Horse Campground, alleen de naam is al de moeite waard. Het is een prachtig plekje in het bos en langs een riviertje. Met de drukte valt het voorlopig nog goed mee. Voor zover ik het nu al kan beoordelen zijn de campings wel iets anders als wij in Europa gewend zijn. Je hebt je eigen plekje, wat helemaal apart ligt. Geen buren op een halve meter naast je dus. Meestal hebben de plekken een picknicktafel en een firepit. Op sommige plekken moet je voor een paar dollar wel een fire permit kopen als je vuur wilt stoken, maar het hout krijg je er dan bij. Goedkoop is het tot nu toe niet, maar het is dan ook nog behoorlijk toeristisch gebied. Als de tent staat zet ik eerst maar een bakje koffie en ik zit te genieten van de rust, de natuur en het ruisen van de beek achter me. Wat een fijn plekje dit!

IMG_5220.JPG


IMG_5223.JPG


Na het eten ruim ik alles weer netjes op, doe ik de afwas, en daarna stap ik nog een keer op de motor. Ik rij naar een dorpje een paar kilometer verderop waar ik bij het bezoekerscentrum op de wifi mijn Polarsteps verslag weer even update. Voor ik weer terug naar de tent ga neem ik achter de camping nog een weggetje de bergen in. Er staat een bord dat het is afgesloten, dus ik ga eens kijken hoe ver ik kom. Veel verder dan een kilometer of 2 kom ik niet, maar het uitzicht op de bergen is waanzinnig. Ik kom tot kruising waar de rivieren Yoho en Kicking Horse elkaar ontmoeten en met een hoop gebulder samen als één verder gaan. Wat is het prachtig hier!

IMG_5230.JPG


IMG_5231.JPG


IMG_5232.JPG


IMG_5233.JPG


IMG_5234.JPG
 
Dag 9, Zaterdag 20 mei. Gereden: 65, Totaal: 965km.

Na een rustig begin van de dag stap ik rond een uur of 10 op de motor. In een klein half uurtje rij ik weer terug naar het Lake Louise. Het zicht is gelukkig prima, van de smog is eigenlijk niks meer te bekennen. In het dorpje doe ik bij de bakker eerst even een bakkie en een broodje, en dan rij ik het laatste stukje naar de parkeerplaats bij het meer.

Het is behoorlijk druk, en dan is het vakantieseizoen nog niet eens begonnen. Gelukkig kan ik met de motor helemaal aan het begin van de parkeerplaats parkeren. Ik stop mijn pak in de koffers, helm over het stuur en trek wat luchtigere kleding aan, want ook vandaag is het weer lekker warm. De laarzen zet ik naast de motor neer, die nemen ze vast niet mee.

Op een informatiebord zie ik dat er een wandeling van ongeveer een half uurtje naar een uitzichtpunt is. Beneden is het toch veel te druk met Aziatische toeristen op teenslippers, dus een wandeling weg van de ergste drukte is een mooi alternatief. Het is geen hele spannende wandeling, maar het uitzicht vanaf boven is zeker de moeite waard. Het water is felblauw door de mineralen die vanaf de gletsjer komen, en het is een prachtig gezicht. Het afzichtelijke hotel aan de oever van het meer had van mij niet gehoeven, maar smaken verschillen.

IMG_5243.JPG


IMG_5246.JPG


IMG_5247.JPG


IMG_5251.JPG


IMG_5250.JPG


Na een kijkje op het uitzichtpunt volg ik de wandelroute verder. Eigenlijk is het volgens mij geen officieel pad, maar het is beter dan dezelfde weg weer terug. Deze kant is iets meer klimmen en klauteren, maar dat maakt het juist wel leuk. Onderweg nog de nodige sneeuw, voordat je uiteindelijk de oever van het meer weer bereikt. Alles bij elkaar ongeveer een uurtje werk. Ik vind het beneden aan de over al druk, maar van wat ik heb gehoord is het nog geen fractie van wat het in de zomermaanden is. In de zomer wordt de toegangsweg zelfs geregeld afgesloten omdat het gewoon te druk is, en mensen elkaar verdringen, verpletten, vermoorden, en wat allemaal nog meer.

IMG_5254.JPG


Vlakbij het Lake Louise ligt nog het Morraine Lake, ook zo’n felblauw meertje tussen de bergen. De weg hier naartoe is vanwege de enorme drukte sinds een aantal jaar alleen nog toegankelijk met pendelbussen, maar op dit moment ligt er nog teveel sneeuw en is de weg nog dicht. Misschien probeer ik dat op de terugweg in september nog een keer, we zullen zien.

In het dorp doe ik nog wat boodschappen, en dan stap ik weer op. Ik maak nog een paar onverharde uitstapjes in de omgeving, maar de meeste weggetjes lopen dood. Aan het eind van een van de weggetjes stop ik even om een broodje te eten. Onderweg terug naar de camping steek ik de grens tussen de provincies Alberta en British Columbia weer over. Normaal gesproken is de grens tussen de twee provincies ook de grens van twee tijdzones, maar om het makkelijk te maken ligt deze in het zuiden niet gelijk met de provinciale grens, maar met de Kootenay River. In dit deel van British Columbia hanteren ze dus weer te tijdzone van Alberta. Maar zoals de Canadezen zeggen, overal heeft de dag 24 uur, dus wat maakt het uit.

IMG_5258.JPG


IMG_5259.JPG


Rond een uur of 3 ben ik weer terug op de camping. Ik hang nog een beetje rond de tent en maak een wandelingetje rond de camping. Ik heb inmiddels contact gehad met @Sphyrnidus en we hebben afgesproken dat ze vandaag ook naar deze camping komen. Om een uur of 5 komen ze aan, op hun V-Stroms helemaal vanuit Argentinië.

Mr&Mrs Sphyrnidus installeren zich, en omdat ze helemaal aan de andere kant van de camping staan spreken we af om in de avond weer even samen te komen. Ze komen naar mijn plek toe. Zo zitten we de hele avond te praten en delen we natuurlijk een hoop reisverhalen. Mijn reis is natuurlijk net begonnen, maar zij zijn al maanden onderweg. Genoeg te vertellen dus!
 
Terug
Bovenaan Onderaan