Reisverslag 2023: 4 maanden door Canada&Alaska

Dag 82, Dinsdag 1 augustus. Gereden: 187, Totaal: 17586km.

Geen idee of het vannacht nog gestopt is, maar als ik wakker word regent het. Nog steeds, of alweer. De ferry naar Skagway gaat pas om 12:45, dus ik heb nog even de tijd. De terminal is hier toch maar een paar kilometer vandaan. Ik sta op de bosgrond dus alles is modderig en overal plakken dennennaalden en prut aan. Om een uur of 9 lijkt het even droog te worden, dus pak ik snel alles in. Kletsnat natuurlijk, en smerig.

IMG_7534.JPG


Een uurtje later rij ik de camping af, het spat een beetje maar het is te doen. Bij de rivier zit waarschijnlijk weer dezelfde moeder Grizzly met de 2 welpen, dit keer op de brug van de vistrap. Er staat al een horde mensen te kijken, en ik heb er weinig zin om me daar tussen te mengen. Van een afstandje zie ik het ook wel. Ik rij even naar de terminal en om te vragen tot hoe laat ik kan inchecken, want ik wil nog even in het dorp kijken. Niet dat daar zoveel te doen is, maar anders zit ik hier ook maar. Het is 10:15 en om 11:30 uur moet ik terug zijn. Er is waarschijnlijk wel wat vertraging, want een andere ferry is net binnen en die moet eerst nog leeg.

IMG_7536.JPG


In het dorp doe ik een bakkie en ik kijk nog even rond, maar ik vind er weinig aan. Er ligt inmiddels een cruiseschip en het dorp is vergeven van de toeristen. Ik zal het wel verkeerd zien, maar ik zou niet weten waarom je hier op een cruise naartoe zou willen. Overal lopen hoogbejaarde Amerikanen en Chinezen, er zit geen gang in. Ik moet zowat een kwartier wachten op de koffie.

IMG_7539.JPG


Om 11:30 uur ben ik weer terug bij de terminal, maar de andere ferry ligt nog steeds aan de kade. Ze zijn zelfs nog niet begonnen met boarden. De ferry die ik moet hebben ligt al te wachten, maar er is maar één aanlegplaats dus de andere moet eerst weg. Het regent inmiddels weer, dus ik blijf maar in de terminal. Wat ze aan het doen zijn weet ik niet, maar er gaat maar ongeveer 1 auto per minuut de ferry op. Ik schat dat er zo'n 100 mee moeten, dus als ze in dit tempo doorgaan dan gaat het wel even duren. De ferry is van de Alaska Marine Highway, die maakt verschillende stops langs de kust, dus alles moet er in de goede volgorde op komen te staan. Dat duurt even. Om 12:45 uur, de tijd dat wij eigenlijk al hadden moeten vertrekken is de andere nog niet eens weg. De terminal is ook al behoorlijk droevig, er is niet eens koffie, geen wifi en vanwege werkzaamheden aan de leidingen zelfs geen drinkwater. Ik zit droog terwijl de regen buiten met bakken uit de hemel komt, dat is het enige pluspunt.

IMG_7541.JPG


Het is uiteindelijk al 13:00 uur als de andere ferry eindelijk weg is. Dan moet die van ons nog aanmeren, de passagiers van boord, en dan pas kunnen wij er op. Het is een kleinere ferry dan de andere, want dit is maar een korte route. Helaas is de ferry niet geschikt voor de terminal, of de terminal niet voor de ferry, want hij kan maar één ingang gebruiken. Dat betekent dat alles aan boord moet keren, om er straks weer vooruit af te kunnen. Alle grote campers of auto's met caravans kunnen niet keren aan boord, dus moeten er achteruit op. Het schiet allemaal voor geen meter op, want Amerikanen kunnen dan wel allemaal grote auto's hebben, rijden kunnen ze niet. Rechtdoor misschien, maar als het moeilijker wordt dan dat duurt het een eeuwigheid.

Uiteindelijk ga ik, samen met 2 andere motorrijders uit Letland, als laatste aan boord. Ik heb ze een paar dagen terug al eens gezien, toen stonden we samen een tijdje te wachten voor wegwerkzaamheden. Ze rijden op een GS1200 en een oude Ducati Multistrada. De motoren zijn van vrienden van ze, die hebben ze naar Argentinië laten verschepen hebben vanuit daar de Pan Americana naar Alaska gereden. Deze twee gasten zijn naar Anchorage gevlogen, hebben de motoren van hun vrienden overgenomen en rijden ze nu terug naar Seattle. Vanuit daar worden ze weer terug verscheept. Leuk idee, al hebben de motoren zo te zien al het nodige te lijden gehad. Van beide motoren zijn de banden tot de draad versleten, hebben de nodige elektronische mankementen, en van de Ducati is de startmotor kapot waardoor ze hem iedere keer moeten aanduwen. Niet echt motoren waar ik heel Alaska en Canada mee zou willen doorkruisen, maar het lijkt de 2 niet echt te deren. Ze maken in ieder geval nog weinig aanstalten om toch minimaal op zoek te gaan naar nieuwe banden, want bij eentje komt het canvas er zelfs al doorheen. Succes de komende paar duizend kilometer.

IMG_7545.JPG


Het is ongeveer 2 uur als we uitvaren, een kwartier later dan we eigenlijk aan de overkant hadden moeten aankomen. De overtocht naar Skagway duurt maar een uurtje, dus ik heb nu al ruim 2x zo lang zitten wachten dan dat de hele overtocht duurt. Aan boord kan ik tenminste eindelijk een bak koffie en een broodje scoren, want daar ben ik inmiddels wel aan toe. De overtocht zelf is rustig, we varen alleen maar door het fjord heen dus er is geen golfslag. De motoren staan niet eens vast.

Het is inmiddels droog en de zon breekt zelfs door, dus ik sta een half uurtje buiten tot we in Skagway aankomen. Er liggen maar liefst 3 cruiseschepen, blijkbaar een populaire bestemming. Eentje van de Holland America Line, de Koningsdam met de Nederlandse vlag in top. Maakt je stiekem toch een klein beetje trots. Het ontschepen schiet wederom niet op, de helft moet weer keren en steken, en omdat wij helemaal staan ingebouwd kunnen we er pas als laatste af. De Ducati aanduwen op het gladde en natte dek gaat natuurlijk niet lukken, dus dat kan pas buiten op de kade. Ik geef ze maar even een extra duwtje mee, want de laadklep loopt behoorlijk steil omhoog.

IMG_7547.JPG


IMG_7550.JPG


IMG_7554.JPG


IMG_7557.JPG


Skagway ziet er best leuk uit, maar met zo'n 2500 passagiers per cruiseschip, en dat keer 3, in een dorp met misschien een paar honderd inwoners, is niet helemaal de plek waar ik me thuis voel. Het zijn alleen maar dezelfde soort winkeltjes en overal staan rijen. Volgens mij kunnen die schepen net zo goed maar één haven aandoen, want al die souvenirzaken zien er toch overal hetzelfde uit. Dag varen, volgende haven, zelfde troep. Nee bedankt.

Ik parkeer de motor even langs de weg, en loop toch maar een klein rondje door het dorp. Het is best aardig, maar een beetje toeristisch. Ik wil het niet te lang maken, want het is inmiddels bijna 4 uur. Een kilometer of 15 buiten het dorp ligt de grens met Canada, dan gaat de klok weer één uur vooruit, en ik moet ook nog 1,5 uur rijden naar Whitehorse. Door alle vertraging met de ferry gaat het dus wel een latertje worden.

IMG_7559.JPG


IMG_7560.JPG


IMG_7562.JPG


IMG_7561.JPG


Voor ik Alaska nu echt definitief achter me laat gooi ik nog even de tank vol. Het is goedkoper dan in Canada, en zo kan ik ook mooi de laatste US Dollars opmaken. Van de laatste 18 dollar die ik cash heb kan ik er voor $17.70 ingooien tot de tank vol zit. Komt precies mooi uit! Het schijnt dat de weg naar Whitehorse ook weer erg mooi zou moeten zijn. Helaas heeft de zon weer plaatsgemaakt voor dikke bewolking, en zodra ik Skagway uit rij begint het te hozen. De Whitepass is gehuld in dichte mist en ik zie geen hand voor ogen. De laatste dag en de laatste kilometers in Alaska zijn me helaas niet zo gunstig gezind.

IMG_7563.JPG


Na het oversteken van de Whitepass daal ik af naar de Canadese grens, en wordt het ook weer even droog. Ook nu ben ik de grens weer zo over. Dezelfde vragen als altijd, waar ga je heen, waar kom je vandaan, heb je wapens of drugs bij je? Vanwege de vertraging met de ferry, en doordat de tijd na de grens wederom een uur vooruit is gegaan is het inmiddels al 18:00 uur, en ik moet nog ruim een uur rijden. Het landschap is prachtig, maar door de bewolking, de regen en omdat ik er door alle vertraging wel een beetje klaar mee ben rij ik in een ruk door naar Whitehorse. Ik zit een beetje na te denken wat ik de komende dagen zal gaan doen. Ik had me sowieso al voorgenomen om 2 nachten op de motorcamping in Whitehorse te blijven, zodat ik morgen een dagje onderhoud en de was kan doen. Ik neem me voor om er nog een nachtje aan vast te plakken, dan rij ik overmorgen gewoon nog keer heen en weer naar Skagway. Er zijn langs de route nog wat bezienswaardigheden, dus het is eigenlijk zonde om er nu als een gek doorheen te rijden. De weersvoorspelling voor de komende dagen is veel beter, dus dan kan ik overmorgen in alle rust nog een keer deze kant op. Klinkt als een plan. Waarom haasten, ik heb tenslotte tijd zat.

Het is bijna half 8 als ik aankom op de motorcamping in Whitehorse. Ik ben er helemaal klaar mee voor vandaag, terwijl ik amper 2 uur heb gereden. Vanmorgen regen, daarna meer dan een halve dag bezig met een overtocht van een uurtje, een veel te druk dorp en daarna weer een bak regen. Inmiddels is het gelukkig weer droog, dus ik kan de tent even drogen voor ik hem opzet. Moet ook wel, want het water druipt eruit. Gelukkig is dat spul ook altijd zo weer droog. Omdat ik geen boodschappen heb gedaan vraag ik of ze in het restaurant nog een plekje voor me hebben, en dat hebben ze gelukkig. Morgen maar weer zelf koken.

Na het eten sluit ik nog even aan bij het kampvuur van een paar andere kampeerders. Ik dacht even te socializen, maar de heren zitten er waarschijnlijk al even en zijn behoorlijk in de olie. Heel veel zinnigs komt er niet meer uit. Tegen half 12 ga ik heerlijk warm douchen. In Tok hadden ze alleen een douche-emmer met koud water, dus de laatste echte douche is alweer 5 dagen geleden. Pas na een paar dagen zonder douche merk je hoe luxe het is dat je dat thuis gewoon elke dag hebt. Hier op de camping hebben ze duidelijk niet stil gezeten, want was er 5 weken geleden nog maar één douche, inmiddels is er een tweede douche en toilet af.


Dag 83, Woensdag 2 augustus. Gereden: 53, Totaal: 17639km.

Vandaag neem ik weer een dagje rust. Gisteren was het uiteindelijk al half 1 voor ik in bed lag, dus ik ben niet zo vroeg wakker. Omdat ik hier een paar weken terug ook al was ken ik inmiddels de weg, dus nadat ik rustig ben opgestart loop ik even naar de naastgelegen camping om een was in de machine te gooien. Als de was draait is de motor aan de beurt, want die heeft het na de vorige keer dat ik hier was aardig voor z'n kiezen gekregen. De laatste paar dagen begint de hele voorkant steeds meer te trillen, dus ik verwijder eerst maar eens wat kappen om te kijken waar dat aan kan liggen. Wat ik al vermoedde, één van de vier bouten van het subframe blijkt te missen. Die is er waarschijnlijk uit getrild. Ik heb zelf wel wat reserve boutjes en moertjes mee, maar in de werkplaats van de camping ligt een heel arsenaal aan gereedschap en spullen, en daar vind ik een boutje dat net wat beter past. Als de boel weer vast zit loop ik de remmen nog even na, maak ik alles schoon en smeer er een vers likje vet aan. De prut van de Dalton zit echt overal tussen, ook al heb ik daarna alweer de nodige buien gehad. Ik heb er in totaal alweer 17,600 km opzitten, dus een beetje onderhoud kan sowieso geen kwaad. Ik verstevig het gescheurde kofferrek nog een beetje, maar voor zover ik zie blijft het ook met mijn vorige noodreparatie redelijk goed zitten. Mocht ik de komende weken toevallig nog een lasser tegen het lijf lopen dan laat ik het misschien nog maken, en anders durf ik het wel aan tot aan huis.

Nadat ik de was heb uitgehangen en nog even een broodje heb gegeten rij ik rond een uur of 2 richting downtown Whitehorse. Als eerste stop ik bij de Yamaha dealer, voor een paar flessen olie en een nieuw luchtfilter. Een nieuw oliefilter heb ik nog, en aangezien ik niet verwacht dat ik hierna nog een keer olie moet wisselen kan ik die nu wel gebruiken. In Whitehorse loop ik nog een keer door de winkelstraat, drink ik natuurlijk even koffie, en ga ik nog een keertje bij de kapper langs. Het is inmiddels alweer 5 weken geleden, dus het mag wel weer een keer. Dezelfde 2 medewerkers zitten nog even verveeld voor zich uit te staren als de vorige keer, en ze herkennen me nog. Met een korte coupe ga ik nog even boodschappen doen, en dan ga ik weer terug richting de camping. Onderweg nog een stop bij de wasbox om de motor ook een douchebeurt te geven, en dan terug naar de camping.

Terug op de camping rij ik de motor gelijk de werkplaats in, ververs de olie en wissel het luchtfilter weer om voor een schone. Ook al is de werkplaats wat rommelig, het is wel luxe om alles tot je beschikking te hebben. 5 weken geleden deed ik de eerste oliewissel ook hier, toen na 8200km, nu bij 17.600km, dus alweer bijna 10.000km geleden. Komt precies goed uit. Als ik klaar ben help ik nog even een Argentijn met het vervangen van de achterband van zijn GS. Hij had een scheur in zijn band, is door een sleper naar de Yamaha dealer in Whitehorse gebracht, maar die had niet de juiste maat banden voor hem liggen. Ze verwezen hem door naar de camping, en gelukkig voor hem lag er hier op de stapel gebruikte banden nog een band in de goede maat. Zeker niet nieuw meer, maar in ieder geval niet lek, dus hij kan ook weer verder.

IMG_7568.JPG


IMG_7569.JPG


IMG_7573.JPG


IMG_7576.JPG


Het is inmiddels alweer 8 uur, tijd om te gaan eten. Ik ben net klaar als Michael en Lara, het Duitse stel op de Honda's aankomen rijden. Ik ben net van plan om een kampvuur te bouwen, dus nadat zij ook hun tent hebben opgezet zitten we de rest van de avond bij het vuur te praten. Ook de afgelopen dagen zijn ze niet gevrijwaard van problemen. Op de camping in Tok hebben ze gelukkig wel de juiste ketting kunnen monteren. Ze zaten echter ook nog te wachten op een nieuwe GoPro want de oude was zo dood als een pier. Die was pas een paar maanden oud, dus onder garantie kregen ze nu een nieuwe. Die hebben ze ook laten opsturen naar de camping in Tok, want je moet wat als je lang onderweg bent. Nadat ze 2 dagen hebben zitten wachten op het pakketje, wat volgens de site van FedEx 2 dagen terug al bezorgt zou worden, kregen ze vanmorgen eindelijk contact met de klantenservice en bleek het pakket vermist. Ze moesten vandaag wel vertrekken, want over 4 dagen hebben ze de ferry van Prince Rupert naar Vancouver Island geboekt, en dat is vanuit Tok nog bijna 2000km rijden. Vanmiddag kregen ze een appje van de eigenaresse van de camping in Tok dat het pakketje opeens toch is bezorgd. Net als in NL is de pakketpost hier dus ook een zootje. Tijd om terug te rijden hebben ze niet, dus nu sturen ze het vanuit Tok door naar een kennis ergens op Vancouver Island, in de hoop dat ze het daar kunnen ophalen. Hoeveel gezeik kun je hebben zeg, terwijl ik overal probleemloos doorheen hobbel hebben zij het ene probleem na het andere. Gelukkig zijn er ook genoeg mooie verhalen om te delen. We zijn alle drie een beetje verbaast als we naar de tijd kijken en zien dat het al 00:45 uur is. Nog even snel douchen, en dan hoog tijd om naar bed te gaan. Gelukkig hoef ik morgen niet vroeg op, want ik blijf hier toch nog een dag.
 
Gaaf!!!. Ik zag vorige week toevallig nog de aflevering van itchy boots haar trip naar Deathhorse/Artic Sea en daarna in de werkplaats in Anchorage waar de crf groot onderhoud kreeg. Ik dacht toen direct aan jouw trip en aan de 2 die juist veel pech hebben met de crf-s.
 
Dag 84, Donderdag 3 augustus. Gereden: 323, Totaal: 17963km.

Het was ongeveer half 2 voordat ik vannacht in bed lag, dus 9 uur de wekker vind ik wel vroeg genoeg. Ik blijf hier toch nog een extra dag staan, dus het maakt niet uit dat het wat later is. Na het ontbijt zet ik nog maar een tweede keer koffie en zit ik maar een beetje lui te zijn. Michael en Lara zijn de boel weer aan het inpakken, want zij gaan vandaag weer verder. Ze hebben voor over 4 dagen de ferry van Prince Rupert naar Vancouver Island geboekt, dezelfde als ik op de heenweg had, en dat is nog wel een stukje rijden. Ik zit eigenlijk een beetje mijn tijd te verdoen, maar het ritje wat ik voor vandaag heb bedacht is toch niet zo erg lang. Het is alweer 12 uur als Michael en Lara vertrekken. Het is al bijna 3 weken terug dat ik ze voor het eerst zag op de Dalton Highway, en sinds die tijd kwam ik ze om de zoveel dagen steeds wel weer tegen. Nu is het waarschijnlijk de laatste keer, want vanaf hier gaan ze een andere kant op dan ik.

IMG_7574.JPG


Het is alweer bijna lunchtijd, dus ik eet nog maar even op de camping, dan hoef ik dat allemaal niet mee te nemen. Ik heb gisteren in de winkel weer echte Nederlandse kaas gevonden, niet van die namaak zooi zonder smaak, maar echte belegen Goudse. Wat kan je daar soms aan toe zijn! Hier hebben ze alleen maar van die glibberige plakjes Cheddar, lijkt net rubber en het is niet te eten.

Het is ongeveer half 2 als ik van de camping af rij. De koffers heb ik er afgehaald, dat rijdt lekker licht. Omdat het weer 2 dagen terug zo slecht was, ga ik de weg naar Skagway nog een keer rijden. Toen zag ik weinig en omdat het al laat was, was ik ook een beetje gehaast. Vanuit Whitehorse rij ik eerst ongeveer 50 kilometer naar het dorpje Carcross. Het is ook zo'n dorpje uit de tijd van de Gold Rush. Best leuk, maar om heel eerlijk te zijn, als je er één hebt gezien dan heb je ze eigenlijk allemaal wel gezien. Carcross heeft trouwens niks met overstekende auto's te maken, want die hadden ze toen nog niet, het is de afkorting van Cariboo Crossing. Ik kijk even kort rond, maar vanaf de cruiseschepen in Skagway komen ze met busladingen tegelijk deze kant op, dus ik ben er snel klaar mee.

Ik volg de weg verder richting Skagway, en ik ben blij dat ik besloten heb om dit stuk nog een keer te rijden. Het is echt prachtig. De weg zelf is niet zo heel spannend, maar de uitzichten zijn geweldig, door de bergen en langs prachtige blauwe meren. Echt weer genieten!

IMG_7579.JPG


IMG_7582.JPG


IMG_7583.JPG


IMG_7587.JPG


IMG_7588.JPG


IMG_7590.JPG


IMG_7591.JPG


Ik wil ook nog een keer de Whitepass over, want die lag helemaal in de dichte mist. Daarvoor moet ik wel de grens weer over. De grens tussen Canada en Alaska loopt precies over de pas, maar de Canadese grenspost is er voor, en de Amerikaanse is er voorbij. Ze liggen zo'n 25km uit elkaar, dus de Whitepass ligt eigenlijk een beetje in niemandsland. Ook de Whitepass is echt heel mooi, ik ben blij dat ik deze weg nog een keer gereden heb. Het is nog steeds een tikje mistig, maar stukken beter dan op de heenweg.

IMG_7594.JPG


IMG_7593.JPG


IMG_7596.JPG


IMG_7598.JPG


Ik was eigenlijk van plan om net voor de Amerikaanse grenspost aan de andere kant van de Whitepass weer om te draaien, maar omdat het nog maar 10 kilometer Skagway is rij ik ook nog maar een keer naar het dorp. Ik doe een bakkie en ik gooi de tank nog eens goed vol, want benzine is een van de weinige dingen die in de VS goedkoper is. Wat de rest betreft zijn de prijzen in Canada en de VS qua bedrag redelijk gelijk, alleen omdat de Canadese dollar veel lager staat dan de Amerikaanse scheelt het toch aanzienlijk. Het is 0,6 euro voor de Canadese, en 0,9 voor de Amerikaanse. Ten opzichte van de euro gaat bijna de helft er in Canada er vanaf.

In Skagway keer ik met een volle tank weer om, en ga ik terug naar de grens. Dit keer echt definitief de laatste meters in Alaska. De Amerikanen checken me niet eens als ik er uit wil, maar aan de Canadese kant zit weer dezelfde zure medewerker als een paar dagen terug. Of ik al eens eerder in Canada ben geweest? Nou, ongeveer een uur geleden nog, en ik heb nog steeds geen wapens en drugs bij me. Ik mag weer terug naar binnen.

Ook de terugweg is weer prachtig om te rijden. De weg is uitgestorven en ik heb me laten vertellen dat ze hier toch niet controleren, dus op de terugweg rij ik misschien iets harder dan toegestaan. Als ik in 150 kilometer 10 auto's ben tegengekomen is het veel. Rust, ruimte en natuur, heerlijk.

IMG_7600.JPG


IMG_7602.JPG


IMG_7603.JPG


Even voorbij Carcross maak ik nog een korte stop bij de Carcross Desert. Ze zijn er hier helemaal weg van, maar het zijn in principe gewoon duinen zoals bij ons langs de hele kust. Hier waait het zand alleen op vanuit een groot meer en niet vanuit zee. Voor mij niet zo bijzonder, maar als je het niet kent kan ik me voorstellen dat je het speciaal vind. Wat ik dan weer bijzonder vind is dat niemand er hier moeilijk over doet als je er gewoon met de auto, quad of motor doorheen rijdt. Ik heb weinig zin om straks in het midden ergens ingegraven te staan, dus ik blijf maar op de weg.

IMG_7604.JPG


IMG_7605.JPG


Ergens rond half 8 ben ik weer op de camping. Het was zo'n 150 kilometer naar Skagway, dus ik heb er vandaag toch ruim 300 opzitten. Het is rustig op de camping, er is vandaag niemand bijgekomen. Er staat nog één andere tent en er zijn 2 huurtenten bezet. Ik kook even snel wat, en daarna maak ik nog maar eens een vuur en ik zet een bakkie. Ik was van plan om een beetje op tijd naar bed te gaan zodat ik morgen op tijd kan vertrekken, maar dat loopt iets anders. Er komen wat lui uit de huurtenten vragen of ze erbij mogen komen zitten. Uiteraard! Dan weet je dat het op tijd stoppen waarschijnlijk niks gaat worden. Prima, het is nog steeds vakantie.

IMG_7606.JPG


Ik zit samen met een vader en zoon, en ze reizen samen met iemand die ze onderweg ontmoet hebben. Ze komen vanaf de Dempster, maar helemaal zonder kleerscheuren zijn ze er niet vanaf gekomen. De zoon van een jaar of 18, de minst ervaren van het stel, is de enige die het wel zonder problemen heeft gered. Vader is onderuit gegaan en heeft een gebroken rib, maar is wel doorgereden. Nummer 3 had een lekkende radiateur, wat uiteindelijk bleek te zijn ontstaan doordat zijn hele frame verbogen was en het blok tegen de radiateur drukte. Een Triumph Tiger uit 2021 waarvan het frame verbuigt, bijzonder. De motor is inmiddels op transport naar Ontario waar hij woont, en hij vliegt zelf over een paar dagen vanuit Whitehorse naar huis. Ze hadden een hoop last van bosbranden langs de Dempster. In Eagle Plains was de camping vanwege de smog gesloten, het hotel was volgeboekt, en ze konden niet tanken omdat de vrachtwagen voor de bevoorrading van het tankstation vertraging had opgelopen. Aangezien Eagle Plains de enige pomp in 370 kilometer is, en ze te weinig benzine hadden om dat te halen moesten ze wel blijven. Bovendien hadden ze een motor met een kapotte radiateur die sowieso niet verder kon. Uiteindelijk mochten ze na een hele discussie toch kamperen, want andere opties waren er gewoon niet. Zo zie je maar weer dat zo'n weg toch verraderlijk kan zijn. Bij mij zat gelukkig alles mee. Het is uiteindelijk alweer 12 uur, en nadat ik heb gedoucht alweer half 1 als voor ik in bed lig. Was niet helemaal de planning, maar ach wat maakt het uit.
 
Vroeger had je zo’n verhaal aan een tijdschrift of krant aangeboden en had je waarschijnlijk honderden lezers gehad, áls ze je verhaal willen hebben. Nu kun je gaan YouTuben, of hier je verhaal vertellen, zonder opdrachtgever.
Ik had je zon grotere lezersgroep wel gegund, wat een verhaal!
 
Vroeger had je zo’n verhaal aan een tijdschrift of krant aangeboden en had je waarschijnlijk honderden lezers gehad, áls ze je verhaal willen hebben. Nu kun je gaan YouTuben, of hier je verhaal vertellen, zonder opdrachtgever.
Ik had je zon grotere lezersgroep wel gegund, wat een verhaal!
T zal je verbazen hoeveel personen hier meelezen …. 200 ? of flink meer ??
 
Tja die cruiseschepen…..wat een kudde…… :r

Weer bijgelezen…..:)
Tja, is inderdaad een kudde, maar moet eerlijk bekennen er zelf ook mee geweest te zijn (partner heeft ook wel eens wat vakantie-eisen🤫).
Was een jaar of 14 geleden ook in Skagway, en hebben toen met de stoomtrein de rit over de Whitehorse pas gemaakt tot een km of 20 over de Canadese grens. Daar is een keerlus en gaat hij weer terug naar het station van Skagway, en is inderdaad prachtig daar.
Met één zo’n schip in de haven valt t nog mee, maar dat hele cruisen is booming, vooral onder Amerikanen, Japanners en Chinezen, dus wordt het steeds drukker. Onze winter en dan Cruisen in de Caribbean?….nee, dan is er niks meer aan.
 
Tja, is inderdaad een kudde,
Met één zo’n schip in de haven valt t nog mee, maar dat hele cruisen is booming en het wordt het steeds drukker.
Ik was bij de Marine voor dienstplicht en ben ook de oceaan over geweest.
Voor het romantische van een cruise-vaart hoef je bij mij niet te zijn.
Midden op zee is er nl helemaal NIETS te zien. Hooguit een container-schip of een olietanker die dan wel een uur in het zicht blijft..

Als zo'n varend cruise-paleis in een haven komt en 5000 mensen willen allemaal naar dezelfde attractie is ook geen feestje.
Ik was bij Napels in Pompeï waar de bevolking van een heel cruise-schip ineens het terrein op kwam. Je zag gelijk NIETS meer.
Gelukkig had onze gids gemeld om heeeel vroeg te zijn. Dan zijn ze op het schip nog niet wakker en dan zie je nog wat.
Voor mij dus GEEN cruise!
 
Laatst bewerkt:
De enige cruise die mij goed bevallen was is de zogenaamde minicruise naar Hull.... Ja zo wordt het verkocht. Maar dat was omdat de motor mee was en ik een paar dagen in Lake district ging rijden, verder is het gewoon een veerboot met wat entertainment aan boord. Maar voro mijn plezier op zo'n ding gaan zitten.. No fucking way! Daarnaast ben ik echt geen klimaatactivist maar wat die dingen uitstoten vind ik echt wel té bespottelijk.
 
De enige cruise die mij goed bevallen was is de zogenaamde minicruise naar Hull....
Dat had ik een paar jaar geleden op de ferry van Palermo naar Genua.
Ik had een 6p-hut helemaal voor mezelf.
Overdag voer de boot midden tussen (beide goed bekend) Corsica en Italiaans vasteland. Beide kusten zijn tegelijktijdig zichtbaar.
Onderweg nog wat dolfijnen: Leuk! Prachtig weer en er was (voor mij) genoeg te zien. Als ik het zat was dan snurken in mijn 'eigen' hut.
 
Vroeger had je zo’n verhaal aan een tijdschrift of krant aangeboden en had je waarschijnlijk honderden lezers gehad, áls ze je verhaal willen hebben. Nu kun je gaan YouTuben, of hier je verhaal vertellen, zonder opdrachtgever.
Ik had je zon grotere lezersgroep wel gegund, wat een verhaal!

Ik heb wel vaker de vraag gehad waarom ik bv niet ga vloggen, maar ik reis in de eerste plaats voor mezelf. Ik hoef niet zo nodig in de belangstelling te staan en het allemaal wereldkundig te maken. Ik wil gewoon lekker rijden zonder continu te moeten nadenken hoe je zoveel mogelijk volgers trekt. De verslagen maak ik vooral als naslagwerk voor mezelf, en de laatste tijd zet ik het Polarsteps zodat ik niet alle familie en vrienden steeds afzonderlijk hoef te contacten. Het verslag maak ik toch, dus is het ook niet zo'n grote moeite om het hier te plaatsen. Vooral omdat ik het zelf ook altijd leuk vind om verhalen van anderen te lezen, en anderen blijkbaar ook die van mij. Zo bijzonder is het ook allemaal niet wat ik doe, er zijn er genoeg die echt extreme reizen maken, daar is dit een rondje om de kerk bij. Als ze me van een of ander blaadje zouden contacten sta ik ze met alle plezier te woord hoor, maar vooral omdat het gewoon leuk is om het over reizen te hebben.
 
Dag 85, Vrijdag 4 augustus. Gereden: 257, Totaal: 18220km.

Omdat het gisteravond alweer laat was, is het vanochtend alweer niet vroeg voor ik er uit ben. Dat is dan maar zo, ik vond het nou ook weer niet nodig om de wekker extra vroeg te zetten. Het kwam er gisteravond ook niet van om het verslag te schrijven, dus dat doe ik na het eten ook nog maar even. Ik wil niet weer achter lopen. Als ik het hele spul weer heb ingepakt loop ik nog even naar de receptie om het verslag te uploaden, en omdat ik in de eerste instantie maar voor 2 nachten had betaald moet ik ook nog een extra nacht betalen. Zo is het uiteindelijk alweer 11 uur voor ik de camping af rij. Ook dit was weer een hele prettige camping, die nog vol in aanbouw is. Jammer dat ik het eindresultaat waarschijnlijk nooit ga zien, maar aan de plannen zal het zeker niet liggen.

Ik rij eerst nog een keer naar Whitehorse, want ik ga naar het Yukon Transport museum. Toen ik hier een paar weken terug was had ik het ook al gezien, maar het is open van woensdag t/m zondag en ik was er toen precies op maandag en dinsdag. Ik was het eigenlijk ook al lang weer vergeten, tot ik er twee dagen terug weer langs kwam. Nu komt het wel uit, dus ga ik even kijken. Het museum is niet heel groot, maar leuk opgezet en er is genoeg te zien. Van de primitieve vervoersmiddelen als kano en hondenslee, naar raderboten over de Yukon, de trein en daarna de autowegen. Goederen kwamen aan in de haven van Skagway, gingen per spoor over de Whitepass naar Whitehorse, en vanaf daar met de Raderboot over de Yukon naar Dawson City. Tegenwoordig gaat alles natuurlijk over de weg of door de lucht. De treinverbinding vanaf Skagway over de Whitepass is er nog wel, maar die gaat alleen met toeristen tot de Canadese grens en weer terug. Er is een mooi spoorweg diorama uit de tijd dat Whitehorse nog wel een spoorverbinding met Skagway had, er zijn vliegtuigen, en natuurlijk voertuigen, want eigenlijk is de Yukon pas echt goed bereikbaar geworden met de aanleg van de Alaskan Highway in de tweede Wereldoorlog. Japan had een aanval gedaan op een van de eilanden van Alaska, waardoor Amerika een snellere en betere verbinding tussen Alaska en Canada wilde. Het Amerikaanse leger heeft de weg in de oorlog aangelegd. Toen nog gravel natuurlijk, inmiddels geasfalteerd.

IMG_7611.JPG


IMG_7614.JPG


IMG_7616.JPG


IMG_7618.JPG


Het is een interessant museum, en ik loop er ongeveer 1,5 uur rond. Daarna rij ik nog even snel naar de supermarkt, want de komende dagen ben ik waarschijnlijk weer even weg uit de bewoonde wereld. Met eten voor 3 dagen kan ik wel weer even vooruit. Omdat het inmiddels toch alweer lunchtijd is haal ik gelijk een broodje, dan gooi ik nog even de tank vol, en ergens rond een uur of 2 ben ik dan eindelijk op weg. De eerste 100 kilometer rij ik over de Alaska Highway naar Johnsons Crossing. Voor de zekerheid gooi ik daar de tank nog een keer vol, want de komende 250 kilometer zijn er geen tankstations meer. Dat red ik ook makkelijk zonder te tanken, maar je zal maar net zien dat de eerstvolgende pomp niet werkt, of leeg is, en dan kom je die 4 liter misschien net te kort.

Deel8.png


Vanaf Johnsons Crossing ga ik de South Canol Road op. Canol staat voor Canadian Oil. Om Alaska van olie te kunnen voorzien als de havens zouden worden aangevallen, is in de 2e wereldoorlog een pijpleiding vanaf de olievelden bij Norman Wells in de Northwest Territories naar Whitehorse aangelegd. De olievelden in Prudhoe Bay waren destijds nog niet ontdekt, en de aanvoer van olie moest tot dan toe over zee. De pijplijn is maar heel kort operationeel geweest, want tegen de tijd dat het het project gereed was, was de oorlog al zo goed als ten einde. Na de oorlog werd hij gesloten, een aantal jaar daarna opnieuw in gebruik genomen, maar ook dat duurde niet lang. De oliepijpleiding is inmiddels verwijderd, en in de eerste instantie werd de weg ook gesloten, maar die is later weer geopend. Ik rij het zuidelijke deel van de Canol Road, van Johnsons Crossing naar de kruising met de Campbell Highway bij Ross River. Vanaf daar loopt er ook nog een noordelijk deel verder, maar dat gaat voor mij een beetje te ver uit de richting. Ook loopt het noordelijke deel dood, dus je moet uiteindelijk weer terug naar Ross River. Het is ongeveer 300km enkele reis en er is geen tankstation aan het einde. Wil je het redden tot het einde en ook nog genoeg benzine hebben om weer terug te komen dan zal ik een extra jerrycan mee moeten nemen. Teveel gedoe allemaal, dus ik ga tot Ross River en dan rechtsaf naar Watson Lake.

De 250 kilometer naar Ross River ga ik niet meer halen vandaag, want daarvoor is het al te laat. Onderweg zijn een aantal campings, dus daar zoek ik er wel een van uit. De Canol is onverhard, en omdat het geen weg is die veel wordt bereden is het niet overal in goede staat. Er zitten behoorlijk wat kuilen en gaten in. In het begin van de route rij ik vooral door het bos. Best oké, maar niet heel spannend. Later wordt het iets meer open, en is er wat meer uitzicht.

IMG_7621.JPG


Langs de Canol liggen een aantal campings, waaronder 2 aan het Quiet Lake. Eentje aan de zuidkant van het meer, en eentje ongeveer 20 kilometer verderop aan de noordkant. Ongeveer 75 kilometer vanaf de start kom ik langs de eerste, en die check ik even. Quiet Lake doet zijn naam in ieder geval eer aan, want het is behoorlijk uitgestorven hier. Op de camping staat niemand, het ligt behoorlijk tussen de bomen en je ziet het meer nauwelijks. Deze plek staat me niet aan, ik heb er niet het juiste gevoel bij. Door naar de volgende dus.

Onderweg naar de volgende camping rent er een grote zwarte beer voor me uit. Hij heeft mij natuurlijk al lang horen aankomen. Nadat hij ongeveer 100 meter voor me uit heeft gerend gaat hij toch de struiken maar in. Hij is enorm, de grootste die ik heb gezien denk ik. Ook de volgende camping is leeg, er staan alleen wat auto's en een boottrailer geparkeerd, die zijn vast ergens aan het vissen. Deze camping ligt wat lager, direct aan het meer met lekker vrij zicht. Dit gaat hem worden. Het meer is kraakhelder en er is een mooi klein strandje. Het strandje is redelijk vlak, en er is een vuurplaats. Het is geen officiële genummerde plaats, maar er is hier toch geen mens dus ik zet de tent gewoon op het strandje. Een mooiere plek kan bijna niet! De brievenbus voor de betaling zit op slot, dus het is nog gratis ook. Het is even lastig om de tent stevig neer te zetten in het mulle zand, maar een grote dode boom ligt precies zo dat ik er twee extra spanbandjes aan vast kan maken. Dat gaat wel blijven staan zo. Wat een fantastisch plekje! Er ligt overal een hoop kurkdroog aangespoeld hout, dus brandhout genoeg. Ik steek het vuur alvast aan, niet omdat het koud is maar gewoon omdat het kan, en ik ga natuurlijk even zwemmen.

IMG_7622.JPG


IMG_7625.JPG


IMG_7628.JPG


Er komt een camper langs, maar die stoppen hier alleen even om te koken en te eten en gaan dan weer verder. Het zijn Duitsers, uiteraard, want zo'n beetje elke niet Canadese of Amerikaanse toerist hier is een Duitser. De plek is perfect, het is hier super rustig en het water is lekker. Het vuur brandt mooi, dus ik probeer maar eens te koken op het vuur, en dat gaat prima. Ook de koffie kan boven het vuur, dus de brander kan ingepakt blijven. De temperatuur is zo lekker dat ik pas rond 10 uur wissel van de korte naar de lange broek. Nog meer vanwege een paar muggen dan voor de kou. De zonsondergang is prachtig, het is een super mooie avond, ik ben helemaal in m’n element!

IMG_7629.JPG


IMG_7630.JPG


IMG_7631.JPG


IMG_7634.JPG


IMG_7641.JPG





IMG_7649.JPG


IMG_7650.JPG
 
Dag 86, Zaterdag 5 augustus. Gereden: 340, Totaal: 18560km.

Met het zachte geklots van het water op de achtergrond heb ik prima geslapen vannacht. Wat is het toch heerlijk om op een plek als dit je tentje uit te kruipen. Als eerste stook ik het vuur weer op, ook nu niet echt vanwege de kou maar gewoon omdat het leuk is. Eerst rustig ontbijten, nog een tweede keer koffie zetten, en zwemmen natuurlijk. Gewoon even genieten van de rust en ruimte om me heen. Nadat ik alles weer heb ingepakt duik ik nog een laatste keer het water in, en ben ik opgefrist en wel klaar voor vertrek. Het is inmiddels wel al 12 uur, maar ik kan maar moeilijk afscheid nemen van mijn mooie plekje.

IMG_7651.JPG


Vandaag rij ik de resterende 130 kilometer van de Canol South. Het stuk van gisteren vond ik niet zo boeiend, maar volgens de Duitsers die gisteravond met de camper stopten is het volgende stuk veel mooier. Duitsers maken geen grappen, ook nu niet, want ze hebben niks teveel gezegd. Het vervolg is prachtig. Kraakheldere riviertjes en meren, en langzaam klim ik omhoog de bergen in. Het zijn voor de verandering eens geen lange kaarsrechte stukken, maar flink bochtig en met heel wat hoogteverschil. Het weer is perfect, niet zo vreselijk heet maar gewoon precies lekker. Echt een heerlijk ritje.

IMG_7656.JPG


IMG_7653.JPG


IMG_7657.JPG


IMG_7658.JPG


IMG_7660.JPG


IMG_7661.JPG


IMG_7662.JPG


IMG_7665.JPG


IMG_7666.JPG


Na een lunchstop aan een van de vele mooie riviertjes ga ik verder voor het vervolg van de Canol. Er wordt hier duidelijk niet veel gereden, want beide campings die ik gisteren zag waren helemaal leeg, en vandaag kom ik over de hele 130 kilometer maar één auto tegen. Die rijdt me dan ook wel zowat ondersteboven, want die had ook duidelijk geen tegenligger verwacht. Op wat kuilen en gaten na is de weg trouwens prima te rijden, dus daar ligt het niet aan. De weg is een stuk smaller en bochtiger dan de Dempster of de Dalton, dus over die 130 kilometer doe ik inclusief pauzes bijna 3,5 uur, maar het was echt een pareltje!

IMG_7669.JPG


IMG_7671.JPG


IMG_7673.JPG


IMG_7674.JPG


IMG_7675.JPG


IMG_7678.JPG


IMG_7681.JPG


IMG_7682.JPG


Omdat ik pas laat vertrok is het al half 4 als ik aan het einde van het zuidelijke deel van de Canol aankom in Ross River. Ik had iets meer van het dorp verwacht, maar het stelt echt niks voor. Ik kan niet eens ergens koffie krijgen. In de kleine buurtsuper haal ik dan maar een blikje, en bij de pomp gooi ik de tank vol. Dat moet ook wel, want de volgende pomp is 340 kilometer verderop. Ik twijfel even wat ik ga doen, er is een camping vlakbij het dorp, maar het is pas 4 uur en omdat ik vanmorgen laat vertrok heb ik het gevoel dat ik pas net onderweg ben. De volgende camping ligt echter 190 kilometer verderop, dus dan ben ik gelijk 3 uur verder. Ik ga toch voor de laatste optie, de afgelopen dagen waren niet zo lang dus het is ook wel lekker om weer wat kilometers te maken.

Vanuit Ross River ga ik de Robert Campbell Highway richting Watson Lake op. Vanuit Whitehorse had ik ook gelijk door kunnen rijden naar Watson Lake, maar de omweg over de Canol road was echt de moeite waard. De Campbell Highway is ook onverhard, maar dit is wel een doorgaande weg. Hij is goed onderhouden en heeft nauwelijks kuilen en gaten, dus ik kan er op aardig tempo overheen. Komt goed uit dat de omgeving toch niet heel boeiend is, en er ook hier nauwelijks ander verkeer rijdt. Over de 190 kilometer doe ik uiteindelijk bijna 3 uur, en het is precies 7 uur als ik aankom op de camping aan het Frances Lake. Ook hier ben ik weer de enige, ik weet niet waar iedereen gebleven is maar als er op een mooie zaterdag in augustus niemand staat, wanneer dan wel? Toch is het allemaal keurig onderhouden, schoon toilethokje, een ruime voorraad brandhout, en ruime plekken met een mooie vuurplaats.

Het is dat het strand hier iets te schuin afloopt, anders had ik de tent er weer neergezet. Ik hou het nu maar bij een gewone plaats, maar wel helemaal aan de rand van de camping, dus alsnog dicht bij het water. Als de tent staat ga ik natuurlijk eerst even zwemmen, en dan kan het vuur aan. En hoe, want door het kurkdroge aanmaakhout is het vuur binnen de kortste keren een meter hoog. Deels op het vuur en deels op de brander kook ik het avondeten. Heb ik toch nog twee pitten tegelijk. Daarna een beetje afwaswater opwarmen, natuurlijk koffie, en na nog een paar uurtjes in de vlammen staren geniet ik nog van een prachtige zonsondergang. Het was al een heerlijke dag, maar dit maakt het helemaal af.

IMG_7689.JPG


IMG_7686.JPG


IMG_7687.JPG


IMG_7691.JPG


IMG_7692.JPG


IMG_7694.JPG
 
Terug
Bovenaan Onderaan