motorfiets (de ~)
1 tweewielig motorrijtuig met een cilinderinhoud groter dan 50 cc => moto, motor, motorrijwiel
motorsfeer
1 mooi geluid, veel cc's, veel power, negeren snelheidswetten..
mo·tor (de ~ (m.), ~en/~s)
1 machine waarin energie wordt omgezet in beweegkracht
2 motorfiets
3 inspirator, stuwende kracht
mo·tor·agent (de ~ (m.))
1 politieagent op een motorfiets => zwaantje
mo·tor·blok (het ~)
1 uit metaal gegoten lichaam van een verbrandingsmotor waarin zich de cilinders bevinden
mo·tor·boot (de ~)
1 door een motor voortgestuwde boot, met name als pleziervaartuig
mo·tor·bril (de ~ (m.))
1 stofbril
mo·tor·club (de ~)
1 club van motorrijders
mo·tor·cou·reur (de ~ (m.))
1 iem. die meedoet aan motorraces
mo·tor·cross (de ~ (m.))
1 motorwedstrijd door het terrein => motorterreinwedstrijd
mo·tor·fiets (de ~)
1 tweewielig motorrijtuig met een cilinderinhoud groter dan 50 cc => moto, motor, motorrijwiel
mo·tor·helm (de ~ (m.))
1 valhelm van een motorrijder
mo·tor·home (de ~)
1 camper
mo·to·riek (de ~ (v.))
1 beweeglijkheid van het lichaam
mo·to·risch (bn.)
1 de motoriek betreffend of daarmee samenhangend
2 de motor betreffend
mo·tor·jacht (het ~)
1 pleziervaartuig met een motor
mo·tor·kap (de ~)
1 scharnierbaar deel van de carrosserie van een auto waaronder zich de motor bevindt
mo·tor·maai·er (de ~ (m.))
1 gemotoriseerde grasmaaier
mo·tor·min·nend (bn.)
1 dol op, idolaat van motorfietsen
mo·tor·muis (de ~)
1 [scherts.] motorrijder
mo·tor·olie (de ~)
1 smeerolie voor motoren
mo·tor·pech (de ~ (m.))
1 pech door storing in het mechanisme van een motor => panne
moet je nog meer weten?