Zoals bij iedereen hier, was ook mijn vakantie dit jaar één groot vraagteken. Ik had twee losse weken in de planning staan. Half juni zou ik als begeleider mee gaan op een georganiseerde reis naar de Franse Alpen, en de tweede week van juli stond mijn jaarlijkse Stella Alpina tripje in de agenda. De georganiseerde reis werd in maart al geannuleerd. Achteraf gezien was het misschien mogelijk geweest, maar zonder boekingen schiet het natuurlijk niet op. De officiële afwijzing voor de Stella Alpina kwam pas in mei, maar dat het niet door zou gaan wist iedereen eigenlijk al. Ik besloot mijn vakantiedagen voor beide weken maar te laten staan, en tegen die tijd wel te zien wat mogelijk was.
Een paar dagen na de heropening van de grenzen op 15 juni, vertrok ik samen met de collega waarmee ik de reis zou begeleiden alsnog voor een paar dagen naar de Franse Alpen, niet met een groep maar met z’n tweeën. Wat nieuwe routes verkennen, aanpassingen aan huidige routes maken en wat accommodaties bezoeken. Een soort van semi zakelijke reis dus, ook zeker geen straf hoor! Geen verslag maar alleen een sfeerplaatje vanaf de Galibier:
Twee weken na thuiskomst had ik alweer een weekje vrij, dit keer de week van het Stella Alpina treffen. Omdat ik pas net twee weken terug was, had ik eigenlijk had ik al besloten niet te gaan. Hoewel natuurlijk niks zeker is, staat in september mijn “echte” vakantie gepland. Toch kwamen er steeds meer signaleren dat corona weer terrein begon te winnen, en leek het me niet ondenkbaar dat er binnen afzienbare tijd weer grenzen zouden sluiten. Daarom heb ik op het laatste moment besloten om toch te gaan, misschien zit de boel binnen een paar weken weer op slot en kan het de rest van het jaar niet meer. Ik zie het maar als bonustrip. Ik ga weer richting de Alpen, dit keer in plaats van de FJR weer gewoon op de Tenere zodat ik nog wat onverhard kan rijden. Omdat het Stella Alpina treffen dit jaar toch niet doorgaat heb ik mooi de kans om wat plaatsen te aan te doen waar ik normaal nooit aan toe kom, omdat ik er geen tijd voor heb, geen tijd voor maak, of omdat je ze gewoon net een beetje uit de richting zijn. Dit keer een beetje een samengeraapt zooitje dus, wat nieuwe plekken, wat oude bekenden, en nog een dagje wandelen.
Dag 1, Vrijdag 10 juli 2020 Kilometers: 415
Ik heb iets met de vrije dagen geschoven, normaal gesproken is de Stella Alpina in het weekend, en zou mijn tripje van woensdag tot woensdag zijn. Aangezien ik er nu toch niet speciaal op die datum hoef te zijn ga ik van weekend tot weekend, dan heb ik nog wat extra dagen ook. Vandaag ben ik nog een dag aan het thuiswerken, maar vanaf een uur of 1 heb ik niks meer te doen, dus ik smokkel een paar uurtjes. Om half 3 hangt alles aan de motor en ben ik klaar voor vertrek. Vandaag ga ik vast richting Luxemburg, dat scheelt morgen weer, en veel heb ik thuis toch niet meer te doen. Ik ga wel voornamelijk over de snelweg, want het grootste deel van de dag is al om.
Het is vrijdagmiddag, in het zuiden is de vakantie begonnen, dus het is lekker druk op de weg. Bij Deil wat file, bij Eindhoven gaan de matrixen knipperen en schiet ik voor de zekerheid maar de N2 op. Die loopt uiteindelijk ook vast, maar minder erg dan de hoofdrijbaan. Tot Valkenswaard nog erg druk, maar als alles eenmaal op twee rijstroken is gepropt gaat het wel weer. Bij Nederweert dwingt mijn blaas me even tot een korte stop, en dan snel weer verder. Ik krijg her en der wat kleine buitjes, maar gelukkig valt het mee. Luik door, richting Bastogne, en dan de snelweg af. Bij Pommerloch de grens over, en omdat de lucht wel heel erg donker wordt check ik nog even de buienradar. De buien trekken zuidwaarts weg, en als ik rustig aan doe lijkt het erop dat ze net voor me uit trekken.
Wiltz-Kautenbach pak ik nog even mee, daar is het gelukkig nog droog. Dan binnendoor naar Goebelsmuhle, en langs de Sure naar Ettelbruck. De weg is inmiddels drijfnat, maar inderdaad blijf ik net achter de bui en krijg ik zelf geen druppels. In Ingeldorf stop ik op mijn vaste camping waar ik altijd verblijf als ik in Luxemburg ben. Normaal gesproken wel een paar keer per jaar, maar voor dit jaar nu pas de eerste keer. Zoals altijd vriendelijk begroet door de eigenaresse. Blijf je maar één nacht? Het is vrij rustig, ze hebben natuurlijk ook geen idee hoe de komende weken zich ontwikkelen dus ze zijn blij met elke klant die nog komt. Meestal blijf ik ook wel een paar dagen, maar dit keer is het slechts voor doorreis. Misschien op de terugweg nog een nacht.
Het is inmiddels al 8 uur geweest, dus ik zet snel de tent op, maak wat te eten en loop nog een klein rondje. Veel tijd is er niet, want door de bewolking wordt het al snel donker. Ik drink nog wat op het terras van de camping, en klets nog wat met de eigenaren. Dan nog even douchen, en naar bed. Weersvoorspelling voor morgen is goed, en het ziet er naar uit dat ik vandaag de laatste buitjes voor de komende dagen heb gehad.
Dag 2, Zaterdag 11 juli 2020 Kilometers: 441.4, Totaal 856,8
Kwart over 7 wakker ben ik wakker, het weer ziet er goed uit! Nog even onder het gemalen water, lenzen in, aankleden en klaar voor de dag. Om 8 uur gaat de supermarkt open, wat ongeveer 10 minuutjes lopen vanaf de camping is. Voor het eerst in mijn leven een mondkapje op, want dat is verplicht hier. Dit is mijn vaste stek in Luxemburg, dus ik ken hier in de supermarkt zowat net zo goed de weg als thuis in de Appie. Croissantje, chocoladebroodje, voor vanmiddag wat broodjes en beleg, stukje fruit en wat eten voor vanavond. Half 9 ben ik terug op de camping, maar als je dan nog moet ontbijten en alles moet inpakken is het zo 10 uur voordat je op pad bent. Geeft niet, het is vakantie.
Ik heb geen zin om weer het saaie stuk Metz-Nancy te rijden, dat heb ik twee weken terug nog in omgekeerde volgorde gedaan, dus dit keer kies ik er eens voor om door Duitsland te gaan. Stukje terug naar Diekirch, en dan over de 10 parallel aan de Duitse grens langs de Sure. Na ruim 460km op één tank kan ik hem in Wasserbillig mooi weer optoppen met goedkope peut. €1,17 voor een liter 98, het voelt bijna als stelen.
Nog een stuk langs de Saar tot aan Merzig, en dan een stukje snelweg. Ik wil vandaag nog de Vogezen door, dus dan ga ik geen tijd verspillen met een omgeving die toch niet boeiend is. Snelweg tot net voorbij Saarbrucken, en dan bij de Sarreguemines de Franse grens over. Dan de snelweg weer af en mag de Garmin het even zelf uitzoeken. Bij de weg langs Turquestein naar de Col du Donon begint de echte lol voor vandaag. Eerst vind ik op een bospaadje langs de weg een mooie plek in de zon voor de lunchpauze. Broodjes heb ik vanochtend al gehaald, dus er gaat niks boven een mooi openluchtrestaurant, volledig corona-verantwoord.
Na de lunch komen de echte bochten er aan, over de Donon naar Schirmeck kunnen de bandjes alvast lekker opwarmen. Dan richting St-Marie-aux-Mines en richting de Bonhomme. In een dorpje word ik met een hoop lawaai ingehaald door een Harley die het kennelijk niet zo nodig vindt om zich aan de snelheid te houden. In de dorpjes doe ik het altijd rustig aan. Er komt weer een mooi bochtig stuk aan, dus die Harley komen we met zijn bodemvrijheid van een luciferdoosje over een paar bochten wel weer tegen. En inderdaad, na twee bochten zit ik er alweer achter en schiet ik er gelijk voorbij. Dat kan hij natuurlijk niet zomaar laten gebeuren, dus direct na de bocht gooit hij het gas er weer vol op en ben ik geen partij met mijn 48pk. Dan volgen er wat korte bochten op elkaar, en is het bye bye, zwaai zwaai met je Harley. Bovenop de Col du Bagenelles de foto waar ik er al zoveel van heb, maar het blijft een mooi uitzicht.
Ik rij lekker op het gemakje de Route des Crêtes, gewoon sportief maar niet te gek want het is overal druk zat op zaterdag. Na de Col de la Schlucht even de Hohneck op, ook hier moet ik altijd even het uitzicht bekijken, zien of de echte bergen van de Alpen al zichtbaar zijn. Het is wat heiig, dus dit keer helaas niet. Terwijl ik eigenlijk wel weet dat de koffie hier niet te hachelen is toch maar een bakkie. Het terras buiten zit stampvol, en ik heb geen zin om me tussen de massa te nestelen en af te wachten. Binnen zit niemand, logisch met dit weer ook. Even snel een bakkie, en door.
Langs Le Markstein, waar het ook stervensdruk is, door naar de Grand Ballon. Dan gewoon simpelweg de route volgen tot je weer afdaalt naar Uffholtz. En dan, na het hele bochtenfestijn is het weer vlak. Het is inmiddels half 6, en eigenlijk wil ik nog wel even een uurtje door, dat scheelt morgen weer. In de app van Archies zie ik maar weinig campings op het stuk tussen Montbéliard en Pontarlier, en van ik zie zijn de recensies niet echt om over naar huis te schrijven. Of ik moet helemaal door naar Morteau, maar dan ben je gelijk weer twee uur verder. Dan maar Belfort, dat is nog een half uurtje. Misschien kan ik vanavond nog even in het stadje kijken.
Op de camping krijg ik een plek toegewezen, daar heb ik altijd al een beetje moeite mee, waarom mag ik zelf niks uitzoeken? Ik rij de plek eerst al voorbij, maar het blijken allemaal dubbele plekken te zijn, achter een ander dus, en nog klein ook. Het verbaast me eigenlijk dat het hier best wel druk is. Ik sta aan de buitenrand van de camping, en een paar meter achter me is een meertje met strand. Het is een mooie avond, dus druk op het strand, met veel geschreeuw en muziek. Gelukkig wel fatsoenlijke muziek, ik hoop alleen niet dat het tot in de late uurtjes doorgaat. Niet ideaal allemaal, maar het is maar voor één nachtje. Tentje opzetten en wat te eten maken. Mijn Duitse buren komen vragen of ik nog wat salade wil, ze hebben nog veel over. Tsja, wat moet je daar nou mee in coronatijd? Ik heb mevrouw des huizes tijdens het koken wel 10x naar de kraan zien lopen om haar handen te wassen, dus het zal wel goed zitten en ik gok het er maar op. Als ik naar een restaurant ga zit er ook iemand aan mijn eten en moet je ook maar vertrouwen dat het goed zit. Bak sla met alles erop en eraan, en het zit voor vandaag ook wel weer goed met de vitamientjes. Ze vragen me ook nog of ik vanavond nog een biertje of wijntje kom drinken, maar ik hou het nog even af. Ik wil eigenlijk nog even een rondje in het stadje lopen, daar schijnt een mooie burcht te zijn en contact met onbekenden wil ik eigenlijk ook een beetje beperken.
Als ik de kom van de salade terugbreng vragen ze het nogmaals, maar ik zeg dat ik eerst nog even het stadje in ga, misschien straks nog. Het is een klein half uurtje lopen naar de burcht, waar ik even rondkijk en een rondje omheen loopt. Uiteindelijk is het toch alweer tegen half 10, begint het te schemeren en moet ik nog een half uur terug lopen. Na totaal bijna 2 uur rondstappen ben ik om 22:00 uur terug op de camping. De buren zitten al binnen achter de verduistering van de camper, daar kom ik mooi weer onderuit. De strandgangers daarentegen zijn nog lang niet vertrokken. Op de Garmin nog even een route voor morgen in elkaar knutselen, douchen en naar bed. Gelukkig is dit ook ongeveer het tijdstip dat de strandgangers achter me het voor gezien houden, en zo werd het toch nog een rustig nachtje.
Een paar dagen na de heropening van de grenzen op 15 juni, vertrok ik samen met de collega waarmee ik de reis zou begeleiden alsnog voor een paar dagen naar de Franse Alpen, niet met een groep maar met z’n tweeën. Wat nieuwe routes verkennen, aanpassingen aan huidige routes maken en wat accommodaties bezoeken. Een soort van semi zakelijke reis dus, ook zeker geen straf hoor! Geen verslag maar alleen een sfeerplaatje vanaf de Galibier:
Twee weken na thuiskomst had ik alweer een weekje vrij, dit keer de week van het Stella Alpina treffen. Omdat ik pas net twee weken terug was, had ik eigenlijk had ik al besloten niet te gaan. Hoewel natuurlijk niks zeker is, staat in september mijn “echte” vakantie gepland. Toch kwamen er steeds meer signaleren dat corona weer terrein begon te winnen, en leek het me niet ondenkbaar dat er binnen afzienbare tijd weer grenzen zouden sluiten. Daarom heb ik op het laatste moment besloten om toch te gaan, misschien zit de boel binnen een paar weken weer op slot en kan het de rest van het jaar niet meer. Ik zie het maar als bonustrip. Ik ga weer richting de Alpen, dit keer in plaats van de FJR weer gewoon op de Tenere zodat ik nog wat onverhard kan rijden. Omdat het Stella Alpina treffen dit jaar toch niet doorgaat heb ik mooi de kans om wat plaatsen te aan te doen waar ik normaal nooit aan toe kom, omdat ik er geen tijd voor heb, geen tijd voor maak, of omdat je ze gewoon net een beetje uit de richting zijn. Dit keer een beetje een samengeraapt zooitje dus, wat nieuwe plekken, wat oude bekenden, en nog een dagje wandelen.
Dag 1, Vrijdag 10 juli 2020 Kilometers: 415
Ik heb iets met de vrije dagen geschoven, normaal gesproken is de Stella Alpina in het weekend, en zou mijn tripje van woensdag tot woensdag zijn. Aangezien ik er nu toch niet speciaal op die datum hoef te zijn ga ik van weekend tot weekend, dan heb ik nog wat extra dagen ook. Vandaag ben ik nog een dag aan het thuiswerken, maar vanaf een uur of 1 heb ik niks meer te doen, dus ik smokkel een paar uurtjes. Om half 3 hangt alles aan de motor en ben ik klaar voor vertrek. Vandaag ga ik vast richting Luxemburg, dat scheelt morgen weer, en veel heb ik thuis toch niet meer te doen. Ik ga wel voornamelijk over de snelweg, want het grootste deel van de dag is al om.
Het is vrijdagmiddag, in het zuiden is de vakantie begonnen, dus het is lekker druk op de weg. Bij Deil wat file, bij Eindhoven gaan de matrixen knipperen en schiet ik voor de zekerheid maar de N2 op. Die loopt uiteindelijk ook vast, maar minder erg dan de hoofdrijbaan. Tot Valkenswaard nog erg druk, maar als alles eenmaal op twee rijstroken is gepropt gaat het wel weer. Bij Nederweert dwingt mijn blaas me even tot een korte stop, en dan snel weer verder. Ik krijg her en der wat kleine buitjes, maar gelukkig valt het mee. Luik door, richting Bastogne, en dan de snelweg af. Bij Pommerloch de grens over, en omdat de lucht wel heel erg donker wordt check ik nog even de buienradar. De buien trekken zuidwaarts weg, en als ik rustig aan doe lijkt het erop dat ze net voor me uit trekken.
Wiltz-Kautenbach pak ik nog even mee, daar is het gelukkig nog droog. Dan binnendoor naar Goebelsmuhle, en langs de Sure naar Ettelbruck. De weg is inmiddels drijfnat, maar inderdaad blijf ik net achter de bui en krijg ik zelf geen druppels. In Ingeldorf stop ik op mijn vaste camping waar ik altijd verblijf als ik in Luxemburg ben. Normaal gesproken wel een paar keer per jaar, maar voor dit jaar nu pas de eerste keer. Zoals altijd vriendelijk begroet door de eigenaresse. Blijf je maar één nacht? Het is vrij rustig, ze hebben natuurlijk ook geen idee hoe de komende weken zich ontwikkelen dus ze zijn blij met elke klant die nog komt. Meestal blijf ik ook wel een paar dagen, maar dit keer is het slechts voor doorreis. Misschien op de terugweg nog een nacht.
Het is inmiddels al 8 uur geweest, dus ik zet snel de tent op, maak wat te eten en loop nog een klein rondje. Veel tijd is er niet, want door de bewolking wordt het al snel donker. Ik drink nog wat op het terras van de camping, en klets nog wat met de eigenaren. Dan nog even douchen, en naar bed. Weersvoorspelling voor morgen is goed, en het ziet er naar uit dat ik vandaag de laatste buitjes voor de komende dagen heb gehad.
Dag 2, Zaterdag 11 juli 2020 Kilometers: 441.4, Totaal 856,8
Kwart over 7 wakker ben ik wakker, het weer ziet er goed uit! Nog even onder het gemalen water, lenzen in, aankleden en klaar voor de dag. Om 8 uur gaat de supermarkt open, wat ongeveer 10 minuutjes lopen vanaf de camping is. Voor het eerst in mijn leven een mondkapje op, want dat is verplicht hier. Dit is mijn vaste stek in Luxemburg, dus ik ken hier in de supermarkt zowat net zo goed de weg als thuis in de Appie. Croissantje, chocoladebroodje, voor vanmiddag wat broodjes en beleg, stukje fruit en wat eten voor vanavond. Half 9 ben ik terug op de camping, maar als je dan nog moet ontbijten en alles moet inpakken is het zo 10 uur voordat je op pad bent. Geeft niet, het is vakantie.
Ik heb geen zin om weer het saaie stuk Metz-Nancy te rijden, dat heb ik twee weken terug nog in omgekeerde volgorde gedaan, dus dit keer kies ik er eens voor om door Duitsland te gaan. Stukje terug naar Diekirch, en dan over de 10 parallel aan de Duitse grens langs de Sure. Na ruim 460km op één tank kan ik hem in Wasserbillig mooi weer optoppen met goedkope peut. €1,17 voor een liter 98, het voelt bijna als stelen.
Nog een stuk langs de Saar tot aan Merzig, en dan een stukje snelweg. Ik wil vandaag nog de Vogezen door, dus dan ga ik geen tijd verspillen met een omgeving die toch niet boeiend is. Snelweg tot net voorbij Saarbrucken, en dan bij de Sarreguemines de Franse grens over. Dan de snelweg weer af en mag de Garmin het even zelf uitzoeken. Bij de weg langs Turquestein naar de Col du Donon begint de echte lol voor vandaag. Eerst vind ik op een bospaadje langs de weg een mooie plek in de zon voor de lunchpauze. Broodjes heb ik vanochtend al gehaald, dus er gaat niks boven een mooi openluchtrestaurant, volledig corona-verantwoord.
Na de lunch komen de echte bochten er aan, over de Donon naar Schirmeck kunnen de bandjes alvast lekker opwarmen. Dan richting St-Marie-aux-Mines en richting de Bonhomme. In een dorpje word ik met een hoop lawaai ingehaald door een Harley die het kennelijk niet zo nodig vindt om zich aan de snelheid te houden. In de dorpjes doe ik het altijd rustig aan. Er komt weer een mooi bochtig stuk aan, dus die Harley komen we met zijn bodemvrijheid van een luciferdoosje over een paar bochten wel weer tegen. En inderdaad, na twee bochten zit ik er alweer achter en schiet ik er gelijk voorbij. Dat kan hij natuurlijk niet zomaar laten gebeuren, dus direct na de bocht gooit hij het gas er weer vol op en ben ik geen partij met mijn 48pk. Dan volgen er wat korte bochten op elkaar, en is het bye bye, zwaai zwaai met je Harley. Bovenop de Col du Bagenelles de foto waar ik er al zoveel van heb, maar het blijft een mooi uitzicht.
Ik rij lekker op het gemakje de Route des Crêtes, gewoon sportief maar niet te gek want het is overal druk zat op zaterdag. Na de Col de la Schlucht even de Hohneck op, ook hier moet ik altijd even het uitzicht bekijken, zien of de echte bergen van de Alpen al zichtbaar zijn. Het is wat heiig, dus dit keer helaas niet. Terwijl ik eigenlijk wel weet dat de koffie hier niet te hachelen is toch maar een bakkie. Het terras buiten zit stampvol, en ik heb geen zin om me tussen de massa te nestelen en af te wachten. Binnen zit niemand, logisch met dit weer ook. Even snel een bakkie, en door.
Langs Le Markstein, waar het ook stervensdruk is, door naar de Grand Ballon. Dan gewoon simpelweg de route volgen tot je weer afdaalt naar Uffholtz. En dan, na het hele bochtenfestijn is het weer vlak. Het is inmiddels half 6, en eigenlijk wil ik nog wel even een uurtje door, dat scheelt morgen weer. In de app van Archies zie ik maar weinig campings op het stuk tussen Montbéliard en Pontarlier, en van ik zie zijn de recensies niet echt om over naar huis te schrijven. Of ik moet helemaal door naar Morteau, maar dan ben je gelijk weer twee uur verder. Dan maar Belfort, dat is nog een half uurtje. Misschien kan ik vanavond nog even in het stadje kijken.
Op de camping krijg ik een plek toegewezen, daar heb ik altijd al een beetje moeite mee, waarom mag ik zelf niks uitzoeken? Ik rij de plek eerst al voorbij, maar het blijken allemaal dubbele plekken te zijn, achter een ander dus, en nog klein ook. Het verbaast me eigenlijk dat het hier best wel druk is. Ik sta aan de buitenrand van de camping, en een paar meter achter me is een meertje met strand. Het is een mooie avond, dus druk op het strand, met veel geschreeuw en muziek. Gelukkig wel fatsoenlijke muziek, ik hoop alleen niet dat het tot in de late uurtjes doorgaat. Niet ideaal allemaal, maar het is maar voor één nachtje. Tentje opzetten en wat te eten maken. Mijn Duitse buren komen vragen of ik nog wat salade wil, ze hebben nog veel over. Tsja, wat moet je daar nou mee in coronatijd? Ik heb mevrouw des huizes tijdens het koken wel 10x naar de kraan zien lopen om haar handen te wassen, dus het zal wel goed zitten en ik gok het er maar op. Als ik naar een restaurant ga zit er ook iemand aan mijn eten en moet je ook maar vertrouwen dat het goed zit. Bak sla met alles erop en eraan, en het zit voor vandaag ook wel weer goed met de vitamientjes. Ze vragen me ook nog of ik vanavond nog een biertje of wijntje kom drinken, maar ik hou het nog even af. Ik wil eigenlijk nog even een rondje in het stadje lopen, daar schijnt een mooie burcht te zijn en contact met onbekenden wil ik eigenlijk ook een beetje beperken.
Als ik de kom van de salade terugbreng vragen ze het nogmaals, maar ik zeg dat ik eerst nog even het stadje in ga, misschien straks nog. Het is een klein half uurtje lopen naar de burcht, waar ik even rondkijk en een rondje omheen loopt. Uiteindelijk is het toch alweer tegen half 10, begint het te schemeren en moet ik nog een half uur terug lopen. Na totaal bijna 2 uur rondstappen ben ik om 22:00 uur terug op de camping. De buren zitten al binnen achter de verduistering van de camper, daar kom ik mooi weer onderuit. De strandgangers daarentegen zijn nog lang niet vertrokken. Op de Garmin nog even een route voor morgen in elkaar knutselen, douchen en naar bed. Gelukkig is dit ook ongeveer het tijdstip dat de strandgangers achter me het voor gezien houden, en zo werd het toch nog een rustig nachtje.