Oringen komen vaak uit de BS-1806 lijst, een lijst van 9999 oringen gerangschikt op een handvol doorsnede maten (doorsnede van het rubber) , de maten zijn (ruwweg) 1,78-2,62-3,53-5,33-6,99 mm
In het overgrote deel van de hydrauliek kun je de oring diameter dus als volgt bepalen/gokken: meet de doorsnede van wat er nog over is van de oude oring en gok tot welke groep de oring kennelijk behoord heeft, dus maten rond de 1,5 a 2,0 mm is kennelijk een oring 1,78 geweest, een maat zo rond de 2,5 a 3,0 mm zal 2,62 zijn geweest.
Vervolgens meet je de binnendiameter of eigenlijk liever de binnendiamt van de groef waar e oring in ligt of de as waar de oring overheen schuift.
Je kijkt in deze lijst gerangschikt op doorsnede en kiest de oring die het dichtst zit bj de maat die je hebt gemeten, het BS nummer is een nummer dat door iedeere oring handelaar word herkent.
De lijst:
http://www.prepol.com/PPE-Uploads/Oring_sizes_BS1806.pdf
Als je kunt kiezen tussen twee maten dan kies je altijd degene die ervoor zorgt dat de oring klemmend om de as zit.
De enigste catch: deze lijst bevat alle "imperial" oringen( dus met engelse maten) en is decenia de "standaard" geweest maar ondertussen beginnen er overal steeds meer metrische oringen op te duiken en daar is niet een dergelijke lijst voor, metrische oringen kunnen echt iedere maat hebben die je kunt verzinnen/bedenken en kunnen soms akelig dicht bij de imperial bs oringen zitten, metrische maten als 2,5 mm zijn erg lastig te onderscheiden van de bs maat 2,62, er zit dus vaak een "gok" element aan het bepalen van vervangende oringen.
Zo kun je denken/gokken dat de oring metrisch 2,5x 210 mm is die slecht te vinden is en kostbaar terwijl de imperial bs #172 -2,62x209,22 bij iedere oringboer gewoon op de plank ligt en een fractie kost.
Dat kleine verschil in doorsnede is dan ook nog eens funest voor de afdichting, een oring word meestal z'n 10 a 15 % ingedrukt, dat is bij 2,5 mm dus hooguit een paar tiende mm, het verschil tussen 2,5 en 2,62 is dan dus net het verschil tussen een erg lange levensduur en soepel lopen en een erg korte levensduur en veel te zwaar lopen.
Verder heb je bij oringen de keuze uit mateiaalsoort en hardheid, gangbare materialen zijn NBR rubber soms ook wel buna-n genoemd en is de meest voorkomende en geschikt voor aardolie producten, EPDM Is voor water, viton is meer bestand tegen chemie en hogere temperaturen maar heeft slechtere mechanische eigenschappen, siliconen is erg bestendig tegen chemie en temp maar erg zacht en scheurt snel, jij hebt NBR nodig
De hardheid: word aangegeven in #shore(a)
Gangbaar is #70 shore en voor de lagere drukken tot ongeveer 250-300 bar, voor hogere drukken kom je op #90 shore
Jij hebt dus nbr #70 shore nodig en ik gok bs-214 -3,53x24,99 en bs-212-3,53x21,82 , dus met een iets kleinere diameter dan de zuiger.
De nadere rechthoekig gevormde ring heet een back-up ring en is er voor om te zorgen dat de oring ( die eigenlijk vloeibaar is) niet in de spleet tussen zuiger en cilinder word ge-extrudeert( geperst) , voor iedere BS oring maat is er ook een bijbehorende back-up ring, ze kunnen gemaakt zijn van ook weer nbr-epdm-viton enz enz en ze zijn er ook weer in hardheden in #shore, gangbaar in hydrauliek is nbr-#70 shore of polyurethaan(pu)90 shore of teflon(ptfe)