- Onderwerp starter
- #351
Dag 82, Dinsdag 1 augustus. Gereden: 187, Totaal: 17586km.
Geen idee of het vannacht nog gestopt is, maar als ik wakker word regent het. Nog steeds, of alweer. De ferry naar Skagway gaat pas om 12:45, dus ik heb nog even de tijd. De terminal is hier toch maar een paar kilometer vandaan. Ik sta op de bosgrond dus alles is modderig en overal plakken dennennaalden en prut aan. Om een uur of 9 lijkt het even droog te worden, dus pak ik snel alles in. Kletsnat natuurlijk, en smerig.
Een uurtje later rij ik de camping af, het spat een beetje maar het is te doen. Bij de rivier zit waarschijnlijk weer dezelfde moeder Grizzly met de 2 welpen, dit keer op de brug van de vistrap. Er staat al een horde mensen te kijken, en ik heb er weinig zin om me daar tussen te mengen. Van een afstandje zie ik het ook wel. Ik rij even naar de terminal en om te vragen tot hoe laat ik kan inchecken, want ik wil nog even in het dorp kijken. Niet dat daar zoveel te doen is, maar anders zit ik hier ook maar. Het is 10:15 en om 11:30 uur moet ik terug zijn. Er is waarschijnlijk wel wat vertraging, want een andere ferry is net binnen en die moet eerst nog leeg.
In het dorp doe ik een bakkie en ik kijk nog even rond, maar ik vind er weinig aan. Er ligt inmiddels een cruiseschip en het dorp is vergeven van de toeristen. Ik zal het wel verkeerd zien, maar ik zou niet weten waarom je hier op een cruise naartoe zou willen. Overal lopen hoogbejaarde Amerikanen en Chinezen, er zit geen gang in. Ik moet zowat een kwartier wachten op de koffie.
Om 11:30 uur ben ik weer terug bij de terminal, maar de andere ferry ligt nog steeds aan de kade. Ze zijn zelfs nog niet begonnen met boarden. De ferry die ik moet hebben ligt al te wachten, maar er is maar één aanlegplaats dus de andere moet eerst weg. Het regent inmiddels weer, dus ik blijf maar in de terminal. Wat ze aan het doen zijn weet ik niet, maar er gaat maar ongeveer 1 auto per minuut de ferry op. Ik schat dat er zo'n 100 mee moeten, dus als ze in dit tempo doorgaan dan gaat het wel even duren. De ferry is van de Alaska Marine Highway, die maakt verschillende stops langs de kust, dus alles moet er in de goede volgorde op komen te staan. Dat duurt even. Om 12:45 uur, de tijd dat wij eigenlijk al hadden moeten vertrekken is de andere nog niet eens weg. De terminal is ook al behoorlijk droevig, er is niet eens koffie, geen wifi en vanwege werkzaamheden aan de leidingen zelfs geen drinkwater. Ik zit droog terwijl de regen buiten met bakken uit de hemel komt, dat is het enige pluspunt.
Het is uiteindelijk al 13:00 uur als de andere ferry eindelijk weg is. Dan moet die van ons nog aanmeren, de passagiers van boord, en dan pas kunnen wij er op. Het is een kleinere ferry dan de andere, want dit is maar een korte route. Helaas is de ferry niet geschikt voor de terminal, of de terminal niet voor de ferry, want hij kan maar één ingang gebruiken. Dat betekent dat alles aan boord moet keren, om er straks weer vooruit af te kunnen. Alle grote campers of auto's met caravans kunnen niet keren aan boord, dus moeten er achteruit op. Het schiet allemaal voor geen meter op, want Amerikanen kunnen dan wel allemaal grote auto's hebben, rijden kunnen ze niet. Rechtdoor misschien, maar als het moeilijker wordt dan dat duurt het een eeuwigheid.
Uiteindelijk ga ik, samen met 2 andere motorrijders uit Letland, als laatste aan boord. Ik heb ze een paar dagen terug al eens gezien, toen stonden we samen een tijdje te wachten voor wegwerkzaamheden. Ze rijden op een GS1200 en een oude Ducati Multistrada. De motoren zijn van vrienden van ze, die hebben ze naar Argentinië laten verschepen hebben vanuit daar de Pan Americana naar Alaska gereden. Deze twee gasten zijn naar Anchorage gevlogen, hebben de motoren van hun vrienden overgenomen en rijden ze nu terug naar Seattle. Vanuit daar worden ze weer terug verscheept. Leuk idee, al hebben de motoren zo te zien al het nodige te lijden gehad. Van beide motoren zijn de banden tot de draad versleten, hebben de nodige elektronische mankementen, en van de Ducati is de startmotor kapot waardoor ze hem iedere keer moeten aanduwen. Niet echt motoren waar ik heel Alaska en Canada mee zou willen doorkruisen, maar het lijkt de 2 niet echt te deren. Ze maken in ieder geval nog weinig aanstalten om toch minimaal op zoek te gaan naar nieuwe banden, want bij eentje komt het canvas er zelfs al doorheen. Succes de komende paar duizend kilometer.
Het is ongeveer 2 uur als we uitvaren, een kwartier later dan we eigenlijk aan de overkant hadden moeten aankomen. De overtocht naar Skagway duurt maar een uurtje, dus ik heb nu al ruim 2x zo lang zitten wachten dan dat de hele overtocht duurt. Aan boord kan ik tenminste eindelijk een bak koffie en een broodje scoren, want daar ben ik inmiddels wel aan toe. De overtocht zelf is rustig, we varen alleen maar door het fjord heen dus er is geen golfslag. De motoren staan niet eens vast.
Het is inmiddels droog en de zon breekt zelfs door, dus ik sta een half uurtje buiten tot we in Skagway aankomen. Er liggen maar liefst 3 cruiseschepen, blijkbaar een populaire bestemming. Eentje van de Holland America Line, de Koningsdam met de Nederlandse vlag in top. Maakt je stiekem toch een klein beetje trots. Het ontschepen schiet wederom niet op, de helft moet weer keren en steken, en omdat wij helemaal staan ingebouwd kunnen we er pas als laatste af. De Ducati aanduwen op het gladde en natte dek gaat natuurlijk niet lukken, dus dat kan pas buiten op de kade. Ik geef ze maar even een extra duwtje mee, want de laadklep loopt behoorlijk steil omhoog.
Skagway ziet er best leuk uit, maar met zo'n 2500 passagiers per cruiseschip, en dat keer 3, in een dorp met misschien een paar honderd inwoners, is niet helemaal de plek waar ik me thuis voel. Het zijn alleen maar dezelfde soort winkeltjes en overal staan rijen. Volgens mij kunnen die schepen net zo goed maar één haven aandoen, want al die souvenirzaken zien er toch overal hetzelfde uit. Dag varen, volgende haven, zelfde troep. Nee bedankt.
Ik parkeer de motor even langs de weg, en loop toch maar een klein rondje door het dorp. Het is best aardig, maar een beetje toeristisch. Ik wil het niet te lang maken, want het is inmiddels bijna 4 uur. Een kilometer of 15 buiten het dorp ligt de grens met Canada, dan gaat de klok weer één uur vooruit, en ik moet ook nog 1,5 uur rijden naar Whitehorse. Door alle vertraging met de ferry gaat het dus wel een latertje worden.
Voor ik Alaska nu echt definitief achter me laat gooi ik nog even de tank vol. Het is goedkoper dan in Canada, en zo kan ik ook mooi de laatste US Dollars opmaken. Van de laatste 18 dollar die ik cash heb kan ik er voor $17.70 ingooien tot de tank vol zit. Komt precies mooi uit! Het schijnt dat de weg naar Whitehorse ook weer erg mooi zou moeten zijn. Helaas heeft de zon weer plaatsgemaakt voor dikke bewolking, en zodra ik Skagway uit rij begint het te hozen. De Whitepass is gehuld in dichte mist en ik zie geen hand voor ogen. De laatste dag en de laatste kilometers in Alaska zijn me helaas niet zo gunstig gezind.
Na het oversteken van de Whitepass daal ik af naar de Canadese grens, en wordt het ook weer even droog. Ook nu ben ik de grens weer zo over. Dezelfde vragen als altijd, waar ga je heen, waar kom je vandaan, heb je wapens of drugs bij je? Vanwege de vertraging met de ferry, en doordat de tijd na de grens wederom een uur vooruit is gegaan is het inmiddels al 18:00 uur, en ik moet nog ruim een uur rijden. Het landschap is prachtig, maar door de bewolking, de regen en omdat ik er door alle vertraging wel een beetje klaar mee ben rij ik in een ruk door naar Whitehorse. Ik zit een beetje na te denken wat ik de komende dagen zal gaan doen. Ik had me sowieso al voorgenomen om 2 nachten op de motorcamping in Whitehorse te blijven, zodat ik morgen een dagje onderhoud en de was kan doen. Ik neem me voor om er nog een nachtje aan vast te plakken, dan rij ik overmorgen gewoon nog keer heen en weer naar Skagway. Er zijn langs de route nog wat bezienswaardigheden, dus het is eigenlijk zonde om er nu als een gek doorheen te rijden. De weersvoorspelling voor de komende dagen is veel beter, dus dan kan ik overmorgen in alle rust nog een keer deze kant op. Klinkt als een plan. Waarom haasten, ik heb tenslotte tijd zat.
Het is bijna half 8 als ik aankom op de motorcamping in Whitehorse. Ik ben er helemaal klaar mee voor vandaag, terwijl ik amper 2 uur heb gereden. Vanmorgen regen, daarna meer dan een halve dag bezig met een overtocht van een uurtje, een veel te druk dorp en daarna weer een bak regen. Inmiddels is het gelukkig weer droog, dus ik kan de tent even drogen voor ik hem opzet. Moet ook wel, want het water druipt eruit. Gelukkig is dat spul ook altijd zo weer droog. Omdat ik geen boodschappen heb gedaan vraag ik of ze in het restaurant nog een plekje voor me hebben, en dat hebben ze gelukkig. Morgen maar weer zelf koken.
Na het eten sluit ik nog even aan bij het kampvuur van een paar andere kampeerders. Ik dacht even te socializen, maar de heren zitten er waarschijnlijk al even en zijn behoorlijk in de olie. Heel veel zinnigs komt er niet meer uit. Tegen half 12 ga ik heerlijk warm douchen. In Tok hadden ze alleen een douche-emmer met koud water, dus de laatste echte douche is alweer 5 dagen geleden. Pas na een paar dagen zonder douche merk je hoe luxe het is dat je dat thuis gewoon elke dag hebt. Hier op de camping hebben ze duidelijk niet stil gezeten, want was er 5 weken geleden nog maar één douche, inmiddels is er een tweede douche en toilet af.
Dag 83, Woensdag 2 augustus. Gereden: 53, Totaal: 17639km.
Vandaag neem ik weer een dagje rust. Gisteren was het uiteindelijk al half 1 voor ik in bed lag, dus ik ben niet zo vroeg wakker. Omdat ik hier een paar weken terug ook al was ken ik inmiddels de weg, dus nadat ik rustig ben opgestart loop ik even naar de naastgelegen camping om een was in de machine te gooien. Als de was draait is de motor aan de beurt, want die heeft het na de vorige keer dat ik hier was aardig voor z'n kiezen gekregen. De laatste paar dagen begint de hele voorkant steeds meer te trillen, dus ik verwijder eerst maar eens wat kappen om te kijken waar dat aan kan liggen. Wat ik al vermoedde, één van de vier bouten van het subframe blijkt te missen. Die is er waarschijnlijk uit getrild. Ik heb zelf wel wat reserve boutjes en moertjes mee, maar in de werkplaats van de camping ligt een heel arsenaal aan gereedschap en spullen, en daar vind ik een boutje dat net wat beter past. Als de boel weer vast zit loop ik de remmen nog even na, maak ik alles schoon en smeer er een vers likje vet aan. De prut van de Dalton zit echt overal tussen, ook al heb ik daarna alweer de nodige buien gehad. Ik heb er in totaal alweer 17,600 km opzitten, dus een beetje onderhoud kan sowieso geen kwaad. Ik verstevig het gescheurde kofferrek nog een beetje, maar voor zover ik zie blijft het ook met mijn vorige noodreparatie redelijk goed zitten. Mocht ik de komende weken toevallig nog een lasser tegen het lijf lopen dan laat ik het misschien nog maken, en anders durf ik het wel aan tot aan huis.
Nadat ik de was heb uitgehangen en nog even een broodje heb gegeten rij ik rond een uur of 2 richting downtown Whitehorse. Als eerste stop ik bij de Yamaha dealer, voor een paar flessen olie en een nieuw luchtfilter. Een nieuw oliefilter heb ik nog, en aangezien ik niet verwacht dat ik hierna nog een keer olie moet wisselen kan ik die nu wel gebruiken. In Whitehorse loop ik nog een keer door de winkelstraat, drink ik natuurlijk even koffie, en ga ik nog een keertje bij de kapper langs. Het is inmiddels alweer 5 weken geleden, dus het mag wel weer een keer. Dezelfde 2 medewerkers zitten nog even verveeld voor zich uit te staren als de vorige keer, en ze herkennen me nog. Met een korte coupe ga ik nog even boodschappen doen, en dan ga ik weer terug richting de camping. Onderweg nog een stop bij de wasbox om de motor ook een douchebeurt te geven, en dan terug naar de camping.
Terug op de camping rij ik de motor gelijk de werkplaats in, ververs de olie en wissel het luchtfilter weer om voor een schone. Ook al is de werkplaats wat rommelig, het is wel luxe om alles tot je beschikking te hebben. 5 weken geleden deed ik de eerste oliewissel ook hier, toen na 8200km, nu bij 17.600km, dus alweer bijna 10.000km geleden. Komt precies goed uit. Als ik klaar ben help ik nog even een Argentijn met het vervangen van de achterband van zijn GS. Hij had een scheur in zijn band, is door een sleper naar de Yamaha dealer in Whitehorse gebracht, maar die had niet de juiste maat banden voor hem liggen. Ze verwezen hem door naar de camping, en gelukkig voor hem lag er hier op de stapel gebruikte banden nog een band in de goede maat. Zeker niet nieuw meer, maar in ieder geval niet lek, dus hij kan ook weer verder.
Het is inmiddels alweer 8 uur, tijd om te gaan eten. Ik ben net klaar als Michael en Lara, het Duitse stel op de Honda's aankomen rijden. Ik ben net van plan om een kampvuur te bouwen, dus nadat zij ook hun tent hebben opgezet zitten we de rest van de avond bij het vuur te praten. Ook de afgelopen dagen zijn ze niet gevrijwaard van problemen. Op de camping in Tok hebben ze gelukkig wel de juiste ketting kunnen monteren. Ze zaten echter ook nog te wachten op een nieuwe GoPro want de oude was zo dood als een pier. Die was pas een paar maanden oud, dus onder garantie kregen ze nu een nieuwe. Die hebben ze ook laten opsturen naar de camping in Tok, want je moet wat als je lang onderweg bent. Nadat ze 2 dagen hebben zitten wachten op het pakketje, wat volgens de site van FedEx 2 dagen terug al bezorgt zou worden, kregen ze vanmorgen eindelijk contact met de klantenservice en bleek het pakket vermist. Ze moesten vandaag wel vertrekken, want over 4 dagen hebben ze de ferry van Prince Rupert naar Vancouver Island geboekt, en dat is vanuit Tok nog bijna 2000km rijden. Vanmiddag kregen ze een appje van de eigenaresse van de camping in Tok dat het pakketje opeens toch is bezorgd. Net als in NL is de pakketpost hier dus ook een zootje. Tijd om terug te rijden hebben ze niet, dus nu sturen ze het vanuit Tok door naar een kennis ergens op Vancouver Island, in de hoop dat ze het daar kunnen ophalen. Hoeveel gezeik kun je hebben zeg, terwijl ik overal probleemloos doorheen hobbel hebben zij het ene probleem na het andere. Gelukkig zijn er ook genoeg mooie verhalen om te delen. We zijn alle drie een beetje verbaast als we naar de tijd kijken en zien dat het al 00:45 uur is. Nog even snel douchen, en dan hoog tijd om naar bed te gaan. Gelukkig hoef ik morgen niet vroeg op, want ik blijf hier toch nog een dag.
Geen idee of het vannacht nog gestopt is, maar als ik wakker word regent het. Nog steeds, of alweer. De ferry naar Skagway gaat pas om 12:45, dus ik heb nog even de tijd. De terminal is hier toch maar een paar kilometer vandaan. Ik sta op de bosgrond dus alles is modderig en overal plakken dennennaalden en prut aan. Om een uur of 9 lijkt het even droog te worden, dus pak ik snel alles in. Kletsnat natuurlijk, en smerig.
Een uurtje later rij ik de camping af, het spat een beetje maar het is te doen. Bij de rivier zit waarschijnlijk weer dezelfde moeder Grizzly met de 2 welpen, dit keer op de brug van de vistrap. Er staat al een horde mensen te kijken, en ik heb er weinig zin om me daar tussen te mengen. Van een afstandje zie ik het ook wel. Ik rij even naar de terminal en om te vragen tot hoe laat ik kan inchecken, want ik wil nog even in het dorp kijken. Niet dat daar zoveel te doen is, maar anders zit ik hier ook maar. Het is 10:15 en om 11:30 uur moet ik terug zijn. Er is waarschijnlijk wel wat vertraging, want een andere ferry is net binnen en die moet eerst nog leeg.
In het dorp doe ik een bakkie en ik kijk nog even rond, maar ik vind er weinig aan. Er ligt inmiddels een cruiseschip en het dorp is vergeven van de toeristen. Ik zal het wel verkeerd zien, maar ik zou niet weten waarom je hier op een cruise naartoe zou willen. Overal lopen hoogbejaarde Amerikanen en Chinezen, er zit geen gang in. Ik moet zowat een kwartier wachten op de koffie.
Om 11:30 uur ben ik weer terug bij de terminal, maar de andere ferry ligt nog steeds aan de kade. Ze zijn zelfs nog niet begonnen met boarden. De ferry die ik moet hebben ligt al te wachten, maar er is maar één aanlegplaats dus de andere moet eerst weg. Het regent inmiddels weer, dus ik blijf maar in de terminal. Wat ze aan het doen zijn weet ik niet, maar er gaat maar ongeveer 1 auto per minuut de ferry op. Ik schat dat er zo'n 100 mee moeten, dus als ze in dit tempo doorgaan dan gaat het wel even duren. De ferry is van de Alaska Marine Highway, die maakt verschillende stops langs de kust, dus alles moet er in de goede volgorde op komen te staan. Dat duurt even. Om 12:45 uur, de tijd dat wij eigenlijk al hadden moeten vertrekken is de andere nog niet eens weg. De terminal is ook al behoorlijk droevig, er is niet eens koffie, geen wifi en vanwege werkzaamheden aan de leidingen zelfs geen drinkwater. Ik zit droog terwijl de regen buiten met bakken uit de hemel komt, dat is het enige pluspunt.
Het is uiteindelijk al 13:00 uur als de andere ferry eindelijk weg is. Dan moet die van ons nog aanmeren, de passagiers van boord, en dan pas kunnen wij er op. Het is een kleinere ferry dan de andere, want dit is maar een korte route. Helaas is de ferry niet geschikt voor de terminal, of de terminal niet voor de ferry, want hij kan maar één ingang gebruiken. Dat betekent dat alles aan boord moet keren, om er straks weer vooruit af te kunnen. Alle grote campers of auto's met caravans kunnen niet keren aan boord, dus moeten er achteruit op. Het schiet allemaal voor geen meter op, want Amerikanen kunnen dan wel allemaal grote auto's hebben, rijden kunnen ze niet. Rechtdoor misschien, maar als het moeilijker wordt dan dat duurt het een eeuwigheid.
Uiteindelijk ga ik, samen met 2 andere motorrijders uit Letland, als laatste aan boord. Ik heb ze een paar dagen terug al eens gezien, toen stonden we samen een tijdje te wachten voor wegwerkzaamheden. Ze rijden op een GS1200 en een oude Ducati Multistrada. De motoren zijn van vrienden van ze, die hebben ze naar Argentinië laten verschepen hebben vanuit daar de Pan Americana naar Alaska gereden. Deze twee gasten zijn naar Anchorage gevlogen, hebben de motoren van hun vrienden overgenomen en rijden ze nu terug naar Seattle. Vanuit daar worden ze weer terug verscheept. Leuk idee, al hebben de motoren zo te zien al het nodige te lijden gehad. Van beide motoren zijn de banden tot de draad versleten, hebben de nodige elektronische mankementen, en van de Ducati is de startmotor kapot waardoor ze hem iedere keer moeten aanduwen. Niet echt motoren waar ik heel Alaska en Canada mee zou willen doorkruisen, maar het lijkt de 2 niet echt te deren. Ze maken in ieder geval nog weinig aanstalten om toch minimaal op zoek te gaan naar nieuwe banden, want bij eentje komt het canvas er zelfs al doorheen. Succes de komende paar duizend kilometer.
Het is ongeveer 2 uur als we uitvaren, een kwartier later dan we eigenlijk aan de overkant hadden moeten aankomen. De overtocht naar Skagway duurt maar een uurtje, dus ik heb nu al ruim 2x zo lang zitten wachten dan dat de hele overtocht duurt. Aan boord kan ik tenminste eindelijk een bak koffie en een broodje scoren, want daar ben ik inmiddels wel aan toe. De overtocht zelf is rustig, we varen alleen maar door het fjord heen dus er is geen golfslag. De motoren staan niet eens vast.
Het is inmiddels droog en de zon breekt zelfs door, dus ik sta een half uurtje buiten tot we in Skagway aankomen. Er liggen maar liefst 3 cruiseschepen, blijkbaar een populaire bestemming. Eentje van de Holland America Line, de Koningsdam met de Nederlandse vlag in top. Maakt je stiekem toch een klein beetje trots. Het ontschepen schiet wederom niet op, de helft moet weer keren en steken, en omdat wij helemaal staan ingebouwd kunnen we er pas als laatste af. De Ducati aanduwen op het gladde en natte dek gaat natuurlijk niet lukken, dus dat kan pas buiten op de kade. Ik geef ze maar even een extra duwtje mee, want de laadklep loopt behoorlijk steil omhoog.
Skagway ziet er best leuk uit, maar met zo'n 2500 passagiers per cruiseschip, en dat keer 3, in een dorp met misschien een paar honderd inwoners, is niet helemaal de plek waar ik me thuis voel. Het zijn alleen maar dezelfde soort winkeltjes en overal staan rijen. Volgens mij kunnen die schepen net zo goed maar één haven aandoen, want al die souvenirzaken zien er toch overal hetzelfde uit. Dag varen, volgende haven, zelfde troep. Nee bedankt.
Ik parkeer de motor even langs de weg, en loop toch maar een klein rondje door het dorp. Het is best aardig, maar een beetje toeristisch. Ik wil het niet te lang maken, want het is inmiddels bijna 4 uur. Een kilometer of 15 buiten het dorp ligt de grens met Canada, dan gaat de klok weer één uur vooruit, en ik moet ook nog 1,5 uur rijden naar Whitehorse. Door alle vertraging met de ferry gaat het dus wel een latertje worden.
Voor ik Alaska nu echt definitief achter me laat gooi ik nog even de tank vol. Het is goedkoper dan in Canada, en zo kan ik ook mooi de laatste US Dollars opmaken. Van de laatste 18 dollar die ik cash heb kan ik er voor $17.70 ingooien tot de tank vol zit. Komt precies mooi uit! Het schijnt dat de weg naar Whitehorse ook weer erg mooi zou moeten zijn. Helaas heeft de zon weer plaatsgemaakt voor dikke bewolking, en zodra ik Skagway uit rij begint het te hozen. De Whitepass is gehuld in dichte mist en ik zie geen hand voor ogen. De laatste dag en de laatste kilometers in Alaska zijn me helaas niet zo gunstig gezind.
Na het oversteken van de Whitepass daal ik af naar de Canadese grens, en wordt het ook weer even droog. Ook nu ben ik de grens weer zo over. Dezelfde vragen als altijd, waar ga je heen, waar kom je vandaan, heb je wapens of drugs bij je? Vanwege de vertraging met de ferry, en doordat de tijd na de grens wederom een uur vooruit is gegaan is het inmiddels al 18:00 uur, en ik moet nog ruim een uur rijden. Het landschap is prachtig, maar door de bewolking, de regen en omdat ik er door alle vertraging wel een beetje klaar mee ben rij ik in een ruk door naar Whitehorse. Ik zit een beetje na te denken wat ik de komende dagen zal gaan doen. Ik had me sowieso al voorgenomen om 2 nachten op de motorcamping in Whitehorse te blijven, zodat ik morgen een dagje onderhoud en de was kan doen. Ik neem me voor om er nog een nachtje aan vast te plakken, dan rij ik overmorgen gewoon nog keer heen en weer naar Skagway. Er zijn langs de route nog wat bezienswaardigheden, dus het is eigenlijk zonde om er nu als een gek doorheen te rijden. De weersvoorspelling voor de komende dagen is veel beter, dus dan kan ik overmorgen in alle rust nog een keer deze kant op. Klinkt als een plan. Waarom haasten, ik heb tenslotte tijd zat.
Het is bijna half 8 als ik aankom op de motorcamping in Whitehorse. Ik ben er helemaal klaar mee voor vandaag, terwijl ik amper 2 uur heb gereden. Vanmorgen regen, daarna meer dan een halve dag bezig met een overtocht van een uurtje, een veel te druk dorp en daarna weer een bak regen. Inmiddels is het gelukkig weer droog, dus ik kan de tent even drogen voor ik hem opzet. Moet ook wel, want het water druipt eruit. Gelukkig is dat spul ook altijd zo weer droog. Omdat ik geen boodschappen heb gedaan vraag ik of ze in het restaurant nog een plekje voor me hebben, en dat hebben ze gelukkig. Morgen maar weer zelf koken.
Na het eten sluit ik nog even aan bij het kampvuur van een paar andere kampeerders. Ik dacht even te socializen, maar de heren zitten er waarschijnlijk al even en zijn behoorlijk in de olie. Heel veel zinnigs komt er niet meer uit. Tegen half 12 ga ik heerlijk warm douchen. In Tok hadden ze alleen een douche-emmer met koud water, dus de laatste echte douche is alweer 5 dagen geleden. Pas na een paar dagen zonder douche merk je hoe luxe het is dat je dat thuis gewoon elke dag hebt. Hier op de camping hebben ze duidelijk niet stil gezeten, want was er 5 weken geleden nog maar één douche, inmiddels is er een tweede douche en toilet af.
Dag 83, Woensdag 2 augustus. Gereden: 53, Totaal: 17639km.
Vandaag neem ik weer een dagje rust. Gisteren was het uiteindelijk al half 1 voor ik in bed lag, dus ik ben niet zo vroeg wakker. Omdat ik hier een paar weken terug ook al was ken ik inmiddels de weg, dus nadat ik rustig ben opgestart loop ik even naar de naastgelegen camping om een was in de machine te gooien. Als de was draait is de motor aan de beurt, want die heeft het na de vorige keer dat ik hier was aardig voor z'n kiezen gekregen. De laatste paar dagen begint de hele voorkant steeds meer te trillen, dus ik verwijder eerst maar eens wat kappen om te kijken waar dat aan kan liggen. Wat ik al vermoedde, één van de vier bouten van het subframe blijkt te missen. Die is er waarschijnlijk uit getrild. Ik heb zelf wel wat reserve boutjes en moertjes mee, maar in de werkplaats van de camping ligt een heel arsenaal aan gereedschap en spullen, en daar vind ik een boutje dat net wat beter past. Als de boel weer vast zit loop ik de remmen nog even na, maak ik alles schoon en smeer er een vers likje vet aan. De prut van de Dalton zit echt overal tussen, ook al heb ik daarna alweer de nodige buien gehad. Ik heb er in totaal alweer 17,600 km opzitten, dus een beetje onderhoud kan sowieso geen kwaad. Ik verstevig het gescheurde kofferrek nog een beetje, maar voor zover ik zie blijft het ook met mijn vorige noodreparatie redelijk goed zitten. Mocht ik de komende weken toevallig nog een lasser tegen het lijf lopen dan laat ik het misschien nog maken, en anders durf ik het wel aan tot aan huis.
Nadat ik de was heb uitgehangen en nog even een broodje heb gegeten rij ik rond een uur of 2 richting downtown Whitehorse. Als eerste stop ik bij de Yamaha dealer, voor een paar flessen olie en een nieuw luchtfilter. Een nieuw oliefilter heb ik nog, en aangezien ik niet verwacht dat ik hierna nog een keer olie moet wisselen kan ik die nu wel gebruiken. In Whitehorse loop ik nog een keer door de winkelstraat, drink ik natuurlijk even koffie, en ga ik nog een keertje bij de kapper langs. Het is inmiddels alweer 5 weken geleden, dus het mag wel weer een keer. Dezelfde 2 medewerkers zitten nog even verveeld voor zich uit te staren als de vorige keer, en ze herkennen me nog. Met een korte coupe ga ik nog even boodschappen doen, en dan ga ik weer terug richting de camping. Onderweg nog een stop bij de wasbox om de motor ook een douchebeurt te geven, en dan terug naar de camping.
Terug op de camping rij ik de motor gelijk de werkplaats in, ververs de olie en wissel het luchtfilter weer om voor een schone. Ook al is de werkplaats wat rommelig, het is wel luxe om alles tot je beschikking te hebben. 5 weken geleden deed ik de eerste oliewissel ook hier, toen na 8200km, nu bij 17.600km, dus alweer bijna 10.000km geleden. Komt precies goed uit. Als ik klaar ben help ik nog even een Argentijn met het vervangen van de achterband van zijn GS. Hij had een scheur in zijn band, is door een sleper naar de Yamaha dealer in Whitehorse gebracht, maar die had niet de juiste maat banden voor hem liggen. Ze verwezen hem door naar de camping, en gelukkig voor hem lag er hier op de stapel gebruikte banden nog een band in de goede maat. Zeker niet nieuw meer, maar in ieder geval niet lek, dus hij kan ook weer verder.
Het is inmiddels alweer 8 uur, tijd om te gaan eten. Ik ben net klaar als Michael en Lara, het Duitse stel op de Honda's aankomen rijden. Ik ben net van plan om een kampvuur te bouwen, dus nadat zij ook hun tent hebben opgezet zitten we de rest van de avond bij het vuur te praten. Ook de afgelopen dagen zijn ze niet gevrijwaard van problemen. Op de camping in Tok hebben ze gelukkig wel de juiste ketting kunnen monteren. Ze zaten echter ook nog te wachten op een nieuwe GoPro want de oude was zo dood als een pier. Die was pas een paar maanden oud, dus onder garantie kregen ze nu een nieuwe. Die hebben ze ook laten opsturen naar de camping in Tok, want je moet wat als je lang onderweg bent. Nadat ze 2 dagen hebben zitten wachten op het pakketje, wat volgens de site van FedEx 2 dagen terug al bezorgt zou worden, kregen ze vanmorgen eindelijk contact met de klantenservice en bleek het pakket vermist. Ze moesten vandaag wel vertrekken, want over 4 dagen hebben ze de ferry van Prince Rupert naar Vancouver Island geboekt, en dat is vanuit Tok nog bijna 2000km rijden. Vanmiddag kregen ze een appje van de eigenaresse van de camping in Tok dat het pakketje opeens toch is bezorgd. Net als in NL is de pakketpost hier dus ook een zootje. Tijd om terug te rijden hebben ze niet, dus nu sturen ze het vanuit Tok door naar een kennis ergens op Vancouver Island, in de hoop dat ze het daar kunnen ophalen. Hoeveel gezeik kun je hebben zeg, terwijl ik overal probleemloos doorheen hobbel hebben zij het ene probleem na het andere. Gelukkig zijn er ook genoeg mooie verhalen om te delen. We zijn alle drie een beetje verbaast als we naar de tijd kijken en zien dat het al 00:45 uur is. Nog even snel douchen, en dan hoog tijd om naar bed te gaan. Gelukkig hoef ik morgen niet vroeg op, want ik blijf hier toch nog een dag.