Al eerder nam ik me voor om van mijn vakanties een reisverslag te maken en op MF te plaatsen, maar steeds kwam het er niet van. Teveel werk en misschien vind iedereen het totaal niet interessant wat ik onderweg doe. Ik doe namelijk niet zo veel, afgezien van rijden. Nu er in mijn andere topic om een verslag werd gevraagd ga ik er toch maar een schrijven, en wie weet volgen er in de toekomst meer…
Wintertrip 2017
Wat doe je als je teveel vrije tijd hebt en van motorrijden en kamperen houdt? Juist ja, je pakt alles op en gaat op weg, zoals ik het al jaren doe. Enige verschil, het is februari, wintersportseizoen, ik wil richting de bergen en zoals altijd wil ik kamperen. Teveel vrije tijd klinkt trouwens luxer dan het is, het komt er gewoon op neer dat ik verplicht overuren moet opmaken die ik niet kan bewaren tot het motorseizoen weer begint. Ik heb een ruime week de tijd, die ik niet achter de geraniums ga opmaken.
Deze keer ga ik niet op mijn Ténéré, die staat lekker in de winterstalling en heeft het afgelopen jaar hier en hier al genoeg sneeuw gezien . Dit keer ga ik op mijn woon-werkpaard, de XJ900S Diversion. Deze motor brengt me al jaren heen en weer naar het werk en heeft er inmiddels 150.000 opzitten, waarvan 120.000 met mij in het zadel. Hij wordt al jaren blootgesteld aan pekel, dus dit beetje extra zal hem geen pijn meer doen. Hij heeft me nog nooit in de steek gelaten, dus dat blijft hopelijk ook zo.
Kamperen doe ik ook al jaren, ook in de winter, dus daar zie ik het minste probleem in. Ik heb spullen zat, dus dat komt goed. Enige probleem is dat de meeste campings in de winter dicht zijn, dus mijn tactiek van doorrijden tot ik het zat ben, en dan de dichtstbijzijnde camping opzoeken gaat nu waarschijnlijk niet lukken. Het vergt dus enige voorbereiding, en daarvoor moet ik natuurlijk wel weten waar ik heen wil.
Het eerste plan was om dwars door de Alpen te trekken, maar dat was misschien iets te ambitieus. Wat als je een week lang sneeuw hebt en niet verder kunt? Ook zijn de mooie passen allemaal afgesloten in de winter, en als ik alleen maar snelwegen en tunnels wil rijden kan ik ook 20 rondjes over de ring Amsterdam (of Rotterdam zo u wilt ) rijden. Uiteindelijk heb ik voor gekozen om het rustig op te bouwen, en via Luxemburg, de Vogezen en de Jura richting Franse Alpen te gaan. Wat ik daar doe zie ik dan wel weer. Krijg ik sneeuw, dan kan ik altijd uitwijken het binnenland van Frankrijk in. Er zit geen druk op, ik moet nergens heen dus als plannen bijgesteld moeten worden dan kan dat. Ik ben toch niet zo’n planner, het is al heel wat dat ik wat geopende campings heb opgezocht. Vertrek is gepland voor zondag 12 februari, op dinsdag 21 februari moet ik terug zijn.
Zondag 12 februari, dag 1. Gereden kilometers: 378
Na een hele nacht sneeuwen ligt er bijna 10 centimeter wit poeder in de straat. Ik had vooraf wel verwacht dat ik sneeuw tegen zou komen, maar dat dit direct voor mijn voordeur zou zijn had ik even niet ingeschat. Voor het hele land is er tot 12:00 uur code geel afgegeven. Morgen wordt beter weer, moet ik nu wel gaan? Beetje slap om voor een wintertrip af te haken als er sneeuw ligt, het was toch juist de bedoeling om naar de sneeuw te gaan? Ligt toch iets anders als je thuis op de bank zit en een witte deken buiten ziet liggen. Hoe dan ook, na veel twijfel besloten tot 12:00 uur te wachten en toch te gaan. Het plan was om binnendoor naar Luxemburg te gaan, maar daarvoor is het te laat, dat haal ik nooit meer en is door de sneeuw waarschijnlijk ook geen doen. Ik heb een hekel aan snelweg, maar wil ik vandaag nog weg dan zit er niks anders op.
Om 12:30 uur staat alles klaar en maak ik de eerste foto, in de sneeuw:
Nu hoor ik iedereen al denken, wat heeft die gast allemaal mee? Valt op zich wel mee. Een bagagerol is al bijna volledig gevuld door de M90 slaapzak van Defensie. Loodzwaar en lomp, maar heerlijk warm en dat voor een paar tientjes. Normaal gesproken heb ik een veel kleinere slaapzak, maar die is voor winterse omstandigheden te koud. Verder heb ik op mijn Ténéré aluminium zijkoffers die je helemaal vol kunt stouwen. De koffers van de Diversion volgen de vormen van de motor en zijn daardoor zo onhandig van vorm dat er zowat niks in kan. Ook ga ik me de rest van de week nog mateloos irriteren doordat alles eruit flikkert zodra je de koffer open doet. Verdere uitrusting is de standaard tent, matje, stoel, bergschoenen, gereedschap, brander en kookgerei en natuurlijk kleding, met name warm thermospul. Tot slot bovenop een kleine schep, mocht ik sneeuw tegenkomen.
De straat uit gaat goed. Het is een beetje glibberen, maar het gaat. Gelukkig is het nog geen kilometer tot de provinciale weg, die prima sneeuwvrij is. Ook die volg ik maar een klein stukje voor ik de A8 op draai. De motor stuurt ondanks het gewicht van de bagage redelijk goed, voor zover je daar bij een Diversion van kan spreken . Wel merk ik dat de voorband (Michelin PR4) ruim voldoende profiel heeft maar behoorlijk is gecupt, waar je door de extra druk op de achterkant meer last van hebt. Maargoed, zolang ik beide handen aan het stuur hou is er weinig aan de hand.
Voorbij Utrecht is vrijwel alle sneeuw verdwenen en rest me nog de blik op oneindig te zetten en de A2 af te rijden. Net voorbij Weert zeggen de “al gehad” en “nog te gaan” kilometertellers elkaar bij 186 kilometer gedag. Vlak voor Maastricht stop ik voor een broodje en gooi gelijk de motor vol. Echt warm is het niet en de harde wind maakt het er al niet veel beter op. Blij met de verwarmde Gerbing handschoenen! Door de nieuwe tunnel ben ik zo voorbij Maastricht en laat ik na 250 kilometer Nederland eindelijk achter me. Dat is het nadeel van wonen in Noord-Holland, het kost je al uren voordat je überhaupt het land uit bent. In Luik kies er zoals altijd voor niet de ring te volgen maar dwars door de stad te gaan. Drukker maar sneller dan de ring, en al snel ben ik de stad door een duik ik de E25 op. Ter hoogte van de Baraque de Fraiture ligt er weer sneeuw in de berm, maar de wegen zijn gelukkig schoon. Net voor Bastogne pak ik de afrit en ga al snel Luxemburg in. Ik hou van Luxemburg en kom er meestal meerdere keren per jaar. Prachtige wegen, mooie natuur, vriendelijke mensen en veel rustiger en minder gezeik dan in bijvoorbeeld de Eifel. In Wiltz pak ik de bekende weg naar Kautenbach. Dit is misschien wel de mooiste weg van Luxemburg en ik heb er al menig liter motorbenzine aan besteed.
Om 17:00 uur rij ik in Kautenbach de camping op, zoek een plekje en een half uurtje later is de tent opgezet en staat alles klaar. Nadeel van kamperen in de winter is dat het erg snel donker wordt, dus de avonden zijn lang. Ik heb een tablet vol films bij me, dus ik vermaak me wel. Verder moet je je gewoon niet te veel haasten, alles op het gemakje doen, dan is de avond zo voorbij. Na een warme douche duik ik mijn bed in, de thermometer geeft inmiddels -4 aan en het ijs staat al op de tent.
Maandag 13 februari, dag 2 Gereden kilometers: 336.5
Als ik wakker word kan ik wel merken dat het koud is, maar last heb ik er niet van gehad, ik heb heerlijk geslapen. Het is altijd wel even een dingetje om uit je warme slaapzak te komen als het zo koud is, maar dat moment komt er toch altijd een keer aan. Als ik de tent open rits is om me heen alles wit van de rijp, de thermometer staat op -8. Het is windstil dus de tent ventileert voor geen meter en al het condens is aan de binnenkant aangevroren. Ik slinger de brander aan en ga eerst maar eens koffie zetten en duw een broodje naar binnen. De interne kachel moet even opgestookt worden. Na het ontbijtje maak ik de boel klaar om te vertrekken. Om te voorkomen dat ik straks mijn hele bagagerol vol water heb veeg ik zoveel mogelijk ijs van de tent af en stop hem in een vuilniszak.
Om 10:30 rij ik de camping af, en als ik een paar minuten later over de weg boven de camping langsrij zie ik de afdruk van mijn tent nog op het verder nog wit bevroren veld staan. Het is koud, maar de wegen zijn gelukkig droog dus als snel ben ik lekker aan het rijden. Ik verbaas me er over hoe goed de volgeladen Diversion eigenlijk nog rijdt . Onlangs zijn de voorvorkkeringen vervangen en ook heb ik de lekkende achterdemper vervangen door een exemplaar van de sloop, dus de wegligging is wel redelijk op orde. Het blijft natuurlijk wel een Diversion .
Mijn Garmin heeft er weinig zin in vandaag, al is dat waarschijnlijk mijn eigen schuld. Ik heb via Routeyou even snel wat routes in elkaar geknutseld en daarbij waarschijnlijk een veel te laag aantal routepunten gekozen. Het gevolg is dat ik nu alleen maar rechte lijnen tussen alle kruisingen zie en hij totaal de weg niet volgt. Deze omgeving ken ik gelukkig nog prima, dus voorlopig kom ik een heel eind. Ik rij eerst naar Vianden, en daar waar het zomers zwart van de mensen ziet kan je op dit moment met een gerust hart een kanon afschieten. Ik volg een heel stuk de rivier de Sure, dan weer aan de Luxemburgse kant, dan weer aan de Duitse en zo een tijdje verder. Bij het plaatsje Wasserbillig laat ik Luxemburg echt achter me, maar niet voordat ik voor 1.19 per liter de tank nog even vol gegooid heb. Bij de pomp pak ik gelijk even een broodje, en als ik deze naast de bandenpomp sta op te eten besluit ik ook de bandenspanning maar even te checken. De achterband heb ik vorige week moeten proppen vanwege een lek, dus een extra controle kan geen kwaad. Gelukkig blijkt de prop nog prima te zitten, want de spanning is nog goed.
Via een klein stukje langs de Moezel kom ik langs de Saar te rijden, die volg ik tot Saarlouis. Vanaf hier ken ik de weg niet goed meer, en de Garmin begint me steeds meer in de steek te laten. Hij wil de wegen niet meer laden dus ik krijg continue witte vlakken op het scherm. Niet echt handig als je zonder gesproken tekst (ik heb geen connectie met de helm) de lijntjes moet volgen. Het is wel leuk rijden maar het schiet ook geen meter op, dus ik besluit de route maar uit te zetten en de Garmin rechtstreeks naar de Vogezen te laten navigeren. Wel met het vermijden van snelwegen, daar doe ik niet aan als ik op vakantie ben.
De wegen worden wat minder mooi op deze manier van navigeren, maar het schiet wel lekker op. Normaal rij ik rustig door tot 20:00 uur, maar nu het in de winter toch best vroeg donker wordt wil ik rond zessen toch wel op een camping zijn. Al snel rij ik Frankrijk in en kruis ik de drukke en deprimerend lelijke stad Saint-Avold. Om op te schieten pak ik wat stukken Route Nationaal. In een nietszeggend Frans dorp komt de trip bijna tot een vroegtijdig einde omdat ik bijna aan flarden wordt gereden. Ik rij op een voorrangsweg en van links komt een auto. Deze stopt netjes, dus ik verleg mijn focus weer op het verdere verloop van de weg. Als ik ter hoogte van de auto ben draait hij plotseling toch op en komt mijn kant op! In een reflex wijk ik uit en vind gelukkig nog net genoeg ruimte tussen de auto en de vangrail. De adrenaline is gelijk sky-high en ik slinger wat krachttermen richting de automobilist. Deze is zich van geen kwaad bewust en heeft mij gewoon nooit gezien. We staan weer even op scherp.
Om 17:00 uur rij ik in Granges sur Vologne camping Gademont Plage op. Ik had eigenlijk sneeuw verwacht, aangezien ik op de webcams heb gezien dat alle pistes in de omgeving wit zijn. Toch is alles hier gewoon groen. De kampeervelden zijn leeg, maar de huisjes lijken allemaal bezet. De campingeigenaar (een NL’er) kijkt een beetje raar als ik vraag of ik kan kamperen, maar ik kan mijn tent opzetten. Ik kan het sanitair in het restaurant gebruiken, het reguliere toiletgebouw is afgesloten. Voor het donker wordt loop ik nog even een rondje over de camping, wat een mooi terrein blijkt. In het midden een klein meertje (dat “plage” moet toch ergens vandaan komen natuurlijk), waar een dikke laag ijs op ligt. Zodra de zon weg is zakt de temperatuur ook flink en in de loop van de avond is het al -6. Via de wifi dump ik even wat berichten op MF en na een warme douche zoek ik mijn bed weer op.
Dinsdag 14 februari, dag 3 Gereden kilometers: 297.5
Ik heb alweer prima geslapen. De buiten en binnenkant van de buitentent zijn weer bedekt met ijs. Net als gisteren staat de thermometer op -8. Eerst natuurlijk koffie en ontbijt, het staat al klaar dus ik red het vanuit mijn slaapzak. Ik pak mijn spullen weer op en ga richting receptie om te betalen. Voor zo weinig luxe hoef ik niet te betalen zegt de eigenaar, dus hij hoeft geen cent te zien. Dat is natuurlijk weer leuk meegenomen, hoewel ik zelf het gebrek aan luxe wel vind meevallen. Ook in de zomer gebruik ik nauwelijks meer dan water, een douche en toilet. Net voor ik weg ga breekt de zon door en de vogels fluiten volop. Vakantiegevoel compleet.
Vanaf de camping draai ik direct een bospad op. Het duurt niet lang voor ik de eerste sneeuw tegenkom. Het pad wordt onverhard, en ook ligt er steeds meer sneeuw. Alleen de sporen van een paar auto’s zijn nog zichtbaar. Het is op zich prima te rijden, dus ik ga rustig verder. Ik kom uit in het dorp Gérardmer, waar ik even een foto van de motor bij het bevroren meer maak. Ik gooi de motor even vol en haal wat boodschappen, want de voedselvoorraad van thuis is er inmiddels wel doorheen. De temperatuur loopt ondertussen flink op, ik zie op borden langs de weg zelfs 14 graden staan!
Lac de Gérardmer
Als ik de Col de la Schlucht op rij kom ik weer een hoop sneeuw tegen. Het is opletten, want in de schuwrijke bochten is de weg nog behoorlijk nat van de smeltende sneeuw. Eenmaal op de top is het druk. Er ligt volop sneeuw, de parkeerplaats is stampvol en de skiliften draaien overuren.
Ik maak even snel bovenstaande foto voordat ik omkeer en richting de Route des Crêtes ga. Er staan waarschuwingen voor gladheid en sneeuw, maar er gaan genoeg auto’s in dus ik volg en zie wel hoever ik kom. Al snel loopt het verkeer vast en sluit ik aan in de file. Door de sneeuw is de weg niet veel breder dan één auto, dus de tegenliggers moeten de besneeuwde berm in. Als ik een tijdje stil sta ben ik het zat, ik ben natuurlijk niet voor niks op de motor, dus ik ga voorzichtig langs de rij.
Eenmaal aan het begin van de rij is het me duidelijk waarom het stil staat. Voordat ik het door heb gaat weg over in een enorme ijsplaat, waar ik op dat moment even geen andere keuze heb dan er ook op te rijden. Niet alle auto’s komen of durven het ijs op, en dat zorgt voor het oponthoud. Ik zet de motor zo snel mogelijk aan de kant want het is spekglad hier. Vanuit de koffer haal ik snel de spikes voor onder de laarzen, want met het profiel van de gemiddelde motorlaars kom je niet echt lekker uit de voeten op een ijsbaan. Ik sta de situatie even te observeren. De ene automobilist rijdt zo de ijsplaat op, voor de ander is het een lijdensweg. Auto’s glijden weg, verhitte mannen achter het stuur, kinderen moeten uit de auto om te duwen, vrouw in de stress, huwelijken stranden. Best vermakelijk om hier even te staan .
Het lijkt rustig, maar de problemen spelen zich achter mij af
Het onvermijdelijke moment komt, ik moet ook weer een keer weg hier, want verder omhoog is zeker geen optie. Achteruit lukt niet, er staan auto’s in de weg, dus ik kan niets anders doen dan proberen de motor te keren op de ijsplaat. Dit lukt tot mijn eigen verbazing nog best aardig. Ik rol langzaam weer naar beneden en kom weer in de chaos terecht. Auto’s proberen te keren en terug te rijden, terwijl er auto’s uit de rij naar boven komen en denken ook wel langs te file te kunnen. Die komen tegenliggers tegen, dat past niet, achteruit over het ijs, chaos compleet. Omdat ik geen ruimte heb moet ik ook weer even een stukje over het ijs. Ik stuur het ijs op, dat gaat nog goed, maar zodra mijn achterwiel aan de beurt is besluit die dat het tijd wordt om een eigen spoor te kiezen. Ik sta nagenoeg stil dus er is niets aan de hand, maar door de gladheid kan ik de motor gewoon niet meer houden. Hij valt gelukkig op de rechterkant en door de koffers blijft hij redelijk rechtop liggen. Door het uitklappen van de jiffy kan ik de motor weer optillen en naar de goede kant laten vallen. Voordat geschrokken automobilisten zijn uitgestapt om te helpen heb ik de motor alweer op de wielen.
De verdere afdaling gaat prima en al snel zit ik weer op de doorgaande weg. Via La Bresse rij ik naar het zuiden. Ik maak een stop in het zonnetje om de zojuist ingeslagen broodvoorraad na het hiernamaals te helpen. Genieten hier, thermometer staat op 18 graden en ik zit heerlijk in het zonnetje! Even verderop, op de Col des Croix ga richting de Col de Mont du Fourche. Alweer een bord dat het geblokkeerd is door sneeuw, en weer ga ik zien hoe ver ik kom. Het is hier in ieder geval lekker rustig. Er ligt steeds meer sneeuw, en vlak voor de top gaat ook het smalle spoor wat nog begaanbaar was over in ijs. De weg loopt omhoog, en de kans dat ik veilig over deze weg kan afdalen als ik verderop echt vast loopt lijkt me vrij klein. Ik laat dus mijn verstand maar spreken, en keer de motor om en ga terug.
Inmiddels is het al 14:00 uur en door het oponthoud in de sneeuw ben ik nog geen 80 kilometer vanaf mijn beginpunt. Ik zoek dus wat grotere wegen op, anders kom ik nooit ergens. De wegen zijn saai, druk en veel vrachtverkeer. Om de paar kilometer weer in de remmen voor een dorpje, heb je net even vrij baan draait er weer een vrachtwagen voor me de weg op. Echt leuk rijden is het niet, maar het is even niet anders. Om half 6 rij ik in Saint-Laurent en Grandvaux in de Jura de camping op. Er ligt wel wat sneeuw op de velden, maar het is redelijk goed vrijgemaakt. Ik kan prima staan en ben zeker niet de enige, veel campers en caravans. In de nabijgelegen supermarkt haal ik even wat echt voedsel want na 2 dagen instant-pasta wel ik ook wel weer eens iets fatsoenlijks eten. Het avondritueel herhaalt zich weer, eten, afwassen, bakkie zetten, filmpje kijken, douchen, slapen.
Wintertrip 2017
Wat doe je als je teveel vrije tijd hebt en van motorrijden en kamperen houdt? Juist ja, je pakt alles op en gaat op weg, zoals ik het al jaren doe. Enige verschil, het is februari, wintersportseizoen, ik wil richting de bergen en zoals altijd wil ik kamperen. Teveel vrije tijd klinkt trouwens luxer dan het is, het komt er gewoon op neer dat ik verplicht overuren moet opmaken die ik niet kan bewaren tot het motorseizoen weer begint. Ik heb een ruime week de tijd, die ik niet achter de geraniums ga opmaken.
Deze keer ga ik niet op mijn Ténéré, die staat lekker in de winterstalling en heeft het afgelopen jaar hier en hier al genoeg sneeuw gezien . Dit keer ga ik op mijn woon-werkpaard, de XJ900S Diversion. Deze motor brengt me al jaren heen en weer naar het werk en heeft er inmiddels 150.000 opzitten, waarvan 120.000 met mij in het zadel. Hij wordt al jaren blootgesteld aan pekel, dus dit beetje extra zal hem geen pijn meer doen. Hij heeft me nog nooit in de steek gelaten, dus dat blijft hopelijk ook zo.
Kamperen doe ik ook al jaren, ook in de winter, dus daar zie ik het minste probleem in. Ik heb spullen zat, dus dat komt goed. Enige probleem is dat de meeste campings in de winter dicht zijn, dus mijn tactiek van doorrijden tot ik het zat ben, en dan de dichtstbijzijnde camping opzoeken gaat nu waarschijnlijk niet lukken. Het vergt dus enige voorbereiding, en daarvoor moet ik natuurlijk wel weten waar ik heen wil.
Het eerste plan was om dwars door de Alpen te trekken, maar dat was misschien iets te ambitieus. Wat als je een week lang sneeuw hebt en niet verder kunt? Ook zijn de mooie passen allemaal afgesloten in de winter, en als ik alleen maar snelwegen en tunnels wil rijden kan ik ook 20 rondjes over de ring Amsterdam (of Rotterdam zo u wilt ) rijden. Uiteindelijk heb ik voor gekozen om het rustig op te bouwen, en via Luxemburg, de Vogezen en de Jura richting Franse Alpen te gaan. Wat ik daar doe zie ik dan wel weer. Krijg ik sneeuw, dan kan ik altijd uitwijken het binnenland van Frankrijk in. Er zit geen druk op, ik moet nergens heen dus als plannen bijgesteld moeten worden dan kan dat. Ik ben toch niet zo’n planner, het is al heel wat dat ik wat geopende campings heb opgezocht. Vertrek is gepland voor zondag 12 februari, op dinsdag 21 februari moet ik terug zijn.
Zondag 12 februari, dag 1. Gereden kilometers: 378
Na een hele nacht sneeuwen ligt er bijna 10 centimeter wit poeder in de straat. Ik had vooraf wel verwacht dat ik sneeuw tegen zou komen, maar dat dit direct voor mijn voordeur zou zijn had ik even niet ingeschat. Voor het hele land is er tot 12:00 uur code geel afgegeven. Morgen wordt beter weer, moet ik nu wel gaan? Beetje slap om voor een wintertrip af te haken als er sneeuw ligt, het was toch juist de bedoeling om naar de sneeuw te gaan? Ligt toch iets anders als je thuis op de bank zit en een witte deken buiten ziet liggen. Hoe dan ook, na veel twijfel besloten tot 12:00 uur te wachten en toch te gaan. Het plan was om binnendoor naar Luxemburg te gaan, maar daarvoor is het te laat, dat haal ik nooit meer en is door de sneeuw waarschijnlijk ook geen doen. Ik heb een hekel aan snelweg, maar wil ik vandaag nog weg dan zit er niks anders op.
Om 12:30 uur staat alles klaar en maak ik de eerste foto, in de sneeuw:
Nu hoor ik iedereen al denken, wat heeft die gast allemaal mee? Valt op zich wel mee. Een bagagerol is al bijna volledig gevuld door de M90 slaapzak van Defensie. Loodzwaar en lomp, maar heerlijk warm en dat voor een paar tientjes. Normaal gesproken heb ik een veel kleinere slaapzak, maar die is voor winterse omstandigheden te koud. Verder heb ik op mijn Ténéré aluminium zijkoffers die je helemaal vol kunt stouwen. De koffers van de Diversion volgen de vormen van de motor en zijn daardoor zo onhandig van vorm dat er zowat niks in kan. Ook ga ik me de rest van de week nog mateloos irriteren doordat alles eruit flikkert zodra je de koffer open doet. Verdere uitrusting is de standaard tent, matje, stoel, bergschoenen, gereedschap, brander en kookgerei en natuurlijk kleding, met name warm thermospul. Tot slot bovenop een kleine schep, mocht ik sneeuw tegenkomen.
De straat uit gaat goed. Het is een beetje glibberen, maar het gaat. Gelukkig is het nog geen kilometer tot de provinciale weg, die prima sneeuwvrij is. Ook die volg ik maar een klein stukje voor ik de A8 op draai. De motor stuurt ondanks het gewicht van de bagage redelijk goed, voor zover je daar bij een Diversion van kan spreken . Wel merk ik dat de voorband (Michelin PR4) ruim voldoende profiel heeft maar behoorlijk is gecupt, waar je door de extra druk op de achterkant meer last van hebt. Maargoed, zolang ik beide handen aan het stuur hou is er weinig aan de hand.
Voorbij Utrecht is vrijwel alle sneeuw verdwenen en rest me nog de blik op oneindig te zetten en de A2 af te rijden. Net voorbij Weert zeggen de “al gehad” en “nog te gaan” kilometertellers elkaar bij 186 kilometer gedag. Vlak voor Maastricht stop ik voor een broodje en gooi gelijk de motor vol. Echt warm is het niet en de harde wind maakt het er al niet veel beter op. Blij met de verwarmde Gerbing handschoenen! Door de nieuwe tunnel ben ik zo voorbij Maastricht en laat ik na 250 kilometer Nederland eindelijk achter me. Dat is het nadeel van wonen in Noord-Holland, het kost je al uren voordat je überhaupt het land uit bent. In Luik kies er zoals altijd voor niet de ring te volgen maar dwars door de stad te gaan. Drukker maar sneller dan de ring, en al snel ben ik de stad door een duik ik de E25 op. Ter hoogte van de Baraque de Fraiture ligt er weer sneeuw in de berm, maar de wegen zijn gelukkig schoon. Net voor Bastogne pak ik de afrit en ga al snel Luxemburg in. Ik hou van Luxemburg en kom er meestal meerdere keren per jaar. Prachtige wegen, mooie natuur, vriendelijke mensen en veel rustiger en minder gezeik dan in bijvoorbeeld de Eifel. In Wiltz pak ik de bekende weg naar Kautenbach. Dit is misschien wel de mooiste weg van Luxemburg en ik heb er al menig liter motorbenzine aan besteed.
Om 17:00 uur rij ik in Kautenbach de camping op, zoek een plekje en een half uurtje later is de tent opgezet en staat alles klaar. Nadeel van kamperen in de winter is dat het erg snel donker wordt, dus de avonden zijn lang. Ik heb een tablet vol films bij me, dus ik vermaak me wel. Verder moet je je gewoon niet te veel haasten, alles op het gemakje doen, dan is de avond zo voorbij. Na een warme douche duik ik mijn bed in, de thermometer geeft inmiddels -4 aan en het ijs staat al op de tent.
Maandag 13 februari, dag 2 Gereden kilometers: 336.5
Als ik wakker word kan ik wel merken dat het koud is, maar last heb ik er niet van gehad, ik heb heerlijk geslapen. Het is altijd wel even een dingetje om uit je warme slaapzak te komen als het zo koud is, maar dat moment komt er toch altijd een keer aan. Als ik de tent open rits is om me heen alles wit van de rijp, de thermometer staat op -8. Het is windstil dus de tent ventileert voor geen meter en al het condens is aan de binnenkant aangevroren. Ik slinger de brander aan en ga eerst maar eens koffie zetten en duw een broodje naar binnen. De interne kachel moet even opgestookt worden. Na het ontbijtje maak ik de boel klaar om te vertrekken. Om te voorkomen dat ik straks mijn hele bagagerol vol water heb veeg ik zoveel mogelijk ijs van de tent af en stop hem in een vuilniszak.
Om 10:30 rij ik de camping af, en als ik een paar minuten later over de weg boven de camping langsrij zie ik de afdruk van mijn tent nog op het verder nog wit bevroren veld staan. Het is koud, maar de wegen zijn gelukkig droog dus als snel ben ik lekker aan het rijden. Ik verbaas me er over hoe goed de volgeladen Diversion eigenlijk nog rijdt . Onlangs zijn de voorvorkkeringen vervangen en ook heb ik de lekkende achterdemper vervangen door een exemplaar van de sloop, dus de wegligging is wel redelijk op orde. Het blijft natuurlijk wel een Diversion .
Mijn Garmin heeft er weinig zin in vandaag, al is dat waarschijnlijk mijn eigen schuld. Ik heb via Routeyou even snel wat routes in elkaar geknutseld en daarbij waarschijnlijk een veel te laag aantal routepunten gekozen. Het gevolg is dat ik nu alleen maar rechte lijnen tussen alle kruisingen zie en hij totaal de weg niet volgt. Deze omgeving ken ik gelukkig nog prima, dus voorlopig kom ik een heel eind. Ik rij eerst naar Vianden, en daar waar het zomers zwart van de mensen ziet kan je op dit moment met een gerust hart een kanon afschieten. Ik volg een heel stuk de rivier de Sure, dan weer aan de Luxemburgse kant, dan weer aan de Duitse en zo een tijdje verder. Bij het plaatsje Wasserbillig laat ik Luxemburg echt achter me, maar niet voordat ik voor 1.19 per liter de tank nog even vol gegooid heb. Bij de pomp pak ik gelijk even een broodje, en als ik deze naast de bandenpomp sta op te eten besluit ik ook de bandenspanning maar even te checken. De achterband heb ik vorige week moeten proppen vanwege een lek, dus een extra controle kan geen kwaad. Gelukkig blijkt de prop nog prima te zitten, want de spanning is nog goed.
Via een klein stukje langs de Moezel kom ik langs de Saar te rijden, die volg ik tot Saarlouis. Vanaf hier ken ik de weg niet goed meer, en de Garmin begint me steeds meer in de steek te laten. Hij wil de wegen niet meer laden dus ik krijg continue witte vlakken op het scherm. Niet echt handig als je zonder gesproken tekst (ik heb geen connectie met de helm) de lijntjes moet volgen. Het is wel leuk rijden maar het schiet ook geen meter op, dus ik besluit de route maar uit te zetten en de Garmin rechtstreeks naar de Vogezen te laten navigeren. Wel met het vermijden van snelwegen, daar doe ik niet aan als ik op vakantie ben.
De wegen worden wat minder mooi op deze manier van navigeren, maar het schiet wel lekker op. Normaal rij ik rustig door tot 20:00 uur, maar nu het in de winter toch best vroeg donker wordt wil ik rond zessen toch wel op een camping zijn. Al snel rij ik Frankrijk in en kruis ik de drukke en deprimerend lelijke stad Saint-Avold. Om op te schieten pak ik wat stukken Route Nationaal. In een nietszeggend Frans dorp komt de trip bijna tot een vroegtijdig einde omdat ik bijna aan flarden wordt gereden. Ik rij op een voorrangsweg en van links komt een auto. Deze stopt netjes, dus ik verleg mijn focus weer op het verdere verloop van de weg. Als ik ter hoogte van de auto ben draait hij plotseling toch op en komt mijn kant op! In een reflex wijk ik uit en vind gelukkig nog net genoeg ruimte tussen de auto en de vangrail. De adrenaline is gelijk sky-high en ik slinger wat krachttermen richting de automobilist. Deze is zich van geen kwaad bewust en heeft mij gewoon nooit gezien. We staan weer even op scherp.
Om 17:00 uur rij ik in Granges sur Vologne camping Gademont Plage op. Ik had eigenlijk sneeuw verwacht, aangezien ik op de webcams heb gezien dat alle pistes in de omgeving wit zijn. Toch is alles hier gewoon groen. De kampeervelden zijn leeg, maar de huisjes lijken allemaal bezet. De campingeigenaar (een NL’er) kijkt een beetje raar als ik vraag of ik kan kamperen, maar ik kan mijn tent opzetten. Ik kan het sanitair in het restaurant gebruiken, het reguliere toiletgebouw is afgesloten. Voor het donker wordt loop ik nog even een rondje over de camping, wat een mooi terrein blijkt. In het midden een klein meertje (dat “plage” moet toch ergens vandaan komen natuurlijk), waar een dikke laag ijs op ligt. Zodra de zon weg is zakt de temperatuur ook flink en in de loop van de avond is het al -6. Via de wifi dump ik even wat berichten op MF en na een warme douche zoek ik mijn bed weer op.
Dinsdag 14 februari, dag 3 Gereden kilometers: 297.5
Ik heb alweer prima geslapen. De buiten en binnenkant van de buitentent zijn weer bedekt met ijs. Net als gisteren staat de thermometer op -8. Eerst natuurlijk koffie en ontbijt, het staat al klaar dus ik red het vanuit mijn slaapzak. Ik pak mijn spullen weer op en ga richting receptie om te betalen. Voor zo weinig luxe hoef ik niet te betalen zegt de eigenaar, dus hij hoeft geen cent te zien. Dat is natuurlijk weer leuk meegenomen, hoewel ik zelf het gebrek aan luxe wel vind meevallen. Ook in de zomer gebruik ik nauwelijks meer dan water, een douche en toilet. Net voor ik weg ga breekt de zon door en de vogels fluiten volop. Vakantiegevoel compleet.
Vanaf de camping draai ik direct een bospad op. Het duurt niet lang voor ik de eerste sneeuw tegenkom. Het pad wordt onverhard, en ook ligt er steeds meer sneeuw. Alleen de sporen van een paar auto’s zijn nog zichtbaar. Het is op zich prima te rijden, dus ik ga rustig verder. Ik kom uit in het dorp Gérardmer, waar ik even een foto van de motor bij het bevroren meer maak. Ik gooi de motor even vol en haal wat boodschappen, want de voedselvoorraad van thuis is er inmiddels wel doorheen. De temperatuur loopt ondertussen flink op, ik zie op borden langs de weg zelfs 14 graden staan!
Lac de Gérardmer
Als ik de Col de la Schlucht op rij kom ik weer een hoop sneeuw tegen. Het is opletten, want in de schuwrijke bochten is de weg nog behoorlijk nat van de smeltende sneeuw. Eenmaal op de top is het druk. Er ligt volop sneeuw, de parkeerplaats is stampvol en de skiliften draaien overuren.
Ik maak even snel bovenstaande foto voordat ik omkeer en richting de Route des Crêtes ga. Er staan waarschuwingen voor gladheid en sneeuw, maar er gaan genoeg auto’s in dus ik volg en zie wel hoever ik kom. Al snel loopt het verkeer vast en sluit ik aan in de file. Door de sneeuw is de weg niet veel breder dan één auto, dus de tegenliggers moeten de besneeuwde berm in. Als ik een tijdje stil sta ben ik het zat, ik ben natuurlijk niet voor niks op de motor, dus ik ga voorzichtig langs de rij.
Eenmaal aan het begin van de rij is het me duidelijk waarom het stil staat. Voordat ik het door heb gaat weg over in een enorme ijsplaat, waar ik op dat moment even geen andere keuze heb dan er ook op te rijden. Niet alle auto’s komen of durven het ijs op, en dat zorgt voor het oponthoud. Ik zet de motor zo snel mogelijk aan de kant want het is spekglad hier. Vanuit de koffer haal ik snel de spikes voor onder de laarzen, want met het profiel van de gemiddelde motorlaars kom je niet echt lekker uit de voeten op een ijsbaan. Ik sta de situatie even te observeren. De ene automobilist rijdt zo de ijsplaat op, voor de ander is het een lijdensweg. Auto’s glijden weg, verhitte mannen achter het stuur, kinderen moeten uit de auto om te duwen, vrouw in de stress, huwelijken stranden. Best vermakelijk om hier even te staan .
Het lijkt rustig, maar de problemen spelen zich achter mij af
Het onvermijdelijke moment komt, ik moet ook weer een keer weg hier, want verder omhoog is zeker geen optie. Achteruit lukt niet, er staan auto’s in de weg, dus ik kan niets anders doen dan proberen de motor te keren op de ijsplaat. Dit lukt tot mijn eigen verbazing nog best aardig. Ik rol langzaam weer naar beneden en kom weer in de chaos terecht. Auto’s proberen te keren en terug te rijden, terwijl er auto’s uit de rij naar boven komen en denken ook wel langs te file te kunnen. Die komen tegenliggers tegen, dat past niet, achteruit over het ijs, chaos compleet. Omdat ik geen ruimte heb moet ik ook weer even een stukje over het ijs. Ik stuur het ijs op, dat gaat nog goed, maar zodra mijn achterwiel aan de beurt is besluit die dat het tijd wordt om een eigen spoor te kiezen. Ik sta nagenoeg stil dus er is niets aan de hand, maar door de gladheid kan ik de motor gewoon niet meer houden. Hij valt gelukkig op de rechterkant en door de koffers blijft hij redelijk rechtop liggen. Door het uitklappen van de jiffy kan ik de motor weer optillen en naar de goede kant laten vallen. Voordat geschrokken automobilisten zijn uitgestapt om te helpen heb ik de motor alweer op de wielen.
De verdere afdaling gaat prima en al snel zit ik weer op de doorgaande weg. Via La Bresse rij ik naar het zuiden. Ik maak een stop in het zonnetje om de zojuist ingeslagen broodvoorraad na het hiernamaals te helpen. Genieten hier, thermometer staat op 18 graden en ik zit heerlijk in het zonnetje! Even verderop, op de Col des Croix ga richting de Col de Mont du Fourche. Alweer een bord dat het geblokkeerd is door sneeuw, en weer ga ik zien hoe ver ik kom. Het is hier in ieder geval lekker rustig. Er ligt steeds meer sneeuw, en vlak voor de top gaat ook het smalle spoor wat nog begaanbaar was over in ijs. De weg loopt omhoog, en de kans dat ik veilig over deze weg kan afdalen als ik verderop echt vast loopt lijkt me vrij klein. Ik laat dus mijn verstand maar spreken, en keer de motor om en ga terug.
Inmiddels is het al 14:00 uur en door het oponthoud in de sneeuw ben ik nog geen 80 kilometer vanaf mijn beginpunt. Ik zoek dus wat grotere wegen op, anders kom ik nooit ergens. De wegen zijn saai, druk en veel vrachtverkeer. Om de paar kilometer weer in de remmen voor een dorpje, heb je net even vrij baan draait er weer een vrachtwagen voor me de weg op. Echt leuk rijden is het niet, maar het is even niet anders. Om half 6 rij ik in Saint-Laurent en Grandvaux in de Jura de camping op. Er ligt wel wat sneeuw op de velden, maar het is redelijk goed vrijgemaakt. Ik kan prima staan en ben zeker niet de enige, veel campers en caravans. In de nabijgelegen supermarkt haal ik even wat echt voedsel want na 2 dagen instant-pasta wel ik ook wel weer eens iets fatsoenlijks eten. Het avondritueel herhaalt zich weer, eten, afwassen, bakkie zetten, filmpje kijken, douchen, slapen.
Laatst bewerkt: