Hieronder een iets genuanceerder verhaal over zure regen. Zure regen is met moderne technologie relatief eenvoudig te voorkomen, en dat is (deels) gelukt. De effecten van het broeikaseffect beperken zal moeilijker zijn, maar niet onmogelijk. Overigens is in Oost Europa met haar smerige ouderwetse kolencentrales zure regen nog wel degelijk een probleem.....
Geen paniek meer over zure regen
Long time no hear: zure regen. Begin jaren tachtig werd de noodklok geluid. Zure regen bedreigde onze bossen. In Duitsland zou het Zwarte Woud, een naaldbos, binnen enkele decennia afsterven. Ook de Nederlandse loofbossen liepen gevaar. Dat kwam allemaal doordat de bodem verzuurde en bomen daar niet tegen kunnen. Maar de bossen leven zo te zien nog even vrolijk verder. Was de paniek overdreven of valt er gewoon geen zure regen meer?
Een onheilspellende affiche van bos voor en na de zure regen, uit de campagne van het Ministerie van VROM in de jaren tachtig. (
De term 'zure regen' deed het goed om de mensen van de dreiging te doordringen. Het was geen opwekkend idee, de wetenschap dat er zure druppels uit de hemel vielen als het regende. Die vielen dan toch ook op jou, met wie weet wat voor akelige gevolgen. Maar de term dekte de lading niet echt. Het ging erom dat de atmosfeer door allerlei oorzaken 'vol zat' met zure stoffen die onder meer met regen (maar ook 'uit zichzelf', of met hagel en sneeuw) neerslaan en daardoor de bodem en het oppervlaktewater verzuren.
Het gaat vooral om de volgende stoffen: zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3). Zwaveldioxide komt vrij bij de verbranding van zwavelhoudende brandstoffen, zoals olie, diesel en kolen. Ook de uitstoot van stikstofoxiden heeft te maken verbrandingsprocessen, vooral die in het gemotoriseerde verkeer. Ammoniak tenslotte zit in de mest die door de boeren op het land wordt uitgereden. En door de grote veestapels heeft Nederland een uitzonderlijk groot mestprobleem.
Deze zure stoffen beïnvloeden de vitaliteit van natuurgebieden, maar ook van oppervlaktewater en zelfs van gebouwen. Bij oude gebouwen, zoals kathedralen, is het effect soms goed te zien aan de afbrokkelende gebeeldhouwde versierselen. In natuurgebieden veroorzaakt verzuring een verstoring van het evenwicht van de voedingsstoffen. Er ontstaat een tekort aan calcium, fosfor, magnesium en kalium. Ook de stikstofbalans wordt verstoord. Vooral in bosecosystemen raakt de bodem op den duur verzadigd van stikstof en dat is de grote oorzaak van de verzuring.
Bodemverzuring maakt natuurgebieden kwetsbaarder. Vorst, droogte of ziekten grijpen dieper in. In een verzuurd bos gaan de bomen sneller dood. De verandering in het bodemmilieu kan leiden tot het helemaal afsterven van soorten en het opkomen van nieuwe. Heidevelden vergrassen bijvoorbeeld. Meren veranderen in 'dood water'.
De eerste berichten over de dreiging van zure regen veroorzaakten paniek, ook in Nederland. De Duitse bodemkundige Bernhard Ulrich had enkele bossen in zijn land onderzocht en voorspelde zelfs een 'ecologisch Hiroshima'. Uit Scandinavië meldden onderzoekers dat in sommige meren het leven al helemaal verdwenen was. Bosbouwkundige Frits Mohren: ,,Ulrich had een aannemelijk verhaal. We realiseerden ons dat de Nederlandse bossen vooral op kwetsbare, arme zandgronden staan. Toen we in Nederland gingen kijken, vonden we ook zwaar aangetaste naaldbomen.''
Maar twintig jaar later blijkt dat in Scandinavische meren het leven zich snel herstelt en dat de Nederlandse bossen gezonder zijn dan ooit. Nu zeggen onderzoekers soms: het was een hype, er was gewoon niet zoveel aan de hand. Ulrich heeft zelf trouwens erkend dat hij zich vergist heeft met zijn zwaar dramatische voorspellingen.
Maar, zeggen allerlei Nederlandse bodemonderzoekers, het is onzin om te zeggen dat het allemaal niet klopte. De bodem verzuurde en dat dit niet goed is, is overduidelijk. Dat het nu allemaal blijkt mee te vallen, komt door twee dingen. Ulrich had een gebied onderzocht dat door plaatselijke omstandigheden extreem veel erger verzuurd was dan normaal. En door de paniek hebben allerlei overheden snel gereageerd met goede maatregelen. Die hebben verdere verzuring sterk ingedamd.
Bovendien, zegt bijvoorbeeld Ronald Albers van het Rijksinstituut voor Volkesgezondheid en Milieu (RIVM): ,,Met de bomen gaat het goed, maar met het bos nog niet.'' De ondergroei van veel Nederlands bos is volgens hem erg soortenarm geworden doordat er soorten die van stikstof houden binnengedrongen zijn. Met de biodiversiteit in de ondergroei is het helemaal niet best gesteld. Er wordt nu voorzichtig geëxperimenteerd met maatregelen om dat aan te pakken.
Geen paniek meer over zure regen
Long time no hear: zure regen. Begin jaren tachtig werd de noodklok geluid. Zure regen bedreigde onze bossen. In Duitsland zou het Zwarte Woud, een naaldbos, binnen enkele decennia afsterven. Ook de Nederlandse loofbossen liepen gevaar. Dat kwam allemaal doordat de bodem verzuurde en bomen daar niet tegen kunnen. Maar de bossen leven zo te zien nog even vrolijk verder. Was de paniek overdreven of valt er gewoon geen zure regen meer?
Een onheilspellende affiche van bos voor en na de zure regen, uit de campagne van het Ministerie van VROM in de jaren tachtig. (
De term 'zure regen' deed het goed om de mensen van de dreiging te doordringen. Het was geen opwekkend idee, de wetenschap dat er zure druppels uit de hemel vielen als het regende. Die vielen dan toch ook op jou, met wie weet wat voor akelige gevolgen. Maar de term dekte de lading niet echt. Het ging erom dat de atmosfeer door allerlei oorzaken 'vol zat' met zure stoffen die onder meer met regen (maar ook 'uit zichzelf', of met hagel en sneeuw) neerslaan en daardoor de bodem en het oppervlaktewater verzuren.
Het gaat vooral om de volgende stoffen: zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3). Zwaveldioxide komt vrij bij de verbranding van zwavelhoudende brandstoffen, zoals olie, diesel en kolen. Ook de uitstoot van stikstofoxiden heeft te maken verbrandingsprocessen, vooral die in het gemotoriseerde verkeer. Ammoniak tenslotte zit in de mest die door de boeren op het land wordt uitgereden. En door de grote veestapels heeft Nederland een uitzonderlijk groot mestprobleem.
Deze zure stoffen beïnvloeden de vitaliteit van natuurgebieden, maar ook van oppervlaktewater en zelfs van gebouwen. Bij oude gebouwen, zoals kathedralen, is het effect soms goed te zien aan de afbrokkelende gebeeldhouwde versierselen. In natuurgebieden veroorzaakt verzuring een verstoring van het evenwicht van de voedingsstoffen. Er ontstaat een tekort aan calcium, fosfor, magnesium en kalium. Ook de stikstofbalans wordt verstoord. Vooral in bosecosystemen raakt de bodem op den duur verzadigd van stikstof en dat is de grote oorzaak van de verzuring.
Bodemverzuring maakt natuurgebieden kwetsbaarder. Vorst, droogte of ziekten grijpen dieper in. In een verzuurd bos gaan de bomen sneller dood. De verandering in het bodemmilieu kan leiden tot het helemaal afsterven van soorten en het opkomen van nieuwe. Heidevelden vergrassen bijvoorbeeld. Meren veranderen in 'dood water'.
De eerste berichten over de dreiging van zure regen veroorzaakten paniek, ook in Nederland. De Duitse bodemkundige Bernhard Ulrich had enkele bossen in zijn land onderzocht en voorspelde zelfs een 'ecologisch Hiroshima'. Uit Scandinavië meldden onderzoekers dat in sommige meren het leven al helemaal verdwenen was. Bosbouwkundige Frits Mohren: ,,Ulrich had een aannemelijk verhaal. We realiseerden ons dat de Nederlandse bossen vooral op kwetsbare, arme zandgronden staan. Toen we in Nederland gingen kijken, vonden we ook zwaar aangetaste naaldbomen.''
Maar twintig jaar later blijkt dat in Scandinavische meren het leven zich snel herstelt en dat de Nederlandse bossen gezonder zijn dan ooit. Nu zeggen onderzoekers soms: het was een hype, er was gewoon niet zoveel aan de hand. Ulrich heeft zelf trouwens erkend dat hij zich vergist heeft met zijn zwaar dramatische voorspellingen.
Maar, zeggen allerlei Nederlandse bodemonderzoekers, het is onzin om te zeggen dat het allemaal niet klopte. De bodem verzuurde en dat dit niet goed is, is overduidelijk. Dat het nu allemaal blijkt mee te vallen, komt door twee dingen. Ulrich had een gebied onderzocht dat door plaatselijke omstandigheden extreem veel erger verzuurd was dan normaal. En door de paniek hebben allerlei overheden snel gereageerd met goede maatregelen. Die hebben verdere verzuring sterk ingedamd.
Bovendien, zegt bijvoorbeeld Ronald Albers van het Rijksinstituut voor Volkesgezondheid en Milieu (RIVM): ,,Met de bomen gaat het goed, maar met het bos nog niet.'' De ondergroei van veel Nederlands bos is volgens hem erg soortenarm geworden doordat er soorten die van stikstof houden binnengedrongen zijn. Met de biodiversiteit in de ondergroei is het helemaal niet best gesteld. Er wordt nu voorzichtig geëxperimenteerd met maatregelen om dat aan te pakken.