Dit verhaaltje heb ik in 2002 een keer gepost, is natuurlijk in de vergetelheid geraakt maar voor mij kenmerkt dit zo ontzettend het tweetaktgedrag... Staat ook in het onderweg topic hoor
Het verhaal van de Skoda,
Het was winter en 1992, de sneeuw was net weg. Ik had alweer geruime tijd in de stad rondgeprutteld. Dat liet zich goed merken, want bij 7000 rpm verdween alle kracht uit de RD. Het besluit was snel genomen, het waterige zonnetje lokte mij de snelweg op. Van huis, door Voorburg knipper ik linksaf oprit Binckhorst op en ik voeg in om me tussen het Zaterdagse verkeer te begeven. 100 - 105 met mijn voorgangers meerijdend kom ik in de straffe oostenwind achter het Skoda'tje terecht. Ik blijf hangen achter het autootje dat doortrekt tot een 110 kmh. De twee kinderen achterin zwaaien naar me. Ik geef groot licht en steek een hand op. Onder het Clausplein besluit ik dat de RD maar op temperatuur moet zijn en ik besluit de paarden wakker te maken om snelheid te maken. De enige manier om het uitlaatsysteem te ontdoen van koolaanslag; gasgeven en schoonrijden. Op het moment dat ik richting aangeef schakel ik één keer terug, geef volgas en verander van baan. Met een hevig geviertakt protesteert de RD op mijn actie en ik leg onmiddelijk een versnelling hoger in, hetgeen mij een snelheidswinst oplevert van luttele kilometers. In de tegenwind bevind ik mij met een 112 / 113 kilometer inmiddels naast de Skoda waar ik in de boegwind van het auto'tje terecht kom. Dat wordt me fataal en de RD laat me volledig in de steek, ik kom er niet doorheen. Na enige versnellingen geprobeerd te hebben kom ik weer in de dode hoek van de Skoda terecht, hetgeen mij eigenlijk dwingt weer terug achter het S110-tje te kruipen. De twee dochtertjes achterin lachen en zwaaien weer naar me, ik kan er niet meer toe komen om terug te zwaaien. Ik trap hem terug in zijn 3 en geef de RD dusdang op zijn flikker dat-ie een halve liter onverbrande tweetaktolie uit de uitlaten spuit. Op dat moment zijn we bij Nootdorp aanbeland en ik voel dat er wat paarden wakker zijn. Mijn inhaal-actie wordt herhaald en met 120 haal ik het skodatje in, naast het auto'tje neem ik met een wuifgebaar afscheid van de twee blondjes op de achterbank. Op een later moment als ik in mijn spiegels kijk is het wagentje verdwenen, gehuld in een wolk tweetaktrook priemen nog net de koplampjes door de mist heen. Bij Waddinxveen keer ik terug, om vóór de wind huiswaarts te gaan........