3 dagen Allroad in Lugirië, Piedmonte, Savoie, Hautes-Alpes, Alpes-De-Haute-Provence en Alpes-Mar.
Nadat we verleden jaar een voortvarend begin hadden gemaakt met de verkenning van de gravelwegen in de genoemde gebieden (en het daarbij onontkomelijke bodemonderzoek), werd het tijd om een gedegen vervolgonderzoek in te stellen.
Door ongemakken zoals werk en verjaardagen schoof dit vervolgonderzoek al snel op richting eind september.
Niet echt te laat in 't jaar, maar daglicht wordt schaars, zeker in deze bergachtige streken.
Temperaturen worden rap lager.
Regen kan zomaar sneeuw worden.
23 september wordt de trekker overgehaald: we gaan!
Verleden jaar met de CX-9. Dat was geen straf met die lekkere dikke V6.
Maar dit jaar, zoals echte heren van stand betaamd, in stijl:
Driekommazesliter-V-acht dieselpower. Eigenlijk de GS onder de SUV's.
Met het leer en de rust in het interieur waant men zich in een herenclub.
Roel heeft echter de consumptie van cognac en het roken van sigaren onderweg strikt verboden.
Zo jammer...
Op de heenweg hebben we elkaar plechtig beloofd het rustig aan te doen.
Gezond weer thuis. Geen brokken rijden. Relaxed rond tuffen. Geen haast.
Op de Franse AutoRoute brengen we dit direct in de praktijk.
Tegen zeven uur 's avonds zijn we in Bourg-Saint-Maurice bij ons overnachtingsadres voor de eerste en de laatste nacht.
Terwijl we er aan komen rijden komt een leuke Française, de uitbaatster, al op ons toe lopen.
Leuk, totdat Roel de twee grote Berner Senners ziet....Roel, dierenvriend pur sang, niet blij.
Fijn overnachtingsadresje. Veel ruimte om het huis.
Een paar auto's. Brommer, stuk of 10 quads.
Ja, dat voelt wel goed.
Hier kan de Britse trots plus aanhanger wel een paar nachtjes veilig slapen.
's Avonds even wat gegeten in een restaurant in 't dorp.
Tijdens afreken gaat er wat fout en lijkt het bedrag 2x afgeschreven.
Na wat discussie laten we het erbij om het de avond dat we terugkomen af te handelen...
DAG1
We beginnen de dag om 7 uur met ontbijt.
De lucht is strak blauw. Maar ik zie wat wolken over de toppen in 't oosten loeren.
Mmmm. Maar ja, wat doe je er aan. Niks.
Dus rijden. En 't was fris. Wat zeg ik: het was koud.
Omhoog naar de Col D'Iséran ligt de temperatuur dicht bij het vriespunt.
De heren van stand zetten beiden hun verwarmde jasje aan.
Omhoogrijdend zien we de wolken al het dal inrollen.
We hebben geluk dat op de pas het nog "schoon" is.
En we hebben er tenslotte niet voor niets noppen onder zitten.
De Iséran naar beneden rijdend wordt al snel vrij vochtig en mistig.
Fort de la Turra en Lac Mont Cénis, beide gravel, staan op de lijst als "next".
Richting Lac Mont Cénis regent het hard.
Dolle pret op noppenbanden met zonder ABS.
Bij de kaasboerderij draaien we het gravel op.
Om 500 meter later om te moeten keren: een hek met niet mis ter verstane tekst geeft aan dat alleen bestemmingsverkeer toegestaan is.
Wellicht niet officieel rechtsgeldig, maar toch.
Ondertussen is het echt potdicht met regen.
We besluiten door de rijden naar Oulx en daar het pad naar Passo della Mulattiera op te zoeken.
Een pas waar we eenmaal boven gekomen, weer terug moeten rijden, omdat de weg aan de andere kant geen vervolg heeft.
Hopelijk is het weer dan wat opgeknapt.
In het dal is dat ook zo.
Hogerop wordt het weer mist.
Mijn GS houdt in vanaf zo'n 2200 meter hoogte.
Waarschijnlijk een te grote sproeier. In combinatie met minder power op hoogte is dat niet echt fijn.
Het is niet anders.
Ondanks het slechte weer toch mooie vergezichten.
Het is na de regen wel wat glibberig.
Zo'n 20 meter onder de pas gaat het pad steil en erg smal omhoog naar de pas.
Zijnde de oudste, en dus de wijste, ga ik als eerste omhoog.
Glibberend en met een inhoudende motor kluun ik omhoog, verlies power en grip, en sta stil.
Of toch niet? Met blokkerend voor- èn achterwiel glij ik achterwaarts naar beneden.
En in de richting van de rand.
Ik start weer en probeer weg te trekken. Mooi niet.
Het zelfde verhaaltje herhaalt zich.
Dan maar neerleggen op z'n rechterkant.
Naar de hoge kant. De kant met de rotsblokken.
En 't schiet plots door me heen:
Klepdeksel: check!
Oliekoelerbypass slang: check!
Bodemmonster: check!
Wat sjorren om de fiets omhoog te krijgen. Lukt niet. Nog wat meer sjorren.
Lukt nog steeds niet. Roel schiet te hulp en al glijdend komen we naar beneden.
Geen schade anders dan een kras op 't kuipje: wit littekenweefsel komt door het blauw naar voren.
De eerste battlescar is een feit.
We kijken elkaar eens aan.
Dan maar geen Mulattiera?
Roel, verstandig geworden door de perikelen van de voorgaande trip, besluit dat 't mooi geweest is.
Gewoon "do the right thing". Geen onnodige risico's. Toch?
Die lezers die niet snappen wat hier zonet gebeurde: simpel, u kent Roel blijkbaar niet.
Roel komt tot bijna bovenop de pas voordat ook hij geen grip meer heeft en omkiept.
Ook na de tweede en de derde poging.
Dan zie ik hem gebaren en wat incoherente geluiden maken... accu...?
Ik worstel naar boven om te vernemen dat de accu leeg is.
Leeg als in "hij start niet meer leeg". Lang leve de moderne Li-Ion accu.
Achteruit terug is gezien de afstand geen optie.
Dan 1-2-3 hup! 1-2-3 hup! 't kreng naar de pas omhoog duwen.
Zweten als een otter.
Roel stelt voor om de G/S in z'n twee aan de andere kant van de pas naar beneden te laten rollen om zo de motor weer aan te krijgen.
Ik stel voor om dat toch maar even niet te doen voor 't geval de motor daar geen zin aan heeft.
50 meter omhoog duwen wordt 'em echt niet.
Roel vindt dat bij nader inzien toch ook best wel een goed argument.
We keren de motor en Roel rolt glibberend het paadje af naar beneden, omzeild tenauwernood mijn GS die midden op 't pad geparkeerd staat en..... VROEM! en hij loopt. Zooooo....ook weer gelukt.
We rijden naar beneden om langs Punta Colomion te gaan.
Een rifugio. Daar wat eten. Wat drinken. Even uitpuffen.
"Open All Day". Maar vandaag niet, vertellen ons 2 Italiaanse mountainbikers.
Verder naar beneden vinden we toch wat leuks.
Even wat Ravioli gesmikkeld en wat opgedroogd.
De piste naar beneden is aan het eind knap steil.
Via Col de L'Echelle ....
rijden we richting de mooie Izoard.
We stoppen niet. Izoard kennen we nu wel zo'n beetje.
Lekker vlammen naar beneden richting de Agnel.
Roel is weer een stelletje Duitsers op wegmachines aan 't plagen.
Maar eerst is daar de Col de Furfande.
We hebben geen idee hoe dat eruit ziet.
Maar 't is gravel en 't gaat naar 2500 meter hoogte.
Goed genoeg voor ons.
Het is een niet al te moeilijk pad.
Wel steil.
M'n GS begint weer te haperen.
Maar dat geeft hier niet zo.
Roel happy...!
Stoere GS.
Doctor slow in aantocht...klinkt wèl lekker
Boven is het uitzicht gewoon weergaloos.
Mooi en ook rauw. Wat een imposante vergezichten.
Terug pakt Roel nog even een geitepaadje om een haarspeld af te steken.
Niet op de foto. Niet op de film. Maar Roel is geen geit.
Oké....Nagenietend hobbelen we naar het dal om onze weg naar Col D'Agnel te vervolgen.
Vlotjes snorkelen we omhoog (Roel rijdt voorop....).
Het wordt weer fris en nevelig naarmate we hoger komen.
We verorberen nog wat buikschuivers.
Boven ligt nog sneeuw van de afgelopen nacht.
We rijden Italië in en vinden een aangenaam familiehotel (Torinetto) in Sampeyre.
Nachtje voor 45 euro in een nette kamer.
Avondeten is simpel: men gaat zitten en krijgt de 7 gangen van die dag!
Geen keuzestress.
Moeïg maar voldaan gaan we op één oor.
Nadat we verleden jaar een voortvarend begin hadden gemaakt met de verkenning van de gravelwegen in de genoemde gebieden (en het daarbij onontkomelijke bodemonderzoek), werd het tijd om een gedegen vervolgonderzoek in te stellen.
Door ongemakken zoals werk en verjaardagen schoof dit vervolgonderzoek al snel op richting eind september.
Niet echt te laat in 't jaar, maar daglicht wordt schaars, zeker in deze bergachtige streken.
Temperaturen worden rap lager.
Regen kan zomaar sneeuw worden.
23 september wordt de trekker overgehaald: we gaan!
Verleden jaar met de CX-9. Dat was geen straf met die lekkere dikke V6.
Maar dit jaar, zoals echte heren van stand betaamd, in stijl:
Driekommazesliter-V-acht dieselpower. Eigenlijk de GS onder de SUV's.
Met het leer en de rust in het interieur waant men zich in een herenclub.
Roel heeft echter de consumptie van cognac en het roken van sigaren onderweg strikt verboden.
Zo jammer...
Op de heenweg hebben we elkaar plechtig beloofd het rustig aan te doen.
Gezond weer thuis. Geen brokken rijden. Relaxed rond tuffen. Geen haast.
Op de Franse AutoRoute brengen we dit direct in de praktijk.
Tegen zeven uur 's avonds zijn we in Bourg-Saint-Maurice bij ons overnachtingsadres voor de eerste en de laatste nacht.
Terwijl we er aan komen rijden komt een leuke Française, de uitbaatster, al op ons toe lopen.
Leuk, totdat Roel de twee grote Berner Senners ziet....Roel, dierenvriend pur sang, niet blij.
Fijn overnachtingsadresje. Veel ruimte om het huis.
Een paar auto's. Brommer, stuk of 10 quads.
Ja, dat voelt wel goed.
Hier kan de Britse trots plus aanhanger wel een paar nachtjes veilig slapen.
's Avonds even wat gegeten in een restaurant in 't dorp.
Tijdens afreken gaat er wat fout en lijkt het bedrag 2x afgeschreven.
Na wat discussie laten we het erbij om het de avond dat we terugkomen af te handelen...
DAG1
We beginnen de dag om 7 uur met ontbijt.
De lucht is strak blauw. Maar ik zie wat wolken over de toppen in 't oosten loeren.
Mmmm. Maar ja, wat doe je er aan. Niks.
Dus rijden. En 't was fris. Wat zeg ik: het was koud.
Omhoog naar de Col D'Iséran ligt de temperatuur dicht bij het vriespunt.
De heren van stand zetten beiden hun verwarmde jasje aan.
Omhoogrijdend zien we de wolken al het dal inrollen.
We hebben geluk dat op de pas het nog "schoon" is.
En we hebben er tenslotte niet voor niets noppen onder zitten.
De Iséran naar beneden rijdend wordt al snel vrij vochtig en mistig.
Fort de la Turra en Lac Mont Cénis, beide gravel, staan op de lijst als "next".
Richting Lac Mont Cénis regent het hard.
Dolle pret op noppenbanden met zonder ABS.
Bij de kaasboerderij draaien we het gravel op.
Om 500 meter later om te moeten keren: een hek met niet mis ter verstane tekst geeft aan dat alleen bestemmingsverkeer toegestaan is.
Wellicht niet officieel rechtsgeldig, maar toch.
Ondertussen is het echt potdicht met regen.
We besluiten door de rijden naar Oulx en daar het pad naar Passo della Mulattiera op te zoeken.
Een pas waar we eenmaal boven gekomen, weer terug moeten rijden, omdat de weg aan de andere kant geen vervolg heeft.
Hopelijk is het weer dan wat opgeknapt.
In het dal is dat ook zo.
Hogerop wordt het weer mist.
Mijn GS houdt in vanaf zo'n 2200 meter hoogte.
Waarschijnlijk een te grote sproeier. In combinatie met minder power op hoogte is dat niet echt fijn.
Het is niet anders.
Ondanks het slechte weer toch mooie vergezichten.
Het is na de regen wel wat glibberig.
Zo'n 20 meter onder de pas gaat het pad steil en erg smal omhoog naar de pas.
Zijnde de oudste, en dus de wijste, ga ik als eerste omhoog.
Glibberend en met een inhoudende motor kluun ik omhoog, verlies power en grip, en sta stil.
Of toch niet? Met blokkerend voor- èn achterwiel glij ik achterwaarts naar beneden.
En in de richting van de rand.
Ik start weer en probeer weg te trekken. Mooi niet.
Het zelfde verhaaltje herhaalt zich.
Dan maar neerleggen op z'n rechterkant.
Naar de hoge kant. De kant met de rotsblokken.
En 't schiet plots door me heen:
Klepdeksel: check!
Oliekoelerbypass slang: check!
Bodemmonster: check!
Wat sjorren om de fiets omhoog te krijgen. Lukt niet. Nog wat meer sjorren.
Lukt nog steeds niet. Roel schiet te hulp en al glijdend komen we naar beneden.
Geen schade anders dan een kras op 't kuipje: wit littekenweefsel komt door het blauw naar voren.
De eerste battlescar is een feit.
We kijken elkaar eens aan.
Dan maar geen Mulattiera?
Roel, verstandig geworden door de perikelen van de voorgaande trip, besluit dat 't mooi geweest is.
Gewoon "do the right thing". Geen onnodige risico's. Toch?
Die lezers die niet snappen wat hier zonet gebeurde: simpel, u kent Roel blijkbaar niet.
Roel komt tot bijna bovenop de pas voordat ook hij geen grip meer heeft en omkiept.
Ook na de tweede en de derde poging.
Dan zie ik hem gebaren en wat incoherente geluiden maken... accu...?
Ik worstel naar boven om te vernemen dat de accu leeg is.
Leeg als in "hij start niet meer leeg". Lang leve de moderne Li-Ion accu.
Achteruit terug is gezien de afstand geen optie.
Dan 1-2-3 hup! 1-2-3 hup! 't kreng naar de pas omhoog duwen.
Zweten als een otter.
Roel stelt voor om de G/S in z'n twee aan de andere kant van de pas naar beneden te laten rollen om zo de motor weer aan te krijgen.
Ik stel voor om dat toch maar even niet te doen voor 't geval de motor daar geen zin aan heeft.
50 meter omhoog duwen wordt 'em echt niet.
Roel vindt dat bij nader inzien toch ook best wel een goed argument.
We keren de motor en Roel rolt glibberend het paadje af naar beneden, omzeild tenauwernood mijn GS die midden op 't pad geparkeerd staat en..... VROEM! en hij loopt. Zooooo....ook weer gelukt.
We rijden naar beneden om langs Punta Colomion te gaan.
Een rifugio. Daar wat eten. Wat drinken. Even uitpuffen.
"Open All Day". Maar vandaag niet, vertellen ons 2 Italiaanse mountainbikers.
Verder naar beneden vinden we toch wat leuks.
Even wat Ravioli gesmikkeld en wat opgedroogd.
De piste naar beneden is aan het eind knap steil.
Via Col de L'Echelle ....
rijden we richting de mooie Izoard.
We stoppen niet. Izoard kennen we nu wel zo'n beetje.
Lekker vlammen naar beneden richting de Agnel.
Roel is weer een stelletje Duitsers op wegmachines aan 't plagen.
Maar eerst is daar de Col de Furfande.
We hebben geen idee hoe dat eruit ziet.
Maar 't is gravel en 't gaat naar 2500 meter hoogte.
Goed genoeg voor ons.
Het is een niet al te moeilijk pad.
Wel steil.
M'n GS begint weer te haperen.
Maar dat geeft hier niet zo.
Roel happy...!
Stoere GS.
Doctor slow in aantocht...klinkt wèl lekker
Boven is het uitzicht gewoon weergaloos.
Mooi en ook rauw. Wat een imposante vergezichten.
Terug pakt Roel nog even een geitepaadje om een haarspeld af te steken.
Niet op de foto. Niet op de film. Maar Roel is geen geit.
Oké....Nagenietend hobbelen we naar het dal om onze weg naar Col D'Agnel te vervolgen.
Vlotjes snorkelen we omhoog (Roel rijdt voorop....).
Het wordt weer fris en nevelig naarmate we hoger komen.
We verorberen nog wat buikschuivers.
Boven ligt nog sneeuw van de afgelopen nacht.
We rijden Italië in en vinden een aangenaam familiehotel (Torinetto) in Sampeyre.
Nachtje voor 45 euro in een nette kamer.
Avondeten is simpel: men gaat zitten en krijgt de 7 gangen van die dag!
Geen keuzestress.
Moeïg maar voldaan gaan we op één oor.