Reisverslag 2023: 4 maanden door Canada&Alaska

Dag 96, Dinsdag 15 augustus. Gereden: 0

Vandaag doe ik een dagje helemaal niks. Voor de zekerheid zet ik toch maar de wekker, maar 8 uur is wel vroeg genoeg. Behalve Tom is iedereen alweer naar z'n werk of school, dus het is rustig in huis. Kennelijk ben ik gisteren ergens in huis een van mijn motorhandschoenen verloren, en een van de honden heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt. Het waren al doorwaaihandschoenen, maar nu helemaal. De bescherming voor de knokkels is van goede kwaliteit, kan je niks van zeggen :+

IMG_7883.JPG


IMG_7886.JPG


Ik ontbijt rustig aan, dan ga ik even zwemmen, en wat klusjes aan de motor doen. Ik spuit de motor even snel schoon, wat eigenlijk niet mag omdat er vanwege de droogte een drinkwater restrictie is. Een snel sopje om het ergste stof er weer af te krijgen, dan moet het maar goed zijn. Schoon luchtfilter er in, banden weer op spanning, en hij kan er voor de laatste weken wel weer tegen. De voorband is bijna versleten, maar die moet het nog maar even volhouden. Ik heb thuis nog een andere liggen, dus ik vind het zonde om nu een nieuwe te halen.

IMG_7887.JPG


Na de lunch doe ik eigenlijk niks. Een beetje bij het zwembad hangen en dom YouTubefilmpjes kijken. Het is gillend heet, dus het is er ook het weer niet voor om iets te ondernemen. Rond een uur of 6 zakt de zon achter de bergen, en dan wordt het iets dragelijker in de tuin. We eten buiten, en daarna zitten we nog een tijdje te praten tot we rond 10 uur naar binnen verplaatsen. Nog even een uurtje voor de tv hangen, en dan is het mooi geweest. Het was wel even lekker om een dagje niks te doen, en ik heb ook wel het gevoel dat het even nodig is. Hoewel ik het heerlijk vind om onderweg te zijn, is een paar dagen op een vaste plek ook wel erg lekker om een beetje bij te komen. Een paar maanden rondreizen eist toch zijn tol.

Dag 97, Woensdag 16 augustus. Gereden: 128, Totaal: 21716km.

Ook vandaag heb ik weer weinig op het programma staan. Het blijft vandaag en morgen nog verschrikkelijk heet, dus het is gewoon geen weer om iets te doen. Ik zit nog even met m'n telefoon te klooien, tot het in de camper niet meer uit te houden is. In huis draait de airco gelukkig, dus daar is het goed te doen. De camper heeft ook wel airco, maar als die een tijdje draait klappen de stoppen van de garage er uit. Het is ook niet echt nodig want ik blijf er toch niet inzitten. Voordat ik naar bed ga laat ik hem even kort draaien, het is maar een kleine ruimte dus dat koelt zo af.

Iedereen is weg, dus ik hang een beetje rond het huis met de honden. Om een uur of 11 vind ik het wel mooi geweest en ga ik toch een stukje rijden. Ik heb geen zin om de hele dag in huis te zitten. In de buurt zit een grote kampeer/buitensport winkel, dus daar ga ik even kijken. Een hele mooie winkel, leuk om even doorheen te lopen. In zulke winkels wil ik alles wel hebben. Vlakbij de winkel eet ik even wat, en dan rij ik door naar Sumas Mountain. Het is een mooi onverhard pad de berg op, maar helaas is de top met daarop een aantal zendmasten niet met de motor te bereiken. Google maps geeft wel een weggetje aan, maar er staat een flink hek voor. Ik heb wel een mooi uitzicht over Mount Baker in de VS, waar ik de eerste keer dat ik hier was ben heen gereden. Ondanks dat het er eigenlijk veel te heet voor is speel ik nog een beetje op wat onverharde paden in de omgeving. Best leuk maar door de hitte en nauwelijks rijwind is het eigenlijk niet te doen.

IMG_7893.JPG


IMG_7891.JPG


IMG_7892.JPG


Vanaf Sumas Mountain rij ik richting een zwemmeertje in de buurt. Onderweg schommelt de temperatuur tussen de 34 en 37 graden, en in het drukke stadsverkeer is het echt niet leuk meer. Het meer is een van de weinige plekken in de buurt waar je kan zwemmen, dus het is natuurlijk gigantisch druk. Gelukkig vind ik met de motor nog een parkeerplekje in de schaduw, kleed ik me snel om en duik het water in. Het is een mooi zandstrand en het water is erg lekker. Lekker om even op te frissen, maar tegen de tijd dat ik mijn pak weer aan heb is het alweer net zo warm als voordat ik het water in ging.

In een half uurtje rij ik weer terug naar huis, en is het inmiddels bijna etenstijd. Ik kan zo aanschuiven, en na het eten wordt de temperatuur eindelijk iets dragelijker zodat we nog een tijdje buiten blijven zitten. Uiteindelijk verkassen we naar binnen, hang ik met Mike nog een uurtje voor de tv, en dan zoek ik mijn bed op. Vanwege de hitte kom ik moeilijk in slaap. De ventilator geeft wel frisse lucht van buiten maar maakt een enorm kabaal. Met de ramen en de deur open koelt het uiteindelijk toch een beetje af, en slaap ik verder gelukkig prima.



Dag 98, Donderdag 17 augustus. Gereden: 148, Totaal: 21864km.

Het begin van de dag is een soort kopiëren-plakken van de afgelopen dagen. Weinig gedaan, behalve buiten in de zon ontbijten nu de temperatuur nog een beetje dragelijk is. Mike heeft me een tip gegeven voor een mooi meer om naartoe te rijden, dus dat ga ik vandaag doen. Tegen een uur of 11 stap ik op de motor om die kant op te gaan. Om de warmte voor te zijn had ik natuurlijk vroeger moeten vertrekken, maar daar ben ik dan weer te lui voor. Het is gelukkig iets koeler dan gisteren, de temperatuur blijft hangen op "slechts" 31 graden. Ik heb de Camelbak thuisgelaten, want dat ding op mijn rug drukt precies twee van de ventilatieopeningen in mijn jas dicht, en dat waait een stuk minder goed door.

Ik heb de navigatie gewoon ingesteld op het meer en verder niet gekeken, dus ik heb eerst 2x de verkeerde route. De eerste loopt vrij snel dood, de andere na een paar kilometer. Dan maar een paar kilometer terug, en nadat ik zelf de kaart nog even heb bestudeerd kom ik wel op de goede weg uit. De laatste 30 kilometer naar het meer zijn onverhard. Het eerste deel gaat nog goed, hier rijdt ook vrachtverkeer naar een afgraving langs de route, dus dat ligt er prima bij. Vanaf de afgraving wordt het slechter, niet zo zeer moeilijk maar heel veel hobbelen over de stenen. Of het nou echt een leuke route is laat ik maar even in het midden. Het laatste stuk naar het meer is helemaal slecht, met enorme gaten in de weg. Gelukkig is dat maar een klein stukje, en komt de beloning snel.

IMG_7902.JPG


IMG_7903.JPG


Het meer is prachtig, kraakhelder water met een prima temperatuur. Natuurlijk heb ik mijn zwembroek meegenomen, dus ga ik even lekker zwemmen. Het waait vrij stevig dus er zijn flinke golven, maar dat maakt het juist wel leuk. Ik zit ongeveer 1,5 uur bij het meer. Lekker in de schaduw, genieten van de omgeving en af en toe even het water in. Heerlijk!

IMG_7896.JPG


IMG_7897.JPG


IMG_7900.JPG


IMG_7901.JPG


Rond 3 uur stap ik weer op de motor, want het is nog wel 1,5 uur rijden voor ik weer terug ben. Vanavond ga ik uit eten met m'n andere nicht, en misschien dat mijn neef ook komt. Ik wil dus een beetje op tijd terug zijn zodat ik nog even kan douchen en omkleden. Naar beneden heb je een stuk minder last van de rotsige ondergrond, dus afdalen gaat redelijk vlot. Het is inmiddels opgelopen naar 33 graden, bloedheet maar altijd nog 4 minder dan gisteren. Om half 5 ben ik weer thuis en kan ik nog even bijkomen van de warmte.

Iedereen heeft hier allemaal drukke banen, dus de hele familie bij elkaar krijgen is nogal een uitdaging. Ook nu weer. M'n neef heeft een of andere crisis op zijn werk dus die kan niet komen, maar zijn vrouw komt wel. Ik rij met Mike en Tom die kant op, en mijn nicht met haar zoon zijn er ook al. Zo zijn we toch nog met z'n zessen.

Het is een gezellige avond, leuk restaurantje met livemuziek en lekker eten. Later op de avond verplaatsen we naar buiten, want de temperatuur is eindelijk een beetje aangenaam, en daar zitten we nog een uurtje te kletsen. Een geslaagde avond! Ik had eigenlijk het plan om morgen weer te vertrekken, maar m'n nicht wil morgenavond graag nog een keertje langskomen. Ik heb geen haast, dus ik plak er gewoon nog een dagje aan vast. Ik vind het zelf ook wel erg leuk om hier een beetje tussen de familie rond te hangen.



Dag 99, Vrijdag 18 augustus. Gereden: 84, Totaal: 21948km.

Vandaag is het eindelijk weer eens wat koeler, de hittegolf is weer even voorbij. Ik zit zelfs te ontbijten in de zon in plaats van onder de parasol, want in de schaduw is het stiekem een beetje fris. De ochtend ziet er verder weer uit als alle ochtenden, behalve dat ik Tom even help met het passen en meten van de zodiak achter op zijn auto. Hij gaat dit weekend met een groepje vrienden kamperen bij het zelfde meer waar ik gisteren was, en hij heeft de grootste "truck" dus mag alle spullen meenemen.

Rond 12 uur stap ik weer op voor een ritje, dit keer naar Fort Langley. Het is 24 graden, wat een verademing na de afgelopen dagen waarin het steeds minimaal 10 graden hoger was. Waarom weet ik niet, maar het is stervensdruk op de weg. Ik kom zelfs voor het eerst hier in een echte file terecht. Ik sluit aan bij een andere motorrijder die ook netjes in de rij blijft wachten, want tussendoor rijden wordt echt niet gewaardeerd hier. De eerstvolgende afrit ga ik er af, zet de Garmin op het vermijden van snelwegen en rij verder binnendoor. Dat gaat gelukkig een stuk beter.

Het oude Fort Langley is van oorsprong een handelspost van de Hudson's Bay Company. Het is het oudste bedrijf in Canada en bestaat nog steeds. In Nederland hebben ze na het wegvallen van V&D een aantal jaar terug geprobeerd voet aan de grond te krijgen. Dat was zo'n daverend succes dat ze volgens mij inmiddels ook alweer verdwenen zijn. Van oorsprong handelde de Hudson's Bay Company in bont en huiden, en verscheepten dat vanuit de Hudsonbaai in Noord-Canada over heel de wereld. Later kwamen er ook andere goederen bij, en meerdere locaties in Canada. Zo ook hier in Fort Langley, wat is vernoemd naar Thomas Langley, een van de oprichters van de Hudson's Bay Company. De schepen voeren vanuit zee een stukje de Fraser River op, en legden aan bij Fort Langley. Vanuit het binnenland liepen er handelsroutes naar het Fort, waar alles samen kwam en werd verscheept.

Dit deel van wat nu Canada is was destijds nog van de Engelsen. Toen de goudkoorts op gang kwam waren de Engelsen bang dat de Amerikanen hun grondgebied zouden innemen om aanspraak te kunnen maken op het goud. De Britten riepen toen de kolonie British Columbia uit, wat later werd samengevoegd met Vancouver en in huidige vorm uiteindelijk een provincie van Canada werd. Fort Langley is dus de plaats waar British Columbia is opgericht, en daar zijn ze hier natuurlijk maar wat trots op. Het oude fort is nu een soort openluchtmuseum. Het is een van de Canadese Nationale Parken, dus met de toegangspas die ik al in Banff had gekocht mag ik er gratis in. Heel bijzonder vind ik het persoonlijk niet. Er is maar één gebouw origineel en de rest is allemaal herbouwd. Op bepaalde dagen is het een soort van operationeel en lopen er mensen in klederdracht rond, maar vandaag niet. Als alles draait is het vast heel interessant, maar vandaag is er niet veel te beleven. Behalve een paar exposities is er niet veel te zien, dus ik ben er snel uitgekeken.

IMG_7911.JPG


IMG_7912.JPG


Naast het oude fort is nu natuurlijk gewoon een stadje ontstaan, een soort vintage hippie-achtig dorp. Veel 2e hands winkels, biologische winkels, en antiek. Helemaal mijn ding dus... Er zijn een paar winkels waar mijn vader gerust een hele dag tussen alle spullen had kunnen struinen, maar ik vind het vooral troep. Gelukkig hebben ze verder in het dorp wel koffie, een bakkerij en ijs, dus dan zit je bij mij al snel goed.

IMG_7913.JPG


IMG_7914.JPG


IMG_7915.JPG


Tegen 5 uur rij ik weer terug, en kom ik weer in de vrijdagmiddag spits terecht. Ondanks dat ik een andere route heb genomen dan op de heenweg is het alsnog superdruk, waardoor ik pas na 6 uur thuis ben. Het eten staat klaar en mijn andere nicht is er ook al. Ik dacht dat ze pas later zou komen maar ze was er al om 4 uur. Had ik dat geweten dan had ik ervoor gezorgd dat ik eerder thuis was. We eten buiten, maar nadat de zon achter de bergen is gezakt durven we het eigenlijk bijna niet toe te geven, maar het wordt gewoon koud. We verplaatsen dus maar naar binnen, en hebben een gezellige avond.

Morgen ga ik toch echt weer vertrekken, nog een keer naar mijn oom en tante in Trail. Ik had een mooie route die kant op gepland, maar de bosbranden breiden zich weer uit en een deel van die route is inmiddels afgesloten. Omdat ik hier vlakbij de grens met de VS zit heb ik als alternatief een route aan de andere kant van de grens bedacht. Ik had er eigenlijk niet zo'n zin om weer de grens over te gaan, maar de enige andere overgebleven optie is de route die ik op de heenweg ook al heb gereden. Ik ga dus door de VS, en dan over 2 dagen Canada weer in. Tenminste, dat dacht ik.

Tegen de tijd dat ik gedoucht en wel in bed lig krijg ik een appje van Mike. Hij keek net nog even op het nieuws van Seattle, en zag dat de weg die ik door de VS had bedacht ook is afgesloten vanwege bosbranden. Dat is dus ook geen optie. Dan maar gewoon over de hoofdweg door Canada richting Trail, het is niet anders. Het ziet er naar uit dat ik er in ieder geval de komende dagen maar een beetje mee zal moeten leven. Het is niet zo zeer het vuur zelf, maar vooral de rook die voor problemen zorgt. We zullen zien hoe het loopt.
 
@Frazer. Nu heb ik toch nog een vraagje ? aangezien jij er ook bent as. kampeer weekendje lijk het me leuk als je een live aflevering met foto's doet en een nog niet gepost dagje uit je verslag voorleest :9 , Al denk ik als mensen er lucht van krijgen het wel erg vol kan stromen en de camping met grote getale Fraser fan's :+ :+ uit zijn voegen barst. Wederom top geschreven en wat een plaatjes weer man.
P.S wil geen druk opleggen hoor:+:+:+:+:+:+*DO-).

Snel zorgen dat het verslag voor die tijd geplaatst is, dan kom ik er mooi onderuit ;)

Ik vertel liever dan dat ik voorlees, daar ben ik niet zo goed in, maar als iemand nog wat wil weten dan wil ik gerust nog wat vertellen hoor.
 
Dag 100, Zaterdag 19 augustus. Gereden: 404, Totaal: 22352km.

Dag 100 vandaag! Niet normaal hoe snel dat gaat, zeker nu ik in een omgeving ben waar ik al ben geweest voelt het alsof ik hier vorige week nog was. In het geval van Mission is dat trouwens ook zo, want ik ben hier alweer een volle week. Voor de lezers was het misschien niet zo heel interessant, maar ik vond het fijn om hier een tijdje bij familie rond te hangen. Omdat we elkaar eigenlijk nauwelijks kennen voelt het een beetje alsof ik een nieuwe familietak heb ontdekt. Mijn familie thuis is niet groot, maar ook niet hecht. Wel binnen het gezin, maar met de meeste ooms, tantes en nichtjes heb ik eigenlijk niks. Geen ruzie ofzo hoor, maar ook vrijwel geen contact. Ik heb ook wel het gevoel dat ik hier de afgelopen week weer een beetje ben bijgekomen, en dat was ook even nodig. Reizen is gewoon vermoeiend.

Omdat Tom vandaag moet werken gaat hij al om half 8 weg. Ik kom om kwart over 7 mijn bed uit, zodat ik hem nog even gedag kan zeggen voor hij vertrekt. De rest van de familie vertrekt ook redelijk vroeg. Mijn nichtje heeft altijd op vrij hoog niveau aan kunstschaatsen gedaan, en haar dochter heeft dat nu overgenomen. Ze heeft vandaag een wedstrijd in de buurt van Vancouver. Ze vertrekken om half 9, en Mike gaat er een half uurtje later op de motor achteraan om te kijken. Als het op mijn route had gelegen was ik ook wel even gaan kijken, maar Vancouver is precies de verkeerde kant op. Als laatste neem ik afscheid van Mike, we hebben veel dezelfde interesses en we hebben het echt heel leuk gehad. Allemaal bedankt voor alles!

Het voelt een beetje gek, maar ik blijf alleen achter in huis. Met die 2 viervoetige slopers dan. Ik pak de laatste spullen in en maak de camper nog een beetje schoon. Dan zet ik nog een bakkie, en leg de laatste hand aan het verslag van gisteren. Voor ik het weet is het alweer 11 uur, tijd om te gaan! Ik zeg de honden gedag, en loop voor de zekerheid nog een extra rondje door het huis en de camper. Ik heb natuurlijk geen sleutels, dus als ik zo de garagedeur dicht druk kom ik niet meer binnen.

Vanochtend kon je al goed zien dat de wind gedraaid is, want er hangt behoorlijk veel smog. De afgelopen dagen was er hier niks te zien, maar dat is vandaag wel anders. Ik ben benieuwd hoe het gaat lopen. De extra ronde die ik langs Kelowna had gepland wordt sowieso niks, want dat is op dit moment zo ongeveer het epicentrum van de Canadese bosbranden. Ook het alternatief door Washington DC wordt dus niks, tenzij ik echt heel ver ga omrijden. Ik hou het dus maar bij de Highway 3 die ik op de heenweg ook al had. Als ik er een beetje voor ga zitten zou ik het in één dag wel redden naar mijn oom en tante, maar ik ga nog een paar dagen freewheelen. Het is vandaag trouwens toch al veel te laat om het nog te halen.

Als eerste maak ik een tussenstop bij een Nederlands winkeltje in het stadje Hope. Mijn tante was aan het klagen dat het Nederlandse winkeltje vlakbij Trail er vorig jaar mee is gestopt, en dat er in de buurt verder niks meer is. Ik vind het ook wel grappig om eens te zien wat voor dingen ze nou in zo'n winkeltje verkopen. Drop natuurlijk, kaas, oliebollenmix, chocoladeletters (in augustus...), hagelslag, en allemaal soorten van die Honig maaltijd en sausmixen. Kennen ze hier blijkbaar ook niet. Ik hou het maar bij een paar zakken drop en stroopwafels, die kunnen er nog wel bij in de koffer.

IMG_7920.JPG


Het is trouwens geen straf om de Highway 3 nog een keer te rijden, want is het is een leuke bochtige weg. Helaas kan de gemiddelde automobilist hier alleen maar rechtdoor rijden, en aangezien zeker de helft van het verkeer ook nog eens uit campers en caravans bestaat schiet het dus niet echt op. Heuvel op zit er geen gang in en mag je door de onoverzichtelijke bochten niet inhalen, heuvel af gaan ze allemaal weer vol op het gas, en voor je het weet rijden ze dik over de 100 naar beneden. Dat is wel het punt waarop je weer mag inhalen, dus moet je nog aardig doortrekken om er voorbij te komen anders zit je er op de volgende heuvel weer achter. Gelukkig is de maximumsnelheid hier puur indicatief, want niemand houdt zich er aan. Flitspalen hebben ze niet, en in 100 dagen en 22.000km heb ik slechts 2x een agent met lasergun gezien. Dat was beide keren in de wegwerkzaamheden, dus zolang je je daar gedraagt is de pakkans volgens mij vrij klein. Toch hou ik me maar een beetje in, want ik heb ook geen zin ik gezeik. Je moet nog opletten ook, want soms rijdt er dan zomaar weer een auto 50 waar je 100 mag. Bijzonder.

IMG_7921.JPG


IMG_7922.JPG


Het grootste deel van de rit blijft het met de smog redelijk gelijk. Het wordt niet veel minder maar ook niet erger, tot ik Keremios nader. In de verte zie ik al dikke rookwolken hangen, en een rode gloed aan de horizon. Het duurt niet lang of ik zie de rook opstijgen vanaf de helling waar ik tegenaan kijk, en als ik dichterbij kom zie ik zelfs vlammen. De ergste brand zit waarschijnlijk aan de andere kant van de heuvel, want ik denk dat dit alleen maar uitlopers zijn. Gelukkig voor mij staat de wind goed en rij ik zelf niet echt de dikke rook. Het is indrukwekkend en spectaculair om te zien, maar tegelijkertijd besef je wel dat het voor alle mensen die hier wonen natuurlijk een drama is. Je ziet wel brandweer, maar die concentreren zich er zo te zien vooral op dat de brand niet richting het dorp komt. Echte bluswerkzaamheden zie ik niet, maar dat is ook niet te doen op zo'n steile helling. Helikopters en vliegtuigen zijn waarschijnlijk vooral rond Kelowna bezig, want dat is een veel grotere stad. Gelukkig voor de bewoners hier ligt er nog een rivier tussen de brand en het dorp, en staat de wind op dit moment gunstig. Ik kan me ondanks dat toch voorstellen dat je toch niet heel gerust slaapt als het zo dichtbij brandt. Aan de andere kant gaat alles ook gewoon door alsof er niets aan de hand is, maar ja wat moet je anders?

IMG_7929.JPG


IMG_7932.JPG


IMG_7926.JPG


IMG_7924.JPG


IMG_7927.JPG


IMG_7931.JPG


Een stukje verder in Osoyoos ben ik dan wel weg van de directe brand, maar de rook wordt alleen maar erger. Osoyoos ligt aan het einde van het dal waar ook Kelowna in ligt. Kelowna ligt dan wel 100 kilometer verder naar het noorden, maar door de wind komt alle rook deze kant op. Gek genoeg ruik ik er niet zo veel van, dat was de eerste paar dagen in Calgary veel erger. Toen stonken al mijn kleren naar de rook, maar dat is nu niet zo. Als je binnen in een winkel bent geweest en je komt weer buiten dan ruik je het even, maar het is lang niet zo erg. Osoyoos ligt ingeklemd tussen 2 meren, en toen ik hier op de heenweg doorheen reed was het erg toeristisch. Nu is er maar weinig van te merken, ik zie de meren niet eens liggen.

Vanaf Osoyoos rij ik nog een half uurtje door naar Rock Creek, en dan is het genoeg geweest voor vandaag. Ook hier hangt dikke smog, maar daar ontsnap ik de komende dagen waarschijnlijk toch niet aan. Veel last heb ik er niet van, alleen geeft het alles een beetje een deprimerende uitstraling. Het is alleen fris, want de zon komt er gewoon niet doorheen, en het is dus ook snel donker. Het lijkt elk moment te kunnen gaan regenen, bij alles wat je hoort of voelt denk je, gaat het nou spatten? Gek wat zo'n donkere lucht met je doet, want ik weet dat het daar boven kraakhelder is. Ging het maar regenen (voor hier dan, liever niet voor mij). Benieuwd wat me morgen nog te wachten staat, maar als ik op de BC-Wildfire app kijk lijkt het alsof ik het ergste stuk wel voorbij ben. Veel doe ik in de avond verder niet, want omdat ik pas laat vertrok is het tegen de tijd dat ik klaar ben met eten ook al vrij laat. Het koelt snel af, dus ik lig redelijk vroeg in mijn slaapzak.

IMG_7935.JPG
 
Dag 101, Zondag 20 augustus. Gereden: 237, Totaal: 22589km.

Het was behoorlijk fris vannacht, ik had er geen last van, maar het was wel de koudste nacht in weken. Ontbijten doe ik lekker in mijn slaapzak, en dan ga ik de boel inpakken. De eigenaar van de camping komt nog even het geld innen. Er is geen receptie of brievenbus voor de betaling, en nergens staat hoe en wat te doen. Ik had de stille hoop dat er niemand zou komen, maar helaas. De campingeigenaar begint meteen over de koude nacht, want onder de 10 graden denkt iedereen altijd dat je onderkoeld raakt in een tent. Al snel gaat het natuurlijk over de rook en de bosbranden. Hij doet nog even zijn beklag over een groepje kampeerders aan de andere kant van de camping, die gisteravond toch een kampvuur gemaakt hadden. Er is een verbod op open vuur, en er staan zoveel borden dat het ook onmogelijk te missen is. Deze gasten dachten blijkbaar dat het wel kon. Ze komen goed weg met alleen een boze campingbaas in plaats van een boete, want er staat 1150 dollar op voor iedereen die bij een open vuur aanwezig is. Ook vertelt hij nog even luchtig dat zijn eigen huis in 2015 is afgebrand, net als bijna 30 andere huizen in dit dorp. Het is een jaarlijks terugkerende toestand. Het is overal in de omgeving ook zo ontzettend droog, waar ze niet sproeien is echt geen sprietje groen gras te zien, alles is bruin en dor.

IMG_7939.JPG


Voordat ik vertrek dompel ik mezelf nog even onder in de beek. Het is maar ongeveer een halve meter diep dus echt zwemmen is het niet, maar ik ben wel gelijk goed wakker. Het water is koud, en de buitentemperatuur van 9 graden maakt het ook niet heel aangenaam. Ik trek maar wat laagjes extra aan, want het is eigenlijk gewoon koud. De temperatuur loopt maar langzaam op. De rook is volgens mij niet veel erger of minder dan gisteren, en het is best te doen zo.

Nadat ik op Deadwood Junction ben gestopt voor een bakkie vind ik een leuke route die een stukje door de bergen gaat. Over de berg heen in plaats van via de doorgaande weg er omheen. Niet sneller, wel leuker. Veel uitzicht is er door de rook niet, maar je kan niet alles hebben. In Christina Lake neem ik weer de Columbia and Western Rail Trail. Op de heenweg heb ik die ook al gereden, maar dan de andere kant op. Het is een leuke track dus waarom niet nog een keer? De trail volgt de oude spoorlijn tussen Christina Lake en Castlegar en is opengesteld voor gemotoriseerd verkeer. Veel uitzicht heb ik ook hier niet, zeker niet in de aardedonkere tunnel, maar het blijft een leuke track.

IMG_7941.JPG


IMG_7942.JPG


IMG_7944.JPG


IMG_7945.JPG


IMG_7946.JPG


Het is ongeveer een uurtje of 4 als ik aankom in Castlegar. De temperatuur is over de dag uiteindelijk toch opgelopen toch een graad of 24, dus dat is goed uit te houden. Ik rij in iets meer dan een half uurtje door naar Nelson, waar ik stop op de camping midden in het dorp. Niet echt idyllisch, maar je loopt zo het dorp in en dat is ook wel eens leuk. Inmiddels is het toch opgelopen tot 27 graden, dus als de tent staat stap ik nog een keer op de motor en rij naar een strandje wat ik op de heenweg al had ontdekt. Het is ook wel te lopen, maar ik moet straks ook nog boodschappen doen dus ga ik even rijden. Nelson ligt aan een uitloper van het grote Kootenay Lake. Er zijn mooie zandstrandjes en het water is heerlijk. Het wordt maar langzaam diep, dus ik kan een flink eind zwemmen en nog steeds staan. Vind ik altijd prettiger, want ik hou niet zo van die hele diepe meren, dan blijf ik altijd een beetje langs de kant.

IMG_7947.JPG


Iets na 6 uur kruipt de zon achter de bergen en koelt het langzaam af. Ik rij richting supermarkt, en het is toch alweer 7 uur voor ik op de camping terug ben. Na koken, eten en afwassen is het alweer 8 uur geweest en bijna donker. Ik wandel nog even het dorpje in, maar daar is op een zondagavond niet heel veel te beleven. Wel een paar mooie buitensportwinkels, dus daar ga ik als ze morgen open zijn nog maar een keertje kijken. Dan rij ik nog een klein rondje, en ga weer richting mijn oom en tante in Trail.

IMG_7949.JPG




Dag 102, Maandag 21 augustus. Gereden: 95, Totaal: 22685km.

Ik wil straks nog een keer door de winkelstraat van Nelson lopen, maar omdat het meeste pas om 10 uur open gaat heb ik tijd genoeg. Ik start rustig op en maak een praatje met de buurman. Hij is geboren in Canada, maar zijn ouders waren beiden Nederlanders, dus hij kan het aardig spreken. Tegen een uur of 10 loop ik richting het dorp. De tent staat nog overeind, maar binnenin heb ik alles al opgeruimd zodat ik straks gelijk weg kan. De meeste winkels heb ik snel gezien, maar in een van de buitensportzaken scoor ik een nieuwe outdoorbroek. Niet dat ik die heel erg nodig heb, maar de aanbieding is te goed om te laten liggen. Heel veel plek heb ik er niet voor, en aan het begin van de reis zou ik hem niet gekocht hebben, maar voor de laatste 2 weken niet is een beetje proppen niet zo erg. De medewerker die me helpt is een aardige kerel en omdat hij natuurlijk wel aan mijn accent hoort dat ik niet van hier ben wil hij van alles weten over mijn reis. We staan zowat een half uur te praten, daar hebben ze hier in de winkels nog gewoon tijd en aandacht voor.

Nadat ik bij de bakker ben gestopt voor een bakkie en een broodje wandel ik weer terug naar de camping. Ik breek de tent af, pak de laatste dingen in, en om 12 uur ben ik klaar voor vertrek. Natuurlijk moet er nog één ding gebeuren vandaag, zwemmen! Ik rij dus weer naar "mijn" strand voor een duik. Ook al is het niet heel warm, 23 graden is prima zwemweer en het is een fijn strandje. Geen rotsen, waterplanten of prut, maar gewoon zand.

IMG_7957.JPG


Om een uur of 1 klim ik weer op de motor. Het is ongeveer 1,5 uur rijden naar Trail, dus dat is niet al te ver. Onderweg maak ik nog een lunchstop, en raak ik aan de praat met een wat oudere man die daar ook geparkeerd staat. Ik dacht al meteen, dat is typisch iemand die om een praatje verlegen zit en daar heb eigenlijk geen zin in, maar het blijkt een aardige kerel en we hebben een leuk gesprek.

IMG_7958.JPG


Het is rond 4 uur als ik aankom bij mijn oom en tante. De motor kan weer op zijn vertrouwde plekje in de garage, en wij natuurlijk aan de koffie.
Ook na het eten zitten we nog een tijdje buiten aan de koffie, tot het iets te fris wordt en we naar binnen gaan. M'n tante heeft een paar weken terug een documentaire over de Yukon opgenomen, dus die kijken we samen. Natuurlijk zie ik een hoop plekken die ik herken, erg leuk om te zien. Het is moeilijk te bevatten dat die enorme rivier in de winter bij -30 dicht vriest, terwijl het bij mij +30 was. Ruim 60 graden verschil! Morgen voorspellen ze hier voor het eerst in weken een hele dag regen. Keihard nodig, en hopelijk heeft het een beetje effect op alle bosbranden. Als het dan toch regent dan mag het van mij wel even flink plenzen, dan hebben ze er tenminste nog wat aan. We zullen zien.
 
Dag 103, Dinsdag 22 augustus. Gereden: 0

Het is vanochtend inderdaad regenachtig, en op sommige momenten regent het even flink door. Helemaal prima. M'n oom bakt pancakes, en met koffie zitten we een tijd te praten over familiedingen. Langzaam begint het einde van mijn reis in zicht te komen, dus ik maak ook een planning voor de laatste 2 weken. Ik heb nog wel wat dingen op mijn lijstje die ik nog wil doen, en dat komt met de tijd precies uit.

Na de lunch gaan we even naar de bouwmarkt om een nieuwe sprinkler voor in de tuin te halen, want eentje heeft het begeven. Met de regen van vandaag niet zo erg, maar wie weet hoe lang het hierna weer droog is. Verder nog een beetje rondhangen, praten en koffie drinken. Niet zo heel veel om te beschrijven vandaag. Als het in de middag even droog is loop ik een stukje langs de Columbia River om er toch even uit te zijn.

IMG_7967.JPG


Omdat we elkaar natuurlijk bijna nooit zien is er een hoop te bepraten en te delen. Aangezien het toch regenachtig is zitten we dus vooral binnen te praten. Niet spannend voor het verslag, maar wel leuk voor ons. Weinig tekst dus, maar wel een lekker dagje.


Dag 104, Woensdag 23 augustus. Gereden: 126, Totaal: 22811

Na de koffie ga ik samen met m'n tante een stuk wandelen. De voorspelling was dat het droog zou blijven, maar halverwege krijgen we een flinke onweersbui. Harde klappen en een enorme hoosbui. Natuurlijk zijn we zo verstandig om te schuilen onder een grote boom, want dat is het beste bij onweer. Of was het nou juist niet? ;) Gelukkig komt m'n oom ons redden met de auto dus hoeven we niet naar huis te lopen. We hebben wel een behoorlijk nat pak opgelopen. Thuis blijft het nog een tijdje doorregenen, maar in de loop van de ochtend wordt het droog en breekt zelfs de zon door.

De hele familie hier is behoorlijk golf-minded, dus in de tuin krijg ik de eerste golfles van mijn leven. Niet dat de tuin nou zo groot is, maar ze hebben zachte oefenballetjes, die komen niet zo ver. Net zoals voor alle andere balsporten, of eigenlijk alle vormen van sport, heb ik ook hiervoor geen talent. Toch is het best wel leuk om een keer te doen, maar ik geloof niet dat ik me thuis ga inschrijven. Na ongeveer een uurtje afslaan heb ik spierpijn in spieren waarvan ik niet wist dat ik ze had. Nu maar wachten op een telefoontje van Tiger Woods.

Na het middageten wordt het wel weer eens tijd om een rondje te gaan rijden. Vanuit Trail rij ik langs het vliegveld naar de grens met de VS. Net voor de grensovergang sla ik af, en rij ik een onverhard pad van 30 kilometer, langs de Pend Oreille River, naar de volgende grensovergang. Een leuk pad, en door de regen van vanochtend behoorlijk wat plassen. Plassen zijn leuk, die ik heb ik al een tijdje niet meer gezien, maar die achterstand haal ik weer ruimschoots in.

IMG_7978.JPG


IMG_7983.PNG


IMG_7980.JPG


IMG_7981.JPG


Onderweg spot ik nog een zwarte beer, die had ik ook al een tijdje niet gezien, dus dat is een leuke bonus. Het pad eindigt bij de grensovergang van Nelway, vanwaar ik weer over de verharde weg naar Trail rij. Een leuk rondje om te maken. Om 6 uur ben ik weer thuis, en kan ik bijna meteen aanschuiven voor het eten. De avond is vooral weer praten, een beetje tv kijken, verslag schrijven, en naar bed.


Dag 105, Donderdag 24 augustus. Gereden: 253, Totaal: 23065km.

Vanmorgen beginnen we weer met een rondje wandelen. Of eigenlijk een flinke ronde. Dit keer gelukkig geen regen, het weer is prima. Het begint een beetje fris, maar met de zon erbij warmt het al snel op. We lopen naar downtown Trail, iets meer dan een half uur vanaf huis. Het is een stadje van niks, echt een gezellig centrum hebben ze niet. Een verzameling van wat winkels, maar niet echt sfeervol. Bij de juwelier laat ik eindelijk maar eens een nieuwe batterij in mijn horloge zetten, want die is al 5 maanden leeg. Hij gaf gelukkig nog wel 2x per dag de goede tijd aan.

We kijken even in het bezoekerscentrum van de grote metaalsmelterij in Trail. De fabriek is eigenlijk het voornaamste bestaansrecht van Trail, en de meeste bewoners werken er, hebben er gewerkt of hebben er op een andere manier iets mee te maken. In de jaren 50 en 60 zijn er vooral veel arbeiders uit Italië gehaald, en je ziet in Trail nog steeds veel Italiaanse invloeden. De fabriek verwerkt vooral lood en zink erts. Ze geven wel rondleidingen in de fabriek, maar vandaag helaas niet. Ze hebben wel een film over hoe de ertsen in Alaska worden gewonnen en verder worden verwerkt. Interessant om te zien! M'n oom werkte er als een van de weinige mannen uit het dorp trouwens niet, hij is altijd witgoedmonteur geweest, en ondanks dat hij al jaren gepensioneerd weten de oudere bewoners uit de omgeving hem nog altijd te vinden voor klusjes, en daar geniet hij nog zichtbaar van.

Het is alweer 11 uur voordat we weer thuis zijn, en het was een flinke wandeling. Na nog een beetje rommelen rond het huis is het alweer snel lunchtijd. Na het eten stap ik op de motor voor een ritje naar het Slocan Lake. Het is nog best een flink ritje, ruim een uur rijden. Op de kaart lijkt het dichtbij, maar dat is met alles hier. Het is een leuke bochtige route, en vooral het laatste stuk langs het meer is lekker sturen. Op het uitkijkpunt stop ik voor wat foto's, en dan rij ik terug naar het dorpje Slocan.

IMG_7989.JPG


IMG_7988.JPG


IMG_7990.JPG


De afstanden zijn een beetje te groot om een hele ronde te maken, dus ik neem uiteindelijk dezelfde weg weer terug. In Slocan stop ik bij een koffiebar voor een bakkie, en daarna rij ik door naar het Little Slocan Lake. Dit is een kleiner meertje in de bergen. Via een leuke onverharde weg van een kilometer of 20 rij ik die kant op. Het is flink hobbelen en stuiteren, maar verder goed te rijden. Uiteraard ga ik boven in het meertje even zwemmen, maar omdat het al half 5 is en ik ook nog ruim een uur terug moet rijden hou ik het kort. Een paar minuten zwemmen, even opdrogen, en dan weer naar beneden.

IMG_7992.JPG


IMG_7993.JPG


IMG_7994.JPG


De weg aan de andere kant van het meer naar beneden is gelukkig iets beter. Het rijdt wat comfortabeler waardoor ik iets meer gang kan maken. Eenmaal weer in de bewoonde wereld rest me nog ongeveer 3 kwartier terug rijden. Het is dezelfde weg als waar over ik ook gekomen ben, dus ik maak verder geen stops meer en ik rij misschien iets te hard weer terug. Iets na 6 uur ben ik weer thuis, en een kwartiertje later kunnen we eten. Het is wel luxe om gelijk aan te kunnen schuiven. Na het eten zitten we nog even buiten aan de koffie, maar je kan merken dat het al eind augustus is. Zodra het donker begint te worden zakt de temperatuur ook vrij snel. Als m'n tante even binnen is ziet ze door het raam een beer door de straat lopen. We gaan snel kijken en zien er dan ook nog een kleintje bij. Ze lopen rustig door de straat, maar zodra ze ons zien gaan ze toch de struiken maar in en zien we zien niet meer.

IMG_7996.JPG


Ze zijn al die wildlife hier wel gewend, dus echt opkijken doen ze er niet van. Wasberen ruïneren de tuin, beren lopen door de straat, en zo nu en dan wordt er zelfs een Cougar in het dorp gespot. Die grijpen wel eens een hond of kat, en een enkele keer vallen ze zelfs wel eens mensen aan. Helemaal zonder gevaren is het niet. Grappig dat mijn tante als Nederlandse overal bang voor is, die gaat echt niet alleen de natuur in. Mijn oom, die hier is opgegroeid in het bos, boeit het allemaal niks. Bearspray of ander soortige wapens doet hij niet aan, nergens voor nodig.

Als het eenmaal donker is wordt het een beetje te fris om buiten te blijven, dus verplaatsen we naar binnen. De rest van de avond praten we nog een tijdje door over allerlei familiedingen, tot het om 11 uur tijd is om naar bed te gaan. Het is de laatste nacht hier, want morgen vertrek ik weer. Ik heb nog 2 weken te gaan, dus ik heb een globale planning gemaakt voor wat ik nog wil doen. Morgen rij ik een flink stuk naar het oosten, tot ongeveer recht onder Calgary. Zaterdag ga ik dan nog voor één nachtje de grens met de VS over. Net over de grens in Montana ligt het Glacier Nationaal Park waar een mooie weg doorheen loopt. Die pak ik nog even mee, en dan ga ik zondag weer terug Canada in.
 
Dag 106, Vrijdag 25 augustus. Gereden: 414, Totaal: 23479km.

Ik ben op tijd wakker, maar omdat ik gisteren geen zin meer had schrijf ik eerst nog een deel van het verslag. We ontbijten met verse croissantjes, en dan ga ik de boel weer inpakken. Voor ik vertrek doen we nog een laatste bakkie, en natuurlijk zitten we dan nog een tijdje te praten. Rond een uur of 11 wordt het dan toch echt tijd om te vertrekken. Het is best even lastig, de vorige keer wist ik dat ik op de terugweg nog een keer langs zou komen, maar nu gaat het waarschijnlijk wel weer een tijdje duren. M'n oom is 85, en hoewel hij nog zo fit als een hoentje is zit ergens in je achterhoofd natuurlijk wel de vraag of ik hem überhaupt ooit nog zie. Het is jammer om weer afscheid te nemen, maar of ik nou nu ga of over een week, ik moet toch een keer weg. Het was gezellig en ik heb er van genoten, bedankt voor alles!!

Het is een beetje gek om weer alleen de straat uit te rijden, dus het duurt even voor ik in mijn ritme zit. Vandaag moet ik even kilometers maken, dus ik volg de highway 3 naar het oosten. De eerste 120 kilometer naar Creston heb ik de eerste keer dat ik hier was al gereden, maar dan de andere kant op. Tussen Salmo en Creston ga ik over de Kootenay-pass, met 1774 meter een flink hoge. Ik heb het niet helemaal bij gehouden, maar ik denk niet dat ik de hele reis veel hoger ben geweest. De eerste keer in mei lag er nog volop sneeuw, maar dat is inmiddels natuurlijk wel verdwenen. Het is 12 uur als ik boven op de pas ben. Normaal eet ik wat later, maar omdat we redelijk op tijd aan het ontbijt zaten heb ik wel weer aardig trek, dus stop ik bij het meertje op de pas maar gelijk voor de lunchpauze.

IMG_8001.JPG


De route is niet heel spannend en het verkeer is op sommige stukken best wel druk. Een stuk na Creston kom ik weer in een andere tijdzone en gaat de klok een uur vooruit, waardoor het opeens alweer half 3 is. Ik snap trouwens niet helemaal waarom ze de grens niet hebben getrokken bij de overgang van BC naar Alberta, maar dat zal wel een reden hebben. Nu staat er alleen een klein bordje langs de weg, en erg duidelijk is het niet. In Cranbrook doe ik snel een bakkie, want ik wil niet al te veel tijd verliezen. Natuurlijk word ik weer aangesproken door een paar fans, maar dat maakt het ook wel weer leuk. Omdat ik niet weet of ik vandaag uitkom op een camping met drinkwater vul ik in Fernie eerst de Camelbak even tot de rand, en gooi ik ook gelijk de tank van de motor weer vol. In Sparwood stop ik voor een foto van de grootste dumptruck ter wereld, die hier staat als eyecatcher vanwege alle steenkoolmijnen in de buurt. Het is een behoorlijk indrukwekkend apparaat. Op het plein er achter is een boerenmarkt bezig, waar ik misschien wel even overheen gelopen zou zijn als ik iets meer tijd had, maar ik wil het niet te laat maken vandaag. Ik ga richting toeristisch gebied, het is nog vakantie en het is vrijdag, dus de campings konden wel eens behoorlijk druk zijn.

IMG_8004.JPG


Vanuit Sparwood ga ik de Crowsnest Pass op, de pas waarnaar Highway 3 is genoemd. De Crowsnest Highway loopt van Hope (vlakbij Mission), langs Trail en nog een flink eind Alberta in. De pas zelf stelt niet zo heel veel voor, de Kootenay pas van vanochtend was veel hoger. Bovenop de pas steek ik de grens tussen BC en Alberta over, en stop ik ook meteen op een camping. De camping heeft plek zat, maar ik snap ook wel waarom. Afgezien van 5 plekjes langs het meer, die natuurlijk bezet zijn, is het een lange en kaarsrechte rij kampeerplekken. Het lijkt wel een parkeerplaats en het ziet er zo ongezellig uit dat je spontaan in een depressie schiet. De volgende camping is 15 kilometer verderop maar is een stuk kleiner. Goed kans dat deze vol is, maar ik gok het er op.

IMG_8005.JPG


IMG_8007.JPG


IMG_8008.JPG


Zoals ik al had verwacht is de andere camping inderdaad vol. De mevrouw achter de balie is vrij kortaf en doet verder ook geen enkele moeite om iets anders te verzinnen. Ik zie genoeg gras, misschien dan geen officiële plekken, maar dat zou mij weinig uitmaken. Als ik buiten op mijn telefoon naar een andere camping sta te zoeken komt een man even buurten. Het blijkt de man van dat zure mens achter de balie, de eigenaren van de camping. Het zijn Duitsers, vandaar die gastvriendelijkheid. Na een tijdje komt mevrouw ook nog even naar buiten, en vraagt dan toch of ze even moet bellen naar de volgende camping, een kilometer of 10 verderop. Dat doet ze, en deze camping heeft nog plek genoeg voor een tent.

Door het uur tijdsverschil is het toch alweer 6 uur geweest als ik op de volgende camping ben. Hij is nog bijna 10 dollar goedkoper ook. Wel vrij dicht bij de Highway, maar dat was die andere ook. Door de vroege lunch heb ik ook alweer aardig honger, dus zodra de tent staat ga ik gelijk eten. Voordeel van het uurtje verschil is dat het ook een uur later donker is, dus nu pas om 9 uur. Dat scheelt weer, want in BC was het best wel vroeg donker. Als het dan eenmaal donker is doe je ook niet veel meer, dus het verslag schrijven en nog een beetje dom filmpjes kijken, en dan is het wel weer klaar voor vandaag.

IMG_8010.JPG




En ook maar weer eens een kaartje:

Deel10.png

 
Laatst bewerkt:
Dag 107, Zaterdag 26 augustus. Gereden: 281, Totaal: 23760km.

Op aanraden van m'n tante begin ik vandaag bij het Frankslide Visitorscenter. Het ligt ongeveer 5 kilometer bij de camping vandaan, maar het gaat helaas pas om 10 uur open. Hoewel ik liever wat eerder was vertrokken doe ik het dus noodgedwongen rustig aan. Om kwart voor 10 rij ik weg van de camping, en om 10 uur ben ik de eerste van de dag in het visitorscenter.

De Frankslide is de grootste en dodelijkste rots lawine uit de geschiedenis van Canada. In 1903 scheurde eigenlijk gewoon een enorm stuk van de Turtle Mountain af, en de lawine die daarop volgde vermorzelde het mijnwerkersdorpje Frank wat er onder lag. Door erosie was de berg in de loop der eeuwen instabiel geraakt, en het uithakken van lagen steenkool uit de mijn zorgde er uiteindelijk voor dat er een enorm stuk afbrak. 120 miljoen ton steen denderde midden in de nacht van de berg af, en een groot deel van de bewoners uit het dorp had geen schijn van kans. Minimaal 70 mensen werden in hun slaap verpletterd, maar omdat met name veel buitenlandse mijnwerkers destijds niet geregistreerd stonden waren het er waarschijnlijk meer. Een groot deel daarvan ligt nog steeds onder het puin. Opmerkelijk genoeg hebben alle mijnwerkers die op dat moment in de mijn aan het werk waren het overleefd. De mijnschacht was wel geblokkeerd, maar ze wisten zich een weg naar buiten te hakken. Daar troffen ze het verpletterde dorp aan, en kwamen er achter dat een deel van hun gezinnen er niet meer was. De oorspronkelijke bewoners uit de regio vertrouwden de berg al niet, en noemden hem in hun taal "de bewegende berg". In die tijd werd er niet geluisterd naar de Natives, maar dat hadden ze in dit geval beter wel kunnen doen.

IMG_8018.JPG


IMG_8019.JPG


De film in het visitorscenter is erg de moeite waard. Beelden van de lawine zelf zijn er natuurlijk niet, maar door middel van verhalen en foto's van voor en na hebben ze een interessante film gemaakt. De expositie is mooi opgezet, maar vitrines vol scherven van kopjes en schoteltjes boeien me niet zo. Ik heb nog meer te doen vandaag, dus daar ga ik wat sneller doorheen.

Iets na 11 uur zit ik weer op de motor, en ga ik richting de grens met de VS. Zodra ik de bergen rondom de Crowsnest pas achter me laat wordt het landschap vlak en verandert in een prairie. Rechte wegen, weilanden met koeien, graanvelden en windmolens. Een soort Flevoland maar dan glooiend. Lang blijft het niet zo, want zodra ik het Waterton Nationaal Park nader beginnen de bergen weer. Wel opmerkelijk dat het dan zomaar opeens weer bijna helemaal vlak is, en dan beginnen de bergen opeens weer. Het Waterton Nationaal park bewaar ik voor morgen, ik ga nu eerst naar het Glacier Nationaal Park in Montana.

IMG_8021.JPG


IMG_8023.JPG


IMG_8026.JPG


De grensovergang kost ook dit keer weer geen enkele moeite. De beambte die er staat is duidelijk goed op de hoogte van het reilen en zeilen in Nederland. Beter dan ik op dit moment. Hij begint over het gevallen kabinet, dat de laatste weken ongeveer iedere politicus opstapt, vraagt wat ik vind van de boerenprotesten en de opkomst van de BBB-partij. Hij weet er duidelijk veel van, terwijl ik geen Nederlandse roots bij hem kan ontdekken. Hij beklaagd zich er een beetje over dat er op de meeste nieuwszenders in de VS eigenlijk nauwelijks buitenlands nieuws te zien is, en dat mensen daarom van niks weten. Ik weet inmiddels wel dat het kabinet in NL is gevallen, maar ook pas sinds kort. Het is dat er na ongeveer een kwartier een auto achter me verschijnt, anders had ik er nu denk ik nog gestaan.

IMG_8031.JPG


De eerste meters in Montana beginnen goed, met een heerlijke slingerweg door Cowboyland. Lage begroeiing, bergachtig en uitzicht op de bergen in de verte. Strak blauwe lucht er boven, maar met 26 graden toch niet te heet. Perfect! Door het Glacier Nationaal Park loopt de Going-to-the-Sun Road. Hij is genoemd naar de Going-to-the-Sun Mountain die in het park ligt. Omdat hij door het NP loopt moet je een toegangsbewijs hebben, maar dat heb ik online al gekocht. Omdat de drukte de afgelopen jaren blijkbaar nogal uit de hand liep moet je vanaf dit jaar ook reserveren als je met eigen vervoer de weg op wil. Het kost niks extra, maar zo laten ze een maximum aantal voertuigen per dag door. Het is een beetje omslachtig, want ze geven de reserveringen pas één dag van tevoren vrij en in de zomermaanden zijn ze meestal binnen een uur allemaal vergeven. Je reservering is dan geldig voor 3 dagen. Het had even wat voeten in de aarde, maar ik heb hem donderdag geboekt, voor vrijdag, zaterdag en zondag. Omdat ik natuurlijk weer terug naar Canada moet rij ik de weg vandaag heen, en morgen weer terug. Ik hoop aan het einde van de weg een camping te kunnen vinden, maar dat zal wel een uitdaging gaan worden. Eerst maar eens rijden, dan zien we daarna wel verder.

IMG_8034.JPG


De weg loopt eerst langs een mooi blauw meer, en kruipt dan omhoog richting de 2025 meter hoge Logan Pass. De uitzichten zijn fantastisch, maar als dit verkeer allemaal heeft gereserveerd dan ben ik benieuwd hoe het voor die tijd was. Het is niet normaal druk, soms gewoon file rijden. Alle parkeerplaatsen staan stampvol en mensen stoppen gewoon op de weg. Een nieuw ronde record ga ik niet neerzetten, maar ik heb tijd zat dus ik hobbel maar gewoon met de rest mee. Inhalen mag niet, en kan ook bijna niet omdat de stroom verkeer die tegemoet komt ook niet ophoudt. Opschieten doet het dus niet, maar indrukwekkend is het wel. De weg zelf is maar zo'n 75 kilometer lang, en de eerste helft is het meest spectaculair. Als ik de Logan pas eenmaal over ben daal ik weer langzaam af en is het mooiste stuk wel geweest.

IMG_8037.JPG


IMG_8038.JPG


IMG_8039.JPG


IMG_8042.JPG


IMG_8044.JPG


IMG_8049.JPG


IMG_8052.JPG


IMG_8055.JPG


IMG_8057.JPG


IMG_8056.JPG


IMG_8059.JPG


IMG_8062.JPG


IMG_8063.JPG


Het kan natuurlijk niet zo zijn dat ik deze spectaculaire omgeving doorrij zonder te zwemmen. Het riviertje wat bijna langs de hele route loopt is niet echt diep, maar uiteindelijk kom ik langs een stuk waar je wel kan zwemmen. Prachtig blauw water, en natuurlijk behoorlijk fris. Ik blijf er een tijdje zitten, genieten van de omgeving. Een duik in het koude water, en dan weer even opwarmen op de stenen, heerlijk.

IMG_8064.JPG


Het is alweer half 5 als ik weer opstap voor het laatste uurtje. Alsof al het verkeer nog niet langzaam genoeg gaat zit er ook nog een stuk van 9 mijl wegwerkzaamheden in. Het asfalt is weg en je rijdt over het gravel. Het duurt lang en het is enorm stoffig. Tegen het stof sproeien ze water, en dat maakt weer modder. Genoeg ingrediënten voor ruim een half uur stapvoets rijden. Langs de weg zitten een aantal campings, maar daar hangen allemaal bordjes dat ze alleen open zijn voor reserveringen. Daar had ik al wel een beetje op gerekend. Meteen buiten het park zijn er nog een aantal, maar dat zijn allemaal familiecampings met alles er op en er aan. Nou is dat niet zo erg, maar prijzen van 60 tot 80 dollar per nacht worden me toch een beetje te gek.

Een kilometer of 15 buiten het park ligt nog een camping, en die heeft gelukkig plek. Het is allemaal wat ouder maar dat boeit me niet zo. 30 dollar per nacht is nog steeds duur, maar een stuk beter dan die anderen. Omdat je van Canada naar de VS geen etenswaren mag meenemen heb ik geen boodschappen gedaan. Het zal zo'n vaart niet lopen, maar als je net de verkeerde treft moet je alles weggooien. Boodschappen in de VS zijn net zo duur als buiten de deur eten, dus doe ik dat maar weer eens een keer. In een dorpje verderop staat een foodtruck, en haal ik Chippewacos, een soort gefrituurd brood, met gehakt, sla, tomaat en kaas. Een Indiaans gerecht van de Natives. Zoals alles in de VS natuurlijk groot, en nog lekker ook. Na het eten kijk ik nog even in een mooie winkel met allerlei kunst en voorwerpen van de Natives. Er zitten erg mooie dingen bij, maar te duur en te groot om mee te nemen. En met een Tomahawk bijl in mijn bagage maak ik ook vast geen vrienden in het vliegtuig.

Terug op de camping zet ik nog een bakkie, en tegen de tijd dat ik dat weer schoon en opgeruimd heb is het donker, koelt het af en kruip ik de tent in om het verslag te schrijven. Morgen rij ik dezelfde weg weer terug naar de grens. Het is dan wel een drukke weg, maar erg mooi en de toegangspas is toch nog geldig. In Canada ga ik naar het Waterton nationaal park. Ik was het eigenlijk niet van plan, maar ik heb nog een dag speling in mijn planning dus die gebruik ik daar maar voor. Het zag er te mooi uit om voorbij te rijden. Voor de Canadese nationale parken heb ik een toegangsbewijs voor een heel jaar gekocht, dus als het goed is mag ik er gratis in. Ook daar zal het wel weer gedoe zijn om een camping te vinden, maar dat is een probleem voor morgen.
 
Zet je al het verkeer stil zodat je mooie plaatsjes kan maken voor ons, op alle foto.s zie slechts 1 auto.
Geweldig verhaal en schitterende plaatjes.
Soms wel, die lui stopten zelf ook overal. Soms een beetje handig neerzetten zodat je er net geen andere auto’s op hebt, of de foto uit een iets andere hoek maken, of gewoon even geduld hebben tot er net een gaatje is.
 
Prachtige omgeving daar, wij zaten toen n tijdje in Whitefish, idd uit de drukte van het N.P.
Welke grens ben je overgegaan daar..?
 
Prachtige omgeving daar, wij zaten toen n tijdje in Whitefish, idd uit de drukte van het N.P.
Welke grens ben je overgegaan daar..?
Ik ben er over gegaan bij Chief Mountain Border Crossing. Ik ben even in Whitefish geweest, maar een stukje verder naar het westen was er ook een afsluiting wegens bosbranden, dus ik ben er via dezelfde grensovergang ook weer uit gegaan.
 
Dag 108, Zondag 27 augustus. Gereden: 308, Totaal: 24068km.

Vanmorgen wil ik een beetje op tijd vertrekken. Niet zo zeer omdat ik een grote afstand te rijden heb maar omdat ik hoop dat ik dan vanmiddag de ergste drukte op de camping voor ben. Het lukt aardig, want om 9 uur ben ik klaar voor vertrek. Het was een goedkope nacht, want ik heb niemand kunnen vinden die mijn geld wilde. Ik ben wel 10x langs de receptie gelopen en ik heb aangeklopt bij het woonhuis, maar geen reactie. Ik heb mijn best gedaan, 30 dollar in de pocket.

Bij de pomp gooi ik de tank weer vol, en dan rij ik richting het plaatsje Whitefish. Ik ga zo weer terug naar de Going to the Sun road, dezelfde als hoe ik gisteren ben gekomen, maar ik maak eerst nog een kleine omweg. Heel spannend is het extra rondje niet, maar dan rij ik tenminste niet helemaal dezelfde weg terug. En anders had ik het bruisende dorp Hungry Horse gemist. Ik had er alleen even niet op gerekend dat het onverhard werd, en vreselijk stoffig. Ik laat de auto's voor me maar een beetje uitlopen, maar ook niet te ver want dan word ik ingehaald en zit ik weer met hetzelfde probleem. Alles zit weer lekker onder het stof, vooral mijn gezicht wat nog plakkerig was van de zonnebrand. Behalve dat is het ook nog behoorlijk fris, in de schaduw zakt de temperatuur zelfs even tot 13 graden. Het zal straks wel weer oplopen. Aan het begin van de route doe ik nog snel een bakkie met een stuk Huckleberry taart. De taart is al mierzoet, maar ze hebben er ook nog een bol vanille-ijs bij gedaan. Van het huis. M'n suikertax voor vandaag is alvast ruimschoots gehaald.

IMG_8067.JPG


IMG_8068.JPG


IMG_8069.JPG


Ik rij gelijk de wegwerkzaamheden weer in, waar net weer opnieuw is gesproeid. Het is in ieder geval niet stoffig, maar wel weer lekker modderig. Gelukkig rijden de auto's voor me iets sneller door dan die van gisteren, maar echt hard gaat het nog steeds niet. Ook vandaag is het weer stervensdruk. De meeste bezoekers komen waarschijnlijk om te wandelen, want alle parkeerplaatsen staan bomvol. De rest van het verkeer is vooral bezig met sightseeing. Prima als je dat met 50 of 60 doet, maar sommigen doen het met 20 km/u. Armpje uit het raam en vooral niet letten op die 80 auto's achter je. Daar heb ik dus geen geduld voor, en ik word aardig op de proef gesteld. De omgeving is prachtig en wat dat betreft is het echt geen straf om hier nog een keer te rijden, maar die drukte is niks voor mij. Ik ben natuurlijk ook een beetje verwend door alle Alpenpassen, want daar heb je deze uitzichten de hele dag zonder dat je de hele weg stapvoets rijdt. Het is ongeveer half 2 als ik aan het einde van de route aankom in St. Mary. Ik vond het een hele leuke weg om te rijden, maar misschien toch nog net iets leuker dat ik er nu weer vanaf ben.

IMG_8070.JPG


IMG_8071.JPG


IMG_8075.JPG


IMG_8080.JPG


IMG_8081.JPG


IMG_8082.JPG


IMG_8083.JPG


Ook al heb ik vandaag pas 140 kilometer gereden, als zuinige Hollander gooi ik de tank voor de grens toch nog even vol met goedkope Amerikaanse benzine. Omgerekend van dollar per gallon naar euro per liter zit je hier ongeveer op €1.10, en in Canada op €1,50. Die prijzen ga ik wel missen als ik straks weer thuis ben. Nadat ik ook nog even een broodje heb gegeten rij ik in minder dan een half uur weer naar de grensovergang, dezelfde als gisteren. Je verwacht het misschien niet, maar van alle keren dat ik de grens over ben geweest waren de Amerikanen een stuk vriendelijker. Bij de Canadezen kan er echt geen lachje vanaf. Ze hebben volgende week op het vliegveld nog één kans om het goed te maken.

Het Amerikaanse Glacier NP, waarin de Going to the Sun Road in ligt, grenst aan het Canadese Waterton NP. Vanaf de grens is het nog ongeveer een half uur tot de ingang van het park. Met de jaarkaart die ik in Banff heb gekocht mag ik ook hier weer gratis naar binnen. Ik hoef niet aan te sluiten in de rij wachtenden voor de kassa, maar ik kan door een aparte poort. Kaart scannen, en door. Ik rij door naar de enige camping die in het park ligt, maar die is helaas volgeboekt. Ik had niet verwacht dat het hier overal nog zo druk zou zijn. Het is pas 15:00 uur en normaal stop ik nooit zo vroeg. Het is zondag, dus je zou zeggen dat alle weekendgasten wel weer weg zijn, en de komende week is de laatste week van de schoolvakanties, dus ik had verwacht dat de grootste drukte wel voorbij zou zijn. Blijkbaar niet dus.

De volgende camping ligt een stukje buiten het park, dus daar ga ik eerst maar even kijken. Ik wil straks nog wel terug het park in, maar eerst een camping vinden. De volgende heeft gelukkig wel plek, en heeft voor hetzelfde geld een stuk mooiere plaatsen. Voordeel van de andere camping was wel dat je in het park staat, aan een groot meer met mooier uitzicht, en op loopafstand van het dorp, maar je kan niet alles hebben. Deze is ook prima.

Het is inmiddels bloedheet, maar ik hou mijn motorpak nog even aan want ik wil zo nog weg. Ik zet de tent op, gooi alles er los in, en stap dan weer op de motor. Ik rij weer terug het park in, en hoe verleidelijk het ook is om te gaan zwemmen, ik ga eerst even boodschappen doen. Daarna maak ik nog een toertje door het park, en stop bij een van de vele meertjes om eindelijk even lekker af te koelen. Om een uur of 6 zakt de zon achter de bergen en rij ik terug naar de camping. Onderweg spot ik nog een zwarte beer, maar die heeft geen zin om te wachten voor de foto.

IMG_8085.JPG


IMG_8086.JPG


IMG_8088.JPG


IMG_8090.JPG


IMG_8092.JPG


Terug op de camping ga ik snel koken, en tijdens het eten bedenk ik me dat het misschien wel handig is om voor volgende week alvast een camping in Banff te boeken. Banff ligt op ongeveer 1,5 uur rijden van Calgary, dus de laatste paar dagen wil ik daar doorbrengen. Het is overal al druk, maar volgende week hebben ze hier ook nog eens lang weekend omdat het op maandag Labour Day is. Goed idee om te reserveren, maar wel te laat. Alle campings rondom Banff, Jasper en Yoho nationaal park vallen onder het beheer van Parks Canada, en op de site kan je alle campings selecteren en tegelijk checken. Helaas is alles binnen de parken volgend weekend al volgeboekt. Het enige wat me nog lukt is reserveren van volgende week zondag tot dinsdag, dus dat doe ik maar. Ik had eigenlijk vanaf vrijdag gewild, maar dat gaat helaas niet lukken. Voor de andere dagen zoek ik het dan maar buiten de drukte van Banff, dat komt vast goed.

Als ik voor de afwas naar het toiletgebouw loop zie ik in het slootje langs de camping 2 bevers, leuk want die had ik nog niet gehad. Net als gisteren koelt het flink af zodra de zon onder gaat. Het duurt niet lang voor ik de tent in kruip om het verslag te schrijven. Dan vol goede moed naar de douche, maar die is ijskoud, dus dan maar zonder douche naar bed. Morgen wil ik weer een beetje op tijd weg. Dit keer wel een lange en waarschijnlijk niet echt enerverende rit naar Drumheller.

IMG_8093.JPG
 
Omgerekend van dollar per gallon naar euro per liter zit je hier ongeveer op €1.10, en in Canada op €1,50. Die prijzen ga ik wel missen als ik straks weer thuis ben.
Inderdaad. Inmiddels is het hier 2x zo duur dan je 1.10 en volgend jaar komt er nog een heffinkje naar de staat bovenop |(

We hebben zo een mooie Europese uni , maar de basis voor gelijke prijzen (belasting en milieu heffingen) krijgen we niet voor elkaar
 
Inderdaad. Inmiddels is het hier 2x zo duur dan je 1.10 en volgend jaar komt er nog een heffinkje naar de staat bovenop |(

We hebben zo een mooie Europese uni , maar de basis voor gelijke prijzen (belasting en milieu heffingen) krijgen we niet voor elkaar
Waar denk je dat al dat geld vandaan komt?
Er wordt in Den Haag gestrooid met miljarden. Iemand zal de rekening moeten betalen.

Alleen al de verbouwing van het Binnenhof blijkt ineens een miljard duurder dan aanvankelijk begroot.
 
Voor ik verder ga met de volgende etappe, eerst mijn dank voor alle positieve reacties die ik hier, en tijdens het afgelopen kampeerweekend heb gehad!

Speciale dank aan @Lobes, want die roept niet zomaar wat:

Deze kan rechtstreeks op een tegeltje. _O-

IMG_0071.jpeg


Heel leuk, had uiteraard niet gehoeven maar wordt zeer gewaardeerd. Hij krijgt een mooi plekje!

Allemaal bedankt!
 
Dag 109, Maandag 28 augustus. Gereden: 407, Totaal: 24475km.

Het was weer een frisse nacht, en enorm vochtig buiten. De tent is drijfnat van de condens en helaas sta ik nog niet echt in de zon. De buitentent leg ik even in de zon, en de rest moet zo maar mee. Om half 10 ben ik klaar, maar voor vertrek ga ik eerst nog even douchen. Het toiletgebouw is een behoorlijk eind lopen, dus ik rij ik die kant op, dan kan ik zo gelijk weg. Geen idee of er gisteravond iets kapot was of dat er na een bepaalde tijd geen warm water meer is, maar nu werkt het gewoon weer. Nadat ik ben gedoucht en aangekleed ben ik om 10 uur weer op weg.

Vandaag ga ik naar Drumheller, dat ligt iets ten oosten van Calgary. Het is ongeveer 350 kilometer rijden, over lange rechte wegen. De provincie Alberta is op het grensgebied met British Columbia na behoorlijk vlak. Vrijwel meteen laat ik de bergen achter me, en rij ik door de eeuwige graanvelden. Zover het oog rijkt graan, graan en nog eens graan. En graansilo's, graanvrachtwagens en zelfs graantreinen. Als het geen graan is dan zijn het wel strobalen van de velden waar al geoogst is. Op andere velden staat het nog, of zijn ze bezig met oogsten. De hele dag alleen maar graan, met kaarsrechte wegen er doorheen. De enige afwisseling is af en toe een eenzame jaknikker, want er zit blijkbaar ook nog olie in de grond. Een tijdje terug sprak ik een Nederlands stel die in Alberta wonen, die zeiden "het is daar zo plat en leeg, als de hond wegloopt zien we hem 3 dagen later nog lopen". _O-

IMG_8100.JPG


IMG_8102.JPG


IMG_8104.JPG


IMG_8106.JPG


IMG_8107.JPG


Soms heb ik van die dagen waarop het lijkt alsof ik achteruit rij, en andere dagen gaan vanzelf. Deze gaat vanzelf, ook al is er weinig te zien en is het weer belachelijk heet, de kilometers vliegen er op. Er is weinig verkeer en door de lange rechte wegen schiet het lekker op. Het is pas 3 uur als ik aankom in Drumheller, en ik heb toch bijna 400 kilometer gereden. De camping ligt even buiten Drumheller, want dat was een stuk goedkoper dan de campings dichtbij de stad. Er is in ieder geval plek zat, van de toerplaatsen is nagenoeg alles leeg. Ik krijg een mooi plekje met flink wat schaduw. Daar ben ik wel blij mee, want is het 34 graden in de schaduw. Ik blijf hier 2 nachten, want morgen wil ik in Drumheller het Royal Tyrrel museum bezoeken.

IMG_8110.JPG


Als de tent staat doe ik eerst een paar uurtjes niks, vooral in de schaduw zitten. Om half 6 stap ik nog even op de motor om wat boodschappen te doen. Terug op de camping even koken en eten, en om half 8 klim ik nog een keer op de motor. Vlakbij de camping liggen de Hoodoos, een natuurverschijnsel waarbij door erosie van verschillende steenlagen allerlei bijzondere vormen zijn uitgesleten. Ook heb je van die pilaren met een steen bovenop, omdat die steen heeft voorkomen dat de rotsen er onder zijn weggespoeld. Het leek me wel een leuk idee om hier naar de zonsondergang te kijken, maar ik was duidelijk niet de enige met dat idee. Het is niet groot, maar het is een bijzonder gebied. Jammer alleen dat ze overal van die afzichtelijke hekken omheen hebben gezet, en dat je eigenlijk nooit een beeld zonder die lelijke hekken hebt. Maar ik snap het wel, anders rost iedereen er natuurlijk dwars doorheen. Op de rest van de helling mag je gewoon vrij rondlopen en klimmen, dus ik zoek een rustig plekje uit en wacht een half uurtje tot de zon onder is. Zelfs zonder de zon blijft de temperatuur nog hangen op 29 graden, en het duurt lang voor het een beetje afkoelt. Ik slaap op mijn slaapzak in plaats van er in, tot ik ergens halverwege de nacht toch wakker word omdat het een beetje fris is. Morgen ga ik naar het Royal Tyrrel Museum in Drumheller, dat is een van de belangrijkste musea ter wereld over Dinosaurussen en fossielen. Ik ben erg benieuwd!

IMG_8116.JPG


IMG_8115.JPG


IMG_8113.JPG


IMG_8118.JPG


IMG_8119.JPG


IMG_8120.JPG


IMG_8124.JPG


IMG_8125.JPG


IMG_8131.JPG


IMG_8134.JPG


IMG_8136.JPG


IMG_8137.JPG
 
Dag 110, Dinsdag 29 augustus. Gereden: 55, Totaal: 24531km.

Vandaag ga ik naar het Royal Tyrrel Museum in Drumheller. Ik had eerst bedacht om een beetje op tijd te gaan, maar later dacht ik dat het misschien juist wel lekker is om op het heetste moment van de dag binnen te zijn. De temperatuur loopt al snel op, maar vanochtend is het nog redelijk uit te houden. Eerst rustig ontbijten, dan doe ik nog een handwasje, een beetje rond de tent hangen, en om 11 uur stap ik op de motor. Het is toch alweer 29 graden, maar gelukkig is het maar een klein stukje.

In Drumheller stop ik eerst bij de toeristische attractie van het dorp, de grootste dino ter wereld. Ik heb het niet nagemeten, maar het zal wel kloppen. In de regio rond Drumheller worden enorm veel fossielen gevonden. Samen met een aantal gebieden in de VS is het een van de hotspots van de wereld, en alles draait hier om dino’ s. De grootste dino ter wereld is een uitkijktoren, je kan er in en met trap naar boven klimmen, en dan door zijn bek naar buiten kijken. Heel leuk natuurlijk, maar je moet er voor betalen en dat ga ik niet doen. Even snel een foto en een kijkje in de naastgelegen winkel waar ze fossielen verkopen, en dan vind ik het wel weer best. Door naar het museum, een kilometer of 5 noord van Drumheller. Op de parkeerplaats kleed ik me snel om in korte broek en T-shirt. Mijn motorbroek prop ik in de koffer, jas en helm binnen aan de kapstok. Voor een korte stop laat ik het trouwens gewoon op de motor liggen, maar als ik zoals nu waarschijnlijk een paar uur weg ben berg ik het wat beter op.

IMG_8140.JPG


IMG_8159.JPG


Het museum heeft een enorme collectie aan fossielen, complete skeletten en replica's. Natuurlijk de T-Rex, maar ook veel minder bekende soorten. Bijna alles is hier rondom Drumheller gevonden. Het is allemaal heel mooi opgesteld en beschreven, maar dat mag ook wel als je een van de belangrijkste dinomusea ter wereld bent. Door een groot raam kan je kijken in de hal waar alle fossielen en skeletten worden schoongemaakt en geprepareerd. Alles bij elkaar echt een heel mooi museum en echt de moeite waard.

IMG_8141.JPG


IMG_8143.JPG


IMG_8147.JPG


IMG_8151.JPG


IMG_8152.JPG


IMG_8153.JPG


IMG_8155.JPG


IMG_8156.JPG


IMG_8158.JPG


Ook al is het buiten 34 graden, achter het museum loop ik nog een wandelpad waar uitleg wordt gegeven over het ontstaan en de vorming van de Badlands, zoals de hele regio met bijzondere rotsformaties wordt genoemd. Ook nog even leuk om te doen, maar na een half uur in de brandende zon ben ik blij dat ik weer binnen ben. Voordat ik me weer in mijn motorpak hijs koel ik eerst nog even af in het museum café, en om een uur of 5 stap ik weer op de motor. Ik rij nog een klein rondje, maar bij een temperatuur van 36 graden ben ik daar snel klaar mee. Terug naar de camping en dat hete pak uit! Zwemmen kan je hier helaas niet, dus ik kieper af en toe maar een bak water over me heen. Met die hitte heb ik ook weinig zin om te eten, dus het duurt nog tot een uur of 8 voor ik ga koken.

IMG_8160.JPG


IMG_8162.JPG


Ik zit nog een tijdje buiten, maar zodra de zon onder is komen de muggen tevoorschijn. Die waren er gisteren niet. Dan eerst maar afwassen, daarna meteen douchen, en het laatste uurtje in de tent aan het verslag werken. Morgen ga ik weer verder, richting Banff en Jasper. Het is een aardig ritje, maar ik ga er vanuit dat het doordeweeks nog wel moet lukken om een camping te vinden. Vrijdag en zaterdag doe ik dan wel een ronde buiten het drukke park, daar kan ik vast wel ergens op een camping terecht.
 
Dag 109, Maandag 28 augustus. Gereden: 407, Totaal: 24475km.

Het was weer een frisse nacht, en enorm vochtig buiten. De tent is drijfnat van de condens en helaas sta ik nog niet echt in de zon. De buitentent leg ik even in de zon, en de rest moet zo maar mee. Om half 10 ben ik klaar, maar voor vertrek ga ik eerst nog even douchen. Het toiletgebouw is een behoorlijk eind lopen, dus ik rij ik die kant op, dan kan ik zo gelijk weg. Geen idee of er gisteravond iets kapot was of dat er na een bepaalde tijd geen warm water meer is, maar nu werkt het gewoon weer. Nadat ik ben gedoucht en aangekleed ben ik om 10 uur weer op weg.

Vandaag ga ik naar Drumheller, dat ligt iets ten oosten van Calgary. Het is ongeveer 350 kilometer rijden, over lange rechte wegen. De provincie Alberta is op het grensgebied met British Columbia na behoorlijk vlak. Vrijwel meteen laat ik de bergen achter me, en rij ik door de eeuwige graanvelden. Zover het oog rijkt graan, graan en nog eens graan. En graansilo's, graanvrachtwagens en zelfs graantreinen. Als het geen graan is dan zijn het wel strobalen van de velden waar al geoogst is. Op andere velden staat het nog, of zijn ze bezig met oogsten. De hele dag alleen maar graan, met kaarsrechte wegen er doorheen. De enige afwisseling is af en toe een eenzame jaknikker, want er zit blijkbaar ook nog olie in de grond. Een tijdje terug sprak ik een Nederlands stel die in Alberta wonen, die zeiden "het is daar zo plat en leeg, als de hond wegloopt zien we hem 3 dagen later nog lopen". _O-

Bekijk bijlage 1998970

Bekijk bijlage 1998971

Bekijk bijlage 1998975

Bekijk bijlage 1998976

Bekijk bijlage 1998977

Soms heb ik van die dagen waarop het lijkt alsof ik achteruit rij, en andere dagen gaan vanzelf. Deze gaat vanzelf, ook al is er weinig te zien en is het weer belachelijk heet, de kilometers vliegen er op. Er is weinig verkeer en door de lange rechte wegen schiet het lekker op. Het is pas 3 uur als ik aankom in Drumheller, en ik heb toch bijna 400 kilometer gereden. De camping ligt even buiten Drumheller, want dat was een stuk goedkoper dan de campings dichtbij de stad. Er is in ieder geval plek zat, van de toerplaatsen is nagenoeg alles leeg. Ik krijg een mooi plekje met flink wat schaduw. Daar ben ik wel blij mee, want is het 34 graden in de schaduw. Ik blijf hier 2 nachten, want morgen wil ik in Drumheller het Royal Tyrrel museum bezoeken.

Bekijk bijlage 1998986

Als de tent staat doe ik eerst een paar uurtjes niks, vooral in de schaduw zitten. Om half 6 stap ik nog even op de motor om wat boodschappen te doen. Terug op de camping even koken en eten, en om half 8 klim ik nog een keer op de motor. Vlakbij de camping liggen de Hoodoos, een natuurverschijnsel waarbij door erosie van verschillende steenlagen allerlei bijzondere vormen zijn uitgesleten. Ook heb je van die pilaren met een steen bovenop, omdat die steen heeft voorkomen dat de rotsen er onder zijn weggespoeld. Het leek me wel een leuk idee om hier naar de zonsondergang te kijken, maar ik was duidelijk niet de enige met dat idee. Het is niet groot, maar het is een bijzonder gebied. Jammer alleen dat ze overal van die afzichtelijke hekken omheen hebben gezet, en dat je eigenlijk nooit een beeld zonder die lelijke hekken hebt. Maar ik snap het wel, anders rost iedereen er natuurlijk dwars doorheen. Op de rest van de helling mag je gewoon vrij rondlopen en klimmen, dus ik zoek een rustig plekje uit en wacht een half uurtje tot de zon onder is. Zelfs zonder de zon blijft de temperatuur nog hangen op 29 graden, en het duurt lang voor het een beetje afkoelt. Ik slaap op mijn slaapzak in plaats van er in, tot ik ergens halverwege de nacht toch wakker word omdat het een beetje fris is. Morgen ga ik naar het Royal Tyrrel Museum in Drumheller, dat is een van de belangrijkste musea ter wereld over Dinosaurussen en fossielen. Ik ben erg benieuwd!

Bekijk bijlage 1998990

Bekijk bijlage 1998992

Bekijk bijlage 1998993

Bekijk bijlage 1998994

Bekijk bijlage 1998995

Bekijk bijlage 1998997

Bekijk bijlage 1998998

Bekijk bijlage 1998999

Bekijk bijlage 1999000

Bekijk bijlage 1999001

Bekijk bijlage 1999003

Bekijk bijlage 1999006
Dat brengt herinneringen boven.
Vooral toen ik mijn eerste 'tumbleweed' zag en me in een oude Western film waande *O*
 
Ik denk waar ken ik dat Drumheller toch van... Ohja... van het RaRa topic ;)
Die verschillende kleuren gesteente heb je ook in de Bardenas Reales de Navarra in Spanje. Daar zit er ook echt rood en blauw in wat heel erg opvalt. Althans mij valt het op ;) Bij het zien van deze kleuren in Game of Thrones wist ik dan ook gelijk (okay even gegoogeld om het bevestigd te krijgen) waar de scene opgenomen was. Het meest bekende punt in dat gebied is overigens ook zo''n pyramide waar een rots op ligt.
 
Dag 111, Woensdag 30 augustus. Gereden:458, Totaal: 24989km.

Het is een beetje bewolkt vanmorgen, en de temperatuur loopt gelukkig niet zo heel hard op. De voorspelling voor Drumheller is dat het in de middag wat gaat regenen, maar dan ben ik hier toch al weg. Ik heb voor vandaag weer een aardig ritje in de planning, dus om half 10 ben ik onderweg. In het dorp maak ik een snelle stop bij de Tim Hortons om het verslag te uploaden, want de Wifi op de camping was zo slecht, daar kon je helemaal niks mee. Als ik er toch ben even snel een bakkie, en dan ben ik echt weg.

Drumheller ligt in een soort kloof, hoe het precies is ontstaan weet ik niet, maar het lijkt wel een scheur in de aarde. Een paar kilometer buiten het dorp rij je de kloof weer uit, en stop ik even bij een uitkijkpunt.

IMG_8165.JPG


IMG_8166.JPG


IMG_8168.JPG


IMG_8171.JPG


IMG_8172.JPG





Na een korte stop bij het uitzichtpunt rij ik weer op de vlakte. Er is niks te zien of te beleven, kaarsrechte wegen en boerderijen. Flevoland maar dan honderden kilometers lang. Het oogsten van het graan zorg voor enorm veel stof, wat slaat op je longen en je ogen. Er ligt veel zand en troep op de weg, dus door elke tegenligger word ik gezandstraald. Geen fijne route dus. Ik zit na te denken over de laatste week, en wat ik precies nog wil doen. Ten oosten van de lijn Calgary, Banff, Jasper, waar ik nu rij, is echt niks te zien. Ten westen van die lijn ben ik al geweest, en ga je ook weer richting de bosbranden. Mijn plan was om morgen door te rijden naar Jasper, daarna terug naar Banff en daar nog een paar dagen blijven. Probleem is dus alleen dat alle campings volgeboekt zijn vanwege het aankomende lange weekend. Het is me gelukt om in Banff te reserveren van zondag t/m dinsdag, maar het is nu woensdag dus ik moet nog 4 nachten overbruggen. Over vandaag en morgen maak ik me niet zo druk, maar vanaf vrijdag wordt het lastig. Dan moet ik dus het gebied uit, en ik zou niet weten waar naartoe.

Tijdens mijn lunchstop in Red Deer check ik de boekingssite van Parcs Canada voor de zekerheid nog een keer. Ik kan nog steeds nergens reserveren, maar ik zie dat er tussen Banff en Jasper ook nog een camping ligt die niet op de lijst van reserveringen voorkomt. Het blijkt een "First Come First Serve" camping. Je kan er niet reserveren, je zoekt gewoon een plek uit en als het vol is heb je pech. Als ik nou zorg dat ik daar vandaag op tijd ben, dan kan ik er gewoon tot zondag blijven staan. Dan sta ik wel 4 nachten op dezelfde plek, maar anders rij ik 4 dagen door een omgeving waar ik niet echt wil zijn. Morgen voorspellen ze regen, dan kan ik dan een dag rustig aan doen. Vrijdag en zaterdag worden mooi, dag rijden en een dag wandelen. Geen slecht idee, en dan sta ik de laatste week nog lekker in de bergen, daar voel ik me meer thuis dat hier op die vlaktes waar je alleen maar windmolens ziet. Het is nog ongeveer 250 kilometer rijden, en dat is toch ook ongeveer het gebied waar ik had bedacht om vandaag te eindigen.

Het zijn kaarsrechte wegen en helemaal niemand houdt zich aan de maximumsnelheid van 100. Als goed toerist betaamt pas ik me netjes aan de locals aan, dus de kilometers schieten tenminste lekker op. Met een temperatuur van rond de 25 graden heb ik ook geen klagen over het weer, dus het gaat best oké. Pas de laatste 50 kilometer voor het begin van het nationale park wordt het weer een beetje interessant. De bergen beginnen weer, en dat is gewoon meer mijn terrein. Sommige mensen houden van vlak, maar doe mij de bergen maar. Het enige nadeel is dat het weer een beetje smokey wordt, maar daar is nou eenmaal niks aan te doen. Het maakt de weg langs het prachtig blauwe Abraham Lake er niet minder mooi op.

IMG_8179.JPG


IMG_8180.JPG


Het nationale park mag ik zo in omdat ik de pas al heb, en dan is het nog een kilometer of 20 naar de camping. Er is gelukkig nog plek genoeg, maar dat zal vanaf vrijdag wel anders zijn. Ik zoek een mooi plekje uit waar ik de komende 4 nachten kan blijven staan. Voor de zekerheid betaal ik eerst voor 2 nachten, dan kan ik altijd nog weg als ik op andere gedachten kom. Het is een prima plek, met als nadeel dat er geen mobiel bereik is, wel stromend water maar geen douches, en dat de dichtstbijzijnde winkel 70 kilometer verderop in Lake Louise is. Ik heb in Red Deer boodschappen voor 2 dagen gedaan, dus tot vrijdag red ik het sowieso wel. Op vrijdag wil ik toch nog een dagje naar Jasper en dan kan ik daar wel boodschappen voor de andere 2 dagen doen. Morgen voorspellen ze regen, maar als het mee valt rij ik misschien nog even naar Lake Louise. Hangt van het weer af.

Als de tent staat duik ik eerst even het Waterfohl Lake in. Het water komt zo van de gletsjer af, dus echt warm is het niet. Terug bij de tent nog even rondhangen en dan eten maken. Omdat dit nog Alberta is en geen BC is er hier geen campfire-ban. Op het informatiebord aan het begin van het park stond ook dat het bosbrand risiconiveau laag is, dus blijkbaar hebben ze hier de afgelopen tijd genoeg regen gehad. Wel leuk dat ik de komende dagen nog een beetje vuur kan stoken. Dat gaan we dan ook maar even doen, maar eerst loop ik nog een stukje rond de camping. Omdat het vannacht gaat regenen heb ik de tarp alvast gespannen, op de laatste hoek na want die komt anders een beetje dicht bij het vuur. Voor ik naar bed ga haak ik hem weer vast, we zullen zien hoe erg het wordt. De voorspelling is 60% kans op buien, dus ik ga er wel vanuit dat het gaat regenen, maar hopelijk niet de hele dag.

IMG_8187.JPG


IMG_8190.JPG


IMG_8194.JPG





IMG_8196.JPG
 

Bijlagen

  • IMG_8166.JPG
    IMG_8166.JPG
    462,6 KB · Weergaven: 0
Terug
Bovenaan Onderaan