Dag 5:
Wakker worden met een ruggengraat zo krom als een banaan. Nooit fijn. Nadat ik er een kwartier later in was geslaagd eindelijk rechtop te gaan staan, voorzichtig te bukken en onder mijn (bovenste verdieping) van het stapelbed te kijken, begreep ik wat de oorzaak was. De latjes van de bodem lagen los, en precies op dat deel waar ik last had, zaten geen planken. Dat begint lekker…
Buiten regende het. Binnen niet. Dus ik besluit het rustig aan te doen met inpakken. Ik probeer een ander campingtoilet dan de voorgaande dag. (Geen zorgen, ik houd het netjes, dus lees rustig verder). Tijdens het welbekende “hupje” dat mannen maken om de laatste druppel te laten vallen, merk ik dat ik precies met het bovenste topje van mijn schedel het dak van het gebouwtje raak. “Pok! Pok! Pok!”. Geeft toch weer een extra dimensie aan het plassen. Had ik dat maar eerder geweten….
Ik pak mijn spullen in en ongeveer een uur later rijd ik het campingterrein af. In mijn spiegel zie ik, terwijl ik onder de slagboom doorrijd, die ouwe knar van de hut aan de overkant met gezwinde spoed naar mijn hut lopen. Floep! Hij pakt gelijk ff dat blik Carlsberg waar ik echt geen plek meer voor had. Geniaal. Ouwe ekster.
Ik rijd naar Alvdal, want ik heb toch echt een nieuw regenpak nodig. Dat vind ik al snel. En maar goed ook. Vandaag zal ik ongeveer 27 keer nat worden (zeg ik met de wetenschap van nu, einde dag). Tot op de onderbroek.
Hoe dan ook. Ik sla gelijk af, een bospad op. Betaal voor de afwisseling maar weer eens 90 Kronen bij de slagboom (ik wissel het een beetje af. Daar waar geen camera hangt, rij ik meestal gewoon voorbij de slagboom). Na ongeveer 2 km kom ik in een dal terecht. Het is mistig. Vochtig. Voelt aan als herfst / winter (8 graden). Maar zelfs onder die omstandigheden zie ik de schoonheid. Zoiets heb ik echt nog nooit gezien in mijn leven. Niet normaal. Overal kleine meertjes. En zowat alles wat overblijft is okergroen (dat is een doordenkertje hè
). Ik ben er nog steeds niet achter wat voor een soort mos dat eigenlijk is wat je ziet overal. Wie het weet, mag het zeggen.
40 km lang is deze weg die me helemaal door het dal voert. Ik kom welgeteld 5 mensen tegen tijdens deze 2 uur durende sectie (inclusief pauzes voor foto’s en af en toe een hapje). Ik baal er echt van dat het zulk slecht weer is. Positief blijven is het motto, maar het knaagt wel. Zelfs de Noren die ik spreek, beginnen gelijk over “het weer”, zonder dat ik ze daar aanleiding toe geef. Ik was er van tevoren natuurlijk al op bedacht, maar tot nu toe kan ik niet anders zeggen dan dat mijn zorgen terecht waren.
Nu rijd ik hier, in dit bizar mooie (en goed geconserveerd gebleven) natuurgebied, maar ik zie er technisch gezien maar een kwart van, omdat het zicht niet verder rijkt dan 200 – 300 meter. Ik besluit even te stoppen, weer wat te eten, en mijn gedachten weer de juiste richting op te krijgen. In je eentje moet je dat immers gewoon zelf doen
Het lukt. Ik stel mezelf ten doel ook het tweede dal dat op de planning staat voor vandaag, nog te rijden. Doorzetten. Met als einddoel het zoeken van een mooie hut waar ik mezelf eens goed in de watten laat leggen. Bijkomend voordeel zal zijn dat daar waarschijnlijk ook andere gasten zijn, zodat ik weer eens wat aanspraak heb. Kan nooit kwaad.
Bij Grimsbu duik ik dat tweede dal in. Nagenoeg net zo mooi als het eerste van vandaag. Eindeloze wegen die als een sliert spaghetti door de heuvels lopen. Hèt paradijs voor de dualsport – fanaat. Het is gestopt met hard regenen inmiddels. Ik schakel een versnellinkje hoger en kom weer lekker in mijn ritme. Bij een van de vele aftakkingen van de rivier die door het dal loopt, zie ik in een flits een knoeperd van een forel zwemmen. Ik gooi het anker uit. Die is van mij!!! Alleen nog even omkeren en zorgen dat ik hem niet laat schrikken. Ik keer om. Halverwege de draai merk ik dat mijn tanktas (de welbekende van ktm), voor de zoveelste keer naar links is gezakt. Met als gevolg dat mijn stuuruitslag flink wordt beperkt. De rest laat zich raden.
Weer lig ik op mijn fretje. Aangezien ik weet dat er toch niemand is die mij kan horen, vloek ik pak m beet een minuut of 2. Het gehele vocabulaire komt voorbij. Dat helpt niet. Het lijkt net alsof wél iemand mij heeft gehoord: een plaatselijke stortbui van heb ik jou daar. Achteraf gezien kan ik er nu wel om lachen. Maar op dat moment niet. Ik begin met het afladen van de bagage. Want inclusief is er echt geen beweging in te krijgen. Net nadat ik alles eraf heb gehaald hoor ik in de verte een brommend geluid. Het klinkt me als muziek in de oren…
Wat blijkt: een Nederlands stel op vakantie met hun gave 4WD VW Camper (Legergroen, erg stoer). Hoe grappig en toevallig is dat?! Ze helpen me uiteraard mee tillen en dan is het klusje zo gepiept. We kletsen nog een tijdje en vervolgen onze weg. Ze komen uit de buurt van Emmen geloof ik. Mocht iemand die hier meeleest, ze kennen, bedank ze nog maar een keer van me
Die tanktas die gaat eruit na deze vakantie. Ben het nu helemaal zat. En een lichtere dual sport (de 790 adventure heeft mijn aandacht! En die T7 van Yamaha is ook om je vingers bij af te likken) is toch ook wel iets waar ik eens over na moet gaan denken. De 990 is echt een super machine waar ik erg tevreden over ben. Maar ik zie nu wel weer in hoe belangrijk het is om die motorfiets met zo min mogelijk moeite zelf overeind te kunnen tillen. Ach ja, er moet iets overblijven om van te dromen. En als ik niet kan kiezen, dan houd ik de 990 gewoon en koop ik nog een motor erbij (grapje. mijn vriendin leest mee, ik wilde haar even laten schrikken
)
Ik geef die tanktas natuurlijk lekker de schuld. En technisch gezien is dat ook zo. Maar eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik zelf ook wel merkte dat ik moe begon te worden. Het werd tijd voor bier en vlees!
Nadat ik het gravel dus weer van dichtbij had bekeken, ben ik nog ongeveer een uur doorgereden tot aan de hut (Saeter) waar ik de nacht ga doorbrengen. Wederom een paradijsje op aarde. Even lekker gedoucht, want de schapenstront zat tot onder mijn kin (ik ben gestopt met te proberen om deze keutels de hele tijd te ontwijken. Dat is gevaarlijk omdat je dan onverwacht van je lijn afwijkt op al die gravelpaden).
Aangeschoven bij de andere gasten die al aan het eten waren, gelijk vrienden geworden met 2 aardige Noorse kerels die aan het wandelen waren in de bergen. En de rest van de avond dus lekker die 2 dingen gedaan waar wij mannen al eeuwenlang goed in zijn: bier drinken en mannengrappen vertellen. Om 00:30 uur knapten de lucifershoutjes die ik onder mijn oogleden had gezet. Toen wist ik dat het tijd was om naar bed te gaan. En zo geschiedde…
Ciao!